• No results found

Vraag nr. 46 van 24 februari 2000 van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 46 van 24 februari 2000 van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 46

van 24 februari 2000

van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT Startbanenplan – Protocolakkoord

De minister ondertekende onlangs samen met ver-tegenwoordigers van het ANPCB (Aanvullend Pa-ritair Comité voor Bedienden) het eerste protocol-akkoord dat het startbanenplan invult. Dit protocol geldt voor de periode 1 maart 2000 tot en met 28 februari 2003 en moet tegemoetkomen aan het wegwerken van de knelpuntvacatures in V l a a n d e-ren.

In dit verband wens ik de minister volgende techni-sche vragen voor te leggen.

1. Waarom bepaalt het protocol dat in V l a a n d e r e n 600 startbanen per jaar worden gecreëerd ? Waarop is dit cijfer gebaseerd ?

2. Via het stelsel van de individuele beroepsoplei-ding (IBO) wordt daartoe een extra begelei-dingspremie van 10. 000 frank per jongere en per maand ter beschikking gesteld.

Waarop is dit bedrag gebaseerd ?

3. In het kader van de "landingsbanen" komt daar nog eens 10.000 frank bovenop wanneer een 45-plusser instaat voor de begeleiding.

Waarom wordt de grens gelegd bij de 45-p l u s-sers ?

Kan de minister ook hier het bedrag van 10.000 frank verduidelijken ?

4. Waarom krijgen die peters en meters die pre-mies slechts op het einde van hun beroepsloop-baan ?

5. Wat bedoelt de minister precies met "jongeren-afdelingen" in de bedrijven ? Op welk theore-tisch concept is dit idee gebaseerd ?

Waarom heeft de minister hier per jongere een premie van 100.000 frank ter beschikking ? 6. De Vlaamse overheid doet via de V l a a m s e

Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsop-leiding (VDAB) een bijkomende inspanning om 250 jongeren te vormen. Is dit per jaar ?

Vanwaar de afweging 1.000 jongeren te laten vormen door Cevora (Centrum voor Vo r m i n g van het Aanvullend Paritair Comité voor Be-dienden) en 250 jongeren door de VDAB ? 7. Om het deeltijds onderwijs aan te moedigen, z a l

de minister een premie van 5.000 frank per maand en per jongere toekennen aan elk bedrijf dat een stageplaats aanbiedt.

Wat is de verantwoording van de hoogte van deze financiële incentive ?

8. De sector gaat sterk investeren in een systeem van ontslagbegeleiding en vorming van oudere ontslagen bedienden.

Wat wordt daaronder precies verstaan ?

9. Ook andere risicogroepen als migranten en laaggeschoolden worden sterker betrokken bij de vormings- en tewerkstellingsacties.

Wat houdt dit precies in ?

10. In het protocolakkoord verbinden de sociale partners er zich ook toe relevante arbeids-marktinformatie aan de minister door te spelen. Over welke informatie gaat het hier ?

Antwoord

1. Dit cijfer reflecteert de inspanningen die Cevo-ra in het kader van het sectorconvenant (duur-tijd 3 jaar) zal leveren.

Cevora zal aan 600 jongeren opleidings- en te-werkstellingsbegeleiding aanbieden met het oog op duurzame tewerkstelling in de sector en op voorwaarde dat de toeleiding van werkzoeken-den naar vorming en tewerkstelling kan worwerkzoeken-den gerealiseerd.

2. De extra begeleidingspremie komt tegemoet aan de vraag gesteld door de sociale partners en zal voor de werkgever een stimulans betekenen voor het verzorgen van een goede begeleiding op de werkvloer (al dan niet een beroep doende op externe hulp).

(2)

3. Het is belangrijk om een leeftijdsgrens te bepa-len om misverstanden bij de toekenning van het voordeel te vermijden.

De leeftijdsgrens 45+ correspondeert met de leeftijdsgrens die voor eerdere acties werd ge-hanteerd en met het advies van de Nationale Arbeidsraad terzake. De toevoeging van 10.000 frank wanneer de begeleiding gebeurt door een oudere werknemer, hetgeen in praktijk een ver-dubbeling van de premie betekent, is een duide-lijke aanwijzing dat we de nieuwe rol van oude-re werknemers, namelijk "mentor en peter-s c h a p " , ernpeter-stig nemen en hiermee een invulling willen geven aan het concept "landingsbanen". 4. De premie wordt uitgekeerd aan de werkgever

die de "peter-meter" tewerkstelt.

