• No results found

Vraag nr. 59van 22 januari 1996van de heer MICHEL DOOMST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 59van 22 januari 1996van de heer MICHEL DOOMST"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 59 van 22 januari 1996

van de heer MICHEL DOOMST

AGD-geschiktheidsuitspraken – Draagwijdte

De Administratieve Gezondheidsdienst (AGD) is nog steeds bevoegd voor de geschiktheidsonderzoeken van de personeelsleden van het Vlaams onderwijs. Het gebeurt meer dan eens dat de dienst Geschiktheden van de AGD uitspraken doet waarmee noch de school, noch het betrokken personeelslid raad weten. Zo gebeurt het meer dan eens dat een definitief ongeschikt verklaarde leerkracht Lichamelijke Opvoeding wordt geacht het vak Biologie te onderwijzen en ook geschikt wordt geacht voor secretariaatswerk.

1. Wat is de waarde van een uitspraak van de dienst Geschiktheden van de AGD ? Is dit een advies waarmee school en personeelslid alle kanten uit-kunnen of is dit een beslissing waarnaar de school en het personeelslid zich moeten schikken ?

2. Indien het een advies is, wat zijn dan de gevolgen voor het personeelslid indien

a) de school in de onmogelijkheid is om bij de opdrachtenverdeling met dit advies rekening te houden ;

b) de school wel in de mogelijkheid is om bij de opdrachtenverdeling met dit advies rekening te houden, maar dit niet wenst te doen ;

c) de school met dit advies wel rekening kan hou-den, maar als de uitvoering van dit advies tot gevolg heeft dat het betrokken personeelslid met een ander ambt wordt belast waaraan een lagere weddeschaal is verbonden en/of wanneer blijkt dat het betrokken personeelslid niet kan worden beschouwd als zijnde vast benoemd voor dit nieuwe ambt ? Dient het personeelslid dit ambt dan op te nemen ? Zo ja, wat is dan zijn statutaire toestand en welke wedde zal hij ont-vangen indien hij dit andere ambt toch uitoe-f e n t ? Zo neen, heeuitoe-ft het personeelslid dan alleen de keuze tussen het opnieuw opnemen van zijn oorspronkelijke ambt of het nemen van ziekteverlof voor zijn volledige opdracht ? 3. Indien het een beslissing is, wat zijn dan de

gevol-gen voor het personeelslid indien

a) de school in de onmogelijkheid is om bij de opdrachtenverdeling met deze beslissing reke-ning houden ;

b) de school wel in de mogelijkheid is om bij de opdrachtenverdeling met deze beslissing reke-ning te houden, maar dit niet doet ;

c) de school met deze beslissing wel rekening houdt, maar als de uitvoering van deze beslissing tot gevolg heeft dat het betrokken personeelslid met een ander ambt wordt belast waaraan een lagere weddeschaal is verbonden en/of wanneer blijkt dat het betrokken personeelslid niet kan worden beschouwd als zijnde vast benoemd voor dit nieuwe ambt ? Dient het personeelslid dit ambt dan op te nemen ? Zo ja, wat is dan zijn

statutaire toestand en welke wedde zal hij ont-vangen indien hij dit andere ambt toch uitoe-f e n t ? Zo neen, heeuitoe-ft het personeelslid dan alleen de keuze tussen het opnieuw opnemen van zijn oorspronkeIijke ambt of het nemen van ziekteverlof voor zijn volledige opdracht ? Antwoord

1. De uitspraak van de dienst Geschiktheden van de Administratieve Gezondheidsdienst is een niet-bin-dend advies. Indien de AGD vaststelt en meedeelt dat een personeelslid ongeschikt is voor het ambt waarin hij/zij benoemd is, maar daarentegen wel geschikt voor een ander bepaald ambt, sluit dit voor het betrokken personeelslid niet ambtshalve het recht in op tewerkstelling in het vermelde ambt. 2. Aangezien het hier gaat om een advies, kan de

onderwijsinstelling hierop slechts ingaan indien dit mogelijk is binnen de organisatie van de onderwijs-instelling en voor zover de decretale en reglemen-taire bepalingen (decreet rechtspositie, voorrangs-regeling, reaffectatie, e.a.) dit toelaten.

Zo zou de onderwijsinstelling binnen de vaste benoeming (leraar secundair onderwijs) van de belanghebbende een wisseling van opdrachten kun-nen doorvoeren om tegemoet te komen aan het advies van de AGD-dienst Geschiktheden. Derge-lijke wisseling van opdrachten gebeurt in overleg met de betrokken personeelsleden.

Mocht het onmogelijk of niet wenselijk zijn om bij de opdrachtenverdeling rekening te houden met het advies uitgebracht door de AGD, dan dient het per-soneelslid ofwel het ambt waarin het vast benoemd is opnieuw op te nemen, ofwel indien hij niet in de mogelijkheid is dit ambt op te nemen verder afwe-zig te blijven wegens ziekte. Indien bij een langduri-ge afwezigheid welangduri-gens ziekte het recht op bezoldigd ziekteverlof uitgeput is, wordt het personeelslid ter beschikking gesteld wegens ziekte en zal het wor-den uitgenodigd voor een onderzoek door de Pen-sioencommissie van de AGD.

Zo het personeelslid vrijwillig overgaat naar een ambt buiten zijn vaste benoeming, zal het worden bezoldigd op grond van de weddeschaal die verbon-den is aan dit ambt.

3. Gelet op het voorgaande vergt deze vraag geen ant-woord.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Is het dan niet zo dat een inrichtende macht ook ver- plicht is alle door een bepaald personeelslid gepresteer- de lesuren te vermelden op zijn document PERS 2, dus ook de

De tot opsluiting of hechtenis veroordeelden kunnen door het Hof van Assisen voor hun leven of voor 10 tot 20 jaar geheel of ten dele ontzet worden van de in artikel 31 van

Wat gebeurt er met een personeelslid dat tijdens zijn aanstelling wordt veroordeeld en wiens getuigschrift bij opvraging niet meer blanco blijkt te zijn.. Wordt er ter zake

Zo neen, zijn er dan reeds maatregelen uitgewerkt om voor de vrouwelijke leden van het onderwijzend perso- neel het borstvoedingsverlof ook in aanmerking te laten komen voor

Indien de bij het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 1995 betreffende de mededeling van de vaste benoeming aan het departement Onderwijs vast- gestelde werkwijze niet

De Raad van State heeft in zijn advies over het ont- werp van besluit van de Vlaamse regering betreffende de mededeling van de vaste benoeming aan het depar- tement

Luidens artikel 10, § 8 van het besluit van de Vlaamse regering (BVR) van 13 september 1989 betreffende de organisatie, de coördinatie en de financiering van de

Onderwijzend personeel – Betaald educatief verlof Artikel 108, § 3 van de herstelwet van 22 januari 1995 houdende sociale bepalingen, stelt dat de afdeling 6 "Toekenning