• No results found

Vraag nr. 80 van 14 februari 2003 van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 80 van 14 februari 2003 van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 80

van 14 februari 2003

van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT

Beleidsuitvoerende derden – Ministeriële vertegen-woordigers

Zie :

Minister-president van de Vlaamse regering Vraag nr. 17

van 14 februari 2003

van de heer André-Emiel Bogaert Blz. 1901

Antwoord

Bevoegdheid Binnenlandse Aangelegenheden

1. In de aanhef bij zijn vraag verwijst de V l a a m s e volksvertegenwoordiger naar de publiekrechte-lijke en privaatrechtepubliekrechte-lijke instellingen of onder-nemingen die betrokken zijn bij het beleid van de Vlaamse regering en/of haar leden. D e z e laatste notie valt weg in de vraag zelf.

In het beleidsdomein binnenlandse aangelegen-heden heb ik geen vertegenwoordigers in lei-dinggevende organen van instellingen of onder-nemingen in de oorspronkelijke formulering. Op het lokale bestuursniveau is er een rege-ringscommissaris bij de intergemeentelijke sa-menwerkingsverbanden die dienstverlenend of

opdrachthoudend zijn en onderworpen zijn aan het decreet van 6 juli 2001. Uiteraard zijn deze ondernemingen niet betrokken bij het beleid van de Vlaamse regering, maar behoren hun doelstellingen tot de gemeentelijke belangen-s f e e r. Ik vermoed dat de vraag niet gericht ibelangen-s op deze functie.

Voor alle duidelijkheid wil ik niettemin verwij-zen naar hoofdstuk IV van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samen-w e r k i n g, samen-waar de aanstelling en de bevoegdhe-den van de regeringscommissaris omschreven z i j n . Dit hoofdstuk herneemt grotendeels de be-palingen van artikel 11 van het decreet van 1 juli 1987 betreffende de werkwijze van, de con-trole op en de vaststelling van het ambtsgebied van intercommunales, dat van kracht was onder het stelsel van de wet van 22 december 1986 be-treffende de intercommunales, opgeheven door het decreet van 6 juli 2001.

2. De bedoelde regeringscommissaris maakt deel uit van mijn administratie Binnenlandse A a n g e-l e g e n h e d e n , is aangestee-ld bij bese-luit van de Vlaamse regering van 9 juli 1996 en ontvangt geen bijzondere vergoeding voor de uitoefening van zijn functie.

Bevoegdheid Cultuur en Jeugd

1. Overzicht van de publiekrechtelijke of privaat-rechtelijke instellingen

A. Vlaams Fonds voor de Letteren (VOI sui generis)

vertegenwoordiger van de Vlaamse regering bij het Vlaams Fonds voor de Letteren

– geregeld bij decreet van 30 maart 1999 – kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven – rechten en plichten worden omschreven in het decreet (art. 7) en in de beheersovereenkomst dd.

1 7 . 5 . 2 0 0 1 : toezicht op de werking van de VO I , met zowel inhoudelijk als financieel toezicht ; de verte-genwoordiger maakt deel uit van het Fondsbestuur

– de vergoeding is geregeld door het BVR van 27.1.1988, a r t . 4 en het BVR van 13.7.1988, zoals gewijzigd bij BVR van 8.6.1999 : ze bedraagt 1487,36 EUR (60.000 fr.) en valt ten laste van de instelling

B. Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap VZW

afgevaardigde van de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur

– geregeld in de decretaal bepaalde overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Muziekcen-trum van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2000, art. 7 en 8

– kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven

(2)

– de vergoeding is geregeld door het BVR van 27.1.1988, art.4 en het BVR van 13.7.1988, zoals gewijzigd bij BVR van 8.6.1999 : ze bedraagt 743,68 EUR (30.000 fr.) en valt ten laste van de instelling

C. Vlaams Omroeporkest en Kamerkoor VZW

afgevaardigde van de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur

– geregeld in de decretaal bepaalde beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Omroeporkest en Kamerkoor, art. 10 en 11

– kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven

– rechten en plichten worden omschreven in art. 8 van de overeenkomst : toezicht op het gevoerde beleid en beoordeling van het beleidsplan en de artistieke werking

