• No results found

Vraag nr. 81 van 14 februari 2003 van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 81 van 14 februari 2003 van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 81

van 14 februari 2003

van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT

O v e r h e i d s o p d r a chten – Diensten van juridisch e aard

Zie :

Minister-president van de Vlaamse regering Vraag nr. 18

van 14 februari 2003

van de heer André-Emiel Bogaert Blz. 1902

Antwoord

Bevoegdheid Ambtenarenzaken

1. Er werden sinds de vorige parlementaire vraag van de Vlaamse volksvertegenwoordiger nr. 9 2 van 14 december 2001 geen nieuwe opdrachten van juridische aard gegund.

Voor de behandeling van rechtsgedingen wordt op volgende advocaten een beroep gedaan : d e heer Marc Buekens (Zellik), de heer Stijn Bute-naerts (Brussel), de heer Patrick Devers (Gent), de heer Geert Lambert (Oostende) en de heer Bruno Steegen (Bilzen).

2. Het ereloon van de heer Pierre Lefranc van de vakgroep Publiek- en Belastingrecht van de Universiteit Gent, bij wie de administratie Ambtenarenzaken advies had ingewonnen over de privacybescherming in het kader van de openbaarmaking van toegekende prestatietoe-lagen aan bepaalde ambtenaren van het minis-terie van de Vlaamse Gemeenschap of de resul-taten van loononderhandelingen met contractu-ele personeelsleden – ik verwijs terzake naar mijn antwoord op de vorige parlementaire vraag – bedroeg 921,50 euro.

De advocaten die in de rechtsgedingen kunnen o p t r e d e n , zijn dezelfde als die welke ik in mijn antwoord op uw vorige parlementaire vraag heb v e r m e l d . Het ereloon voor de heren Marc Bu-e k Bu-e n s, Stijn ButBu-enaBu-erts Bu-en Patrick DBu-evBu-ers bBu-e- be-droeg in 2002 respectievelijk 1.065,35 euro, 1.529,47 euro en 1.837,50 euro.

3. Aangezien er sinds de vorige parlementaire vraag geen opdrachten van juridische aard wer-den gegund, is het antwoord op de derde vraag zonder voorwerp.

4. Zie algemeen antwoord op vraag 4.

5. Sinds december 1991 heeft de V Z W S o c i a l e Dienst van de Vlaamse Gemeenschap een over-eenkomst met advocaat Stephane Libeer (Brus-sel) om aan de personeelsleden gratis juridisch advies te verstrekken. Het ereloon dat de socia-le dienst aan de advocaat heeft betaald, b e d r o e g in 2002 2.233,45 euro.

Er werd bij het afsluiten van de overeenkomst geen beroep gedaan op de mededinging, o m d a t men in voormelde periode van mening was dat deze dienstverlening niet onder toepassing van de wetgeving op de overheidsopdrachten viel. Bevoegdheid Binnenlandse Aangelegenheden 1 . Het antwoord op deze vraag vergt een

opsplit-sing.

Voor de vertegenwoordiging in gerechtelijke procedures waarbij de administratie Binnen-landse Aangelegenheden betrokken is worden, naargelang de provincie waartoe de in het ge-ding zijnde gemeente behoort, de volgende ad-vocaten aangesteld : Bart Staelens, advocaat te B r u g g e ; Geert Lambert, advocaat te Oostende ; Walter Muls, advocaat te Brussel ; Bruno Stee-g e n , advocaat te Bilzen. Voor zaken met een meer institutioneel karakter wordt bijkomend Paul Van Orshoven, advocaat te Brussel, a a n g e-s t e l d . Geen van hen zijn kamerlid, e-senator of Vlaams volksvertegenwoordiger.

Voor de studieopdrachten van juridische aard werd na het voeren van een onderhandelings-procedure de UIA aangesteld als schrijven van het voorontwerp van decreet houdende instel-ling van een deelstatelijke volksraadpleging. Aan de KUL werd de opdracht toegewezen voor het schrijven van een proeve van gemeen-t e d e c r e e gemeen-t ; De advocagemeen-tenassociagemeen-tie Sgemeen-tibbe-S p r i-mont werd aangesteld voor het schrijven van een voorontwerp van gemeentedecreet ener-zijds en het schrijven van een voorontwerp van provinciedecreet anderzijds.

2. Door de beperking van het aantal advocaten bij deze gerechtelijke procedures is er een vlotte samenwerking tussen het departement en de r a a d s l i e d e n ; ook de deontologische problemen, die zouden kunnen rijzen omdat de advocaten eventueel ook tegen het departement zouden moeten pleiten, worden aldus beperkt.

