Vraag nr. 149
van 4 december 1997
van de heer LEO CANNAERTS Fietspaden – Behoefteanalyses
Bij het opstellen van het driejarenprogramma Openbare Werken wordt er naar verluidt inzake de aanleg of verbetering van fietspaden rekening gehouden met recente behoefteanalyses, om aan de hand hiervan de prioriteiten vast te leggen.
1. Wie of welke dienst stelt de behoefteanalyses op ?
2. Wat zijn de criteria en hoe zwaar weegt elk cri-terium door ?
3. Wanneer worden de resultaten herzien ?
4. Zijn de resultaten ervan bindend voor de priori-teit van uitvoering, of zijn er nog andere ele-menten die spelen bij de besluitvorming voor het investeringsprogramma ?
Antwoord
1. De behoefteanalyse is een beleidsinstrument ontwikkeld om op basis van objectieve parame-ters en criteria prioriteiten te stellen en keuzen te maken, in casu bij het opstellen van het pro-gramma We g e n i n f r a s t r u c t u u r. De methodiek zelf werd opgesteld door een stuurgroep onder leiding van de directeur-generaal van de admi-nistratie Wegen en Verkeer en waarin alle afde-lingen van deze administratie zijn vertegen-woordigd.
Deze stuurgroep is overigens ook belast met de verfijning en verdere uitwerking van de metho-diek.
De toepassing van de methodiek op de geïnven-tariseerde behoeften gebeurt in analyses waar-voor de basisgegevens en de berekeningen wor-den aangedragen en uitgevoerd door de provin-ciale afdelingen. De conformiteit hiervan wordt gevalideerd onder leiding van de afdeling Wegenbeleid en Beheer.
2. Op dit ogenblik zijn er criteria voorhanden voor de bepalingen van prioriteiten voor onderhoud van het patrimonium, voor gevaarlijke kruis-p u n t e n , voor doortochten en voor fietskruis-paden. Die zullen overigens worden verfijnd op grond van de gedane bevindingen en tevens worden
uitgebreid naar andere programmathema's, zoals bijvoorbeeld carpoolparkings. O o k g e l u i d s s c h e r m e n , beplantingen en dergelijke meer, komen hiervoor in aanmerking.
Het huidige startdocument werd als bijlage toe-gevoegd. Het is aan herziening toe, maar hierin kan men zien welk gewicht aan de meerdere cri-teria in de diverse rubrieken werd toegekend. 3. De resultaten voor de diverse projecten worden
pas herzien in het licht van de voorvernoemde verfijning van de gebruikte methodiek.
4. Er wordt naar gestreefd om de resultaten een bindend karakter te geven, maar dit kan zeker niet als absoluut worden beschouwd, aangezien meerdere (externe) factoren de uitvoering mede bepalen, zoals onder andere onteigenin-g e n , de onteigenin-gezamenlijke uitvoerinonteigenin-g van werken (Aquafin) en dergelijke meer.
Alleszins is het afsluiten van een mobiliteitscon-venant tevens medebepalend voor het invoeren van projecten die opgenomen zijn op het inves-teringsprogramma en waarvoor het afsluiten van een bijakte noodzakelijk is.
( B ovenvermelde bijlage ligt ter inzage bij het secre tariaat van het Vlaams Pa r l e m e n t , dienst Sch r i f t e l i j -ke Vragen – red.)