• No results found

Vraag nr. 190 van 26 februari 1997 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 190 van 26 februari 1997 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 190 van 26 februari 1997

van de heer JOHAN MALCORPS

Animalia Denderleeuw – Controle – Maatregelen Het vilbeluik Animalia Producten in Denderleeuw heeft inzake milieuvervuiling en milieuhinder een bijzondere reputatie. Na jarenlang aandringen van omwonenden en Milieu-inspectie ging het bedrijf tot sanering over. De toestand inzake milieuvervui-ling en milieuhinder verbeterde weliswaar, maar is zeker nog niet volledig in orde. Zo is er lawaaihin-d e r, vooral 's nachts. Naar verluilawaaihin-dt zou lawaaihin-die afkom-stig zijn van het ontroeten van schoorstenen. Bovendien is er bij omwonenden neerslag van emissies van het bedrijf (vetstoffen, ... ?).

1. Wat zijn de belangrijkste bevindingen bij het toezicht op dit bedrijf in 1995 en 1996 ?

Werden er nog processen-verbaal opgemaakt ? 2. Is er al controle gebeurd inzake de

lawaaihin-der ? Welke maatregelen worden hieromtrent genomen ?

3. Op welke manier worden de emissies in de lucht gecontroleerd ? Wat zijn de belangrijkste bevindingen van die controles ?

4. Welke hoeveelheden afvalstoffen heeft het bedrijf respectievelijk in 1995 en 1996 verwerkt ? Kan daarbij ook de verdeling worden gegeven volgens het land van herkomst ?

Antwoord

1. Er werd een commissie opgericht om het sane-ringsprogramma opgelegd in de milieuvergun-ning van 10 november 1994 te begeleiden. D e commissie heeft als taak toe te zien op de opvolging van het saneringsprogramma, van de reeds geplande en nog te plannen maatregelen en van hun te verwachten effecten, en op de geplande tijdschema's voor de realisatie van wat voorafgaat.

De tien maatregelen die in het saneringspro-gramma werden opgenomen, zijn nu verwezen-l i j k t , met uitzondering van de vooropgezette capaciteit van de nieuwe ontvangst en pasteuri -s a t i e - i n -s t a l l a t i e. Het bedrijf heeft hiervoor een aanvraag tot wijziging van voorwaarden, c o n-form artikel 45 van titel I van het Vlarem, inge-diend bij de vergunningsverlenende overheid,

met de bedoeling de initieel geplande capaciteit niet ten volle te moeten verwezenlijken. D e z e aanvraag wordt nu onderzocht.

Aanvullend aan di t tienpuntenprogramma wer-den onlangs ook enkele brongerichte verbete-ringen uitgevoerd, namelijk :

– de herlokalisatie van de bloedinstallatie naar de centrale productiehal ;

– de sanering van de ontvangst- en verwer-kingseenheid van dierlijk haar ;

– het project "vacuümverdampers" dat de bestaande behandelingsapparatuur voor lucht en water minder zal belasten ;

– de hernieuwing van de gebouwenomhulling van de koude zone, waardoor de luchtdicht-heid van het gebouw wordt verbeterd, en de niet-geleide geur-emissies zullen afnemen. Sommige van deze maatregelen waren dermate drastisch dat zij ongewild aanleiding hebben gegeven tot perioden van verhoogde geur-emmissie. Dit was onder meer het geval bij het openleggen van daken voor de inrichting van nieuwe verwerkingsinstallaties.

De geurhinder in periode met warm weer in 1996 was te wijten aan de extra ventilatie van werkruimten wanneer de reglementaire maxi-male temperatuur werd overschreden. Dit pro-bleem wordt nu grondig aangepakt door een verbeterde isolatie van de warmtebronnen en door een meer doeltreffende afzuiging van de lucht in de lokalen naar de biofilter.

Controle over de uitwerking van alle geur-emis-siebeperkende maatregelen is ingebouwd in de m i l i e u v e r g u n n i n g, meer in het bijzonder in het ministerieel besluit van 9 juni 1995 (AMV/1261/606), via een gefaseerde geurstudie over een periode van drie jaar (in 1998, 1999 en 2000).

In de loop van 1995 en 1996 is door de afdeling Milieu-inspectie één proces-verbaal van over-treding opgemaakt.

2. Bij de behandeling van een geluidsklacht in april 1995 tegen het bedrijf NV Animalia Pro-ducten is de Vlarem-procedure gevolgd.

Na een beperkt akoestisch onderzoek door de afdeling Milieu-inspectie werd op kosten van de exploitant een uitgebreid akoestisch onderzoek

(2)

uitgevoerd door een erkend milieudeskundige, onder controle van een toezichthoudend ambte-naar van de afdeling Milieu-inspectie. Vo l g e n s het eindrapport van de geluidsmetingen werden de richtwaarden van toepassing op deze be-staande inrichting gerespecteerd.

Bovendien hebben de maatregelen tegen geur-hinder, zoals het verbeteren van de gebouwen-omhulling, ook een bijkomend positief effect op de akoestische toestand. De lawaaihinder die 's nachts optreedt, is besproken in een vergade-ring van de in punt 1 genoemde begeleidings-c o m m i s s i e. Volgens de bedrijfsleiding is deze geluidshinder van incidentele aard.

