• No results found

Vraag nr. 248 van 23 augustus 2001 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 248 van 23 augustus 2001 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 248

van 23 augustus 2001

van de heer JOHAN MALCORPS Graansilo's – Veiligheid

In het verleden deden zich reeds tal van ongevallen voor met stofexplosies in opslagsilo's voor voeder-producten.

De zware ontploffing bij de graansilo's van Sema-bla in Blaye (Frankrijk) op 20 augustus 1997 is daarvan het meest recente voorbeeld. Daarbij vie-len toen elf doden. Naar aanleiding daarvan wer-den alle silo's in Frankrijk geïnspecteerd en bleek dat verschillende installaties niet in orde waren met de veiligheidsvoorschriften. Bovendien werd de hele reglementering van de opslag van granen en andere producten in silo's door de Franse mi-lieuminister toen verstrengd, bij besluit van 29 juli 1998.

In België vielen vijf doden bij de ontploffing van een graansilo in Flauriffoux op 7 april 1993. In 1997 vond nog een zware stofexplosie plaats in een silo-toren van het veevoederbedrijf Vanden Avenne in het West-Vlaamse Ooigem, ook met veel schade, maar gelukkig zonder dodelijke slachtoffers. Uit een recent onderzoek (van promovendus A r i e f Dahoe) verricht aan de Technische Universiteit Delft (TU Delft) blijkt bovendien dat de kracht van stofexplosies stelselmatig wordt onderschat, omdat te weinig rekening wordt gehouden met de turbulentie die zich bij een explosie voordoet. De opslag van granen, meel en andere voederpro-ducten waarbij massa's stof ontwikkeld worden, i n silo's vlakbij woonzones, lijkt dan ook niet aange-w e z e n . Op zijn minst zouden duidelijke afstandsre-gels en/of een beperking van de opslagcapaciteit rekening houdende met risicocontouren moeten worden toegepast.

1. Welke voorzorgsmaatregelen gelden terzake op dit moment, welke afstandsregels, welke risico-contouren ? Bijvoorbeeld inzake opslagplaatsen opgenomen in de rubrieken 45 of 48 van de V l a-rem-indelingslijst.

In welke mate valt de veiligheid van silo's onder de bevoegdheid van de minister en in welke mate is dit ook een federale bevoegdheid ?

Gebeuren er geregeld veiligheidsinspecties ? Houden de bestaande voorschriften voldoende rekening met het gevaar van turbulente explo-sies ?

Zijn er veel plaatsen in Vlaanderen waar grote silocomplexen of silo's vlakbij woonzones zijn gevestigd ? Wordt ernaar gestreefd om een der-gelijke risicohoudende locatie in de toekomst te voorkomen ?

2. Een concreet voorbeeld

Bij Brabomills gelegen aan het Groot Dok, Westkaai in Merksem, staat een groot silocom-plex voor de opslag van graan, en dat in de on-middellijke omgeving van een woonkern. Twintig huizen staan muur aan muur tegen het b e d r i j f, 99 huizen vallen binnen een straal van 80 meter. Blijkbaar moest het bedrijf in het ver-leden om veiligheidsredenen verhuizen vanuit het Gentse, omdat het daar te midden van een woonzone gelegen was. Maar ook in Merksem wordt het bedrijf sinds 1983 uitgebouwd aanpa-lend aan een bestaande woonkern tussen het Groot Dok en de Bredabaan.

Het gevaar van stofexplosies is in dergelijke si-lo's nooit uit te sluiten, zoals ook wordt toege-geven in de veiligheidsstudie opgemaakt naar aanleiding van de uitbreidingsaanvraag van 31 maart 1999. Door de ligging van de silo's in Merksem zou dit rampzalige gevolgen kunnen h e b b e n . Temeer daar het blijkbaar om stalen en niet om betonnen silo's gaat.

Een vroegere uitbreidingsaanvraag werd door minister Kelchtermans geweigerd op 5 oktober 1 9 9 8 . Daarrond loopt nog een procedure bij de Raad van State. De proefvergunning voor Bra-bomills loopt af op 4 mei 2002. En intussen loopt opnieuw een uitbreidingsaanvraag.

(2)

Wordt bij de beoordeling van nieuwe vergun-ningsaanvragen of bij een hervergunning ook effectief rekening gehouden met het risico ver-bonden aan de concrete locatie van het bedrijf ? Wordt ook de mogelijkheid onderzocht van een herlokalisatie van het bedrijf op termijn ? Of wordt er ten minste naar gestreefd om de o p s l a g c a p a c i t e i t , wegens de nabijheid van een woonbuurt, uit voorzorg beperkt te houden ?

