• No results found

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN

EN

AAN DE OCCASIONELE REDDERS ---

A.R. M 11-7-0839

Beslissing van 28 november 2012

De eerste kamer van de Commissie, samengesteld uit:

de heer P. DE SMET, voorzitter,

de heer L. LOOS en de heer L. VAN ENDE, leden,

bijgestaan door de heer B. VAN BEURDEN, plv. secretaris, spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van:

mevrouw Kathy X.

geboren op ../../1980

De Commissie nam kennis van:

- het verzoekschrift, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 9 augustus 2011 waarbij verzoekster om de toekenning heeft gevraagd van een financiële hulp voor schade als gevolg van een opzettelijke gewelddaad;

- de uitgevoerde onderzoeksinstructies;

- het verslag opgemaakt door de verslaggever op 5 september 2011 overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986;

- het advies van de Minister van Justitie, neergelegd op 29 september 2011;

- de schriftelijke reactie van verzoekster, neergelegd op 27 oktober 2011;

- het zittingsblad dd. 11 januari 2011 waarbij de behandeling van de zaak verdaagd werd naar een volgende rechtszitting teneinde verzoekster in staat te stellen om bijkomende stukken of informatie te bezorgen nopens de ernst van de schade en het door de curator verleend gevolg aan de aangifte van schuldvordering;

- de regelmatige kennisgevingen aan de partijen van de procedurestukken en van de nieuwe rechtsdag vastgesteld op 24 oktober 2012.

(2)

De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 24 oktober 2012:

- de verslaggever in het verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen,

- de verzoekster in haar middelen, vertegenwoordigd door mr. Jeroen Van L. loco mr. Marc V., advocaat bij de balie te ... .

- De Minister van Justitie is niet verschenen noch iemand voor haar.

*

* *

I. Feiten

Samenvatting van de feiten, P.V. 31/05/2009, politie ...

Volgens de verkregen inlichtingen van X. Kathy zou er het volgende gebeurd zijn:

X. Kathy rijdt met haar voertuig FORD Focus met nummerplaat .. te ..., ..steenweg, richting ...steenweg. Zij rijdt achter het voertuig MERCEDES Sprinter met nummerplaat …, bestuurd door Z. Johnny.

X. Kathy vindt dat het voertuig voor haar te traag rijdt en besluit het in te halen. Z. Johnny drijft zijn snelheid op. Op het kruispunt …steenweg met ...steenweg dient X. Kathy te stoppen voor de rode verkeerslichten. Z. Johnny stopt ook. Hij stapt uit en begint tegen de linkerachterflank van de FORD Focus te schoppen. Hij riep tevens “gij stomme kalle”. Uit schrik doet X. Kathy haar raam dicht en de deuren slotvast. Als de verkeerslichten op groene stand komen te staan slaat X. Kathy linksaf, richting haar woning. De Mercedes Sprinter rijdt nog steeds achter haar. X. Kathy rijdt haar woning voorbij omdat ze schrik heeft dat de andere bestuurder anders ook zou stoppen. Op een gegeven moment ziet ze het voertuig niet meer achter haar rijden en besluit zich te keren om naar huis te rijden. Onderweg naar huis ziet ze het voertuig ter hoogte van huisnummer 146 geparkeerd staan. De bestuurder staat buiten aan zijn voertuig. X. Kathy besluit zich opnieuw te keren. Z.

Johnny ziet dit en loopt naar haar auto. X. Kathy rijdt dan rechtstreeks naar het politiebureau.

[…]

Wij stellen vast dat het linkerachterlicht van liet voertuig FORD Focus met nummerplaat Y...

beschadigd is.

Er worden foto’s van de schade genomen, die als bijlage aan het proces-verbaal worden gevoegd.

Wij begeven ons naar de ...steenweg om nazicht te doen naar het voertuig MERCEDES Sprinter met nummerplaat… . Het voertuig staat er nog steeds geparkeerd. Wij besluiten een uitnodiging achter de ruitenwisser te steken, gericht naar de bestuurder van het voertuig, met de vraag zich bij onze diensten aan te bieden.

Enkele dagen later belt de bestuurder van het voertuig naar onze diensten. Eerste opsteller is niet aanwezig. Betrokkene laat zijn telefoonnummer achter, zodat wij met hem contact kunnen opnemen.

