• No results found

Vraag nr. 66van 29 maart 1996van de heer PIETER HUYBRECHTS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 66van 29 maart 1996van de heer PIETER HUYBRECHTS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 66 van 29 maart 1996

van de heer PIETER HUYBRECHTS

Hervorming sociale zekerheid – Ministeriële verklarin-gen

Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van het Vlaams Eco-nomisch Verbond, ging de minister in de clinch met federaal premier Dehaene over de hervorming van de sociale zekerheid. De minister wist onder meer te zeg-gen dat "bij de hervorming van de sociale zekerheid, geen sprake kan zijn van perverse effecten die de groei-kansen van de Vlaamse ondernemingen zouden afrem-men". Ook moest, volgens de minister, de Vlaamse Gemeenschap behoorlijke fiscale bevoegdheden krij-gen.

Aan welke "perverse effecten die, bij de hervorming van de sociale zekerheid, de groeikansen van de Vlaamse ondernemingen zouden afremmen" dacht de minister ?

Aan welke maatregelen dacht hij, waarmee zulke "per-verse effecten" voor de groeikansen van de Vlaamse ondernemingen eventueel zouden kunnen verhinderd worden ?

Wat verstond de minister onder "behoorlijke fiscale bevoegdheden" ?

Aan welke werkwijze dacht de minister om die bevoegdheden te verkrijgen ? Aan welke termijn ? Antwoord

In mijn toespraak op de nieuwjaarsbijeenkomst van het Vlaams Economisch Verbond ben ik als minister van Economie ingegaan op de moeilijke economische situa-tie. Tegelijk heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om mijn beleid toe te lichten. Dit "strategisch vernieuwingsbeleid" is erop gericht van Vlaanderen een ondernemend land te maken.

Een van de problemen waarmee onze Vlaamse econo-mie kampt, zijn de hoge loonkosten. Die zorgen ervoor dat onze groei veel minder arbeidsintensief is dan in onze buurlanden. In dit verband heeft de Vlaamse regering een voorstel uitgewerkt om een bijkomende fiscale aftrek toe te staan aan bedrijven uit de be- en verwerkende nijverheid, op voorwaarde dat ze de tewerkstelling behouden of uitbreiden. Met de federale overheid en de andere gewestregeringen zal over dit voorstel worden gepraat. Het is immers de bedoeling dat het federale parlement de maatregel wettelijk mogelijk maakt, waarbij de gewesten de federale over-heid voor de minderontvangsten zou compenseren. Een hervorming van de sociale zekerheid blijft echter noodzakelijk. De invoering van een tweepijlerstelsel, met aan de ene kant de arbeidsgebonden prestaties zoals pensioenen en werkloosheid en aan de andere kant de niet-arbeidsgebonden prestaties zoals gezond-heidszorgen en kinderbijslagen, staat daarbij centraal, waarbij de niet-arbeidsgebonden prestaties niet meer door de sociale bijdragen zouden worden gefinancierd. In het Vlaams regeerakkoord wordt vanuit de optiek van homogene bevoegdheiddspaketten ook

uitdrukke-lijk gepleit voor een federalisering van de kinderbijsla-gen en van de gezondheidszorg.

De Vlaamse regering heeft steeds gesteld dat, vooral-eer er met het federale niveau gesprekken worden aan-geknoopt, er eerst een grondige discussie binnen het Vlaams Parlement moet plaatsvinden. Daarbij moet het de bedoeling zijn om een zo groot mogelijke con-sensus te vinden. Algemeen wordt verondersteld dat tegen 1999 een nieuwe ronde over de staatshervorming zal plaatsvinden. Dan moeten immers de financierings-regels voor het onderwijs definitief worden vastgelegd. In mijn toespraak heb ik gesteld dat er eerst nog een aantal vragen moeten worden opgelost. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de bestaande verschillen tussen de werknemers en de zelfstandigen ? Worden de uitkerin-gen voor zelfstandiuitkerin-gen opgetrokken tot het niveau voor de werknemers of vindt er een nivellering naar bene-den plaats ? Indien men kiest voor de eerste optie, betekent dit dat het totale uitgavenpakket zal verho-gen. Daarbij heb ik heb uitdrukkelijk verklaard dat dit in geen geval ten koste van de Vlaamse bedrijven mag gaan. Nu reeds gaan er immers stemmen op om een verlaging van de sociale bijdragen mee te laten finan-cieren door een extra belasting op bedrijven met een hoge rendabiliteit. Het is tegen deze voorstellen dat ik heb willen waarschuwen.

Vanuit deze economische benadering heb ik ook gepleit voor een nauwere band tussen de middelen waarover Vlaanderen beschikt, en de economische con-junctuur. Of het nu goed of slecht gaat met de Vlaamse economie, heeft momenteel weinig invloed op de mid-delen die Vlaanderen op basis van de financieringswet ontvangt van de federale overheid. Daardoor ontstaat de neiging om in het beleid minder aandacht te beste-den aan maatregelen ten gunste van de Vlaamse econo-mie.

Het zou dus nuttig zijn, mocht Vlaanderen een eigen fiscale verantwoordelijkheid krijgen. Ten aanzien van de vennootschapsfiscaliteit is er nog een bijkomende reden om te pleiten voor een zekere regionalisering. Zo kan Vlaanderen wel subsidies verstrekken, maar geen fiscale steunmaatregelen nemen. Nochtans zijn fiscale steunmaatregelen vanuit economisch oogpunt te ver-kiezen. Zij zijn immers markt-conform. Een standpunt dat onder meer ook door de Europese Commissie wordt ingenomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aan de Vlaamse regering zal ik eerstdaags voor- stellen haar principieel genomen engagement uit te voeren en een aandeel te dragen van 50 % in de investeringskosten (bouwwerken, o m g

Vlaamse beschermde werkplaatsen daarentegen h e b b e n , door het systeem van de beperkte aanbe- stedingen voor overheidsopdrachten in Nederland, geen kans om zich op de

Gezien het verkeersveiligheidsaspect op de Krijgsbaan in Zwijndrecht wordt in het licht van het doortochtenprogramma gepland om eind 1997 met de werken te starten.Het einde van

Wordt de mogelijke verkoop van de luchthaven van Antwerpen niet gehypothekeerd door de beslissing van de Vlaamse regering om de start- baan niet te

Z o werd het huidige aanbod van lokale diensten binnen de Vlaamse tewerkstellingsprogramma's in kaart gebracht en wordt een onderzoek in het kader van Viona (Vlaams

Aangezien beide projecten nog in onderzoek zijn, kan er nog niet worden bepaald of, waar en wanneer deze constructies precies zullen wor-

Bij de autonome verbranding wordt de calori- sche inhoud van het slib, die vrijkomt bij de ver- b r a n d i n g, volledig benut om een deel van het slib voor te

Op de huidige 92 locaties (zie lijst als bijlage) waar drinkwaterwinningen gelegen zijn (op één locatie kunnen meerdere winningen door verschillende watervoerende lagen