• No results found

Vraag nr. 144van 8 mei 1996van de heer MICHEL DOOMST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 144van 8 mei 1996van de heer MICHEL DOOMST"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 144 van 8 mei 1996

van de heer MICHEL DOOMST ARGO-doorlichting – Rol stuurgroep

Het Vlaamse regeerakkoord stelt dat de conclusies en de aanbevelingen van het doorlichtingsrapport Ernst and Young van de ARGO zullen worden uitgevoerd. In het artikel "Een ambitieus regeerakkoord" in het Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid lees ik dat "zulke verregaande affirmatie, naast een pluim voor het studiebureau, ook het gevolg is van het sterke engagement van de pluralistisch samengestelde stuurgroep onder leiding van de minister zelf in de doorlichting". Hieruit leid ik af dat eigenlijk de stuur-groep een pluim krijgt omdat ze het onderzoeksbureau goed "gestuurd" heeft.

1. Wat was de juiste taak van deze stuurgroep ? 2. Wat was zijn samenstelling ?

3. Hoe vaak en wanneer heeft deze stuurgroep met het onderzoeksbureau vergaderd ?

Antwoord

De stuurgroep had tot taak, zoals gebruikelijk bij dit soort audits, de voortgang van het onderzoek te bewa-ken vanuit de opdrachtgever, de onderzoeksresultaten te evalueren en de kwaliteit van de studie op te volgen middels het verduidelijken van de vraagstelling en het fungeren als klankbord voor de onderzoekers. Uitdruk-kelijk afgesproken was dat de resultaten van de door-lichting en de aanbevelingen integraal de verantwoor-delijkheid waren van het onderzoeksbureau.

De samenstelling van de stuurgroep :

– voorzitter : L. Van den Bossche, minister vice-presi-dent van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken ;

– leden :

G. Hostens, kabinetschef van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken ;

G. Monard, secretaris-generaal van het departe-ment Onderwijs ;

M. Vansteenkiste, adjunct-kabinetschef van de Vlaamse minister van Cultuur en Brusselse Aange-legenheden ;

A. Severyns, adjunct-algemeen secretaris van de VLOR (Vlaamse Onderwijsraad) ;

J. Heene, algemeen voorzitter van de algemene raad van de VLOR ;

E. Baeten, ere-directeur-generaal van het ministerie van Onderwijs.

De stuurgroep heeft zes keer vergaderd met het onder-zoeksbureau, op volgende data : 8.9.94, 24.10.94, 19.12.94, 6.2.95, 20.2.95 en 27.3.95. De bespreking en eindbespreking van het concept-rapport vond plaats op

30.3.95 en 3.4.95. De voorstelling van het definitieve rapport vond plaats bij persconferentie van 5.4.95.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vlaams minister van Economie, Buitenlands Be- leid, Buitenlandse Handel en Huisvesting

Het is echter zo dat dit decreet bijna uitsluitend handelt over het au- tonoom vrijwilligerswerk, terwijl er voor het inge- bouwd vrijwilligerswerk alleen verwezen wordt naar

Voor het secundair onderwijs werd de terugbetaling gevraagd voor 826 personeelsleden, voor het basisonderwijs voor 379 personeelsleden, hierin niet begrepen

De minister stelt bovendien in zijn antwoord dat het regeerakkoord niet voorziet in de ondersteuning van vormingsprojecten voor personeelsafgevaardigden, omdat dit het terrein is

Door het onderwijsdecreet VI van 21 december 1994 is het de Vlaamse regering mogelijk gemaakt om het decretaal bekrachtigde besluit van de Vlaamse regering aan te passen

Het is inderdaad zo dat alle collegebesluiten, w a a r- onder ook die welke gelet op de bovenvermelde systematiek van het toezicht, niet naar de toezicht- houdende overheid dienen

[r]

Werden er, voor dezelfde periode, ooit decreten goedgekeurd die nooit operationeel zijn gewor- den omdat er nooit uitvoeringsbesluiten werden genomen2. Zo ja, om welke decreten