(3)

Op 09/06/2009 omstreeks 23:15 uur nemen wij telefonisch contact op met Z. Johnny. Betrokkene wist onmiddellijk over wat het ging. Hij kan zich de eerste weken niet hij onze diensten aanbieden, gezien hij voor zijn werk in ... zal verblijven. Hij zal ons telefonisch contacteren van zodra hij terug in ... is.

Betrokkene doet ons een relaas van de feiten. Hij doet ons ongeveer hetzelfde verhaal als X.

Kathy. Volgens hem zou het allemaal begonnen zijn omdat de tegenpartij aan het bumperkleven was. Toen hij tegen het voertuig had geschopt, kreeg hij een middenvinger terug van het slachtoffer, waarna hij gewoon terug in zijn voertuig is gestapt. Thuis aangekomen, stapt hij uit en merkte dat de andere partij zich heeft gekeerd. Hij dacht dat deze hem aan het uitdagen was. Z.

Johnny vertelt spijt te hebben van het gebeurde.

II. Vervolging

Verzoekster vroeg het statuut van benadeeld persoon aan.

Op 29 september 2009 werd haar klacht geseponeerd door de procureur des Konings te ....

Reden: Andere prioriteiten bij vervolgings- en opsporingsbeleid

III. Gevolgen van de feiten

Medisch attest dr. L. D. dd. 2/6/2009

“Mw is slapeloos en onrustig sinds het voorval.

Hele nacht slapeloos, durft niet alleen thuisblijven, durft amper rijden, observeert voortdurend de woonbuurt, waarin ook de dader woont.

Onderzoek: hartversnelling, hevige onrust.

Besluit: zware reactieve invaliderende angsttoestand.

Zij kan in deze toestand niet werken.

Voorlopige arbeidsongeschiktheid: drie dagen van 2/6 tot en met 4/6/2009. “

Op 24 februari stelt dezelfde geneesheer dat verzoekster “volledig genezen is met restletsels:

blijvende dagelijkse angst”’.

IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling

IV-1. Tegenpartij Z. betaalde de carrosseriekosten ad € 333,42.

Vervolgens werd Z. failliet verklaard door de rechtbank van koophandel te .... De termijn voor het indienen van een aangifte van schuldvordering bleek verstreken te zijn maar de curator deelde mee dat het hoe dan ook onmogelijk was om aan de (gewone) schuldeisers een dividend uit te keren.

IV-2. Verzoekster heeft een rechtsbijstandverzekering afgesloten bij KBC-defendo die evenwel niet tussenkomt.

(4)

V. Begroting van de gevraagde hulp

Verzoekster vraagt om de toekenning van volgende bedragen:

- medische kosten € 44,28

- morele schade € 75,00

- tijdelijke of blijvende invaliditeit € 750,00

- verlies of vermindering aan inkomsten € 52,50

- admin. en verplaatsingskosten € 50,00

VI. Beoordeling door de Commissie

VI-1. Terzake de ontvankelijkheid

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden.

Verzoekster legde een klacht neer dewelke door de procureur des Konings te ... geklasseerd werd zonder gevolg. De dader is bekend.

Artikel 31bis, §1, 4° van de wet van 1 augustus 1985 luidt:

“ 4° Indien de dader bekend is, moet de verzoeker schadevergoeding nastreven door middel van een burgerlijke partijstelling, een rechtstreekse dagvaarding of een vordering voor een burgerlijke rechtbank.

Het verzoek kan slechts worden ingediend, naargelang het geval, na een in kracht van gewijsde gegane beslissing over de strafvordering of na een in kracht van gewijsde gegane beslissing van de burgerlijke rechtbank over de toerekening van of over de vergoeding van de schade.

Het verzoek is binnen drie jaar ingediend.

De termijn loopt, naargelang het geval, vanaf de dag waarop er definitief uitspraak is gedaan over de strafvordering bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing door een onderzoeks- of vonnisgerecht, de dag waarop een strafrechtbank bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing uitspraak heeft gedaan over de burgerlijke belangen na de beslissing over de strafvordering, of de dag waarop uitspraak is gedaan door een burgerlijke rechtbank bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing over de toerekening van of over de vergoeding van de schade.”

