Vraag nr. 164 van 22 mei 1996
van de heer MICHEL DOOMST
Onderwijzend personeel – Ouderschapsverlof
Vrouwelijke personeelsleden van het onderwijs die borstvoedingsverlof opnemen, ondervinden hiervan sinds 1 september 1993 geen nadeel meer met betrek-king tot de vaststelling van de geldelijke anciënniteit. Dit was zeker een vrouwvriendelijke maatregel van de vorige Vlaamse regering. Zij worden echter wel nog benadeeld tegenover hun collega's uit de andere dien-sten van de openbare sector inzake de vaststelling van hun vakantiegeld en hun eindejaarstoelage.
In de openbare sector werd het borstvoedingsverlof vervangen door het zogenaamde ouderschapsverlof. In tegenstelling tot het borstvoedingsverlof komt het ouderschapsverlof wél in aanmerking voor de vaststel-ling van het vakantiegeld en de eindejaarstoelage. Het is dus duidelijk dat de vrouwelijke personeelsleden werkzaam in het onderwijs benadeeld zijn doordat in hun sector het borstvoedingsverlof nog niet werd ver-vangen door het ouderschapsverlof.
Zijn er al maatregelen uitgewerkt om ook in het onder-wijs het ouderschapsverlof in te voeren ?
Zo neen, zijn er dan reeds maatregelen uitgewerkt om voor de vrouwelijke leden van het onderwijzend perso-neel het borstvoedingsverlof ook in aanmerking te laten komen voor de vaststelling van het vakantiegeld en de eindejaarstoelage ?
Antwoord
Op dit ogenblik wordt het borstvoedingsverlof, inge-voerd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993, nog steeds toegekend aan de vrouwelijke pesoneelsleden van het onderwijs. Dit verlof werd tot-nogtoe niet omgevormd tot ouderschapsverlof.
Ik heb echter mijn administratie opdracht gegeven het door de Vlaamse volksvertegenwoordiger opgeworpen probleem te onderzoeken en mij zo spoedig mogelijk de gepaste voorstellen inzake ouderschapsverlof voor de personeelsleden van het onderwijs voor te leggen.