• No results found

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN

EN

AAN DE OCCASIONELE REDDERS ---

A.R. M 91046 B.R. 6984

Beslissing van 7 mei 2012

De eerste kamer van de Commissie, samengesteld uit:

de heer P. DE SMET, voorzitter,

de heer M. SWINNEN en de heer L. VAN ENDE, leden, bijgestaan door de heer B. VAN BEURDEN, plv. secretaris, spreekt de volgende beslissing uit in de zaak van:

mevrouw Nadine X.

geboren op ../../1966

De Commissie nam kennis van:

- het verzoekschrift, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 9 november 2009 waarbij verzoekster om de toekenning heeft gevraagd van een financiële hulp voor schade als gevolg van een opzettelijke gewelddaad;

- de uitgevoerde onderzoeksinstructies;

- het verslag opgemaakt door de verslaggever op 25 januari 2012 overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van het K.B. van 18 december 1986;

- het advies van de Minister van Justitie, neergelegd op 13 februari 2012;

- de schriftelijke reactie van verzoekster, neergelegd op 21 februari 2012;

- de regelmatige kennisgevingen aan de partijen van de procedurestukken en van de rechtsdag vastgesteld op 21 maart 2012.

De Commissie hoorde in haar openbare zitting van 21 maart 2012:

- de verslaggever in het verslag over de feitelijke toedracht van de zaak en over de middelen van de partijen.

- De verzoekster en de Minister van Justitie zijn niet verschenen noch iemand voor hen.

(2)

Voorgaanden

 Het verzoekschrift, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 28 februari 2007 (ingeschreven onder algemeen rolnummer M 70183) waarbij verzoekster de toekenning vroeg van een noodhulp. De beslissing dd. 26 juni 2007 van de Commissie waarbij dit verzoek onontvankelijk werd verklaard.

 Het verzoekschrift neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 23 december 2008 (ingeschreven onder algemeen rolnummer M 81219) waarbij verzoekster de

toekenning vroeg van een hoofdhulp van € 896,32. De beslissing dd. 21 april 2009 van de Commissie waarbij het verzoek ontvankelijk werd verklaard en een hulp werd

toegewezen van € 800.

I. Feiten

Op 8 oktober 2006 omstreeks 1u45 lag verzoekster samen met haar echtgenoot te slapen toen er op de voordeur en op de rolluik werd gebonsd. De echtgenoot van verzoekster deed de deur open, zag Anthony Z. staan en kreeg een slag in het gelaat van iemand links in zijn gezichtsveld. Toen hij naar buiten strompelde en op de grond viel kreeg hij van Diego W. ettelijke slagen en stampen toegediend. Toen verzoekster haar man wou ter hulp snellen, deelde ook zij in de klappen. De mannen drongen de woning binnen om verzoekster en haar echtgenoot nog meer slagen toe te brengen.

De reden dat Anthony Z. en Diego W. zich ’s nachts naar de woning van het gezin begaven zou te maken hebben met een opmerking die Delfien Y., dochter van verzoekster, gemaakt zou hebben over de zwangere vriendin van één van de daders. Ze wilden Delfien Y. aanpakken over die opmerking. Delfien kreeg een slag in de maagstreek van Diego W..

II. Vervolging

II.-1. Procedure lastens Anthony Z.

Bij vonnis van de jeugdrechtbank te ... van 16 mei 2007 werden Luc Z. (° 1950) en Linda W. (°

1957) wettelijk aansprakelijk gesteld voor hun minderjarige zoon Anthony Z. (° 1989) en hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van de kosten.

De rechtbank achtte een maatregel voor Anthony Z. niet langer noodzakelijk maar hij werd wel veroordeeld om de proceskosten te betalen wegens,

“ Te …, in de nacht van 7 op 8 oktober 2006,

C. opzettelijk verwondingen of slagen te hebben toegebracht aan Y. Jerry en aan X. Nadine, die voor deze een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge hebben gehad.”

Bij zelfde vonnis werden op burgerlijk vlak de drie beklaagden solidair veroordeeld tot betaling aan verzoekster de hoofdsom van € 812,91 meer de intresten.

(3)

Bij arrest van het Hof van Beroep van ... van 22 september 2008, rechtdoende in jeugdzaken, werd het hoger beroep ongegrond verklaard en het bestreden vonnis bevestigd.

Dit arrest bekwam kracht van gewijsde.

 Toen bleek dat deze veroordeelden onvermogend waren, heeft verzoekster zich tot de Commissie gewend (verzoekschriftdossier A.R. - M 81219).

