Vraag nr. 246
van 23 augustus 2001
van de heer FRANCIS VERMEIREN Afgedankte voertuigen – Ontmanteling (2)
De uitvoering van de Europese richtlijn die ont-mantelingspercentages van autowrakken aan de lidstaten oplegt, blijkt veeleer moeizaam van start te gaan.
De opgelegde percentages blijken inderdaad zeer moeilijk haalbaar, en buiten een initiatief van de beroepsfederatie Febelauto is er weinig respons vanwege andere actoren. De reden moet kennelijk worden gezocht in de geringe te verwachten renda-biliteit van deze economische activiteit.
Geen enkel bedrijf dat hiervoor in aanmerking zou kunnen komen, heeft inderdaad totnogtoe belang-stelling getoond, buiten twee die bereid gevonden werden met de beroepsfederatie samen te werken. De kosten verbonden aan de inzameling en depol-lutie van de wrakstukken overstijgen in ruime mate de residuele waarde van de voertuigen. B o v e n d i e n blijkt er geen controle te zijn op de verkoop van de gerecupereerde wisselstukken. Ve i l i g h e i d s r i s i c o ' s zijn dus inherent aan deze verkoop.
1. Worden derhalve door de Vlaamse regering specifieke maatregelen genomen met het oog op het behalen van het recuperatiepercentage in de Europese richtlijn ? Hoe zullen die doel-stellingen concreet tegen 2005 en 2015 worden gehaald ?
Zullen de ontmantelingskosten kunnen worden verhaald op de eigenaars van de voertuigen die door de technische controle worden afgekeurd ? 2. Is het procédé dat wordt aangewend door een
grote autoproducent, namelijk het pletten van afgedankte voertuigen, conform de Europese richtlijn ?
Daarbij worden inderdaad geen wisselstukken gerecupereerd.
3. Heeft het recupereren van wisselstukken uit wrakken die meer dan vijftien jaar oud zijn nog echt zin ?
Dergelijke stukken zijn immers meestal verou-derd en voorbijgestreefd door de technische en technologische evolutie.
Antwoord
1. De Europese richtlijn inzake afgedankte voer-tuigen (2000/53/EG) dient te worden omgezet vóór 21 april 2002. Het grootste deel van de richtlijn stemt overeen met de bepalingen van Vlarea zoals die reeds bestonden in 1997 ( V l a -rea : Vlaams Reglement voor A f v a l v o o r k o m i n g en -beheer – red.). Vlaanderen speelt met het afsluiten van de milieubeleidsovereenkomst (MBO) voor afgedankte voertuigen sinds 1999 een voortrekkersrol in Europa.
Het is correct dat niet alles zo snel is kunnen verlopen als gewenst, maar er zijn wel degelijk reeds vijf centra erkend in V l a a n d e r e n . Ve r d e r zijn er nog drie centra bezig de erkenningspro-cedure te doorlopen. Bovendien is Fe b e l a u t o geen beroepsfederatie, maar een beheersorga-nisme dat is opgericht door verschillende be-roepsfederaties om uitvoering te geven aan de M B O. Febelauto geeft in deze hoedanigheid al-leen ondersteuning aan de erkende centra, z o n-der te participeren als dusdanig.
De opdracht daartoe is verleend door de Inter-ministeriële Conferentie voor Leefmilieu van 17 februari 2000. Een rapport wordt verwacht in het najaar van 2001. Bij de start van het systeem is het van belang door middel van handhaving een sterk signaal naar de sector te geven dat vanaf heden alle voertuigen finaal terecht moe-ten komen in de erkende centra. De Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het V l a a m s Gewest (OVAM) heeft het initiatief genomen om daartoe samen te werken met de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, N a t u u r- , Land- en Waterbeheer (Aminal) en met de betrokken diensten van de andere ge-westen.
2. De taak van een erkend centrum bestaat er spe-cifiek in het voertuig fysiek en administratief te v e r n i e t i g e n . Het levert een certificaat van ver-nietiging af, dat nodig is voor het uitschrijven van het voertuig bij de DIV (Dienst voor de In -s chrijving van Voertuigen – red.). De fy-sieke vernietiging kan door pletten, knippen of ver-shredderen.
Het is wel duidelijk dat voordien aan herge-bruik moet worden gedaan van onderdelen en m a t e r i a l e n , om de recyclagedoelstellingen te be-reiken zoals bepaald in V l a r e a . Dat is de verant-woordelijkheid van de producenten/invoerders. 3. Het recupereren van wisselstukken is een
eco-nomische activiteit die wordt uitgeoefend door professionelen die, naast hun technische kennis, ook op de hoogte zijn van de afzetmogelijkhe-den van de onderdelen.