– de vergoeding is geregeld door het BVR van 27.1.1988, art.4 en het BVR van 13.7.1988, zoals gewijzigd bij BVR van 8.6.1999 : ze bedraagt 743,68 EUR (30.000 fr.) en valt ten laste van de instelling

D. Ancienne Belgique VZW

afgevaardigde van de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur

– geregeld in het decreet van 23 maart 1994 houdende regularisatie van de toetreding van de Vlaamse re-gering tot verenigingen zonder winstoogmerk, inzonderheid artikel 5, § 7

– kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven – rechten en plichten worden nergens expliciet omschreven

– de vergoeding is geregeld door het BVR van 27.1.1988, art.4 en het BVR van 13.7.1988 : ze bedraagt 784,68 EUR (30.000 fr.) en valt ten laste van de instelling

E. Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen VZW

commissaris van de Vlaamse regering, gemachtigde van Cultuur

– geregeld in de decretaal bepaalde beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de vzw Filharmonisch Orkest van Vlaanderen, art. 9

– kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven

– rechten en plichten worden omschreven in art. 10 van de overeenkomst : toezicht op het gevoerde be-leid en beoordeling van het bebe-leidsplan en de artistieke werking

– de vergoeding is geregeld door het BVR van 27.1.1988, art.4 en het BVR van 13.7.1988 : ze bedraagt 743, 68 EUR (30.000 fr.) en valt ten laste van de instelling

F. Vlaamse Opera (VOI sui generis)

gemeenschapscommissaris bij de Vlaamse Opera

– geregeld bij decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de Vlaamse Opera, artikel 23 – kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven

– rechten en plichten worden omschreven in het decreet (art. 24) en in de beheersovereenkomst dd. 18.12.1997 (art. 8 ) : toezicht op de het gevoerde beleid en beoordeling van het artistiek beleidsplan, t o e-zicht naleving wetten en decreten, u i t v o e r i n g s b e s l u i t e n , huishoudelijk reglement en het algemeen be-lang

(3)

G. Kaaitheater VZW

regeringscommissaris

– geregeld door de beheersovereenkomst opgesteld door minister H. We c k x ; gewijzigd door de beheers-overeenkomst van 18 december 1997 door minister L. Martens

– kwalificatievereisten : niet nader bepaald

– rechten en plichten : naleven van de beheersovereenkomst

– de vergoeding : besluit VR dal. 27 januari 1988- forfaitaire toelage van 943, 16 EUR (38.047 fr.) en een presentiegeld van 31.43 EUR (1.268 fr.) per vergadering

H. de Singel VZW

regeringscommissaris

– geregeld : via de statuten van de VZW deSingel dal. 4 december 1995 – kwalificatievereisten : niet nader bepaald

– rechten en plichten : artikel 21 van de statuten – er wordt geen vergoeding betaald

I. Koninklijk Ballet van Vlaanderen VZW

regeringscommissaris

– geregeld besluit VR dal. 26/08/1997 – kwalificatievereisten : niet nader bepaald – rechten en plichten : naleven wetgeving

– vergoeding is geregeld door de BVR van 27.1.1988, art.4 en het BVR van 13.7.1988 : ze bedraagt 30.000 fr en valt ten laste van de instelling

J. Koninklijke Vlaamse Schouwburg VZW

regeringscommissaris

– geregeld : artikel 10 van de statuten van de KVS – kwalificatievereisten : niet nader bepaald

– rechten en plichten : beroep instellen bij de minister van cultuur tegen de uitvoering van de beslissingen die hij in strijd acht met de wetten, d e c r e t e n , u i t v o e r i n g s b e s l u i t e n , het algemeen belang, de statuten of de beginselen van een gezond financieel beheer van de instelling

– vergoeding : niet nader bepaald K. Publiekstheater Gent i.o.n.

geen regeringscommissaris aangesteld

L. Het Toneelhuis Antwerpen

geen regeringscommissaris aangesteld

M. Het Paleis i.o.n.

(4)