(2)

element hetzelfde vertrouwelijke karakter heeft als het onderwerp zelf van de geschillen. B i j deze gelegenheid herinner ik de Vlaamse volks-vertegenwoordiger eraan dat een betrouwbare rechtsleer stelt dat in bepaalde omstandigheden de kennis alleen al of er al dan niet een advo-caat werd geraadpleegd, reeds gedekt wordt door het beroepsgeheim, waarvan de voor-schriften zonder twijfel van openbare orde zijn (zie Van Reepinghen, "Remarques sur le secret professionnel de l'avocat ", JT 1959, blz. 37). Ik kan evenwel volgende algemene gegevens v e r s t r e k k e n , meer bepaald dat volgende bedra-gen aan erelonen in gerechtelijke p r o c e d u r e s werden uitbetaald :

– van juli 1999 tot en met december 1999 : 1.165.033 BEF (€28.880,41) ;

– voor het jaar 2000 : 2.057.529 BEF (€51.004,81) ;

– voor het jaar 2001 : 3.535.365 BEF (€87.639,41) ;

– voor het jaar 2002 :€115.242,65.

De studieopdrachten van juridische aard wer-den toegewezen op basis van de beoordeling en vergelijking van de verschillende inschrijvingen naar de gunningcriteria vermeld in het bestek. De toewijzingsbedragen zijn de volgende : – voorontwerp van decreet houdende

instel-ling van een deelstatelijke volksraadpleging : 181.500 BF (€4.499,27)

– voorontwerp van gemeentedecreet : 7.000.000 BF (€173.525,47)

– voorontwerp van provinciedecreet : 7.000.000 BF (€173.525,47).

3. De aanstelling gebeurt conform de regelgeving. Door de aard van de gerechtelijke dossiers is het onmogelijk de ereloonstaten van de aange-stelde advocaten in gerechtelijke procedures vooraf forfaitair te bepalen.

4. Zie algemeen antwoord op vraag 4.

5. Er wordt geen gebruik gemaakt van abonne-m e n t e n . Voor elke zaak wordt een aanstellings-besluit opgemaakt. Deze vraag is dan ook ver-der zonver-der voorwerp.

Bevoegdheid Monumenten en Landschappen 1. Sinds mijn aantreden werden volgende

juridi-sche opdrachten toevertrouwd aan volgende ad-v o c a t e n ,a d ad-v o c a t e n a s s o c i a t i e s, r e c h t s g e l e e r d e n en fiscalisten :

voor juridische geschillen : meester Bart Stae-lens uit Brugge, meester Hugo Schiltz uit A n t-werpen, meester Pierre Lefranc uit Gent. 2. De opdrachten werden aan de betrokken

asso-ciaties en advocaten toevertrouwd op grond van hun uitgebreide expertise in bepaalde domeinen van de rechtsleer, r e f e r e n t i e s, titels en publica-ties aangaande de te bestuderen materies. 3. Voor juridische studies kunnen normaliter de

gewone mededingingsregels worden gerespec-teerd omdat er geen sprake is van een vertrou-wensrelatie tussen de opdrachtgever en de ad-vocaat of rechtsgeleerde.

Er werd voor de bijstand in een geschil of in een gerechtelijke procedure geen beroep gedaan op de regelgeving inzake overheidsopdrachten omdat deze niet van toepassing is.

4. Zie algemeen antwoord op vraag 4.

5. De advocaten, opgesomd bij het antwoord op vraag 1 onder de subtitel "juridische geschillen" werken met een aanstellingsbesluit. Binnen de afdeling Monumenten en Landschappen wordt niet op permanente basis met advocaten, r e c h t s-geleerden of fiscalisten gewerkt.

De totale kostprijs op jaarbasis voor de uitbe-taalde erelonen voor het departement Leefmi-lieu en Infrastructuur bedroeg 2.085.675,4 euro in 2002 (het is niet mogelijk dit bedrag op te splitsen per bevoegdheidsdomein van de ver-schillende Vlaamse ministers).

Dit is een grote toename ten opzichte van het betaalde bedrag in 2001.

De redenen hiervoor zijn : een stijging van 25 % bij de nieuwe dossiers, een indexaanpassing van de erelonen, enkele zware bijzondere dossiers. Het IAP heeft tot nu toe geen opdrachten in ver-band met diensten van juridische en boekhoudkun-dige aard gegeven.

