Vraag nr. 59 van 8 januari 1996
van de heer LEO CANNAERTS Rusthuizen – Jaarrekeningen
Het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 1989 bepaalt dat de instellingen voor bejaarden jaar-lijks een jaarrekening moeten opstellen, volgens de normen van de boekhoudwet en met een aangepast rekeningstelsel, Deze jaarrekening moet uiterlijk op 30 juni na afsluiten worden overgemaakt aan de Vlaamse administratie.
De betrokken instellingen hebben kosten noch moeite gespaard om een degelijke informatieverstrekking te realiseren. Nochtans is er vanuit de administratie nog weinig of geen reactie gekomen op de ingediende jaar-rekeningen.
Uiteraard heeft dergelijke berichtgeving slechts zin als er opvolging aan wordt gegeven. In een tijd waar de stijging van de dagprijzen in deze instellingen geregeld in vraag wordt gesteld, lijkt mij een vakkundige studie ter zake meer dan nodig.
1. Hoeveel rustoorden en andere voorzieningen die onderworpen waren aan het besluit hebben de gevraagde jaarrekeningen per 31 december 1994 tij-dig – uiterlijk op 30 juni 1995 – ingediend ? Hoe-veel waren laattijdig en hoeHoe-veel instellingen blijven tot op heden nog altijd in gebreke ?
2. Wordt er controle uitgeoefend op de verstrekte informatie, opdat het rekeningstelsel dat wordt opgelegd en de waarderingsregels die worden toe-gepast, uniform zouden zijn ?
3. Kan de minister de belangrijkste conclusies meede-len die uit de verstrekte informatie werden gedistil-leerd ?
Antwoord
Ik ben het volledig eens dat de boekhoudkundige ana-lyse van de gegevens een schat aan informatie oplevert, zowel op het niveau van het beheer van de individuele instellingen als op beleidsniveau. Ook in de "zachte sector" wordt immers het belang erkend van een dege-lijk management dat stoelt op een efficiënte aanwen-ding van de beschikbare middelen. Ook met betrekking tot de kostenbeheersing en kostprijsbepaling zijn de jaarrekeningen een nuttig instrument. Ik wil er hier wel aan toevoegen dat inzake de vaststelling en de controle van de dagprijzen het federale ministerie van Economi-sche Zaken bevoegd is.
De aandacht mag daarbij niet uitsluitend op de bejaar-densector worden toegesplitst, ook gezondheidszorg, kinderopvang, bijzondere jeugdzorg, gehandicapten-voorzieningen en de algemene welzijnsgehandicapten-voorzieningen dienen daarbij eveneens aan bod te komen.
De beleidsrelevantie van een degelijke boekhoudkun-dige doorlichting moet voor mij zeker niet meer wor-den aangetoond. De afstemming en uniformisering van de verschillende reglementeringen, waar mogelijk, is niet uitsluitend een aangelegenheid voor de boekhou-ding.
Met betrekking tot het werkjaar 1994 ontving de admi-nistratie 368 jaarrekeningen van rusthuizen, dit staat voor 53 % van de erkende rusthuizen. Wat de service-flatgebouwen betreft waren er dit 39 of 39 % van het aantal erkende serviceflatgebouwen.
Er gebeurt geen algemene en systematische controle op de boekhoudingen, doch de gegevens worden wel dege-lijk verwerkt.
In de loop van februari 1996 wordt een studie gefinali-seerd die door de Vlaamse Gemeenschap werd besteld bij het Hoger Instituut voor de Arbeid en het RUCA : "Onderzoek naar de dagprijsverschillen in de rusthui-zen, de verschillende verklarende factoren en het effect van de overheidssubsidiëring in de prijsbepaling en de repercussie op de kwaliteit". Hiertoe werden onder andere de boekhoudingen van een aantal rusthuizen geanalyseerd op basis van een representatieve steek-proef.
Zodra de studie gepubliceerd is, zal ik het Vlaams par-lementslid een exemplaar ervan laten bezorgen.