N. Het Steunpunt Podiumkunsten

vertegenwoordiging van de Vlaamse minister voor Cultuur

– geregeld bij decreet van 18 mei 1999 en in de op basis van dit decreet gesloten beheersovereenkomst – kwalificatievereisten : geen

– rechten en plichten worden omschreven in de beheersovereenkomst dd. 4 april 2002 (art. 9 ) : toezicht op het door de vereniging gevoerde beleid, o. m . de beoordeling van het beleidsplan en de jaarlijkse aanvul-lingen

– de vergoeding is nog niet geregeld

O. VZW Jint – Coördinatieorgaan voor internationaal jongerenwerk

vertegenwoordiging van de Vlaamse regering bij JINT

– geregeld via de statuten van de VZW

– kwalificatievereisten zes ambtenaren met ervaring in het jeugdwerk en het jeugdbeleid en een uit de ad-ministratie Externe Betrekkingen (nu : adad-ministratie Buitenlands Beleid)

– rechten en plichten : niet nader gespecificeerd – vergoeding : geen

P. Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme (ADJ)

vertegenwoordiging van de Vlaamse regering de Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme

– geregeld bij decreet van 1 juni 1994 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vereniging zonder winstoogmerk Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme en betreffende de overdracht van het beheer en de exploitatie van jeugdinfrastructuur aan de vereniging

– kwalificatievereisten : ambtenaren met ervaring in het jeugdwerk en het jeugdbeleid – rechten en plichten : niet nader gespecificeerd

– vergoeding : geen

Q. Het Vlaams Centrum voor de Openbare Bibliotheken

vertegenwoordiging van de Vlaamse minister voor Cultuur

– geregeld bij decreet van 13 juli 2001 en de op basis daarvan afgesloten beheersovereenkomst – kwalificatievereisten : geen

– rechten en plichten : toezien op de naleving van de beheersovereenkomst – vergoeding : geen

R. Het Steunpunt voor Sociaal-cultureel Werk

vertegenwoordiging van de Vlaamse minister voor Cultuur

– geregeld bij (niet-gedateerde) beheersovereenkomst : aanstelling van vertegenwoordiger bij kabinets-nota van 12 april 2001

– kwalificatievereisten : geen

(5)

S. Het Vlaams Centrum voor Amateurkunsten

vertegenwoordiging van de Vlaamse minister voor Cultuur

– geregeld bij decreet van 22 december 2000 en de op basis daarvan afgesloten beheersovereenkomst – kwalificatievereisten : geen

– rechten en plichten : toezien op de naleving van de beheersovereenkomst – vergoeding : geen

T. Het Intercultureel Centrum voor Migranten

vertegenwoordiging van de Vlaamse minister voor Cultuur

– geregeld bij beheersovereenkomst van 31 maart 1999 – kwalificatievereisten : geen

– rechten en plichten : toezien op de naleving van de beheersovereenkomst – vergoeding :geen

U. Het Vlaams Centrum voor Volkscultuur

vertegenwoordiging van de Vlaamse minister voor Cultuur

– geregeld bij decreet van 27 oktober 1998 en de op basis daarvan afgesloten beheersovereenkomst van 26 april 1999

– kwalificatievereisten : geen

– rechten en plichten : toezien op de naleving van de beheersovereenkomst – vergoeding : geen

V. De Rand

vertegenwoordiging van de Vlaamse regering : aanstelling van een regeringscommissaris

– geregeld bij decreet van 17 december 1996 en de op basis daarvan afgesloten beheersovereenkomst – kwalificatievereisten : geen

– rechten en plichten : toezien op de naleving van de beheersovereenkomst – vergoeding : volgens de laagste categorie van de Vlaamse Openbare Instellingen W. MUHKA

commissaris van de Vlaamse regering, gemachtigde van Cultuur

– de opdracht van deze afgevaardigde wordt geregeld in de overeenkomst van 18 september 1985 (arti-kels 8 en 9 en de overeenkomst van 7 maart 1995 (artikel 1 en 2) afgesloten tussen de Vlaamse regering en de VZW MUHKA.

– kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven – rechten en plichten

– de vergoeding is geregeld door het BVR van 27.1.1988, a r t . 4 en het BVR van 13.7.1988, zoals gewijzigd bij BVR van 8.6.1999 : ze bedraagt 1487,36 EUR (60.000 fr.) en valt ten laste van de instelling

X. NV Reproductiefonds Vlaamse Musea

commissaris van de Vlaamse regering, gemachtigde van Cultuur

(6)

– artikel 13 van de statuten van de NV "reproductiefonds Vlaamse musea" legt de opdrachten, rechten en plichten van de commissaris vast. Kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven

Y. Kunst in Huis

commissaris van de Vlaamse regering, gemachtigde van Cultuur

– Krachtens de overeenkomst afgesloten tussen het Ministerie van Nederlandse Cultuur en de vzw Ku n s t in Huis dd. 28/11/1979 neemt de vereniging in haar algemene vergadering drie afgevaardigden van de Vlaamse Gemeenschap op als stemgerechtigd lid. Een van deze drie afgevaardigden zetelt tevens in de raad van beheer (artikel 13).

– Voor deze afgevaardigden geldt geen bijzondere vergoedingsregeling. Het gaat om een onbezoldigde o p d r a c h t . Bij de invoering van de vergadervergoeding door de V Z W Kunst in Huis ten gunste van de leden van de algemene vergadering/raad van beheer zullen zij wel, net als alle andere leden, op deze vergoeding aanspraak kunnen maken. Tot op heden werd echter nog geen dergelijke vergoeding inge-voerd.

– De opdrachten van de in de raad van beheer zetelende afgevaardigde werden opgenomen onder artikel 1 van de overeenkomst tussen de VZW Kunst in Huis en de Vlaamse Gemeenschap dd. 7/3/1995.

Z. CultuurNet Vlaanderen

waarnemer

– Geen verdere bepalingen

Zoals uit de opsomming blijkt, zijn er duidelijke verschillen in het statuut en de taken van de verte-g e n w o o r d i verte-g e r s. Dit heeft te maken met het feit dat de opdracht individueel per instelling bepaald wordt met al dan niet een decretale onderbouw en verdere bepaling in de beheersovereenkomst Voor de afdeling Media en Film gaat het hier enkel over de VZW Vlaams Audiovisueel Fonds.

De functie wordt omschreven als "afgevaardigde van de Vlaamse minister bevoegd voor het audiovi-suele creatiebeleid bij het Vlaams Au d i o v i s u e e l Fonds VZW".

Deze functie wordt uitgeoefend door de heer Paul Corthouts.

A r t . 7 . 3 . van de beheersovereenkomst van het Vlaams Audiovisueel Fonds V Z W bepaalt de be-voegdheden van de afgevaardigde van de V l a a m s e minister bevoegd voor het audiovisuele creatiebe-leid bij het Vlaams Audiovisueel Fonds VZW. : – het bijwonen van de vergaderingen van de

be-stuursorganen van het Fonds ;

– het toezicht op het door het Fonds gevoerde be-leid, zowel inhoudelijk als financieel ;

– de beoordeling van het zelfevaluatierapport van het Fonds en dan vooral de realisatie van de strategische doelstellingen ;

– verslag uitbrengen over het voorgaande bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het audiovisu-eel creatiebeleid en bij de bevoegde administra-tie ;

– bezwaar aantekenen tegen elke beslissing van het Fonds die hij in strijd acht met de wetten, d e d e c r e t e n , de statuten, de beheersovereenkomst en tegen elke beslissing die indruist tegen de principes van behoorlijk bestuur. Het beroep is opschortend.

(7)

2. Lijst functies, vermelding datum van aanstelling A. Vlaams Fonds voor de Letteren

vertegenwoordiger van de Vlaamse regering bij het Vlaams Fonds voor de Letteren

de heer Dorian Van der Brempt – BVR 30.11.2001 – m.i.v. 30.11.2001 B. Muziekcentrum van de Vlaamse Gemeenschap

afgevaardigde van de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur

de heer Erik Maes – BVR 20.10.2000 – m.i.v. 1. 11.2000 C. Vlaams Omroeporkest en Kamerkoor VZW