(3)

Bevoegdheden Cultuur en Jeugd Vraag 1, 2 en 3

Met het oog op de verdediging van de belangen van de Vlaamse Gemeenschap in hangende re c h t s-g e d i n s-g e n werden door de Vlaamse minister van Binnenlandse A a n g e l e g e n h e d e n ,C u l t u u r, Jeugd en Ambtenarenzaken sinds zijn aantreden in de Vlaamse regering de volgende advocaten aange-s t e l d , met hun aange-stad waaruit ze afkomaange-stig zijn en hun ereloonstaten tot op heden.

Beleidsveld Cultuur

– Mr. W. Muls, Brussel, 1860 EUR

– M r. G. L a m b e r t ,O o s t e n d e, nog geen ereloonsta-ten ontvangen

Beleidsveld Jeugd Nihil.

Vlaamse Opera (VOI) Zie het antwoord op vraag 5.

De aanstelling van advocaten gebeurt rekening houdende met hun ervaring, hun specifieke kennis, gunstige ervaringen in het verleden, hoogte van erelonen, de plaats van het geding...

Met betrekking tot de aanstelling van advocaten in concrete geschillen en rechtsgedingen wordt voor de bevoegdheden Cultuur en Jeugd normaliter geen voorafgaande forfaitaire prijsbepaling toege-p a s t , aangezien dit moeilijk uitvoerbaar is rekening houdende met de veelal dwingende termijnen en gelet op het feit dat de complexiteit van een zaak veelal slechts in de loop van een geding kan wor-den beoordeeld. Er werd geen formele mededin-ging tussen meerdere kandidaten georganiseerd, aangezien dit niet verplicht is volgens de reglemen-tering inzake overheidsopdrachten (zie het ant-woord op vraag 4).

Hierbij een overzicht van de s t u d i e- en adviesop-d r a c h t e n adviesop-die seadviesop-dert mijn aantreadviesop-den weradviesop-den gegunadviesop-d aan advocaten, a d v o c a t e n a s s o c i a t i e s, r e c h t s g e l e e r-den en fiscalisten.

Bevoegdheid Cultuur

1) – Onderzoek naar de mogelijkheid van toetre-ding van België tot de Unesco-conventie van

14 november 1970 on the Means of Prohibi-ting and PrevenProhibi-ting the Illicit Import, E x p o r t and Transfer of Ownership of Cultural Pro-p e r t y, gegund met resPro-pect van de bePro-palingen van toepassing voor de onderhandelingspro-cedure zonder bekendmaking

– Toegewezen aan Mr. Lucie Lambrecht, B r u s-sel

– Voor een forfaitair bedrag van 2.400 EUR – Gegund wegens de bijzondere specialisatie

van de opdrachtnemer

2) a) Het ontwikkelen van een informatienetwerk-model over de fiscale en sociale aspecten van het kunstenaarsstatuut en b) het onderzoeken en voorbereiden van de oprichting van een in-termediaire structuur op Vlaams niveau, d i e onder bepaalde voorwaarden de rol van socia-le zekerheidswerkgever opneemt, gegund met respect van de bepalingen van toepassing voor de onderhandelingsprocedure met be-kendmaking

– Toegewezen aan Mr. Yasmine Kherbache, Antwerpen

– Voor een forfaitair bedrag van 116.000 EUR – G e g u n d , na onderhandeling, aan de

opdracht-nemer wegens de hoogste score op de in het bestek opgenomen gunningscriteria (kwaliteit van de strategie en visie op de opdracht (40 %), kwaliteit van de voorgestelde consul-tant(en) (30 %), prijs (30%)

Bevoegdheid Jeugd Nihil.

Vlaamse Opera (VOI)

Zeer dringend advies i.v. m . de overheidsopdrach-tenwetgeving n.a.v. een concreet geschil.

Toegewezen aan advocatenkantoor Eubelius, B r u s-sel (dominus litis : Barteld Schutyser).

Voor een ereloon van 123,94 EUR/uur (ereloon-staat nog niet ontvangen).

(4)

Vraag 4

Zie algemeen antwoord op vraag 4. Vraag 5

Er wordt binnen de bevoegdheden Cultuur en Jeugd niet gewerkt met een abonnementsformule voor wat betreft diensten van advocaten, a d v o c a-tenassociaties, rechtsgeleerden en fiscalisten. De Vlaamse Opera (VOI) deelde mij mede dat zij, na mededinging, sinds augustus 2001 een abonne-ment heeft afgesloten met Mr. Yamina El Gharbi uit Brussel voor een forfaitair ereloon van 170.000 BEF per maand voor een beschikbaarheid van 33 effectieve uren per week, geherwaardeerd in au-gustus 2002 naar een bedrag van 4.689,1 euro per maand.

