• No results found

Vraag nr. 188 van 11 mei 2000 van de heer JACQUES TIMMERMANS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 188 van 11 mei 2000 van de heer JACQUES TIMMERMANS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 188 van 11 mei 2000

van de heer JACQUES TIMMERMANS Afvoer hemelwater – Gewestwegen Zie :

Minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie

Vraag nr. 291 van 11 mei 2000

van de heer Jacques Timmermans Blz. 1506

Antwoord

1. M . b. t . de drie eerste subvragen van deze vraag wil ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger ver-wijzen naar het antwoord op vraag nr. 291 ge-richt aan mijn collega minister Stevaert over hetzelfde onderwerp.

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) heeft enkel kennis van de gegevens die gerelateerd zijn aan de subsidiëringsprogramma's. U i t e r a a r d betreffen een aantal van deze projecten gecom-bineerde werken met andere instanties, zoals de administratie Wegen en Verkeer (AW V ) , d e provincies, …

Bij de beoordeling van deze dossiers wordt er zoveel als mogelijk naar gestreefd dat de uitvoe-ring van de rioleuitvoe-ring gebeurt conform de krachtlijnen van een geïntegreerd rioleringsbe-l e i d . Er wordt gepoogd om zoveerioleringsbe-l mogerioleringsbe-lijk de verharde oppervlakten af te koppelen.

2. Voor het antwoord op de subvragen 1 tot en met 4 verwijs ik eveneens naar het antwoord van mijn collega minister Stevaert.

In de door de ambtelijke commissie goedge-keurde dossiers worden de eisen inzake buffe-ring van hemelwater, opgelegd door de beheer-ders van de waterlopen, g e r e s p e c t e e r d . Wa n n e e r bijgevolg de noodzaak bestaat om, in de dos-siers waarbij langs autosnelwegen, a u t o w e g e n en gewestwegen riolering wordt aangelegd, i n een bufferbekken te voorzien, wordt dit opge-legd.

3. Zwerfvuil wordt intensief verwijderd en de grachten worden zoveel mogelijk gereinigd. D e VMM heeft wel onderzoek gedaan naar de

aan-wezigheid van gevaarlijke stoffen (pesticiden) in regenwater.

In de code van goede praktijk is bepaald dat het hemelwater dat afspoelt van intensief bereden w e g e n , van grote parkings en van intensief ge-cultiveerde landbouwgrond, niet onbehandeld mag worden geloosd. In het kader van actie 72 "infiltratie en vertraagde afvoer van hemelwa-ter" van het Milieubeleidsplan wordt deze pro-blematiek behandeld met als doelstelling een vervollediging van de code van goede praktijk. Bij het opmaken en het plannen van de water-zuiveringsinfrastructuur worden door A q u a f i n Hydronautstudies gemaakt. Via deze studies wordt nagegaan wat de impact is van onder an-dere verharde oppervlakten, g r o n d w a t e r b e m a-lingen en aangesloten oppervlaktewateren (bv. g r a c h t e n ) . Op deze wijze kan de impact van het hemelwater en andere parasitaire debieten op de werking van de zuiveringsinfrastructuur en meer specifiek de RWZI worden geëvalueerd. Op basis van deze Hydronautstudies wordt ver-volgens bepaald waar bufferbekkens moeten geïnstalleerd worden en welke afkoppelingen moeten worden gerealiseerd om de efficiëntie van de waterzuiveringsinfrastructuur te verho-g e n . Derverho-gelijke Hydronautstudies verschaffen dus een inzicht in de hydraulische aspecten van een bepaald gebied en de verharde oppervlak-t e n , maar nieoppervlak-t in de vuilvrachoppervlak-ten die van deze oppervlakten afkomstig zijn.

4. Inzake de administratief-technische onderrich-tingen van toepassing op de afwatering van ge-westwegen en de afkoppeling van rioleringsstel-sels kan, naast Vlarem II (afdeling 6.2.1 – lo-zing van niet verontreinigd hemelwater in de openbare riolering), worden verwezen naar de "Krachtlijnen voor een geïntegreerd riolerings-beleid in V l a a n d e r e n " , meer bepaald de delen "Code voor goede praktijk voor afkoppeling van hemelwater en de aanleg van openbare rio-len".

