• No results found

Vraag nr.10 van 8 december 2000 van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.10 van 8 december 2000 van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 10

van 8 december 2000

van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT Dienstencheques – Integratie PWA-stelsel

Uit de toelichting van de minister tijdens de be-spreking van de begroting van Werkgelegenheid in de Commissie voor Economie, L a n d b o u w, We r k g e-legenheid en Toerisme blijkt dat de nieuwe dien-steneconomie zal worden aangewakkerd. O n d e r-handelingen tussen de gewesten en de federale overheid werden dienaangaande gevoerd. De ge-westen zijn immers voorstander van een eenvormig en transparant ondersteuningssysteem. Zonder in-stitutionele tegenstellingen dus.

Concreet wordt dit uitgangspunt het best vertaald door de overgang van de (federale) plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA) in het nieuwe systeem. Dit nieuwe systeem behelst het in-strument van de dienstencheques. Deze notie werd omschreven in een federale wet. De gewesten en de federale overheid engageerden zich elk om hier-voor jaarlijks 1 miljard uit te trekken.

Indien ik de minister goed begrepen heb in de c o m m i s s i e, zou van een integratie van de PWA's in het nieuwe systeem in de feiten echter (nog) geen sprake zijn. Dit doet vragen rijzen.

1. Kan de minister verduidelijken waarom de inte-gratie van de PWA's in het nieuwe systeem thans niet geschiedt ?

2. Welke vooruitzichten heeft de minister dienaan-g a a n d e ? Waarop zijn deze vooruitzichten dienaan- geba-seerd ?

3. Op welke wijze zal de gewestelijke financiering van de dienstencheques gebeuren ? Wo r d e n daartoe GIMV-middelen (Gewestelijke Investe-ringsmaatschappij voor Vlaanderen) ingezet ? Is de financiering daarvan afhankelijk ?

Antwoord

1 en 2. Het klopt dat de gewesten voor de ontwik-keling van de nieuwe nabijheidsdiensten voor-stander zijn van een eenvormig en transparant o n d e r s t e u n i n g s s y s t e e m , zonder institutionele te-g e n s t e l l i n te-g e n . In dit kader is het inderdaad be-langrijk dat er een geleidelijke overgang is van de bestaande PWA-activiteiten in het nieuwe systeem van dienstencheques en dat de PWA

-structuur wordt geïntegreerd in de lokale werk-winkel.

Het PWA-systeem kan echter niet bruusk wor-den omgezet naar het nieuwe systeem. Voor een grote groep van PWA-tewerkgestelden zou een overstap naar een volwaardig arbeidscontract en een reguliere baan immers een verslechte-ring van de positie betekenen. In die zin kan men dus spreken van de PWA als werkloos-heidsval.

Het gewest pleit in de onderhandelingen met de federale overheid wel voor het stopzetten van de instroom (nieuwe werknemers) en uitstroom (nieuwe klanten) van het PWA op het moment dat de dienstencheques worden geïntroduceerd. Bovendien wordt er ook voor gepleit om via een aantal maatregelen de werkloosheidsval wat te dichten, zoals meerekenen van anciënni-teit van PWA-werknemers bij overstap, ... De onderhandelingen met de federale overheid omtrent het samenwerkingsakkoord in verband met de dienstencheques lopen op dit moment n o g. Het is bijgevolg niet mogelijk vooruit te lopen op de uitkomst van deze onderhandelin-g e n . De minister hoopt in ieder onderhandelin-geval dat de fe-derale overheid verder in deze denkpiste wil meestappen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De vraag of er te weinig ondernemingen een be- roep doen op deze preventiecel dient niet te wor- den gerelateerd aan het aantal ondernemingen in de regio, maar wel aan het

Bij heel wat publiekrechtelijke of privaatrechtelij- ke instellingen of ondernemingen die betrokken zijn bij de uitvoering van het beleid, wordt de mi- nister bij de

"Bij artikel 68, vijfde lid, past het de aan- dacht te vestigen op een bijzondere modali- teit voor bepaalde opdrachten voor aanne- ming van diensten die betrekking hebben

Deze verte- genwoordiger van de VR ontvangt hiervoor jaar- lijks een forfaitaire vergoeding van

Ter aanvulling en actualisatie van vraag 5 deel ik de Vlaams volksvertegenwoordiger nog mee dat voor de zaken aanhangig gemaakt bij het A r b i t r a- gehof sinds 2002, naast

Met betrekking tot vraag twee kan ik stellen dat de Vlaamse regering reeds heeft beslist om een Vlaams vooroverleg te organiseren in de schoot van de Vlaamse regering en

Eén en ander werd eind september – begin okto- ber door de media (onder meer FET van 2 oktober 2 0 0 3 , Het Nieuwsblad van 28 september 2003, H e t Laatste Nieuws van 27

Finaal is het toch eigenaardig te moeten vaststellen dat de Vlaamse Gemeenschap geldmiddelen uit haar begroting voorbehoud voor beleidspubliciteit van lokale besturen,