afgevaardigde van de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur

de heer Jan Rispens – BVR ? (onbekend) D. Ancienne Belgique VZW

afgevaardigde van de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur

mevrouw Marleen Van Belle – BVR 20.10.2000 – m.i.v. 1. 11.2000 (ontslagnemend) E. Filharmonisch Orkest van Vlaanderen VZW

commissaris van de Vlaamse regering, gemachtigde van Cultuur

de heer Jan Rispens – BVR moet nog op de regering komen F. Vlaamse Opera (VOI sui generis)

gemeenschapscommissaris bij de Vlaamse Opera

de heer Bruno Claesen – BVR 20.10.2000 – m.i.v. 1. 11.2000 G. Kaaitheater VZW

regeringscommissaris

de heer Yvo Goris – brief van minister Anciaux dal. 07/11/2000 H. deSingel VZW

regeringscommissaris

de heer René Los – BVR dal. 16/06/1998 I. Koninklijk Ballet van Vlaanderen VZW

regeringscommissaris

(8)

J. Koninklijke Vlaamse Schouwburg i.o.n. regeringscommissaris

mevrouw Marie-Paule Quix – BVR onbekend/ benoeming dateert van november 2000 K. Publiekstheater Gent

L. Het Toneelhuis Antwerpen M. Het Paleis i.o.n.

N. Steunpunt Podiumkunsten

Eddy Frans – BVR 19.07.2002 m.i.v. 19.07.2002 O. JINT

vertegenwoordigers Vlaamse regering in Jint :

Marleen Bosmans (algemene vergadering en raad van beheer) Hilde van Dyck (algemene vergadering en raad van beheer) Gerda van Roelen (algemene vergadering en raad van beheer) Jan Vanhee (algemene vergadering en raad van beheer)

Raymonda Verdyck (algemene vergadering en raad van beheer) Eric Gorus (algemene vergadering)

Dirk Vandeweyer (algemene vergadering)

Allen werden door de Vlaamse regering voorgedragen voor de algemene vergadering op 9 maart 2001 voor de periode tot en met januari 2004.

P. ADJ

vertegenwoordigers Vlaamse regering in ADJ :

BVR 26.04.2002 zijn voor de periode juni 2002 tot en met mei 2006 voorgedragen als lid van de algemene vergadering :

Matti Brouns Lieve Caluwaerts Els Cuisinier

Bert Decoster (tevens lid raad van beheer) Eric Gorus (tevens lid raad van beheer) Dirk Vandeweyer (tevens lid raad van beheer) Marleen Serré (tevens lid raad van beheer) Gerda van Roelen (tevens lid raad van beheer)

Q. Het Vlaams Centrum voor de Openbare Bibliotheken

vertegenwoordiger Vlaamse regering :

(9)

R. Het steunpunt voor Sociaal-cultureel werk

vertegenwoordiger Vlaamse regering :

Gilbert Van Houtven

S. het Vlaams centrum voor amateurkunsten

vertegenwoordiger Vlaamse regering :

Gilbert Van Houtven

T. Het Intercultureel centrum voor Migranten : is opgeheven U. Het Vlaams centrum voor Volkscultuur

vertegenwoordiger Waamse regering :

Luc Goossens V. de Rand

vertegenwoordiger Vlaamse regering :

Gilbert Van Houtven W. MUHKA

De aanwezigheid van vertegenwoordigers van de ministers van Cultuur en Begroting bij het MUHKA biedt de ministers een bijkomende mogelijkheid tot toezicht op de werking van de V Z W en biedt de V Z W een klankbord bij de uitstippeling en concretisering van de organisatie en werking van de VZW.

Als lid van de raad van beheer en algemene vergadering zijn aangesteld :

– dhr. Wilfried Bellemans, afgevaardigd door de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën – dhr. Daan Bauwens, afgevaardigd door de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur. X. NV Reproductiefonds

Als commissarissen van de Vlaamse regering zijn bij besluit van de VR van 1 juni 1999 aangesteld : – dhr. Jozef Van Rillaer, afgevaardigd door de Vlaamse minister bevoegd voor Cultuur

– dhr. Tom Auwers, afgevaardigd door de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting Y. Kunst in Huis

Door de minister werden aangesteld als lid van de algemene vergadering : de heren Jan Verlinden en Hans Fe y s, ambtenaren bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de heer Paul Lagring, curator van de Galerij Netwerk (V Z W) te A a l s t . De heer Hans Feys werd tevens als lid van de raad van beheer aangewe-zen.

