• No results found

Vraag nr. 128van 19 juni 1996van de heer LEO CANNAERTS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 128van 19 juni 1996van de heer LEO CANNAERTS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 128 van 19 juni 1996

van de heer LEO CANNAERTS

IWT-steun – Voorwaarde inzake eigen inbreng

Via het Vlaams Instituut voor de Bevordering van het Wetenschappelijk Technologisch Onderzoek in de Industrie (IWT) kan wetenschappelijk onderzoek wor-den ondersteund, op voorwaarde dat er een eigen inbreng is in het project. Deze privé-inbreng gebeurt normaliter in liquide middelen. In sommige gevallen evenwel beschikken de promotoren uitsluitend over hun kennis en werk als inbreng, en is er pas een omzet-ting in liquiditeiten indien het project een positieve afloop kent. In afwachting daarvan zijn zij, ondanks hun diploma en ervaring, dikwijls bereid om enkele jaren voor een minimumloon te werken ten bate van het project.

In dergelijke financiële context bereiken de promoto-ren met dit soort inbpromoto-reng echter zelden hun percentage aan eigen aandeel. Dit probleem zou kunnen worden opgelost door een normale bezoldiging toe te kennen, maar met de uitbetaling te wachten tot het project geslaagd is. In dat geval echter moeten de betrokkenen reeds belastingen betalen op inkomsten die nog niet gerealiseerd zijn.

De vennootschapswetgeving voorziet niet in de moge-lijkheid om "een belofte tot arbeid" als inbreng in natu-ra te kwalificeren. Is dit wel mogelijk binnen de context van IWT-steun ?

Antwoord

Het FIOV-besluit (Fonds voor Industrieel Onderzoek in Vlaanderen) voorziet in de verstrekking van terug-vorderbare renteloze voorschotten voor onderzoek naar of ontwikkeling van prototypes, nieuwe produkten of produktieprocédés. Dit voorschot bedraagt stan-daard 50 % en maximaal 80 % van de aanvaardbare brutokosten van het project. Het bruto subsidie-equiva-lent van het voorschot bedraagt ten hoogste 25 % van de aanvaarde brutokosten van het project, verhoogd met 10 % voor een KMO (kleine of middelgrote onder-neming).

Onder brutokosten wordt verstaan "het geheel van de uitgaven die verband houden met het onderzoekspro-ject". In de bijlage van het FIOV-besluit worden de personeelkosten verder gespecificeerd als de directe brutosalarissen of -lonen met inbegrip van de wettelijke verplichte werknemers- en werkgeversbijdragen, maar exclusief extra-legale voordelen". Als dusdanig laat het besluit geen ruimte om "een belofte tot arbeid" als inbreng in natura binnen een project als brutokosten te aanvaarden.

Het voorstel waarbij de zaakvoerders zichzelf een nor-male bezoldiging toekennen, maar waarbij met de uit-betaling gewacht wordt tot het project geslaagd is, zou het inderdaad mogelijk maken deze personeelkosten op een door het IWT verifieerbare manier in te bren-gen. Deze oplossing wordt door de Vlaamse volksverte-genwoordiger echter niet voldoende geacht, "aangezien in dat geval de betrokkenen nu reeds belasting moeten betalen op inkomsten die nog niet zijn gerealiseerd".

Er dient echter opgemerkt te worden dat de belasting op arbeid in elk project deel uitmaakt van de brutokos-ten (subsidieerbare basis) en als dusdanig in elk project mee wordt gefinancierd. De keuze is dan ook duidelijk : ofwel worden de kosten effectief gemaakt en kunnen ze, inclusief belastingen, mee worden gefinancierd, ofwel worden geen personeelskosten gemaakt, worden er geen belastingen betaald en kunnen deze (niet bestaande) kosten ook niet ingebracht worden in het project.

De subsidiëring van een onderzoeksproject kan worden gemotiveerd vanuit de bekommernis de financiële risi-co's die gepaard gaan met deze activiteit, te verminde-ren. Een subsidiëring van "een belofte tot arbeid" zou echter het financiële risico van het onderzoeksproject bijna uitsluitend bij de overheid leggen, aangezien de subsidiëring zou volstaan om alle effectief gemaakte kosten te financieren. Op deze wijze zou het evenwicht tussen de financiële inbreng van enerzijds het bedrijf en anderzijds de overheid, worden verstoord.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een uitzondering moet wel worden gemaakt voor de ingekohierde aanslagen in de onroerende voorheffing waarvoor, door middel van een bezwaarschrift, om vrijstelling van

Gevraagd wordt dan om visueel – aan de hand van deze aldus aangevulde kadasterplannen – de onbebouwde percelen uit te zoeken die gelegen zijn in de woongebieden van

De opdracht van de NV Aquafin in het kader van het Rio-programma is duidelijk omschreven in het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1996 houdende vaststelling

Artikel 16 van het decreet bepaalt onder andere : "De bedragen van de heffing zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen".. Er is dus wel een

Er werd in 1997 over 285 subsidieaanvragen gunstig beslist met betrekking tot het toeken- nen van expansiesteun aan ecologie-investerin- gen ; dit aantal aanvragen

Per familiale ven- nootschap wordt, indien zij aan deze twee voor- waarden voldoet, door de administratie een attest inzake tewerkstelling en kapitaal afgeleverd waar- op het

Reeds vorig jaar gaf ik de opdracht aan de afdeling Monumenten en Landschappen om een jaarlijkse planning op te stellen voor de dossiers en daarenboven voor duidelijke

De extra kredieten die thans voor wegeninfra- structuur ter beschikking worden gesteld, l a t e n onder meer toe een aantal projecten van struc- tureel onderhoud versneld