• No results found

Vraag nr. 194 van 11 mei 2000 van de heer JACQUES TIMMERMANS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 194 van 11 mei 2000 van de heer JACQUES TIMMERMANS"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 194 van 11 mei 2000

van de heer JACQUES TIMMERMANS

G r e n s ov e r s chrijdend wateroverleg – Maas en Schelde

In 1994 werden de Internationale Verdragen ter Bescherming van de Schelde en Maas ondertekend door de verdragsluitende partijen. Hiermee werd de basis gelegd voor een gestructureerd internatio-naal overleg, waardoor de afzonderlijke inspannin-gen – al dan niet in uitvoering van Europese richt-lijnen en internationale verdragen – op een ge-coördineerde wijze konden vorm krijgen. Het tijd-rovende ad hoc overleg op basis van tientallen for-mele en inforfor-mele commissies, werkgroepen en "contacten" kon op die wijze worden beëindigd. Mag ik – ter inschatting van het rendement van de in de Internationale Commissies ter Bescherming van de Schelde en de Maas (ICBS en ICBM) geïn-vesteerde middelen – van de minister een ant-woord op volgende vragen.

1. In welke mate werden de werkzaamheden van de vroegere bilaterale werkgroepen en commis-sies – ik verwijs naar het antwoord op mijn vraag nr. 41 van 3 oktober 1995 – reeds inge-past in de werking van ICBS en ICBM (B u l l e t i n

van Vragen en A n t w o o rden nr. 1 van 30 oktober 1995, blz. 53 – red.) ?

Welke bilaterale werkgroepen en commissies blijven momenteel nog apart van ICBS en ICBM functioneren ?

Wat is de reden hiervoor ?

2. Welke middelen – zowel inzake ter beschik-king gestelde personeelsleden als financieel-administratieve werkingsmiddelen – stelt het Vlaams Gewest jaarlijks ter beschikking van respectievelijk ICBS en ICBM ?

Door welke administraties en Vlaamse openba-re instellingen (VOI's) worden de werkzaamhe-den opgevolgd ?

Behoort deze opvolging tot de normale wer-k i n g, of gaat de betrower-kwer-kenheid ten wer-koste van an-dere taken ?

3. Wat is de rol van de vertegenwoordiger van de Europese Commissie in ICBS/ICBM ? Is de be-trokkenheid van de commissie enkel symbolisch en/of passief, of worden knelpunten in het kader

van de voorbereiding en uitvoering van Europe-se waterrichtlijnen effectief aangekaart tenein-de tot een daadwerkelijk internationaal bekken-overleg te komen ?

Welke knelpunten werden terzake reeds geno-men of gepland ?

4. Welke rol speelt ICBS/ICBM inzake het ge-coördineerd voorbereiden of uitvoeren van af-spraken in andere fora ter bescherming van de oppervlaktewateren zoals Parcom, Ospar en de Noordzeeconferentie ?

Welke initiatieven zijn er terzake reeds geno-men of gepland ?

5. Is het de bedoeling om ICBS/ICBM op termijn verdragsmatig te belasten met de overkoepelen-de bekkenaanpak, zoals bedoeld in het ontwerp van kaderrichtlijn water ?

Zo neen, welke overkoepelende bekkenstruc-tuur wordt vooropgesteld ? Wat is nog de zin van ICBS/ICBM indien terzake voor een alter-natieve overlegstructuur wordt geopteerd ? Werd er reeds een analyse gemaakt inzake de impact van de kaderrichtlijn op het vlak van geïntegreerde bekkenaanpak ? Zo ja, wat zijn de noodzakelijke aanpassingen van de bestaan-de verdragen ?

Werd dit reeds overlegd met de andere gewes-ten en de federale overheid en zo ja, wat zijn de afspraken terzake ? Werd dit reeds in bespre-king gebracht op ICBS/ICBM ? Zo ja, wat zijn de standpunten van de andere partijen ?

6. Werd er reeds overleg gepleegd om het IJzer-bekken onder toepassing te brengen van ICBS ? Wat belet de medebehandeling, gelet op de rechtstreekse verwevenheid van Schelde en Leie/IJzer ?

7. Waarom wordt het subbekken van de Mark en de Kleine Aa die afwateren in het Scheldebek-ken, nog steeds behandeld in ICBM ?