Z. CultuurNet Vlaanderen

(10)

Voor de afdeling Media en Film

De heer Paul Corthouts werd aangesteld als afge-vaardigde van de Vlaamse minister bevoegd voor het audiovisuele creatiebeleid bij het Vlaams Au-diovisueel Fonds V Z W bij besluit van de V l a a m s e regering dd. 18 oktober 2002 dat in werking trad op 1 november 2002.

3. Evaluatie A tot N

De aanwezigheid van vertegenwoordigers bij de opgesomde instellingen is onontbeerlijk om zicht te behouden op de werking ; in veel gevallen laat het de minister toe om tussen te komen en punten te agenderen.

Zoals uit de opsomming onder 1 blijkt, zijn er dui-delijke verschillen in het statuut en de taken van de v e r t e g e n w o o r d i g e r s. Dit heeft te maken met het feit dat de opdracht individueel per instelling be-paald wordt met al dan niet een decretale onder-bouw en verdere bepaling in de beheersovereen-komst

O. JINT

De aanwezigheid van ambtenaren van de bevoeg-de administraties Cultuur en Buitenlands Beleid leidt tot een goede afstemming van de taken van J I N T op deze van de Vlaamse administratie inzake het internationaal jeugdbeleid.

De aanwezigheid van vertegenwoordigers van de Vlaamse regering vormt heden onderwerp van ge-s p r e k . Hierbij dient vermeld dat in het ontwerp van decreet op het Vlaams jeugdbeleid dat op 13 juli 2001 door de Vlaamse regering principieel werd goedgekeurd en dat nog dit jaar aan het V l a a m s Parlement ter goedkeuring zal worden voorgelegd, nadere bepalingen werden opgenomen over de op-dracht van J I N T. Tevens heeft de vereniging zich dit voorjaar gebogen over een herformulering van de missie.

P. ADJ

Het is mijn bedoeling om in de loop van volgend jaar in overleg met mijn collega, bevoegd voor het t o e r i s m e, een decreet op de jeugdverblijfaccommo-daties aan het Vlaams Parlement voor te leggen. I n het kader hiervan zal o. a . het decreet van 1 juni 1990 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de vereniging zonder winstoogmerk A l g e m e n e

Dienst voor Jeugdtoerisme en betreffende de over-dracht van het beheer en de exploitatie van jeugd-infrastructuren aan de vereniging worden geëvalu-eerd.

Q-V

De functie is in essentie er één van toezicht, w a t zich concreet vertaalt in de mogelijkheid om beslis-singen van de beleidsorganen voor een bepaalde periode blokkeren.

Aangezien het voor het beleidsdomein dat tot de afdeling Volksontwikkeling en Bibliotheken be-hoort uitsluitend om ambtenaren gaat, is er een heel goed samenspel tussen de minister, zijn kabi-net en de administratie. De minister evalueert het functioneren van deze ambtenaren in die vertegen-woordigersfuncties dan ook positief.

W

De aanwezigheid van vertegenwoordigers van de ministers van Cultuur en Begroting bij het M U H CA biedt de ministers een bijkomende mo-gelijkheid tot toezicht op de werking van de V Z W. En biedt de V Z W een klankbord bij de uitstippe-ling en concretisering van de organisatie en wer-king van de VZW.

Y

De aanwezigheid van afgevaardigden van de minis-ter van Cultuur in de algemene vergadering en de raad van beheer laat de overheid toe om perma-nent geïnformeerd te blijven over de werking (fi-nancieel en inhoudelijk) van de V Z W en deze mee op het beleid af te stemmen. Aan de V Z W b i e d t hun aanwezigheid een belangrijk klankbord bij de uitstippeling en concretisering van de organisatie en werking van de VZW.

Algemene opmerking bij punt 3

Er dient opgemerkt te worden dat de administratie zelden of nooit informatie of kopieën van versla-gen van de commissarissen ontvangt. Indien dit al g e b e u r t , dan is het op uitdrukkelijk verzoek van de administratie en veelal via de instelling die dan de gevraagde informatie bezorgt.