3. De luchtemissies van de stookinstallaties vallen onder de toepassing van de sectorale bepalin-gen van hoofdstuk 5.43 van titel II van het rem. Overeenkomstig de definities van het Vla-rem gaat het hierbij om bestaande, middelgrote s t o o k i n s t a l l a t i e s. Als brandstof wordt gebruik-gemaakt van extra-zware stookolie. Op grond van art. 5.43.3.1 moet worden overgegaan tot emissiemetingen om de drie maanden, ter con-trole van de in art. 5.43.3.1 opgelegde

emissie-grenswaarden voor de parameters "stofdeeltjes totaal", SO2en NOx.

Het bedrijf laat deze metingen uitvoeren door een milieudeskundige in de discipline "lucht". Uit deze metingen blijkt dat voor de parameter "stofdeeltjes totaal" de toepasselijke emissie-grenswaarde nipt wordt gehaald.

Als maatregel tegen deze stofdeeltjesemissie via de schouw en tegen de depositie van roet in de omgeving wordt thans gebruikgemaakt van een brandstof bestaande uit een emulsie van extra-zware stookolie met water.

4. De NV Animalia Producten (sinds 1 maart 1997 de NV Rendac genaamd) heeft in 1995 en 1996 in totaal respectievelijk 343.880 ton en 365.558 ton dierlijk afval verwerkt. Daarvan was respec-tievelijk 270.314 ton of 79 % (1995) en 284.455 ton of 78 % (1996) afkomstig uit het V l a a m s Gewest.

Meer details over de herkomst en over het type dierlijk afval zijn terug te vinden in tabel 1 en 2.

Tabel 1. NV Animalia Producten : verwerkte hoeveelheden dierlijk afval in 1995 (ton), verdeeld volgens herkomst en type

Dierlijk afval (ton) Type

Herkomst Krengen Slacht- Vis- Vetten Been- Haar Bloed Totaal

afval afval Half- deren producten

Vlaams Gewest 68.212 137.697 668 7.406 6.790 8.063 41.478 270.314

(79 %)

Waals Gewest 14.902 21.174 73 – 11.096 23 3.590 50.858

(15 %)

Brussels Hoofdst. Gewest – 2.106 30 – 49 – 848 3.033

(1%) Groot-Hertogdom Luxemburg 2.438 4.344 13 – 1.261 1 449 8.506 (2 %) Frankrijk – 2.615 – – – – 772 3.387 (1 %)

Gebracht door derden – 4.772 187 1.531 1.093 – 199 7.782

(2 %)

Totaal 85.552 172.708 971 8.937 20.289 8.087 47.336 343.880

(3)

Tabel 2. NV Animalia Producten : verwerkte hoeveelheden dierlijk afval in 1996 (ton), verdeeld volgens herkomst en type

Dierlijk afval (ton) Type

Herkomst Krengen Slacht- Vis- Vetten Been- Haar Bloed Totaal

afval afval Half- deren producten

Vlaams Gewest 71.966 146.160 799 8.959 7.832 8.277 40.462 284.455

(78 %)

Waals Gewest 16.083 24.483 199 – 9.207 – 4.752 54.724

(15 %)

Brussels Hoofdst. Gewest – 2.025 43 – 150 – 510 2.728

(1 %)

Groot-Hertogdom Luxemburg 2.849 4.457 – – 1.287 – 525 9.118

(2 %)

Frankrijk – 6.578 – – – 27 2.217 8.822

(2 %)

Gebracht door derden – 3.862 33 820 996 – – 5.711

(2 %)

Totaal 90.898 187.565 1.074 9.779 19.472 8.304 48.466 365.558

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien een dergelijk project niet kan worden uitgevoerd zonder de medewerking van de indus- trie en gezien ook de mogelijke invloed van het Rotterdams industriegebied, dat

Volgens inlichtingen van mijn administratie blijkt dat de werkgroep die in navolging van de geciteer- de studie concrete voorstellen diende uit te wer- k e n , niet meer vergaderd

Op assen die veelvuldig door het openbaar ver- voer worden gebruikt, zijn nu reeds bijkomende maatregelen getroffen om het openbaar vervoer extra te bevoordeligen ; via selectieve

Grensgebied Metallurgie Hoboken – Bestemming De tekst van het koninklijk besluit van 3 oktober 1979 houdende vaststelling van het gewestplan Antwerpen vermeldt uitdrukkelijk,

Heeft de minister opgedragen dat de voorstel- len voor het bijsturen van het beleid en de reglementering die worden opgesteld door de Hoge Raad voor de

Deze visie moet wor- den vertaald naar een gewenste ruimtelijke structuur voor het betrokken stedelijk gebied.. Ook voor de kleinhandelslinten en -concentra- ties

Vliegveldeiland voor Zeebrugge – Projectonderzoek Enkele maanden geleden werd aan het Wa t e r- bouwkundig Laboratorium in Borgerhout de opdracht gegeven tot het maken van

Het is wel duidelijk dat de instandhou- ding van de stranden een exclusief V l a a m s e bevoegdheid is maar dat dit argument ten onrechte wordt gebruikt om deze problematiek