Antwoord

1. – Als algemene voorzorgsmaatregel met be-trekking tot opslagplaatsen ingedeeld in de Vlarem-indelingsrubriek 45, gelden de ver-bods- of afstandsregels opgenomen in artikel 5.45.1.2 van titel II van het Vlarem.

Volgens deze regels is het verboden een der-gelijke inrichting te exploiteren die geheel of gedeeltelijk is gelegen in een woongebied of in een recreatiegebied. Daarenboven mogen de opslagplaatsen en/of bedrijfsgebouwen van dergelijke inrichtingen niet gelegen zijn op minder dan 100 meter van een woonge-bied of van een recreatiegewoonge-bied. Deze ver-bodsbepalingen gelden echter niet voor be-staande inrichtingen of gedeelten ervan. In afdeling 4.1.3 van titel II van het V l a r e m is daarenboven als algemene milieuvoor-waarde de verplichting opgelegd tot het nemen van de nodige maatregelen om de buurt te beschermen tegen risico's van acci-dentele gebeurtenissen.

Specifiek voor de mengvoederbedrijven en maalderijen werd een veiligheidsstudie "Ri-sicoanalyse aangaande stofexplosie" opge-maakt door een erkend veiligheidsdeskundi-g e, in samenwerkinveiligheidsdeskundi-g met de administratie M i l i e u - , N a t u u r- , Land- en Wa t e r b e h e e r (Aminal) en twee beroepsverenigingen uit de sector. Het is de bedoeling dat deze be-drijven bij milieuvergunningsaanvragen voor zowel nieuwe inrichtingen, als uitbreiding of h e r m a c h t i g i n g, aantonen wat het risico van hun specifiek bedrijf inhoudt voor de onmid-dellijke omgeving ten gevolge van de instal-laties die onderhevig zijn aan explosiegevaar. Aan de hand van deze risicobepaling kan de aanvaardbaarheid van de nieuwe vestiging of uitbreiding beoordeeld worden, of kunnen bijkomende preventiemaatregelen worden

opgelegd om het reeds bestaande risico te v e r m i n d e r e n . Bij uitbreiding dient tevens het risico van de reeds bestaande opslag- en pro-ductie-installaties te worden bepaald, om na te gaan of de uitbreiding nog wel toelaatbaar is ten opzichte van het reeds bestaande risi-co.

– De veiligheidsrisico's van opslagplaatsen in silo's voor de omgeving zijn een gewestbvoegdheid en zijn, zoals uiteengezet, g e r e-geld in de Vlarem-reglementering.

De interne veiligheid van de eventueel in de inrichting tewerkgestelde werknemers is een aangelegenheid van arbeidsveiligheid, en be-treft een federale bevoegdheid.

– Specifieke aanbevelingen die eventueel in de veiligheidsstudie inzake stofexplosie worden v o o r g e s t e l d , kunnen als bijzondere voor-waarden in de milieuvergunning worden op-genomen.

De afdeling Milieu-inspectie volgt de bijzon-dere voorwaarden van de milieuvergunnin-gen op.

– In de veiligheidsstudie wordt met al de ge-volgen van stofexplosies rekening gehouden. Op basis van dergelijke studie kan de toe-laatbaarheid van een dergelijke inrichting in een welbepaalde situatie bijgevolg met ken-nis van zaken beoordeeld worden.

– Er is geen inventaris beschikbaar van de grote silocomplexen of silo's vlakbij woonzo-nes.

De meeste soortgelijke bedrijven zijn gele-gen langs een waterweg en liggele-gen vaak op ruime afstand van dichtbebouwde woonzo-n e s. Voor woonzo-nieuwe bedrijvewoonzo-n geldewoonzo-n de bovewoonzo-n- boven-vermelde verbods- en afstandsregels, w a a r-door een veilige afstand tot woongebieden is voorgeschreven.

2. Het bedrijf Brabomills in Merksem is een be-staand bedrijf, dat sedert 1905 gevestigd is langs de We s t k a a i . In 1980 werd dit bedrijf overge-nomen door de familie Va n h e r p e, die tevens Ganda Molens in Gent bezit.