Voor de afdeling Media en Film

(11)

Bevoegdheid Ambtenarenzaken

1. Inzake Ambtenarenzaken zijn mijn bevoegdhe-den niet gewijzigd sedert de datum waarop ik vorige maal een antwoord verschaft heb op de-zelfde vragen1. Inzake Ambtenarenzaken oefen ik toezicht uit op de V Z W Sociale Dienst en op de CVBA Jobpunt Vlaanderen.

1 Dezelfde vragen werden mij voorgelegd in 2001 en hierop werd een antwoord geformuleerd op 4 september 2001

(vraag nr. 167 van 18 juni 2001 ; gecoördineerd antwoord : Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 10 van 29 maart 2002, blz. 1049 – red.).

VZW Sociale Dienst

Het toezicht op de VZW Sociale Dienst wordt uitgeoefend door een regeringscommissaris, d i e hiervoor geen vergoeding ontvangt.

De bevoegdheden van de regeringscommissaris zijn in artikel 8 van het besluit van de V l a a m s e regering van 21 november 1990 betreffende de Sociale Dienst van de Vlaamse Gemeenschap. De regeringscommissaris zetelt met raadgeven-de stem in raadgeven-de algemene vergaraadgeven-dering en in raadgeven-de raad van bestuur van de sociale dienst en be-schikt voor de vervulling van zijn opdrachten over de ruimste bevoegdheden. Hij mag even-wel geen beheersdaden stellen of de uitvoering van regelmatig genomen beslissingen verhinde-ren.

De regeringscommissaris kan binnen een ter-mijn van acht kalenderdagen beroep instellen bij de Vlaamse minister bevoegd voor de A m b-tenarenzaken tegen elke beslissing die hij met de wet, het decreet, de statuten, of het algemeen belang strijdig acht. Het beroep is opschortend. De termijn gaat in op de dag van de vergadering waarop de beslissing genomen werd, v o o r z o v e r de regeringscommissaris daarbij aanwezig was, of in het andere geval de dag waarop hij er ken-nis van heeft gekregen.

CVBA Jobpunt Vlaanderen

Bij decreet van 2 maart 1999 werd de V l a a m s e regering gemachtigd om een coöperatieve ven-nootschap met beperkte aansprakelijkheid op te richten voor de uitvoering van opdrachten m . b. t . de werving en selectie van overheidsper-soneel.

In uitvoering van dit decreet keurde de V l a a m s e regering op 1 juni 1999 de ontwerpstatuten van het Vlaams Selectiecentrum voor Overheidsper-soneel (nu Jobpunt Vlaanderen) goed en wees ze haar vertegenwoordigers voor de algemene vergadering en de raad van bestuur aan. D e z e vertegenwoordigers vertegenwoordigen even-wel de Vlaamse regering in haar geheel en wor-den hier dan ook buiten beschouwing gelaten. Beleidsveld ICT

Binnen het beleidsveld ICT zijn er geen pu-bliekrechtelijke of privaatrechtelijke instellin-gen en ook geen ondernemininstellin-gen waarin ik voor de uitvoering van het beleid beschik over een ministeriële vertegenwoordiger.

Dit is evenmin het geval voor :

– de bevoegdheid inzake het gebruik van talen ;

– de bevoegdheid inzake de coördinatie met betrekking tot de Vlaamse rand rond Brus-s e l . Hierbij dient opgemerkt dat er een nauwe samenwerking bestaat tussen de cel Administratieve Coördinatie Brussel en de VZW de Rand, waarin de Vlaamse regering vertegenwoordigd is door twee commissaris-s e n , één voor Cultuur en één voor Fi n a n c i ë n en Begroting.

– de bevoegdheid inzake het protocol.

2. Bij besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 werd de heer Jef Mannaerts, directeur bij de administratie A m b t e n a r e n z a k e n , met ingang van 1 mei 1992 benoemd tot regeringscommis-saris bij de VZW Sociale Dienst.

