Vraag nr. 108 van 29 maart 1996
van de heer PIETER HUYBRECHTS
Heffing afvaluitvoer – Onderscheid storting-recyclage Door de nieuwe milieuheffing (Belgisch Staatsblad van 30 december 1995) wordt de heffing op de uitvoer van afvalstoffen vanuit Vlaanderen naar andere gewesten drastisch verhoogd. Voor sommige reststoffen – onder meer voor bitumineuze reststoffen – zouden er in Wal-lonië verwijderingsmogelijkheden bestaan die in Vlaan-deren niet voorhanden zijn.
Is dit inderdaad het geval ?
Zo ja, staat dit heffingenbeleid dan niet haaks op de algemene milieuprincipes van de Vlaamse overheid, onder andere het verminderen van de afvalberg ? Welke zijn de andere reststoffen waarvoor in Vlaande-ren eventueel geen verwijderingsmogelijkheden zou-den bestaan ?
Wordt er in Vlaanderen naar oplossingen gezocht om deze reststoffen op een economische en milieuvriende-lijke manier te verwijderen ?
Antwoord
Door het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, wer-den de milieuheffingen voor het verwijderen van afval-stoffen inderdaad gewijzigd. De heffing voor de opha-ling van afvalstoffen die worden verwijderd in een ander gewest, werd daarbij verhoogd. Het nieuwe heffingstarief is echter gelijk aan het tarief dat van toe-passing is voor het storten van afvalstoffen in Vlaande-ren. Hierdoor wordt voorkomen dat de afvoer van afvalstoffen naar Wallonië zou worden gebruikt om de eveneens verhoogde heffing voor het storten van afval-stoffen in Vlaanderen te ontwijken. Deze verhoogde heffing wordt verantwoord door mijn intentie om het storten van afvalstoffen, overeenkomstig de principes van het Vlaamse afvalstoffenbeleid, te ontraden. Een hogere milieuheffing moet de producenten van afval-stoffen er ook toe aanzetten het ontstaan van afvalstof-fen te voorkomen en de alsnog geproduceerde afval-stoffen meer te hergebruiken of recycleren.
De Richtlijn van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (75/442/EEG), gewijzigd door de Richtlijn van de Raad van 18 maart 1991 (91/156/EEG), bepaalt dat afvalstoffen zoveel mogelijk in de eigen regio moe-ten worden verwijderd, het zogenaamde nabijheidsbe-ginsel. Op dit ogenblik is in Vlaanderen voldoende capaciteit aanwezig om de in Vlaanderen geproduceer-de reststoffen, ongeproduceer-der meer geproduceer-de bitumineuze reststoffen, op een milieuverantwoorde wijze te verwijderen. Er wordt aldus voldaan aan de principes van het Euro-pese en Vlaamse afvalstoffenbeleid.