 Bij beslissing dd. 21 april 2009 wees de Commissie aan verzoekster een hulp toe van € 800.

II.-2. Procedure lastens Diego W.

Bij vonnis van de jeugdrechtbank te ... van 25 april 2007 werden de feiten bewezen geacht te zijn gepleegd door de minderjarige Diego W. (° 1990) en werden zijn ouders Eddy W.

(° 1969) en Anouschka A. (° 1969) voor hem aansprakelijk gesteld.

“ Te …, in de nacht van 7 op 8 oktober 2006,

C. opzettelijk verwondingen of slagen te hebben toegebracht aan Y. Jerry en aan X. Nadine, die voor deze een ziekte of ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid ten gevolge hebben gehad.”

Diego W. werd onder voorlopige maatregel toevertrouwd aan het Koninklijk Atheneum Roeselare in afwachting van een residentiële setting.

Bij tussenvonnis van 9 augustus 2007 werden de drie beklaagden solidair veroordeeld tot betaling aan verzoekster een provisie van € 1.000 meer de intresten.

Dr. H. Pollentier werd aangesteld als geneesheer-deskundige met de gebruikelijke opdrachten.

Ter afhandeling van de burgerlijke belangen werden Diego W. en zijn ouders bij vonnis dd. 23 september 2009 van de jeugdrechtbank te ... solidair veroordeeld tot betaling aan verzoekster de hoofdsom van € 8.999,45, meer de intresten, meer € 2.200 uit hoofde van kosten deskundigenonderzoek.

Tevens werd voorbehoud verleend voor de materiële schade tijdelijke werkongeschiktheid (inkomstenverlies) voor de periode 1 maart tot 1 april 2007.

- administratie en verplaatsingskosten € 147,18

- medische en farmaceutische kosten (opleg) € 367,59

- TWO moreel € 2.448,75

- B.I. (5% x € 1.650/2) € 4.125,00

- economische schade huishouden € 1.910,93

- inkomstenverlies voorbehoud

Dit vonnis bekwam kracht van gewijsde (attest griffie).

 Nu blijkt dat ook deze veroordeelden onvermogend zijn (zie rubriek IV), richt verzoekster zich opnieuw tot de Commissie.

(4)

III. Gevolgen van de feiten

Conclusies van gerechtsdeskundige dr. H. P. in zijn verslag van 18/05/2008:

Oorspronkelijke klachten:

- pijn linkerpols en metacarpaal I - normale mobiliteit hand en pols

- pijn thv rechterschouder, alle mobiliteiten zijn verminderd, neurovasculair normaal - hematoom thv bovenste ooglid

- visus gelijk, bril kapot, oog normaal - klein snijwondje thv de linkerwang

Restletsels en klachten:

- subjectieve klachten thv de schoudernekstreek

- subjectieve klachten in kader van posttraumatische stressstoornis

Er is een TWO periode te aanvaarden van 08/10/2006 tot 22/10/2007 [moet zijn: 22/10/2006] en van 21/02/2007 tot 01/03/2007 tijdens dewelke zij behandeld werd voor haar schouderklachten.

De ingreep thv de cervicale wervelzuil en de arbeidsongeschiktheid worden niet weerhouden in kader van dit ongeval.

Tijdelijke arbeidsongeschiktheid 100% van 08/10/2006 t/m 22/10/2006 25% van 23/10/2006 t/m 20/02/2007 100% van 21/02/2007 t/m 01/04/2007 25% van 01/04/2007 t/m 30/04/2007 10% van 01/05/2007 t/m 31/05/2007 7% van 01/06/2007 t/m 30/06/2007 Consolidatiedatum: 1 juli 2007

Blijvende invaliditeit: 5 % zonder economische weerslag Esthetische schade: geen

IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling

IV.1. De verzoekster legt een kopie van haar rechtsbijstandpolis neer waaruit blijkt dat de tussenkomst in het kader van de waarborg onvermogen van derden beperkt is tot verkeersongevallen.

IV.2. Uit brieven van de instrumenterende gerechtsdeurwaarder blijkt dat bij de veroordeelden niets te rapen valt:

- Diego W. is ondertussen meerderjarig maar oefent geen beroep uit en verkeert zonder inkomsten;

- Zijn vader was uitbater van café Pietje Pek dat failliet werd verklaard;

- Zijn moeder werd toegelaten tot het systeem van collectieve schuldenregeling. De vordering van verzoekster werd opgenomen in de aanzuiveringsregeling maar zij bekwam nog geen afbetaling.

