• No results found

Vraag nr. 63van 24 januari 1996van de heer MICHEL DOOMST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 63van 24 januari 1996van de heer MICHEL DOOMST"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 63 van 24 januari 1996

van de heer MICHEL DOOMST

Uitbreiding van benoeming – Voorrang vastbenoemd onderwijspersoneel

Het decreet inzake de rechtspositie van de personeels-leden van het gesubsidieerd onderwijs stelt dat reeds bij een inrichtende macht vast benoemde personeelsle-den, met het oog op de uitbreiding van hun benoeming, voorrang voor benoeming hebben op tijdelijke perso-neelsleden, indien ze vóór 15 juli te kennen geven zich te beroepen op deze voorrang. Indien ze deze voorrang niet opeisen, verliezen ze dit recht voor de volgende vijf schooljaren.

Wat wordt hier bedoeld met "uitbreiding van benoe-ming" ? Telt alleen het volume van benoeming of bedoelt men een uitbreiding van benoeming in het ambt waarvoor men al gedeeltelijk is benoemd ? Betekent deze regel dat de deeltijds vastbenoemde per-soneelsleden elk jaar deze voorrang dienen op te eisen, ook al werden er geen ambten of vakken vacant ver-klaard waarvoor ze aan de voorwaarden voldoen om te worden benoemd ? Of betekent deze regel dat deze personeelsleden, willen zij hun voorrangsrecht voor een periode van vijf schooljaren niet verliezen, hun voor-rangsrecht telkens dienen op te eisen wanneer ambten of vakken vacant worden verklaard waarvoor zij aan de voorwaarden voor vaste benoeming voldoen ?

Werden er reeds concrete richtlijnen ter zake uitge-vaardigd ?

Antwoord

Artikel 35 van het decreet rechtspositie personeelsle-den gesubsidieerd onderwijs legt de voorrangsregels vast voor vaste benoemingen in wervingsambten. Onder meer wordt in §3 van het artikel gesteld dat een bij een inrichtende macht vastbenoemd personeelslid, met het oog op de uitbreiding van zijn vaste benoe-ming, voorrang heeft op een tijdelijk personeelslid. Om te begrijpen wat wordt verstaan onder "uitbreiding van vaste benoeming", moet worden verwezen naar artikel 32 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs. Dit artikel bepaalt de draag-wijdte van een verkregen vaste benoeming.

De draagwijdte van een vaste benoeming in een bepaald ambt (bijvoorbeeld leraar) is steeds beperkt tot het ambt zelf, maar ook tot het aantal uren waar-voor men in dit ambt vastbenoemd is. Een toename van de omvang van de opdracht waarvoor een personeelslid vastbenoemd is, betekent dus steeds een "uitbreiding van benoeming".

Voor een personeelslid dat in het ambt van leraar werd benoemd, is de benoeming bovendien beperkt tot alle vakken en specialiteiten van dat ambt waarvoor het betrokken personeelslid het vereiste bekwaamheidsbe-wijs heeft. Indien het personeelslid werd benoemd op grond van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, geldt zijn benoeming bovendien voor het vak of de spe-cialiteit waarvoor het met een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs werd benoemd. Een "uitbreiding

van benoeming" is nodig indien het gaat om een vak of specialiteit waarvoor het personeelslid beschikt over een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, maar waarin het zijn opdracht niet uitoefende op het ogen-blik van een vorige vaste benoeming.

Een "uitbreiding van benoeming" in een wervingsambt is enkel mogelijk in een betrekking die de inrichtende macht na 1 februari en vóór 31 maart als vacant heeft meegedeeld aan de personeelsleden die voldoen aan de benoemingsvoorwaarden. Een personeelslid dat derge-lijke mededeling heeft ontvangen, kan zich binnen de voorgeschreven termijn kandidaat stellen.

Een personeelslid dat reeds benoemd is bij de betrok-ken inrichtende macht, kan (overeenkomstig bovenver-meld artikel 35 § 3) bovendien een voorrang laten gel-den op tijdelijke personeelslegel-den. Wanneer het betrok-ken personeelslid niet vóór 15 juli te betrok-kennen geeft een beroep te willen doen op deze voorrang, dan geldt deze afstand van voorrangsrecht voor een periode van vijf schooljaren. De inrichtende macht kan weliswaar instemmen met een kortere termijn.

Indien geen mededeling van vacante betrekkingen heeft plaatsgehad, is het niet nodig om dit voorrangs-recht inzake vaste benoeming in te roepen opdat dit recht voor de volgende vijf schooljaren gevrijwaard zou blijven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Anciënniteit onderwijspersoneel – Berekeningswijze Voor de vaststelling van de sociale anciënniteit van vastbenoemde personeelsleden wordt een onderscheid gemaakt

Tijdens de parlementaire voorbereiding en besprekin- gen van de wet van 30 maart 1995 betreffende de net- ten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van

In het artikel "Een ambitieus regeerakkoord" in het Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid lees ik dat "zulke verregaande affirmatie, naast een

De Raad van State heeft in zijn advies over het ont- werp van besluit van de Vlaamse regering betreffende de mededeling van de vaste benoeming aan het depar- tement

5 van 18 april 1967 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van de toelagen, en het besluit van de Vlaamse regering van 9 januari 1991 houdende

Voor het secundair onderwijs werd de terugbetaling gevraagd voor 826 personeelsleden, voor het basisonderwijs voor 379 personeelsleden, hierin niet begrepen

Zij worden hierin ondersteund door de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen (WVVH) die onder meer een brochure ter zake ontwikkelde. De WVVH ontvangt

De minister stelt bovendien in zijn antwoord dat het regeerakkoord niet voorziet in de ondersteuning van vormingsprojecten voor personeelsafgevaardigden, omdat dit het terrein is