• No results found

Uitspraak. van de Huurcommissie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Uitspraak. van de Huurcommissie"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uitspraak

van de Huurcommissie

Verzoek

Betalingsverplichting kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek;

art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte)

Woonruimte Hoendiepskade 10 B 9718 BD GRONINGEN

Hierna te noemen: de woonruimte

Verzoeker [xxx]

Hierna te noemen: huurder Wederpartij

[xxx]

Hierna te noemen: verhuurder [xxx]

--- Kern van de uitspraak

 De betalingsverplichting van de huurder voor de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten bedraagt over

-de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2013 € 234,88, en -over het jaar 2014 € 726,90

---

I Verloop van de procedure

De Huurcommissie ontving op 31 mei 2016 twee verzoeken van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de eindafrekening te beoordelen van de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten over:

1. de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2013 en 2. het jaar 2014.

Onderzoek door de Huurcommissie

De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Daarvoor is op 26 augustus 2016 een onderzoek uitgevoerd. Bij de verhuurder zijn de

rekeningen van de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten opgevraagd. De ontvangen rekeningen zijn gecontroleerd. Niet alle gevraagde rekeningen zijn door de verhuurder opgestuurd.

De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie

Zaaknummer

ZKN-2016-002509 ZKN-2016-002510

Datum zitting

26 oktober 2016

Verzonden op

01-11-2016

Verzonden aan

huurder en verhuurder

(2)

Zaaknummer

ZKN-2016-002509 ZKN-2016-002509

Datum zitting

26 oktober 2016

Huurcommissie

Datum

28 oktober 2010

Kenmerk

ZKN-736478-09

II Zitting Gegevens zitting

Zittingsdatum: 26 oktober 2016 Correspondentie over de zitting

De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie.

Verklaring van de partijen

Korte samenvatting verklaring huurder:

 in een eerdere zaak over een andere kamer in dit pand is al veel besproken over de servicekosten;

 er waren bij huuringang geen luxaflex en wasdroger aanwezig; volgens de vorige huurder heeft hij zelf het laminaat betaald evenals de hoogslaper, de matras en de gordijnen; ik heb aan hem betaald voor het matras;

 ik dacht dat het schilderwerk later is uitgevoerd dan de door verhuurder genoemde periode;

 de kwestie over de huurverhoging per 1 januari 2015 wil ik met verhuurder regelen.

Korte samenvatting van de pleitnota van verhuurders:

 het klopt niet dat huurder voor diverse zaken zou hebben betaald, wij hebben die roerende zaken in 2011 betaald; de matras was geen eigendom van de vorige huurder; als huurder aan de voorgaande huurder heeft betaald, is dat haar keuze geweest, wij als verhuurder zitten daar niet tussen;

we hebben een factuur van de gehele inboedel, daar vallen ook de luxaflex en wasdroger onder; van de voorgaande eigenaar hebben we geen aankoopnota's ontvangen, maar de nieuwwaarde was ongeveer € 9500,00, wij hebben

€ 6500,00 betaald; we weten niet hoe oud de goederen als laminaat, vloerbedekking in algemene ruimten en trappen en gordijnen en

raamdecoratie waren in 2011; voor de kosten verwijzen we naar het speciale servicekostenformulier dat we ingeleverd hebben;

 we hebben het pand gekocht van een relatie - we hebben een schildersbedrijf- toen onze zoon ging studeren;

 het pand is in 2009 geschilderd; het schilderwerk binnen is in 2014

uitgevoerd, in 2017 staat een kleine beurt op de planning en in 2020 zal het gehele pand geschilderd worden;

in een pand waar studenten wonen vinden veel mutaties plaats; het binnenschilderwerk wordt wanneer nodig, gedaan; de algemene ruimten worden eenmaal per 4 jaar gedaan; per mail wordt aangekondigd dat er geschilderd gaat worden en wat huurders in de aanloop daar naartoe moeten doen; we willen de kosten van onderhoud van de algemene ruimten

doorberekenen, de rest niet;

 we vragen een maandelijks voorschot van € 325,00 na raadpleging van de website van de Rijksoverheid;

 de cv-ketel wordt jaarlijks gecontroleerd; we verwaarlozen het pand niet, immers onze zoon woont er ook;

 we gaan separaat belastingen en heffingen doorberekenen, ook de huurverhoging gaan we doorberekenen.

COU2G ENV-2016-270316

(3)

Zaaknummer

ZKN-2016-002509 ZKN-2016-002509

Datum zitting

26 oktober 2016

Huurcommissie

Datum

28 oktober 2010

Kenmerk

ZKN-736478-09

III Beoordeling

De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. Als er geen

eindafrekening is stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting van de huurder voor de onderzochte kostenposten vast op basis van de aangetoonde daadwerkelijk gemaakte kosten.

De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken.

Eindafrekening kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten 1.De huurder heeft gedurende de periode 1 september 2013 tot en met 31

december 2013 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft over deze periode een bedrag van € 400,00 aan maandelijkse voorschotten in rekening gebracht.

Deze kosten zijn volgens de huurovereenkomst tussen de huurder en de verhuurder overeengekomen. De verhuurder heeft geen overzicht van de in die periode gemaakte kosten verstrekt.

2.De huurder heeft gedurende het jaar 2014 de woonruimte gehuurd. De

verhuurder heeft over deze periode een bedrag van € 1200,00 aan maandelijkse voorschotten in rekening gebracht. Deze kosten zijn volgens de huurovereenkomst tussen de huurder en de verhuurder overeengekomen. De verhuurder heeft een overzicht van de in die periode gemaakte kosten verstrekt.