(3)

ontstaan dit bedrijf te herlokaliseren. Dit impli-ceerde een herschikking van de gebouwen van de vestiging in Merksem, waardoor het mogelijk werd om beide systemen te integreren. Eén en ander heeft geresulteerd in een investering van bijna 1 miljard gespreid over tien jaar in gebou-wen en machines, en dit vanaf 1990. D a a r b i j werd bijzondere aandacht besteed aan de mi-lieuaspecten met betrekking tot het stofexplo-siegevaar en de lawaaihinder.

Naar aanleiding van de uitbreiding van de op-slagplaatsen en productiemachines werd door het bedrijf een afwijking aangevraagd van de af-standsregels opgenomen in artikel 5.45.1.2 van titel II van het V l a r e m . Deze afwijking werd verleend bij ministerieel besluit van 23 septem-ber 1999. De toegestane afwijking is gebaseerd op de resultaten van de veiligheidsstudie opge-maakt door het studiebureau Debeil-Myren in 1 9 9 9 . In deze studie werd gesteld dat het risico op een catastrofale stofexplosie bij het betrok-ken bedrijf vrijwel uitgesloten is.

De proefvergunning waarvan sprake in de vraagstelling betreft een uitbreiding met een bijkomende moleneenheid. In de proefvergun-n i proefvergun-n g, die verstrijkt op 4 mei 2002, werdeproefvergun-n eeproefvergun-n aantal bijzondere voorwaarden opgelegd speci-fiek met betrekking tot de veiligheidsmaatrege-len om mogelijke stofexplosies tegen te gaan, onder meer een bijkomende bijzondere voor-waarde opgenomen onder artikel 6 in verband met de veiligheid.

De bijkomende bijzondere voorwaarde heeft betrekking op het opstellen van een verslag door de exploitant van de stand van zaken en uitvoering van de preventieve maatregelen en aanbevelingen inzake de veiligheid : dit verslag moest tegen 1 juni 2001 worden opgesteld. H e t verslag wordt verstuurd aan de afdelingen Mi-lieuvergunningen en Milieu-inspectie, die het moeten beoordelen en goedkeuren. Het verslag over de stand van zaken en uitvoering van de preventieve maatregelen en aanbevelingen in-zake de veiligheid werd opgesteld tegen 1 juni 2001 door een extern deskundige, die tevens lid is van het college van deskundigen voor de op-maak van de individuele risicoanalyse inzake stofexplosies voor de KVBM (Koninklijke Ve r-eniging der Belgische Maalders).

Met betrekking tot de opslag in silo's wordt erop gewezen dat de silo's die deel uitmaken van het grote silocomplex gelegen langs de Westkaai en bestemd zijn voor de opslag van

ruwe granen, wel degelijk in beton zijn uitge-v o e r d . Enkel de kleinere silo's uitge-voor de opslag van afgewerkte producten (gemalen granen) zijn in staal.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze aanvankelijke keuze werd bijgestuurd naar het bredere kader van de levensloopbaan, wat reeds tot uitdrukking komt in de regeling voor de socialprofitsector?. Dezelfde

(KB : koninklijk besluit – red.) Ik sluit mij aan bij dit federale initiatief en zal voorlopig zelf geen nieuw initiatief nemen, omdat door een federale regeling de hele

Deze maatregelen zijn van toepassing op wegen die worden beheerd door het Vlaams Gewest.. H e t Vlaams Gewest is evenwel niet bevoegd voor

Het reeds vermelde hoofdstuk aanbevelingen met het oog op de toepassing van het sectoraal akkoord van 1993 vermeldt ook nog dat alleen de wedden- s c h a l e n , en dus niet de rest

Erkende diensten voor opvanggezinnen, k i n d e r- dagverlbijven en initiatieven voor buitenschool- se opvang zijn onderworpen aan de sectorspeci- fieke minimale

Onder impuls van de Dienst voor de Scheep- vaart werden voor een deel van de terreinen van de firma Van Damme in staat van faillisse- m e n t , intussen nieuwe huurders

Het ta- rief voor het geregeld vervoer op het net van het s t a d s- en streekvervoer van het Vlaams Gewest voor de -25-jarigen (Buzzy Pazz) kon daarentegen vanaf 1 juli 2001

Moet het niet de bedoeling zijn de drempel tot het minimumniveau zo laag mogelijk te houden, opdat zoveel mogelijk gemeenten mee zouden instappen in het systeem, in plaats van vast