Vraag nr. 65
van 14 februari 2003
van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT KMO's – Export
Zeer recentelijk legde Unizo, de belangenvereni-ging van zelfstandige ondernemers, de vinger op de w o n d e : kleine bedrijven exporteren duidelijk min-d e r. Het aantal Belgische onmin-dernemingen min-dat goe-deren uitvoert, is in vijf jaar tijd met om en bij de 6.000 geslonken. Hierbij valt op dat het vooral klei-ne bedrijven zijn die minder exporteren.
De cijfers voor België gelden uiteraard ook genu-anceerd voor V l a a n d e r e n . In 1995 telde V l a a n d e-ren 22.000 exportee-rende bedrijven. In 2000 was dit aantal reeds met 3.596 (voor heel België bedraagt de daling 5.655) geslonken, alhoewel het totale aantal Vlaamse ondernemingen in die periode is gestegen.
Terwijl kleine bedrijven proportioneel meer buiten de Europese Unie exporteren, voeren de middel-grote bedrijven proportioneel meer uit binnen de E U. Export buiten de EU is echter veel belangrij-ker geworden dan vroeger. Uit diverse studies blijkt dat niet de afstand, maar vooral de verschil-len in structuur, wetgeving en organisatie proble-men vorproble-men. Vooral op de harmonisatie van de re-gelgeving wordt aangedrongen.
1. Heeft de minister en/of zijn diensten de nodige gegevens om de door Unizo geschetste trend te bevestigen, te nuanceren of tegen te spreken ? 2. Welke zijn volgens de minister de oorzaken van
de vrij drastische daling van het aantal exporte-rende bedrijven ?
3. Beschikt de minister over gegevens om een ant-woord te geven op de vraag waarom vooral kleine bedrijven minder exporteren ?
4. Welke maatregelen werden genomen of worden in het vooruitzicht gesteld om de export van de Vlaamse bedrijven in het algemeen en van de kleine bedrijven in het bijzonder te activeren en te stimuleren ?
Antwoord
1. Interpretatie van gegevens
Na de publicatie door Unizo van hun studie 'KMO en internationaal ondernemen', heeft Export Vlaanderen de cijfers opgevraagd bij de Nationale
Bank waarop men zich bij Unizo gebaseerd heeft. Na een korte analyse konden we het volgende vaststellen :
In Vlaanderen waren er in 1995 volgens deze cij-fers 21.808 exporterende bedrijven.
1995 21.808 exporterende bedrijven 1996 +556 1997 -423 1998 -4.312 1999 -83 2000 + 666 2001 +367
De conclusie van Unizo was dat er in de periode 1 9 9 5-2000 maar liefst 3.596 minder exporterende bedrijven waren. Wat opviel was een enorme terug-val in 1998.
Eenvoudige navraag bij de Nationale Bank leerde dat deze achteruitgang geheel te wijten is aan het verhogen van hun aangiftedrempel in 1998. S i n d s 1998 moeten dus minder bedrijven bij hen aangifte d o e n , vandaar de daling. Bedoeling van de verho-ging van de aangiftedrempel was om uit de statis-tieken de éénmalige of de "toevallige" exportvolu-mes te weren en slechts echte exporterende bedrij-ven op te nemen. De daling betreft dus enkel be-drijven die bij Nationale Bank aangeven, niet om het totaal van de exporterende bedrijven. N o c h t a n s dekken de statistieken van de Nationale Bank meer dan 99% van de uitvoerwaarde. Sinds die cor-rectie in 1998 is het aantal echte exporterende be-drijven gestegen met 950.
In de Unizo-analyse stelt men dat "deze daling van het aantal bedrijven vooral is toe te schrijven aan de daling bij het aantal exporterende kleine bedrij-ven (-50 werknemers)". Dat een daling of een stij-ging vooral te wijten is aan kleine bedrijven is evi-d e n t . Immers evi-de klasse 'onevi-dernemingen met 1 tot 49 werknemers ' maakt ongeveer 90 % van het to-taal aantal ondernemingen uit in Vlaanderen. In 1995 hadden 92 % van het totaal aantal V l a a m s e exporterende bedrijven een personeelssterkte van 1 tot 49 werknemers. In 2000 was dit nog steeds 90 %.
C o n c l u s i e : het aantal regelmatig exporterende be-drijven is toegenomen en bovendien is hun aandeel in de totale uitvoer ongeveer een kwart gestegen. Tot slot is er nog de vaststelling dat de kleine on-dernemingen (1 tot 49 werknemers) het grootste aandeel niet-Europese markten in hun exportpak-ket hebben. Deze impact is sedert 1995 quasi on-veranderlijk.
2. Maatregelen
Het staat als een paal boven water dat de KMO's voor het Vlaams economisch weefsel van levensbe-lang zijn. Grote uitdaging is om van toevallige ex-p o r t e u r s, regelmatig exex-porterende bedrijven te maken en nieuwe bedrijven zo snel mogelijk ex-portgericht te doen denken.
a) Bij Export Vlaanderen werd daarom vanaf ja-nuari 2003 het takenpakket van de exportadv i-seurs uitgebreid. Een van de akties die hierin kadert is het bezoeken van Vlaamse KMO's die nog geen of nauwelijks contact hebben gehad met Export Vlaanderen.
Hiertoe werd er een sales-cel opgelicht die be-drijven telefonisch contacteert en hen tracht te m o t iveren om een exportadviseur te ontvangen. Tijdens dit bezoek, dat ongeveer een uur duurt, stelt de exportadviseur het dienstenpakket van Export Vlaanderen voor en bepaalt samen met het bedrijf hoe Export Vlaanderen het bedrijf kan ondersteunen in zijn exportinspanningen. Als doelstelling voor 2003 werd het bezoeken van 600 "nieuwe "bedrijven vooropgesteld. Eind februari 2003 werden er reeds meer dan 100 bezocht.
b) De bestaande export bekwaamheidsmeter wordt verder als tool ontwikkeld en zijn gebruik veralgemeend.