Vraag nr. 101
van 20 november 1996
van de heer PIETER HUYBRECHTS Waterwingebieden – Peilputten
Meer dan de helft van het drinkwater wordt gepro-duceerd uit grondwater. Door de steeds groter wordende vraag naar drinkwater daalt dan ook het grondwaterpeil in onze streken.
In de onmiddellijke omgeving van de waterwinge-bieden zijn ten gevolge van deze daling in bepaalde gevallen grondverzakkingen reeds duidelijk zicht-b a a r. Controle van het grondwaterpeil is noodza-kelijk teneinde alle mogelijke invloeden te kunnen v o l g e n . Rond de waterwingebieden zijn peilputten dan ook geen overbodige luxe.
1. Wordt in de waterwingebieden het grondwater-peil voortdurend gecontroleerd ? Zo ja, o p welke wijze ?
2. Welke waterwingebieden in V l a a n d e r e n beschikken reeds over peilputten ?
3. Heeft de minister reeds initiatieven genomen om alle wingebieden te voorzien van peilputten ?
Antwoord
1. In de waterwingebieden wordt het grondwater-peil regelmatig gecontroleerd door de exploi-t a n exploi-t e n . Diexploi-t gebeurexploi-t enerzijds door conexploi-tinue meting aan de hand van sondes of peillinten, of anderzijds door peilmetingen in afzonderlijke peilbuizen aan de hand van peillinten.
2. De aanleg van afzonderlijke peilbuizen wordt opgelegd waar nodig. Op de huidige 92 locaties (zie lijst als bijlage) waar drinkwaterwinningen gelegen zijn (op één locatie kunnen meerdere winningen door verschillende watervoerende lagen gelegen zijn), zijn er 31 waarvoor geen peilputten zijn opgelegd in de vergunning en 61 waarvoor dit wel het geval is. Het is wel zo dat er ook peilputten aanwezig kunnen zijn die op eigen initiatief van de maatschappij zijn aange-legd en die regelmatig worden opgevolgd. I n alle winningsputten van categorie C (dit wil zeg-gen voor de drinkwaterprocedure) moet het peil kunnen worden gemeten.
3. In alle vergunningen van categorie C w o r d t minimaal de voorziening voor het meten van het grondwaterpeil opgelegd. Waar nodig wordt
de aanleg van bijhorende, afzonderlijke peilbui-zen opgelegd in de vergunning. Bij de vernieu-wing van vergunningen wordt nagegaan of de bestaande voorzieningen volstaan en eventueel wordt de aanleg van bijkomende peilputten o p g e l e g d . Indien tijdens de exploitatie van de grondwaterwinning blijkt dat bijkomende peil-buizen nodig zijn, kan dit in de vergunning bij-komend worden opgelegd. De uitbaters van de grondwaterwinningen maken hun metingen jaarlijks over aan de bevoegde administratie, afdeling Water van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal). Daarnaast vestig ik de aandacht op het belang van het grondwatermeetnet dat reeds geduren-de een aantal jaren wordt uitgebouwd en opge-volgd door de Aminal en waarbij de evolutie van de grondwaterpeilen van de verschillende watervoerende lagen wordt opgevolgd. D i t meetnet bestaat, verspreid over Vlaanderen, uit 300 peilputten waarin eenmaal per jaar de waterstand wordt opgemeten.
De gegevens van deze peilmetingen zijn open-baar en kunnen worden opgevraagd bij de bevoegde administratie.
( B ovenvermelde bijlage ligt ter inzage bij het secre tariaat van het Vlaams Pa r l e m e n t , dienst Sch r i f t e l i j -ke Vragen – red.)