Antwoord

(2)

Wat de samenwerking betreft tussen het V l a a m s Gewest en de andere partijen :

ICBS

– Grensoverschrijdende Permanente Ko n f e-rentie van Intercommunales (GPKI of COPIT) (Fr a n k r i j k , Vlaanderen en Wa l l o-nië) ;

– N V I WO (Nederlands-Vlaams Integraal Wa-teroverleg) en het daaronder vallende Grensoverschrijdende Bekkencomité Kre-ken en Polders (Vlaanderen en Nederland) ; – Technische Scheldecommissie : (i) Beheer

K r e e k r a k s l u i z e n , (ii) W VO Vergunningen en (iii) project Oost-West (Vlaanderen en Ne-derland) ;

– Interreg II West-Vlaanderen – Frankrijk ; – Euregio Scheldemond (Vlaanderen en

Ne-derland) ; ICBM

– N V I WO (Nederlands-Vlaams Integraal Wa-teroverleg) en de daaronder vallende Grens-overschrijdende Bekkencomités Mark, D o m-mel en Th o r n e r b e e k / Voer (Vlaanderen en Nederland) ;

– Interreg II Euregio Maas-Rijn (Vlaanderen, Nederland, Wallonië en Duitsland) ;

– MHAL (Stedenband Maastricht-Hasselt-Heerlen-Aachen-Liège) (Vlaanderen, N e-derland, Wallonië en Duitsland).

Het gaat hier om "in te passen" samenwerkings-v e r b a n d e n , dit wil zeggen dat de samenwerking gebeurt met het behoud van ieders verantwoor-d e l i j k h e i verantwoor-d . In verantwoor-de eerste plaats betekent verantwoor-dit infor-matie-uitwisseling en afstemming van de pro-gramma's of acties op deze van de riviercom-missies om dubbel werk te vermijden of om de complementariteit of synergie te bevorderen. Deze grensoverschrijdende structuren worden niet in de riviercommissies geïntegreerd gezien hun toepassinggebied, dat meestal ruimer (kwa-liteit en kwantiteit, oppervlaktewater en grond-water) of op een andere niveau (deelstromen) ligt dan dat van de riviercommissies (kwaliteit h o o f d s t r o o m ) . Ook wordt de bilaterale en prak-tische aanpak van de concrete problemen beter verzekerd door de direct betrokken overheden, die de veldsituatie kennen (subsidiariteit).

Naast deze vorm van samenwerking, waarbij de bilaterale werkgroepen en commissies hun iden-titeit bewaren, is er in de Maascommissie een werkgroep volledig geïntegreerd, namelijk de Subgroep Zalm van de Benelux We r k g r o e p Jacht en Vo g e l s. Voor de ICBS is dat de Infor-mele Scheldegroep (ISG), die opgehouden heeft te bestaan zodra de Scheldecommissie is o p g e r i c h t . De taak van de ISG bestond er voor-namelijk in het pad naar het Scheldeverdrag te effenen.

In de Ministeriële Verklaring van Namen van 19 maart 1999 wordt een nauwe samenwerking vermeld tussen de ICBM en de transnationale Werkgroep Hoogwater Maas (WHM), u i t g e-sproken in de Verklaring van Namen van 8 april 1 9 9 8 , gezien de relaties tussen het beheer van de ecologische waarden en het hoogwaterbeheer van de Maas. De daartoe opgerichte contact-groep ICBM/WHM heeft een lijst van zes sa-menwerkingsthema's (ecologische herstelmaat-r e g e l e n , digitale kaaherstelmaat-rt, inteherstelmaat-rnationale kilometherstelmaat-re- kilometre-r i n g, kilometre-relatie watekilometre-rkwantiteit/kwaliteit, i m p a c t kaderrichtlijn water, communicatie) vastgesteld die ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de ICBM.

2. De verdeling van de bijdragen voor de werking van beide secretariaten is vastgelegd in beide verdragen op basis van het aantal inwoners en de oppervlakte van het stroomgebied gelegen op het grondgebied van de verschillende partij-en (bijlage 1).

Bijlage 2 geeft een overzicht van de financiële

bijdragen over de laatste drie jaar.

Waar personeelsleden ter beschikking gesteld z i j n , is dat op basis van een verlof voor opdracht van algemeen belang, waarbij in een terugbe-taling van de loonlasten door de commissie is voorzien.

(3)

VO I ' s. (A m i n a l : administratie Milieu-, N a t u u r- ,

Land en Wa t e r b e h e e r ; AW Z : administratie Wa terwegen en Zeeweze n ; V M M : Vlaamse Milieu -m a a t s ch a p p i j ; V M W : Vlaa-mse Maatsch a p p i j voor Wa t e r v o o r z i e n i n g ; AW W : Antwerpse Wa -terwerken – red.)

