Vraag nr. 423 van 8 juli 1997
van de heer LEO CANNAERTS
Heffing leegstaande bedrijfsruimten – Indexering De belasting op leegstaande en verwaarloosde b e d r i j f s r u i m t e n , ingesteld bij decreten van 19 april 1995 (Belgisch Staatsblad 13 september 1995) en van 20 december 1995 (Belgisch Staatsblad 31 december 1996) voorziet in de "indexering van de belasting volgens de index der consumptieprijzen". Anderzijds wordt de belasting geheven op basis van het "geïndexeerd kadastraal inkomen" van het betrokken onroerend goed, met weliswaar een absoluut minimumbedrag.
De toepassing van dit decreet leidt tot een dubbele i n d e x a t i e, namelijk eenmaal volgens de index der consumptieprijzen en een tweede keer volgens de normale jaarlijkse indexering van de kadastrale inkomens.
Kan de minister mij meedelen op welke manier de berekening van de verschuldigde belasting zal geschieden ?
Antwoord
Het decreet op de verlaten bedrijfsruimten voor-ziet in een indexatie van het kadastraal inkomen en een indexatie van de heffing.
Artikel 2, punt 13 van het decreet luidt : " K a d a s-traal inkomen : het kadass-traal inkomen aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen zoals bedoeld in artikel 518 van het Wetboek op de I n k o m s t e n b e l a s t i n g " . De toepassing van het index-cijfer van de consumptieprijzen gebeurt uiteraard op het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen. Er is dus geen sprake van een dubbele indexatie van het kadastraal inkomen.
Artikel 16 van het decreet bepaalt onder andere : "De bedragen van de heffing zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen".
Er is dus wel een "dubbele" indexatie in die zin dat zowel het kadastraal inkomen als de heffing wor-den geïndexeerd.