Nergens staat er in het protocol dat dit slechts op het einde van de loopbaan zou kunnen. 5. " Jongerenafdeling" is een experimenteel

con-cept dat in het werkveld gaandeweg zal worden ingevuld en vooral de groeikansen van jongeren binnen een bedrijfscontext zal benadrukken. Het bedrag vormt een startkapitaal.

6. Cevora bereikt via haar jaarlijkse vormingsin-spanningen gemiddeld 1.000 werknemers per jaar.

De V DAB zal jaarlijks 250 werkzoekenden bij-komend toeleiden, dit houdt verband met het groot aantal knelpuntvacatures in de sector. 7. De begeleidingspremie voor een jongere die

voltijds werkt, bedraagt 10.000 frank, een jonge-re die deeltijds in het bedrijf werkt, o n t v a n g t 5.000 frank.

8. Inzake ontslagbegeleiding voor de uit A N P C B -ondernemingen ontslagen bedienden verbindt Cevora zich ertoe om het bestaande systeem verder uit te bouwen als een mogelijkheid waar-op de ontslagen bedienden (+35jaar) binnen twee maanden na ontslag een beroep kunnen d o e n , met het oog op een snelle reïntegratie op de arbeidsmarkt, bij voorkeur in de sector. 9. Dit engagement vertaalt zich in de drie acties.

De sector verbindt er zich toe om bij de oplei-dings- en tewerkstellingsbegeleidingsprogram-ma's sterke aandacht te geven aan de aanwezig-heid van niet-werkende werkzoekenden die het

laagst scoren op de werkzaamheidsgraad, z o a l s personen met een handicap, m i g r a n t e n , o u d e r e werkzoekenden en lagergeschoolde werkzoe-kenden.

Daarnaast zal de sector meewerken aan de or-ganisatie van roldoorbrekende opleidingspro-jecten voor vrouwen, gericht op plaatsing bin-nen knelpuntberoepen en op identificatie van tewerkstellingsbelemmerende factoren.

Verder zal de sector onderzoeken in welke mate een vormende en sensibiliserende rol kan wor-den gespeeld in het coachen van bedrijven om te komen tot een personeelsbeleid van diversi-teit en tot instrumenten die de bedrijven helpen of stimuleren om in hun arbeidsorganisatie ruimte te scheppen voor lagergeschoolden. 10.In eerste instantie wordt gedacht aan de

ontwik-keling van beroepsprofielen die kunnen worden aangewend voor de uitwerking van beroepsop-leidingsplannen voor het onderwijs, via de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR).

De sector zal ook meewerken aan de uitbouw van ROME-competentieprofielen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

6 8 , 5 d e l i d , van het KB van 8-1-1 9 9 6 , dat de kwalitatieve selectie regelt bij beperkte procedures en on- derhandelingsprocedures met voorafgaande be- kendmaking en luidt

In uitvoering van dat decreet werd onder meer het volgende bepaald in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 hou- dende regeling van het beheer van

Het staat als een paal boven water dat de KMO's voor het Vlaams economisch weefsel van levensbe- lang zijn. Grote uitdaging is om van toevallige ex- p o r t e u r s, regelmatig

Bij de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, de Dienst voor Scheepvaart en NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer V l a a n d e r e n wordt het toezicht uitgeoefend door een

Dit vloeit niet enkel voort uit de praktische onmogelijkheid van een dergelijke raadpleging maar eveneens uit het aspect intuïtu personae van dergelijke prestaties en uit de

– geregeld bij decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de Vlaamse Opera, artikel 23 – kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven.. – rechten en plichten

Er werd voor de bijstand in een geschil of in een gerechtelijke procedure geen beroep gedaan op de regelgeving inzake overheidsopdrachten omdat deze niet van toepassing is..

De Raad van State zegt in een advies van 14 juni 1978 over deze problematiek dat niet alle diensten verstrekt door beoefenaars van vrije beroepen (bijvoorbeeld artsen,