• No results found

Vraag nr. 102 van 30 april 1998 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 102 van 30 april 1998 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 102 van 30 april 1998

van de heer JOHAN MALCORPS

Neerlandwijk Wilrijk (Antwerpen) – Gezo n d h e i d s-onderzoeken

Begin maart 1998 werden drie onderzoeken van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek ( V I TO) voorgesteld m.b. t . tot de problematiek van de dioxines en de gezondheidsproblemen in de wijk Neerland in Wilrijk (Antwerpen) : de bloed-celanalyse om de genetische schade aan het DNA vast te stellen, het onderzoek naar aangeboren afwijkingen en de berekening van de inname van dioxines.

Zeker op de twee eerste onderzoeken kwam meteen scherpe kritiek. Eerst en vooral van de ouders zelf in de wijk, onder meer wat de selectie van de onderzochte kinderen betreft, de wijze waarop de gegevens in verband met de aangeboren afwijkingen werden verzameld, en ook het bewust achterhouden van onderzoeksresultaten door VITO.

Maar er kwam ook zware kritiek van verschillende gezondheidsdeskundigen (waaronder pediaters) die de minister zelf raadpleegde. Deze kritiek wordt blijkbaar binnen wetenschappelijke middens ruim gedragen.

Meer zelfs, experts zijn het erover eens dat een vol-waardig epidemiologisch en/of gezondheidsonder-zoek dat enig uitsluitsel zou kunnen bieden maan-d e n , zo niet jaren zal vergen van intensief onmaan-der- onder-z o e k . Verschillende wetenschappers werden gecon-t a c gecon-t e e r d , maar allen liegecon-ten versgecon-taan dagecon-t binnen een tijdslimiet van twee à drie maanden wetenschappe-lijk verantwoorde bevindingen afleveren, zo goed als ondoenbaar is. Daarmee wordt tegelijk een vernietigend oordeel uitgesproken over het V I TO -o n d e r z -o e k , dat een en ander even -op enkele weken meende te kunnen klaren.

1. Werd er reeds overgegaan tot een evaluatie van het tot dusver verrichte V I TO - o n d e r z o e k , e e n soort van "peer review", zodat op basis daarvan kan worden uitgemaakt welke verdere onder-zoeken nodig zijn ? Wat houdt dit in voor de verdere samenwerking met het VITO ?

2. Houdt de minister vast aan een maximumter-mijn voor deze verdere onderzoeken, ook als blijkt dat dit wetenschappelijk niet te verant-woorden is ?

3. Is de minister niet van mening dat het voor-zorgsprincipe in deze omstandigheden kan en moet worden ingeroepen, aangezien het ernaar uitziet dat de wetenschap binnen een redelijke termijn (gedacht vanuit de logica van de oven-exploitanten) geen zekerheid kan bieden ?

Antwoord

1. Het V I TO-onderzoek dat begin maart werd ingesteld, heeft rond twee luiken een uitspraak gedaan. Enkel het luik dat een uitspraak moest doen over het al dan niet verhoogd risico tot onder meer aangeboren afwijkingen, bleek niet tot voldoende duidelijke conclusies te leiden. Om die reden is er gekozen voor verder onder-z o e k . Hierbij blijft het V I TO sterk betrokken. Wat de evaluatie van het reeds verrichte onder-zoek betreft, zijn de onderonder-zoekers bereid deze toe te lichten voor andere wetenschappers ten-einde de juiste context te situeren en de exacte draagwijdte van de conclusies te preciseren. Voor de verdere samenwerking houdt dit geen vermeldingswaardige conclusies in, tenzij dat ik het vertrouwen blijf behouden voor de onafhan-kelijkheid én de voldoende deskundigheid van de VITO-medewerkers.

2. Het is mijn overtuiging dat, wanneer er in de buurt van de Isvag-oven sprake is van een zeer ernstig gezondheidsprobleem, we dit binnen de gestelde termijn (namelijk half juni) kunnen objectiveren.

Vanuit wetenschappelijk standpunt moet wor-den gezegd dat de aan de gang zijnde analyse gebeurt op gegevens die werden verzameld in een periode voordat de mogelijke gezondheids-invloed van de oven ter discussie kwam. D i t betekent dat ondanks het niet optimaal zijn van de kwaliteit van deze gegevens, ze niet verte-kend zijn en dus een objectieve vergelijking toe-laten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook kunnen overstorten een ernstig gevaar bete- kenen voor de gezondheid van het vee dat uit de vervuilde rivieren drinkt en zelfs voor de volksge- zondheid ; voorzover dit in

3.4 of 3.6.3 zijn aangeduid, alsmede ingeval de milieuvergun- ningsaanvraag betrekking heeft op de directe of indirecte lozing in grondwater van gevaarlijke stof- fen als bedoeld

Indien de OVA M (Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest) er niet in slaagt om de vervui- ler te doen betalen voor de sanering of om het land van oorsprong de

Het betreft hier klei die niet geschikt wordt bevonden voor de kera- mische nijverheid Sedert augustus 1995 werd er in totaal 13.850 m 3 niet bruikbare klei gestort.. Voor het

Het meetnet wordt momenteel uitge- baat door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), afdeling Meetnetten en Onderzoek. Wat Atlas Copco betreft, zijn er geen overschrij- dingen gemeld

Gelet op de verordenende bevoegdheid van de gemeente inzake ophaling en inzameling van huis- houdelijke afvalstoffen moeten alle inwoners, d u s ook appartementbewoners, op

Aangezien deze werken zijn u i t g e v o e r d , en ook de versleten pompen en sluis- deuren aan de monding van de Stenen- en Houten- sluisvaart in de IJzer zijn

§ 1 van titel II van het Vlarem worden vóór de aanvang van de stortactiviteiten en nadien, tweemaal per jaar voor categorie 1- en 2-stortplaatsen en jaarlijks voor