Vraag nr. 251 van 31 juli 1996
van de heer PIETER HUYBRECHTS
Kinderdagverblijven – Erkenning en subsidiëring Volgens Kind en Gezin, de openbare instelling die instaat voor de preventieve kinderzorg en de kin-deropvang in V l a a n d e r e n , bestaat het risico dat begin 1997 tien tot vijftien nieuw gebouwde kin-derdagverblijven leeg zullen staan omdat Kind en Gezin ze niet kan erkennen wegens een tekort aan werkingsmiddelen.
Welke maatregelen heeft de minister getroffen om te voorkomen dat deze nieuwe kinderdagverblij-ven leeg zullen staan ?
Antwoord
Het dreigende gevaar van leegstand van kinder-dagverblijven bij gebrek aan financiële middelen voor erkenning en subsidiëring, was de meest schrijnende uiting van de budgettaire onmacht waarmee de sector van de kinderopvang het laatste jaar werd geconfronteerd.
Vanuit het besef dat kinderopvangvoorzieningen beantwoorden aan een reële en permanente b e h o e f t e, heb ik er alles aan gedaan om ten minste die initiatieven die infrastructureel beschikbaar zijn en dus bijna onmiddellijk een opvangaanbod kunnen creëren, op te nemen in het erkennings- en subsidiëringskader van Kind en Gezin.
Ik kan nu terzake concreet melden dat bij de bud-getbesprekingen voor 1997 middelen zijn vrijge-maakt die het gevaar van leegstand in de sector van kinderdagverblijven opheffen : die voorzienin-gen die, in uitvoering van een principieel akkoord van Kind en Gezin, hun project realiseerden wat het aspect bouw of verbouwing betreft, k u n n e n worden erkend en gesubsidieerd.