De verhuurder heeft voor de overige servicekosten het voorgeschreven formulier aan de huurder en huurcommissie verstrekt.

Rapportage

De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten over de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2013 vast te stellen op € 234,88 en over het jaar 2014 op

€ 726,90.

Beoordeling Huurcommissie

In wat de huurder of de verhuurder ter zitting heeft verklaard, ziet de

Huurcommissie geen aanleiding om van het rapport af te wijken. Het rapport bevat voor zover bekend geen onjuistheden.

Huurder stelt dat hij enkele roerende zaken heeft overgenomen van de voorgaande huurder, volgens verhuurder zijn die zaken door de voorgaande eigenaar betaald.

Verhuurder heeft voor de diverse roerende zaken geen nota's verstrekt, slechts een totaal factuur voor een groot aantal zaken die hij van de voorgaande eigenaar heeft overgenomen. In het rapport is dit uitgebreid beschreven.

De commissie neemt daarom haar uitspraak over een andere kamer in dit pand, kamer 2 ET VR, over deze kostenpost over en stelt de betalingsverplichting op nihil.

Voor wat betreft het binnenschilderwerk merkt de Huurcommissie net als in haar eerdere uitspraak op dat hiervoor geen voorschotbedrag in de huurovereenkomst is opgenomen. Evenmin is gebleken dat huurder en verhuurder over het

doorberekenen ervan op een andere wijze overeenstemming hebben bereikt. Nu

(4)

Zaaknummer

ZKN-2016-002509 ZKN-2016-002509

Datum zitting

26 oktober 2016

Huurcommissie

Datum

28 oktober 2010

Kenmerk

ZKN-736478-09

deze kostenpost niet is overeengekomen, kan hiervoor geen vergoeding in rekening gebracht worden.

De in het rapport toegepaste percentages voor administratiekosten zijn in overeenstemming met de richtlijnen van de Huurcommissie,

De Huurcommissie gaat daarom akkoord met het rapport en stelt de betalingsverplichting van de huurder conform de rapportage vast.

Belastingen en/of heffingen

De voor rekening van de huurder komende belastingen en/of heffingen zijn niet in de huur inbegrepen. De huurder moet overheidsheffingen betalen als

‘belastingplichtige’, niet op grond van de huurovereenkomst. De Huurcommissie beoordeelt niet of een aanslag al dan niet terecht is opgelegd. Overigens is de huurder wel verplicht deze heffingen aan de verhuurder te betalen wanneer deze de heffingen op eigen naam voor de huurder heeft voldaan.

Conclusie / Gevolgen van deze uitspraak

De betalingsverplichting van de huurder voor de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten bedraagt over

-de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2013 € 234,88 en -het jaar 2014 € 726,90.

Legesbeoordeling

De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen.

De verhuurder heeft over de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2013 geen eindafrekening verstrekt. De Huurcommissie stelt de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten lager vast dan het totaal van door de verhuurder in de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2013 in rekening gebrachte maandelijkse voorschotten en ook lager dan de eindafrekening over 2014.

De Huurcommissie stelt de huurder daarom in beide zaken in het gelijk. De verhuurder moet de leges betalen, de huurder krijgt het betaalde

legesvoorschotten terug.

Welk bedrag

Volgens de wet betaalt een rechtspersoon € 450,00 leges. Een huurder, en een verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt € 25,00.

(5)

Zaaknummer

ZKN-2016-002509 ZKN-2016-002509

Datum zitting

26 oktober 2016

Huurcommissie

Datum

28 oktober 2010

Kenmerk

ZKN-736478-09

IV Beslissing

 De totale betalingsverplichting van de huurder voor de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten bedraagt over:

-de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2013 € 234,88 -het jaar 2014 € 726,90

Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na

verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht.

Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen.

Legesveroordeling

De verhuurder moet in beide zaken € 25,00 leges betalen, totaal € 50,00. De huurder krijgt de betaalde legesvoorschotten terug, totaal € 50,00.

Deze uitspraak is zowel aan de verzoeker als aan de wederpartij gestuurd.

GRONINGEN, 26 oktober 2016 De Huurcommissie,

mr. J.H. Bloksma H. Oostland en G.W. Postma MCD, RMT, BRE Zittingsvoorzitter Zittingsleden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• De betalingsverplichting van de huurder voor de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten over het gehele jaar 2016 bedraagt € 2164,80.. I Verloop van

De Huurcommissie is van oordeel dat de door verhuurder doorberekende kosten voor de buitenzijde conform de berekening van de rapporteur kunnen worden overgenomen, omdat de

Hij heeft hierbij echter aan de Huurcommissie ter overweging gegeven dat voor het jaar 2019 met de peildatum 1 januari 2018 wel een WOZ-waarde van € 123.000,- bekend is en dat

Verhuurder geeft aan dat het niet eenvoudig zal zijn om maatregelen te treffen die leiden tot het door huurder gewenste geluidsniveau.. Verhuurder moet in overleg met de VVE om

Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om zijn betalingsverplichting voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten over de periode 1 juli 2013 tot en met

Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om zijn betalingsverplichting voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten over de periode 1 augustus 2013 tot en met

Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de eindafrekening van de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten over de periode 1 oktober 2014 tot en met 31

Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de eindafrekening van de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten over de periode 20 mei 2013 tot en met 31