(2)

Inzake het gehanteerde afwegingskader kan ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger verwijzen naar het antwoord hieromtrent van minister S t e v a e r t . Hierbij dient natuurlijk steeds de code voor goede praktijk als uitgangspunt te worden genomen.

Het is de vergunning- of machtigingsverlenende overheid (in dit geval de beheerder van de wa-terloop) die het dossier conform de code van goede praktijk beoordeelt, voorwaarden oplegt en toeziet op de naleving.

5. De planning omtrent het afkoppelen van de aansluitingen van hemelwater langs de gewest-wegen van de gemeentelijke rioleringen is de bevoegdheid van AW V. Het antwoord op deze deelvraag kan de Vlaamse volksvertegenwoor-diger vinden in het antwoord van mijn collega minister Stevaert.

6. De keuze voor het aanleggen van ingerichte in-filtratiegrachten langs gewestwegen als alterna-tief voor de klassieke afwateringsgrachten en/of RWA-leidingen dient project per project te wor-den afgewogen ( RWA : hemelwaterafvoer – red.).

Bij de beoordeling van de gecombineerde dos-s i e r dos-s, tudos-sdos-sen gemeenten en AW V, wordt door de ambtelijke commissie steeds nagegaan in hoe-verre infiltratie of vertraagde afvoer mogelijk is. Wanneer de mogelijkheid bestaat om het he-melwater vertraagd af te voeren, dan wordt dit ook opgelegd. Zo wordt onder andere voor het verleggen van de E19 en de aanleg van de hoge-snelheidslijn (HSL) de bouw van bufferbekkens en zuiveringsbekkens voor hemelwater gepland op advies van de afdeling Water.

7. Het is hoofdzakelijk de hydraulische impact naar de ontvangende waterloop waarmee bij de beoordeling van de dossiers wordt rekening ge-h o u d e n . De afvoercapaciteit van de ontvangen-de waterloop is bepalend voor het opleggen van bepaalde bufferingen, voor het vertraagd afvoe-ren binnen de grachten en voor het zoveel mo-gelijk infiltreren van het hemelwater.

De installatie van infiltratievoorzieningen wordt steeds afgewogen, maar dit is niet altijd toepas-baar gelet op de samenstelling van de bodem en de stand van het grondwater.

Onderzoek en mogelijkheden worden bestu-deerd in het kader van actie 72 van het Milieu-beleidsplan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de stoffen waarvoor geen kwaliteitsdoelstellingen zijn vastgesteld, geldt het principe dat ze zonder vergunning niet mogen worden geloosd.. Ten slotte moet worden gewezen

Als vierde zuiveringstrap wordt, volgens ons (na aanvraag bij H 2 O) , een fosforverwijdering verstaan waarbij de fosfor in het effluent wordt neergeslagen en

In toespraken werd door of namens de minister ge- pleit voor een responsabilisering van de gemeenten via een gehele of gedeeltelijke actualisering van de bestaande Totale

Zullen RWZI's – gelet op het gelijkheidsbegin- sel en de gelijkschakeling met andere lozingen – ook normen krijgen voor de parameters van de heffingenformule die momenteel buiten

Lozingen van bedrijfsafvalwater in de influent- kuil van een RWZI worden beschouwd als lozing op riool, voorzover deze praktijk niet in strijd is met de vergunningsvoorwaarden

Bij de evaluatie van de dossiers ingediend door de gemeenten voor het verkrijgen van subsidies voor de aanleg van rioleringen, wordt de toe- passing van de code van goede

Hiermee werd de basis gelegd voor een gestructureerd internatio- naal overleg, waardoor de afzonderlijke inspannin- gen – al dan niet in uitvoering van Europese richt- lijnen

In de mate dat de concentraties van deze stoffen in het ge- loosde koelwater evenwel een dermate hoog ni- veau bereiken dat deze als een verontreiniging van het