Vraag nr. 7
van 16 oktober 2000
van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT IWT-steun – Buitenlandse onderaannemers
Uit een gedachtewisseling in de Commissie voor E c o n o m i e, L a n d b o u w, Werkgelegenheid en To e r i s-me van het Vlaams Parles-ment van 26 januari 2000 bleek dat het Vlaams Instituut voor de Bevorde-ring van het Wetenschappelijk Technologisch On-derzoek in de Industrie (IWT) informele afspraken had met Waalse en Nederlandse universiteiten om subcontractkosten te financieren. Een Nederlandse universiteit die in opdracht van een Vlaamse on-derneming aan innovatie doet, verkrijgt aldus in feite een gedeelte van de bedongen contractprijs van het IWT. (Stuk 177 (1999-2000) – Nr. 1 –
red.)
Het was de leden van het IWT echter niet duidelijk of Nederlandse of Waalse officiële instanties even inschikkelijk zijn. Deze vraag tracht in eerste in-stantie hiernaar te peilen.
Indien een dergelijke wederkerigheid onbestaande zou zijn, worden er dan stappen ondernomen,
eventueel via bilaterale akkoorden, om deze situ-atie ten gunste te keren ?
Antwoord
Het is geen ongewoon fenomeen dat er in een on-derzoeksproject van een onderneming onderaan-nemers deelnemen uit andere landen. Vaak zijn dit gespecialiseerde onderzoeksgroepen van universi-t e i universi-t e n , onderzoekscenuniversi-tra of gespecialiseerde bedrij-ven.
De nationale instellingen die overheidssteun voor O&O verstrekken, nemen een vrij gelijklopende houding aan bij de beoordeling van steunaanvra-gen waarin een buitenlandse onderaanneming wordt voorgesteld.
In onderstaande tabel wordt in een schematisch overzicht weergegeven hoe enkele andere Europe-se instanties handelen. Dit gebeurt steeds zonder formele samenwerkingsakkoorden. De praktijk is gebaseerd op een niet-opgelegde toepassing van "beste praktijk" zoals deze onderling ter informa-tie wordt uitgewisseld.
Land Instelling Buitenlandse Budget- Binnenlandse
onderaanneming voorwaarden alternatieven met
aanvaard vergelijkbare
prijs/kwaliteit
Frankrijk Anvar + geen limiet aanbevolen
Ierland Enterprise + ≤ 10 % aanbevolen
Ireland
Oostenrijk FFF + geen limiet verplicht
Vlaanderen IWT + ≤ 20 % aanbevolen
Noorwegen RCN + geen limiet aanbevolen
Schotland Scottish + geen limiet aanbevolen
Enterprise
Nederland Senter + < ca 10 % aanbevolen
Turkije TTGV + geen limiet aanbevolen
Wat de praktijk in Wallonië betreft, kan uit infor-matie verstrekt door de DGTRE worden afgeleid dat ook daar tot een maximum van 20 % niet-Waalse onderaanneming wordt aanvaard in het te subsidiëren budget van het industrieel onderzoeks-p r o j e c t . Er moet hiervoor een aanvaardbare moti-vatie worden gegeven en de onderaannemer mag geen eigendomsrechten opeisen die nadelig zijn voor het Waalse bedrijf.