Vraag nr. 31 van 8 januari 1996
van de heer WILFRIED AERS BRTN-berichtgeving – Zaak Claes
In de zaak Claes speelde de BRTN de rol van propa-gandacentrale ten voordele van de voormalige secreta-ris-generaal van de NAVO. De feiten die de heer Claes ten laste werden gelegd, werden door de BRTN steeds weer geminimaliseerd. Vooral na de verwijzing van de heer Claes naar het Hof van Cassatie is dit sterk opge-vallen.
Enkele voorbeelden.
– Vrijdag 20 oktober, Radio 1, uitzending "Actueel" na het nieuws van 18 uur : professor Luc Huyse komt aan het woord om uit te leggen dat de corrup-tie vooral ook op andere vlakken moet worden aan-gepakt.
– Zaterdag 21 oktober, Radio 1, uitzending "Voor de dag" na het nieuws van 8 uur : de BRTN laat een aantal mensen uit Hasselt aan het woord. Toevallig zijn dit allemaal mensen die het voor Claes opne-men.
– Zondag 22 oktober, TV1, uitzending "De zevende dag" : Willy Claes komt in een interview aan het woord om zijn versie van de feiten te brengen en vooral om kritiek op de beslissing van de Kamer te uiten.
– Maandag 23 oktober, Radio 1, uitzending "Voor de dag" : er wordt een confrontatie aangekondigd tus-sen Elsevier-journalist Hugo Camps en Willy Claes omtrent het interview dat in Elsevier Magazine is verschenen. Na het nieuws van acht uur komt ech-ter alleen Willy Claes aan het woord. Hij herhaalt wat hij op zondag in "De zevende dag" heeft ver-teld.
Waarom liet de BRTN in al deze programma's uitslui-tend de heer Claes aan het woord en niemand van het parlement of van de speciale commissie ?
Waarom ging op maandag 23 oktober in de uitzending "Voor de dag", na het nieuws van acht uur, het debat tussen Claes en Hugo Camps niet door ? Dit debat was nochtans net voor 8 uur aangekondigd.
Antwoord
De BRTN heeft over de Agusta-zaak, inclusief het ont-slag van de heer W. Claes, objectief veront-slag uitgebracht. Een evaluatie kan alleen gebeuren op grond van de volledige verslaggeving, die zich, zoals bekend, over vele maanden uitstrekt. In die lange periode zijn door de BRTN alle betrokkenen ondervraagd en aan het woord gelaten in een evenwichtige verhouding, zowel bij radio als bij televisie.
De heer Claes heeft zich maandenlang, terwijl het onderzoek liep, op de achtergrond gehouden. Zijn ver-wijzing naar het Hof van Cassatie en zijn ontslag bij de NAVO waren op 19 oktober en de volgende dagen belangrijk nieuws, te meer daar de heer Claes op dat
ogenblik wel de pers wilde te woord staan. Dat de BRTN aan die gebeurtenis vanuit diverse invalshoeken heel wat aandacht besteedde is volkomen normaal. Het feit dat "De zevende dag" kon uitpakken met een exclusief gesprek met W. Claes was een prestatie, die door andere omroepen werd benijd. In de gegeven omstandigheden was het ondenkbaar om W. Claes met andere gesprekspartners te confronteren. In de mate van wat menselijk mogelijk was hebben de BRTN-jour-nalisten voldoende tegenwind gegeven. De leden van de speciale commissie hadden de voorafgaande dagen ruim de tijd gekregen om hun standpunt en inderdaad hun dilemma toe te lichten. Het feit dat de BRTN op basis van reeds lang aanvaarde criteria ruime zendtijd uittrekt om iemand te ondervragen, betekent uiteraard niet dat de BRTN zijn standpunten aankleeft of hem een tribune wilt geven.
Het interview met de heer Claes in het Radio 1-pro-gramma "Voor de dag" van maandag 23 oktober was vooraf opgenomen. Het aangekondigde gesprek tussen de heren Claes en Camps kon niet doorgaan omdat één van de gesprekspartners op de valreep onbereikbaar was.