3. De Europese Unie heeft het statuut van waar-nemer bij de beide riviercommissies. Zij wordt vertegenwoordigd door de Commissie op de plenaire vergaderingen. De Commissie geeft daarbij meestal een uiteenzetting over de stand van zaken en kernpunten van de toekomstige Kaderrichtlijn Water (verder KRW genoemd). Binnen de ICBS en ICBM worden de inspan-ningen voor de uitvoering van de waterrichtlij-nen aan elkaar medegedeeld. Wat de RL 76/464/EEG betreft, wordt er overleg gepleegd over het progressief opnemen van de relevante gevaarlijke stoffen in het gezamenlijke meetnet, alsook over het afstemmen van de kwaliteits-doelstellingen.

Voor de knelpunten, zoals de grensoverschrij-dende vervuiling, is de Europese Commissie nog niet benaderd, omdat zijzelf via de aan gang zijnde inbreukprocedures de uitvoering van de richtlijnen op de voet volgt.

4. De WG 3 fungeert als forum voor overleg tus-sen de partijen over de gevolgen voor de beide riviercommissies van afspraken gemaakt in an-dere internationale vergaderingen (bv. E u r o p e-se Unie, Meeting of the Partners van Ve r d r a g van Helsinki, O s p a r c o m , N o o r d z e e m i n i s t e r c o n-f e r e n t i e s ) . Er is reeds een document opgesteld over de voor de riviercommissies belangrijke bevindingen en besluiten van Ospar (zoals B B T- n o t a ' s, gevaarlijke stoffen) waarmee in de WG 1 (waterkwaliteit) en 2 (emissie) rekening zal worden gehouden bij de uitvoering van de a c t i e p r o g r a m m a ' s. Een nota over de uitkomst en het belang voor de riviercommissies van de beslissingen van volgende plenaire vergadering van Osparcom (juni 2000) en de Tweede Ve r g a-dering van de Partijen (Den Haag, Maart 2000) zal worden voorbereid. (O s p a r : Ve rdrag van Pa

-rijs van 1992 inzake de bescherming van de N o o rd o o s t - A t l a n t i s che Oceaan, dat de verd r a g e n van Oslo en Parijs vervangt ; O s p a r c o m : O s p a r-verdragscommissie – red.)

5. In de Ministeriële Verklaringen van Middelburg ( I C B S, 10 december 1998) en van Namen ( I C B M , 19 maart 1999) wordt aan de beide ri-viercommissies de opdracht gegeven de implica-ties van de toekomstige KRW voor

respectieve-lijk het Schelde- en het Maasstroomgebied te bestuderen.

Een overzichtstabel van alle voorschriften van de ontwerprichtlijn met de coördinatieverplich-tingen of behoeften – met een onderscheid tus-sen inhoudelijke coördinatie en afstemmen van de procedures of formaat – op bilateraal vlak en op het niveau van de stroomgebieden, is op-g e m a a k t . Een nauwkeuriop-ge analyse van de graad van de coördinatie, de benodigde midde-len en de juridische implicaties is een volgende stap.

Wat de juridische implicaties betreft, moet wor-den nagegaan of het toepassingsgebied van de v e r d r a g e n , namelijk de kwaliteit van de Schelde of de Maas behouden en verbeteren, de com-missies toelaat om alle aspecten van de KRW (zoals grondwater, waterkwantiteit) te coördi-neren en er geen aanpassing van de verdragen noodzakelijk is. Een mogelijkheid is ook – al-thans in afwachting van een definitieve ver-dragswijziging – zich te beroepen op artikel 5, Taken van de Commissie : alinea "o" : het be

handelen van alle zaken binnen het toepassings -gebied van dit Ve rd r a g, die de Ve rd r a g s l u i t e n d e Partijen haar in onderlinge overeenstemming op -dragen.

De beslissing of de riviercommissies zullen wor-den aangewezen als het coördinerend overleg-orgaan voor de internationale stroomgebieddis-tricten is zowel binnen het Vlaams Gewest als tussen de partijen nog niet genomen. Een on-derbouwd voorstel moet nog door de V l a a m s e delegatie via het Vlaams Integraal Wa t e r o v e r-legcomité (VIWC) aan de bevoegde ministers worden voorgelegd en worden bekrachtigd door de Vlaamse regering.

Op de vergadering van het VIWC op 4 mei 2000 werd beslist dat de werkgroep KRW van het subcomité Watersysteemkennis belast wordt met de implementatie van de KRW.

