Vraag nr. 119 van 29 maart 1996
van de heer WILFRIED AERS
Opleiding Kinderverzorging – Vlamingen en migranten Na drie jaar en een groot aantal onbetaalde stage-uren, kunnen Vlaamse meisjes het brevet halen van kinder-verzorgster. Migrantenvrouwen zouden echter na twee jaar deeltijds werken en leren een diploma A2 ontvan-g e n . Dit diploma is meer waard dan een brevet van kin-derverzorgster.
Zijn de bovenvermelde gegevens juist en, indien dit het geval is, wat is de bedoeling van deze regeling ? Is dit geen discriminatie van onze Vlaamse meisjes ?
Antwoord
1. De opleiding voor kinderverzorgster wordt alleen aangeboden in het voltijds secundair onderwijs, meer bepaald in de derde graad van het beroepsse-cundair onderwijs. Deze opleiding duurt twee jaar. Ik wil er nog aan toevoegen dat de opleiding Kin-derverzorging in herstructurering i s en wordt samengevoegd met de opleiding Gezins- en Sanitai-re Hulp tot de opleiding Verzorging. Deze herstruc-turering wordt afgerond in het schooljaar 1996-1997. De voorwaarden voor het behalen van het studiegetuigschrift van (kinder)verzorging zijn het-zelfde voor autochtone (Vlaamse) en allochtone meisjes.
2. Uit de vraag van het Vlaams parlementslid kan ik opmaken dat het verwijst naar het project "alterne-rende opleiding voor laaggeschoolde vrouwen". In dit project volgen 100 laaggeschoolde (autochtone en allochtone) kansarmen gedurende twee jaar deeltijds een opleiding tot opvoed(st)er Bijzondere Jeugdzorg/Jeugd en Gehandicaptenzorg. Naast hun opleiding werken de cursisten ook deeltijds.
De opleiding wordt georganiseerd in het onderwijs voor sociale promotie dat zich op volwassenen richt. Het onderwijs voor sociale promotie (OSP) maakt het mogelijk opleiding en werk te combineren. Het staat open voor autochtone en allochtone Vlamin-gen.
In het project "alternerend leren voor laaggeschool-de kansarmen" worlaaggeschool-den laaggeschool-de cursisten van nabij gevolgd via de methodiek van de trajectbegeleiding, en dit zowel in de opleiding als op de werkplaats. Dit is nodig om de hoge uitval tegen te gaan. 3. In het project voor laaggeschoolde kansarmen
zit-ten 30 migranzit-tenvrouwen die deeltijds werken in k i n d e r d a g v e r b l i j v e n . De tewerkstelling wordt geor-ganiseerd door het Vlaams Centrum voor Integratie van Migranten, in samenwerking met Kind en Gezin.
4. Er is helemaal geen aparte regeling. In beide oplei-dingen zijn de toelatingsvereisten en diplomavereis-ten voor autochtone en allochtone Vlamingen dezelfde. Ook de vergelijking tussen de opleidingen loopt mank. De opleiding voor kinderverzorging richt zich op leerplichtige jongeren, de opleiding tot opvoeder in OSP is voorbehouden voor
volwasse-n e volwasse-n . Wel is het zo dat afgestudeerdevolwasse-n uit beide opleidingen soms dezelfde jobs doen.
5. Aangezien de opleidingen geen onderscheid maken tussen autochtonen en allochtonen en aangezien er zowel autochtone als allochtone Vlamingen aan deelnemen, zie ik geen discriminatie. Zelfs niet van de migranten.