Algemeen antwoord op vraag 4

De wetgeving op de overheidsopdrachten is in be-ginsel van toepassing op alle aanstellingen van ad-vocaten en in 't algemeen op alle opdrachten van juridische aard, buiten het geval waarin de advo-caat wordt aangesteld bij een éénzijdige ministerië-le beslissing waarin alministerië-le voorwaarden, erelonen en onkostenvergoedingen worden geregeld. In dit laatste geval bestaat immers geen overeenkomst, die een essentiële voorwaarde is om van een over-heidsopdracht te kunnen spreken.

Wat de opdrachten van juridische aard betreft, wordt een onderscheid gemaakt tussen de juridi-sche studies, e n e r z i j d s, en het advies of de bijstand bij de behandeling van rechtsgedingen, a n d e r z i j d s. Die laatste dienstverlening wordt doorgaans ge-kenmerkt door een vertrouwensrelatie intuitu personae tussen de opdrachtgever en de advocaat. Dat onderscheid komt eveneens tot uiting in arti-kel 68, vijfde lid, van het koninklijk besluit van 8 ja-nuari 1996, waarnaar hierboven al verwezen wordt en dat inzake de kwalitatieve selectie van dienst-verleners bij beperkte procedures en onderhande-lingsprocedures met voorafgaande bekendmaking als volgt luidt :

"De onmogelijkheid het minimum aantal gegadig-den [ ... ] te raadplegen wordt als aangetoond be-schouwd voor de overheidsopdrachten die betrek-king hebben op juridische diensten inzake advies en vertegenwoordiging voor rechtbanken en ande-re instellingen die geschillen beslechten".

In het Verslag aan de Koning wordt daarover het volgende gezegd : "Bij artikel 68, vijfde lid, past het

de aandacht te vestigen op een bijzondere modali-teit voor bepaalde opdrachten voor aanneming van diensten die betrekking hebben op diensten van ju-ridisch advies en vertegenwoordiging in de recht-b a n k . De tekst van het vijfde lid legt inderdaad de raadpleging op van minstens vijf dienstverleners. Voor de voornoemde juridische diensten verduide-lijkt de tekst dat deze onmogelijkheid tot raadple-ging zonder meer wordt erkend. Dit vloeit niet enkel voort uit de praktische onmogelijkheid van een dergelijke raadpleging maar eveneens uit het aspect intuitu personae van dergelijke prestaties en uit de noodzaak om het vertrouwelijk karakter ervan in dit stadium te waarborgen. D a a r e n t e g e n dekt deze bepaling niet de andere prestaties zoals de rechtsstudies".

Deze bepaling heeft tot gevolg dat men voor een opdracht inzake advies en rechtsbijstand terecht-komt in het geval van een onderhandelingsproce-dure zonder bekendmaking, vergelijkbaar met dat van artikel 17, § 2, 1 ° , f, van de wet van 24 decem-ber 1993 op de overheidsopdrachten, wanneer er slechts één mogelijke dienstverlener is om techni-sche redenen en iedere mededinging bijgevolg overbodig is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit vloeit niet enkel voort uit de praktische onmogelijkheid van een dergelijke raadpleging maar eveneens uit het aspect intuïtu personae van dergelijke prestaties en uit de

– geregeld bij decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de Vlaamse Opera, artikel 23 – kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven.. – rechten en plichten

De aanstelling van deze gemachtigden van Financiën gebeurt door de Vlaamse regering op voordracht van de minister van Financiën en Begroting.. De rechtsgrond voor de aanstelling

De Raad van State zegt in een advies van 14 juni 1978 over deze problematiek dat niet alle diensten verstrekt door beoefenaars van vrije beroepen (bijvoorbeeld artsen,

De subsidiërende overheid heeft met al deze orga- nisaties een convenant afgesloten waarin de moda- liteiten inzake de werking, de financiële middelen en de opvolging ervan

6 8 , 5 d e lid van het KB van 8-1-1 9 9 6 , dat de kwalitatieve selectie regelt bij beperkte procedures en on- derhandelingsprocedures met voorafgaande be- kendmaking en luidt

Er werd voor de bijstand in een geschil of in een gerechtelijke procedure geen beroep gedaan op de regelgeving inzake overheidsopdrachten omdat deze niet toepasselijk is. Dit

De Vlaamse regering is vertegenwoordigd in de Vlaamse openbare instelling Toerisme V l a a n d e re n door twee commissarissen van de Vlaamse rege- r i n g, één commissaris namens