(4)

Aangezien de KRW ervan uitgaat dat kleinere stroomgebieden kunnen worden toegevoegd aan een groter stroomgebieddistrict, kan dit as-pect worden gekoppeld aan de toewijzing van de ICB's als coördinerend orgaan voor het in-ternationaal stroomgebied van de Schelde. I n deze optiek stellen de Vlaamse en Nederlandse delegaties voor om respectievelijk het IJzerbek-ken en het kustbekIJzerbek-ken (rivierbekIJzerbek-kens Brugse Polders en Gentse kanalen) en het gebied van de Oosterschelde toe te voegen aan het toepas-singsgebied van het Scheldeverdrag, om zo tot één enkel internationaal stroomgebieddistrict te komen.

Net zoals de aanwijzing van de riviercommis-s i e riviercommis-s, moet ook de aanduiding van het internatio-naal stroomgebieddistrict van de Schelde wor-den goedgekeurd door het VIWC en bekrach-tigd door de Vlaamse regering.

7. Zuiver hydrografisch beschouwd, behoort het subbekken van de Mark en de Kleine Aa tot het stroombekken van de Maas. Feitelijk echter wa-tert het subbekken af naar de Schelde-Rijnver-b i n d i n g, met een nettostroom naar de Schelde, zodat wij hier kunnen spreken van een water-transfer tussen stroombekkens.

Om historische redenen wordt, op vraag van N e d e r l a n d , het bewuste subbekken nog steeds behandeld in de ICBM en blijft het ook op Vlaams niveau ingelijfd in het bekkencomité van de Maas. Indien het op Vlaams grondgebied gelegen deel van het subbekken wordt be-schouwd als deel uitmakend van het Schelde-s t r o o m g e b i e d , zal ook het deel op NederlandSchelde-s grondgebied logischerwijze bij hetzelfde stroomgebied moeten worden ingelijfd.

Het probleem is dus nog steeds hangende. D e oplossing zal gezamenlijk moeten worden ge-zocht op basis van een exacte interpretatie van de definities in de Kaderrichtlijn Water.

Bijlage 1 :

Verdeelsleutel financiële bijdragen ICBM en ICBS

ICBS ICBM Frankrijk 30 16 Brussel 10 7 Wallonië 10 35 Vlaanderen 40 7 Nederland 10 35 Stroomgebied 100 100 Bijlage 2 :

Financiële bijdragen aan riviercommissies

ICBS Werkings- Investerings- Bedrijfs-kosten kosten fonds 1998 Totaal 11.655.000 3.040.000 3.000.000 Vlaams Gewest 4.662.000 1.216.000 1.200.000 1999 Totaal 11.950.000 Vlaams Gewest 4.780.000 2000 Totaal 12.130.000 Vlaams Gewest 4.852.000

ICBM Werkings- Investerings- Bedrijfs-kosten kosten fonds 1998 Totaal 11.655.000 2.700.000 3.000.000 Vlaams Gewest 815.850 189.000 210.000 1999 Totaal 11.950.000 Vlaams Gewest 836.500 2000 Totaal 12.045.0001 Vlaams Gewest 843.1502

1 Dit bedrag wordt deels betaald uit de opgebouwde reserves (3.479.236 fr.) door een onvolledige personeelsbezetting tot 1998 2 Dit bedrag is verlaagd tot 599.604 fr. door een eenmalige

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het ontwerp van gemeentelijke verordening dat door de VMM aan de gemeenten ter beschik- king wordt gesteld, stelt de gemeenten een pro- cedure voor waarbinnen enkel nog ophalers

Voor de stoffen waarvoor geen kwaliteitsdoelstellingen zijn vastgesteld, geldt het principe dat ze zonder vergunning niet mogen worden geloosd.. Ten slotte moet worden gewezen

Als vierde zuiveringstrap wordt, volgens ons (na aanvraag bij H 2 O) , een fosforverwijdering verstaan waarbij de fosfor in het effluent wordt neergeslagen en

In toespraken werd door of namens de minister ge- pleit voor een responsabilisering van de gemeenten via een gehele of gedeeltelijke actualisering van de bestaande Totale

Zullen RWZI's – gelet op het gelijkheidsbegin- sel en de gelijkschakeling met andere lozingen – ook normen krijgen voor de parameters van de heffingenformule die momenteel buiten

Lozingen van bedrijfsafvalwater in de influent- kuil van een RWZI worden beschouwd als lozing op riool, voorzover deze praktijk niet in strijd is met de vergunningsvoorwaarden

Inzake de administratief-technische onderrich- tingen van toepassing op de afwatering van ge- westwegen en de afkoppeling van rioleringsstel- sels kan, naast Vlarem II (afdeling 6.2.1

Bij de evaluatie van de dossiers ingediend door de gemeenten voor het verkrijgen van subsidies voor de aanleg van rioleringen, wordt de toe- passing van de code van goede