(12)

Naar aanleiding van de herstructurering van de Vlaamse overheid is er voor de toekomst w e l een nieuwe toezichts- en controleregeling uitge-werkt voor de intern en extern verzelfstandigde agentschappen (IVA's en EVA ' s ) . In het kader-decreet Beter Bestuurlijk Beleid dat het organi-s a t o r i organi-s c h-adminiorgani-stratief kader voor de V l a a m organi-s e overheid regelt, wordt afgestapt van het klassie-ke administratieve toezicht2. Modernere

vor-men van controle moeten immers een afdoende controle beter verzoenen met de autonomie, d e vlotte bedrijfsvoering en de responsabilisering van de agentschappen. In de toelichting bij arti-kel 23 van het voorontwerp van kaderdecreet Bestuurlijk Beleid wordt vermeld dat enkel daar waar het noodzakelijk geacht wordt als tij-delijke overgangsmaatregel, bijvoorbeeld voor 3 j a a r, nog de figuur van de regeringscommissaris als facultatief toezichtsinstrument kan behou-den worbehou-den. Zo nodig zal zulks voorzien wor-den in de respectieve oprichtingsdecreten van de agentschappen.

2 De Vlaamse regering keurde op 21 februari 2003, na ad-viesverlening door de Raad van State, het ontwerp van de-creet Bestuurlijk Beleid goed, zodat het aan het Vlaams Parlement ter bespreking en goedkeuring kan worden voorgelegd. Het voorontwerp van kaderdecreet Bestuurlijk Beleid werd eerder door de Vlaamse regering principieel goedgekeurd op 8 maart 2002 en 19 juli 2002.

De figuur van de regeringscommissaris is dus

u i t d ov e n d en het is dan ook weinig zinvol om nu

een nieuw decreet uit te werken dat de be-voegdheden van deze of aanverwante figuren moet vastleggen. De decreten inzake Beter Be-stuurlijk Beleid (het kaderdecreet BeBe-stuurlijk B e l e i d , het Comptabiliteitsdecreet en het kader-decreet Adviesstelsel) verankeren immers de basisbeginselen van Beter Bestuurlijk Beleid en garanderen duidelijke bevoegdheidsomschrij-vingen en controlemechanismen.

Bevoegdheid Monumenten en Landschappen

In het beleidsveld Monumenten en Landschappen zijn er geen regeringsvertegenwoordigers zoals be-doeld in deze parlementaire vraag.

In de Stichting Vlaams Erfgoed zijn er twee rege-r i n g s c o m m i s s a rege-r i s s e n . Hun aanwezigheid in de alge-mene vergadering en beheerraden vermindert evenwel in geen enkel opzicht het normale toezicht uitgeoefend door de betrokken administratie, I n-spectie van Financiën of Rekenhof.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er werd voor de bijstand in een geschil of in een gerechtelijke procedure geen beroep gedaan op de regelgeving inzake overheidsopdrachten omdat deze niet van toepassing is..

De aanstelling van deze gemachtigden van Financiën gebeurt door de Vlaamse regering op voordracht van de minister van Financiën en Begroting.. De rechtsgrond voor de aanstelling

De Raad van State zegt in een advies van 14 juni 1978 over deze problematiek dat niet alle diensten verstrekt door beoefenaars van vrije beroepen (bijvoorbeeld artsen,

De subsidiërende overheid heeft met al deze orga- nisaties een convenant afgesloten waarin de moda- liteiten inzake de werking, de financiële middelen en de opvolging ervan

6 8 , 5 d e lid van het KB van 8-1-1 9 9 6 , dat de kwalitatieve selectie regelt bij beperkte procedures en on- derhandelingsprocedures met voorafgaande be- kendmaking en luidt

Er werd voor de bijstand in een geschil of in een gerechtelijke procedure geen beroep gedaan op de regelgeving inzake overheidsopdrachten omdat deze niet toepasselijk is. Dit

De Vlaamse regering is vertegenwoordigd in de Vlaamse openbare instelling Toerisme V l a a n d e re n door twee commissarissen van de Vlaamse rege- r i n g, één commissaris namens

Het antwoord op deze vraag hangt nauw samen met antwoord op vraag 4, waarbij dient na- gegaan te worden of dienstverleningen van juridi- sche aard al dan niet vallen onder