Vraag nr. 31 van 4 oktober 1996
van de heer PIETER HUYBRECHTS Bouwopleidingen – Promotie
De bouwsector kent aanzienlijke vervangingsbe-h o e f t e n . Vooral de ruwbouwsector en de afwer-kingsberoepen tellen veel oudere werknemers die aan aflossing toe zijn. De bouwbedrijven blijken ook voor andere functies (metselaars, v l o e r d e r s, l o o d g i e t e r s, . . . ) meer dan vroeger op zoek naar nieuwe werknemers.
Niettegenstaande het structurele tekort aan speci-fieke bouwvakarbeiders blijken, vooral in het beroepssecundair onderwijs (BSO), de bouwoplei-dingen weinig populair te zijn.
Heeft de minister reeds maatregelen genomen om de bouwopleiding te stimuleren, om zo het structu-rele tekort aan specifieke bouwvakarbeiders weg te werken ?
Antwoord
1. De onderwijsinspectie van de V l a a m s e Gemeenschap vervult haar kwaliteitsbewaken-de rol op kwaliteitsbewaken-de eerste plaats via schooldoorlichtin-gen in teamverband.
Ter gelegenheid hiervan stimuleert de inspectie secundair onderwijs de scholen om een perma-nent opvolgingssysteem van afgestudeerden (onder meer in de bouwopleidingen) op te zet-t e n . Hierdoor kan nuzet-tzet-tige informazet-tie worden verzameld, meer bepaald :
a) of de betrokkenen (kunnen) worden tewerk-gesteld in de branche waarin ze zijn gekwali-ficeerd en wat het eventuele verloop is tus-sen de diverse sectoren onderling ;
b) of er zich hiaten manifesteren in de verstrek-te leerinhouden, met andere woorden of het concrete leerprogramma wel voldoende afgestemd is op de behoeften die vanuit het arbeidsveld worden geformuleerd ;
c) of, in ruimere zin, het aanbod van studierich-tingen de noodzakelijke aansluiting biedt op de beroepswereld.
Door het in kaart brengen van deze gege-vens zal de school alert kunnen blijven ten aanzien van maatschappelijke en
economi-sche ontwikkelingen die tot een reactie van-uit het onderwijs dwingen.
2. Ik heb aan de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) de opdracht gegeven beroepsprofielen en, in het verlengde daarvan, opleidingsprofielen te conci-piëren, ook voor de sector Bouw.
In overleg tussen de Sociaal Economische Raad voor Vlaanderen (SERV) en de VLOR werd beslist om het uittekenen van beroepsprofielen over te laten aan de sociale partners binnen de S E RV. Ik heb vernomen dat specifiek voor de bouwsector binnen afzienbare tijd een aantal beroepsprofielen zullen worden gefinaliseerd. Dergelijke beroeps- en opleidingsprofielen zijn voor de onderwijsoverheid essentieel om een relevante structuur van beroepskwalificaties te kunnen vastleggen.
3. Daarnaast heb ik mijn medewerkers samen met deskundigen belast met een studie naar de uit-bouw van een – naast de traditionele – modu-laire onderwijsvariant.
Een in modules opgedeeld beroepsonderwijs, bestaande uit deelkwalificaties en -attesten, kan in bepaalde gevallen een soepelere instap in het beroepsleven impliceren. Ook hier echter ver-eist degelijk studiewerk het beschikbaar zijn van voormelde beroeps- en opleidingsprofielen. 4. Het kan niet worden miskend dat, los van
t e w e r k s t e l l i n g s p e r s p e c t i e v e n , het gebrek aan populariteit van de bouwopleidingen voort-spruit uit het imago van de desbetreffende bedrijfssector ; dat beeld wordt in belangrijke mate gevormd door de bijzondere arbeidscul-tuur (bv. een zekere ruwheid en gehardheid) en -omstandigheden (bv. afhankelijkheid van kli-matologische factoren) waarin het bouwvak-kersberoep wordt uitgeoefend.
5. Ik wil tot slot expliciet stellen dat er een hechte samenwerking bestaat tussen onderwijs en het paritair orgaan, namelijk het Fonds voor Vakop-leiding in de Bouw, in die mate zelfs dat het als model kan fungeren voor andere bedrijfstak-ken.