Vraag nr. 103 van 4 juli 1996
van de heer LEO CANNAERTS
KMO-zone Misstraat Berlaar – Impulsgebiedensteun In het kader van het impulsgebiedenbeleid kende de Vlaamse regering op 24 november 1993 het statuut van bedrijventerrein toe aan de KMO-zone Misstraat in Berlaar (impulsgebied Heist-op-den-Berg). Het betreft een project van 14,5 hectare dat in opdracht van het gemeentebestuur wordt uitgevoerd door de intercom-munale Igemo. Aan het project werd een subsidie van 21,76 miljoen frank economische expansie en 24,48 mil-joen frank impulsgeld gekoppeld.
Nu, bijna drie jaar later, is er nog altijd geen begin van uitvoering. Hierdoor zou de impulssteun verloren kun-nen gaan. Tevens bestaat het risico dat, met het nieuwe Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voor ogen, de bestemming van de bedoelde terreinen in gevaar komt. Ten slotte kan met een dergelijke vertraging de effi-ciëntie van de impulsmaatregelen in vraag worden gesteld.
1. Hoelang kunnen er nog impulsgelden worden uitge-keerd ? In welk stadium moet het project zich bevinden opdat het eindsaldo kan worden uitbe-taald ?
2. Wordt de uitwerking van de impulsprojecten vanuit de administratie Economie opgevolgd ? Zo ja, wordt er van hieruit medewerking verleend tot bespoediging van deze projecten ?
Antwoord
Met akkoord van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid heb ik de uitvoerings-termijn van het stimuleringsprogramma voor de impulsgebieden verlengd. Daardoor kunnen de pro-motoren kostenstaten indienen tot uiterlijk 31 juli 1998. De kosten na 30 juni 1998 worden niet meer in aanmer-king genomen. De GOM's (gewestelijke ontwikkelings-maatschappijen) kunnen nog betalingsaanvragen indie-nen tot uiterlijk 31 oktober 1998 en leggen uiterlijk op 31 december 1998 gedetailleerde uitvoeringsstaten voor.
Deze bepalingen gelden zowel voor nieuwe projecten als voor verlengingen van reeds goedgekeurde projec-ten.
Aangezien voor het project "KMO-zone Misstraat, Berlaar" de uitvoeringstermijn werd verlengd door middel van een addendum bij de cofinancieringsover-eenkomst, zijn bovenvermelde bepalingen ook van toe-passing voor dit project.
Zoals bepaald in de cofinancieringsovereenkomst tus-sen de GOM-Antwerpen en Igemo, zal het eindsaldo van 20 % aan de promotor ter beschikking worden gesteld "na akkooord van de commissaris van de Vlaamse regering bij de GOM-Antwerpen en op voor-waarde dat de promotor bewijst dat het saldo verschul-digd is ingevolge de besteding van het geheel der kos-ten".
De administratie Economie volgt de impulsdossiers maar van nabij tot het moment van goedkeuring. Vanaf dat moment wordt het project immers het voorwerp van een overeenkomst tussen de promotor en de betrokken GOM.