• No results found

Vraag nr. 234 van 31 maart 1998 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 234 van 31 maart 1998 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 234 van 31 maart 1998

van de heer JOHAN MALCORPS Autobanden – Terugnameplicht

De invoering van de terugnameplicht voor auto-banden stuit blijkbaar op groot verzet binnen de s e c t o r. Meer bepaald Michelin België zou zich niet herkennen in de principes van het Vlarea (Vlaams Reglement inzake Afvalvoorkoming en -beheer). 1. Wat is de stand van zaken betreffende de

over-eenkomsten tussen de voertuigbandenprodu-centen (en meer in het bijzonder Michelin) en de gewesten ? Zal in Vlaanderen een andere regeling van kracht zijn dan in Wallonië en Brussel ?

Wie zal opdraaien voor de kosten van de terug-name en verwerking van de autobanden : d e consument, de verdeler of de producent ? In welke mate worden in dit kader inspannin-gen opgelegd inzake het herrubberen van auto-banden, zoals eerder in het vooruitzicht gesteld door de minister (cf. mijn schriftelijke vragen nr. 58 van 10 oktober 1996 – Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 6 van 13 december 1996, blz. 555 – en nr. 178 van 12 februari 1997 – BVA nr. 13 van 18 april 1997, blz. 1300) ?

2. Wat is de meest actuele raming voor de kost-prijs van de sanering van de diverse autoban-denstorten in Vlaanderen ? Hoever staat men daarmee ?

In welke mate zullen de kosten voor de sane-ring van de verschillende autobandenstorten en voor de verwerking van autobanden – bijvoor-beeld in het verlengde van de oprichting van een milieuschadefonds, dus ook los van direct aangetoonde aansprakelijkheid – op de sector (inclusief de autobandenproducenten) worden verhaald ?

Antwoord

1. Begin februari 1998 tekenden de ministers bevoegd voor Leefmilieu van het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een raamakkoord omtrent de inzameling en de ver-werking van versleten banden.

In het Vlaams Gewest zijn milieubeleidsover-eenkomsten met bedrijfssectoren onderworpen

aan een decretale procedure. Daarom kon het genoemde raamakkoord niet meteen door het Vlaams Gewest worden onderschreven. I n m i d-dels is door het Vlarea (Vlaams Reglement inzake Afvalvoorkoming en -beheer) de aan-vaardingsplicht voor afvalbanden met toepas-sing van het afvalstoffendecreet ingevoerd. Met de betrokken sectoren worden op dit ogen-blik nog steeds onderhandelingen gevoerd om tot een milieubeleidsovereenkomst te komen. Een milieubeleidsovereenkomst kan niet in minder strenge zin afwijken van de geldende wetgeving. Dit betekent dat, indien een milieu-beleidsovereenkomst wordt afgesloten, de doel-stellingen van het Vlarea hierbij moeten worden nageleefd. Het Vlarea legt op dat van ten minste 25 % van de ingezamelde afvalbanden, u i t g e-drukt in gewicht, het loopvlak moet worden hernieuwd.

2. De Vlaamse regering wees 604,5 miljoen frank toe voor de ambtshalve verwijdering van rub-berafval die drie bedrijven, namelijk de BVBA Montulet, de NV BRC en de firma Vangeneug-d e n , a c h t e r l i e t e n . De totale hoeveelheiVangeneug-d aan rubberafval (technische rubber + bandenrub-ber) werd geschat op circa 80.000 ton. D e ambtshalve verwijdering werd gestart op 17 sep-tember 1997. Gelet op de recentste gegevens kunnen wij ervan uitgaan dat de aanvankelijke raming circa 10 tot 20 % overschat was ten gevolge van de onbekende dichtheid van een aantal producenten. Van de initieel geschatte hoeveelheid is tot op heden 14.000 ton verwij-d e r verwij-d . Nieuwe machines vermalen a rato van circa 150 ton rubberafval/dag. In de aanvangsfa-se dienden de afvalrubbers eveneens vooraf te worden gesorteerd.

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

verwerkt in Antwerpen 3,90 verwerkt in Limburg 1,31 verwerkt in Oost-Vlaanderen 50,42 verwerkt in Vlaams-Brabant 1,53 verwerkt in Vlaanderen 14,44 verwerkt in West-Vlaanderen

Luchtvervuiling vanuit Duinkerke – Metingen Uit het antwoord van de minister op mijn monde- linge vraag in de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud van 12 februari 1998 over

Houdt de minister vast aan een maximumter- mijn voor deze verdere onderzoeken, ook als blijkt dat dit wetenschappelijk niet te verant- woorden is?. Is de minister niet

3.4 of 3.6.3 zijn aangeduid, alsmede ingeval de milieuvergun- ningsaanvraag betrekking heeft op de directe of indirecte lozing in grondwater van gevaarlijke stof- fen als bedoeld

Aangezien deze werken zijn u i t g e v o e r d , en ook de versleten pompen en sluis- deuren aan de monding van de Stenen- en Houten- sluisvaart in de IJzer zijn

Een deel kreeg "landschappelijk waardevol agrarisch gebied" als bestemming, m a a r een groot deel werd zelfs als industriegrond b e s t e m d " , en verder

H e t gevolg van deze termijn is dat de minister bij de beoordeling van dit dossier geen rekening zal kun- nen houden met deze studie daar deze er wellicht nog niet zal zijn, zodat

Onmiddellijk na het verschijnen van titel II van het Vlarem van 1 juni 1995 heeft de NV Aqua- fin mij op 21 september 1995 gemeld dat de ver- anderde bepalingen in verband met