• No results found

Vraag nr. 167 van 22 mei 1996 van de heer MICHEL DOOMST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 167 van 22 mei 1996 van de heer MICHEL DOOMST"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 167 van 22 mei 1996

van de heer MICHEL DOOMST

Onderwijzend personeel – Verplaatsingskosten navor-mingsactiviteiten

Voor de personeelsleden van het onderwijs worden geregeld navormingsprojecten georganiseerd. De per-soneelsleden worden hierover meestal ingelicht via de koepelorganisaties, die deze vormingsprojecten meestal ook organiseren. Geregeld wordt in deze mededelingen van de koepels gesteld dat de kosten van verplaatsing moeten worden gedragen door de inrichtende machten van de deelnemende personeelsleden. Het komt echter even geregeld voor dat de inrichtende machten weige-ren deze kosten te vergoeden.

Is een werkgever niet verplicht de kosten voor het vol-gen van een navormingscursus te vergoeden ?

Bestaan er concrete richtlijnen ter zake ? Antwoord

Luidens artikel 10, § 8 van het besluit van de Vlaamse regering (BVR) van 13 september 1989 betreffende de organisatie, de coördinatie en de financiering van de navormingsactiviteiten voor de personeelsleden van het onderwijs en van de psycho-medisch-sociale centra, kunnen personeelsleden die de navormingsactiviteiten bijwonen de terugbetaling van hun reiskosten verkrij-gen op basis van de kostprijs van een treinticket 2de klasse en/of van ander openbaar vervoer. Indien de verplaatsing wordt gemaakt met een eigen vervoermid-del, dan wordt de terugbetaling berekend op basis van de kostprijs van een treinticket 2de klasse voor het afgelegde traject. Deze kosten worden aangerekend op de dotaties, toelagen en bedragen die de onderwijsnet-ten ontvangen voor de financiering van de navormings-activiteiten (art. 77 decreet van 5 juli 1989 betreffende het onderwijs – artikel 11, § 2, 3°, BVR 13 september 1989).

Indien in de kostprijs van het navormingsproject geen reiskosten zijn opgenomen, wordt de inrichtende mach-ten aangeraden hun personeelsleden voor deze reiskos-ten te vergoeden (zie omzendbrief van 15 januari 1992 betreffende de organisatie van de navorming).

Uit de samenlezing van het besluit van de Vlaamse regering van 13 september 1989 en de omzendbrief van 15 januari 1992 blijkt dat de deelnemers aan een navor-mingsactiviteit recht hebben op terugbetaling van de reiskosten indien ze opgenomen zijn in de kostprijs van het project. Zoniet, dan bestaat er geen recht op terug-betaling. Het departement Onderwijs beveelt de inrich-tende machten deze terugbetaling wel aan. Als basis voor de terugbetaling geldt de kostprijs van een trein-ticket 2de klasse of van ander openbaar vervoer.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het artikel "Een ambitieus regeerakkoord" in het Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid lees ik dat "zulke verregaande affirmatie, naast een

Is het dan niet zo dat een inrichtende macht ook ver- plicht is alle door een bepaald personeelslid gepresteer- de lesuren te vermelden op zijn document PERS 2, dus ook de

De tot opsluiting of hechtenis veroordeelden kunnen door het Hof van Assisen voor hun leven of voor 10 tot 20 jaar geheel of ten dele ontzet worden van de in artikel 31 van

Wat gebeurt er met een personeelslid dat tijdens zijn aanstelling wordt veroordeeld en wiens getuigschrift bij opvraging niet meer blanco blijkt te zijn.. Wordt er ter zake

Zo neen, zijn er dan reeds maatregelen uitgewerkt om voor de vrouwelijke leden van het onderwijzend perso- neel het borstvoedingsverlof ook in aanmerking te laten komen voor

Indien de bij het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 1995 betreffende de mededeling van de vaste benoeming aan het departement Onderwijs vast- gestelde werkwijze niet

De Raad van State heeft in zijn advies over het ont- werp van besluit van de Vlaamse regering betreffende de mededeling van de vaste benoeming aan het depar- tement

Onderwijzend personeel – Betaald educatief verlof Artikel 108, § 3 van de herstelwet van 22 januari 1995 houdende sociale bepalingen, stelt dat de afdeling 6 "Toekenning