Sinds de wetswijziging van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (II) (BS 15 januari 2010) wordt in de wet van 1 augustus 1985 (artikel 31bis, § 1, 6°) uitdrukkelijk bepaald dat indien het instellen van een vordering of het bekomen van een vonnis gelet op de insolvabiliteit van de dader kennelijk onredelijk lijkt, de Commissie kan oordelen dat de door het slachtoffer aangehaalde redenen voldoende zijn om hem/haar te ontslaan van procedurestappen zoals het indienen van klacht, een burgerlijke partijstelling of een dagvaarding voor de rechtbank.

(5)

De wetgever oordeelde dat het in geval van overduidelijke insolvabiliteit van de dader onredelijk zou zijn om te eisen dat het slachtoffer verdere stappen zou ondernemen om een schadeloosstelling trachten te verkrijgen.

De Commissie is van oordeel dat verzoekster in de voorwaarden verkeert om zich te kunnen beroepen op de bepalingen van artikel 31bis, § 1, 6° van de wet. Uit de ter zitting van 24 oktober 2012 neergelegde stukken blijkt genoegzaam dat de aansprakelijke persoon volstrekt insolvabel is en dat verdere procedurele stappen alleen maar zouden leiden tot het maken van nieuwe procedurekosten die geen enkel perspectief op een reële schadeloosstelling bieden.

Gelet op de bovenstaande overwegingen verklaart de Commissie het hulpverzoek ontvankelijk.

VI-2. Ten gronde

Uit artikel 33, § 1 van de wet van 1 augustus 1985 blijkt dat het bedrag van de hulp naar billijkheid wordt bepaald. Volgens de voorbereidende werken is die beoordeling naar billijkheid zelfs het basisbeginsel van het stelsel (Parl.St., Senaat 1984-85 nr. 873/2/1°,8). Dit uitgangspunt verleent aan de Commissie een appreciatiebevoegdheid, zowel inzake de opportuniteit van de toekenning van een financiële hulp als inzake de bepaling van de omvang van het hulpbedrag.

Het voorgaande impliceert dat de Commissie voor bepaalde schadeposten andere tarieven kan (mag) hanteren dan die waarvan de correctionele rechter zich bedient. Zo baseert de Commissie zich onder meer bij het toekennen van een hulpbedrag voor de schadepost ‘morele schade’ op haar rechtspraak in gelijkaardige dossiers.

Rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak, zoals hierboven geschetst, meent de Commissie aan verzoekster in billijkheid een globale hulp te kunnen toekennen begroot op ex aequo et bono € 750.

*

* *

OP DIE GRONDEN, De Commissie,

Gelet op:

- de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken;

- de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009;

- het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006,

(6)

Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent verzoekster een hulp toe van € 750.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 28 november 2012.

De plv. secretaris, De voorzitter,

B. VAN BEURDEN P. DE SMET

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verzoeker vraagt om de toekenning van een hulp van € 10.167,04 meer de intresten maar laat na om dit bedrag te begroten waardoor hij zijn schade ten belope van dit bedrag

Het misdrijf dat beschouwd wordt als zijnde verkrachting met behulp van geweld gepleegd te hebben, door een daad van seksuele penetratie, van welke aard en met

“op niet nader te bepalen data, tussen 14 november 2001 en 6 december 2002, meerdere malen, met voorbedachten rade, opzettelijk verwondingen of slagen te hebben

De Commissie meent aan verzoekster een globale noodhulp te kunnen toekennen, ex aequo et bono bepaald, hetgeen haar in staat moet stellen om haar dringende medische

- het verzoekschrift, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 18 februari 2013 waarbij verzoekster om de toekenning heeft gevraagd van een financiële hulp

- een causaal verband tussen de gewelddaad en de opgelopen schade. Bovendien vereist artikel 31, 1°, van de wet dat verzoeker ten gevolge van deze feiten een ernstige lichamelijke

Tot slot meent de Commissie de aandacht van de verzoeker erop te moeten vestigen dat uit samenlezing van artikel 32 (in casu § 2) van de wet van 1 augustus 1985, dat de

Rekening houdende enerzijds met de ernst van de feiten, met de door de verzoeker geleden schade zoals zij blijkt het neergelegde dossier en anderzijds met de door de wet uitgesloten