Verzoekster deelt mee dat de toegekende provisie van € 1.000 (vonnis 09/08/2007) betaald werd door de vader van Diego W..

(5)

V. Begroting van de gevraagde hulp

Nu verzoekster een financiële hulp vanwege de Commissie ontving in hoofde van haar schade veroorzaakt door Anthony Z., beperkt huidig verzoekschrift zich tot een hulpaanvraag voor de schade veroorzaakt door Diego W..

Verzoekster vraagt een hulp van € 11.199,45 begroot conform het vonnis van de jeugdrechtbank van ... van 23 september 2009:

- hoofdsom € 8.999,45

- kosten deskundigenonderzoek € 2.200,00

VI. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd.

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden.

De Commissie verzekert geen integrale schadeloosstelling. Ze kan, naar billijkheid, een financiële hulp toekennen voor de schadeposten die limitatief zijn opgesomd in artikel 32, § 1, van de wet van 1 augustus 1985:

“Voor de toekenning van een hulp aan de personen als bedoeld in artikel 31, 1°, steunt de commissie uitsluitend op de volgende bestanddelen van de geleden schade :

1° de morele schade, rekening houdend met de tijdelijke of blijvende invaliditeit;

2° de medische kosten en de ziekenhuiskosten, met inbegrip van de prothesekosten;

3° de tijdelijke of blijvende invaliditeit;

4° een verlies of vermindering aan inkomsten ten gevolge van de tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid;

5° de esthetische schade;

6° de procedurekosten;

7° de materiële kosten;

8° de schade die voortvloeit uit het verlies van een of meer schooljaren.”

‘Economisch verlies huishoudelijke arbeid’ is daarbij niet opgenomen en komt dus niet in aanmerking voor een financiële hulp.

Inzake de post ‘administratie- en verplaatsingskosten’ hanteert de Commissie haar gebruikelijk tarief dat overeenstemt met de indicatieve tabel van het Nationaal verbond van magistraten eerste aanleg en het Koninklijk verbond van vrede- en politierechters.

(6)

Gelet op het subsidiariteitsbeginsel, dat vervat ligt in artikel 31bis, § 1, 5° van voormelde wet, dient de Commissie bij de toekenning van een hulpbedrag rekening te houden met de door de verzoekster genoten afbetaling door de vader van de dader (€ 1.000).

Noch de door dr. H. Pollentier op 18 mei 2008 vastgestelde blijvende invaliditeit aan 5% noch de periodes van tijdelijke invaliditeit door hem percentsgewijs geventileerd (rubriek III) vallen evenwel te rijmen met de bevindingen van dr. G. Raes waaraan de jeugdrechter bij de afhandeling van de burgerlijke belangen refereert bij vonnis van 16 mei 2007, f° 8: “ Uit de medische attestatie (dr.Raes Greet dd. 19 oktober 2006) blijkt een werkongeschiktheid van 8 oktober 2006 tot en met 20 oktober 2006, met de vermelding ‘volledige genezing is bereikt’. […]

De Rechtbank kan betrokkene niet volgen waar zij thans stelt dat zij nog steeds ‘hinder’ ondervindt van de toegebrachte slagen en verwondingen: het attest van dr. G. Raes per 19 oktober 2006 is terzake duidelijk en weerhoudt volledige genezing. “

Deze tegenstrijdige medische conclusies, beide nochtans overgenomen door de jeugdrechter te ..., laten de Commissie niet toe om tot een gefundeerde uitspraak te komen nopens de hoegrootheid van het toe te kennen hulpbedrag voor de blijvende en tijdelijke invaliditeit. In die omstandigheden acht de Commissie het raadzaam om de Gerechtelijk-geneeskundige Dienst op grond van artikel 34bis van de Wet van 1 augustus 1985 te belasten met een specifiek medisch onderzoek dat in deze kwestie meer duidelijkheid moet scheppen.

*

* *

OP DIE GRONDEN, De Commissie,

Gelet op:

- de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken;

- de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009;

- het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006,

Verklaart het verzoek ontvankelijk en beveelt, vooraleer ten gronde te oordelen, een medisch deskundigenonderzoek en belast de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst met de opdracht om, met inachtneming van de bepalingen van artikel 17 van het K.B. van 18 december 1986 en van artikel 979 van het Gerechtelijk Wetboek,

- kennis te nemen van het dossier;

- verzoekster Nadine X. medisch te onderzoeken;

- de aard, de graad en de duur (periode) te bepalen van de invaliditeit die eventueel uit die letsels voortvloeit, zowel tijdelijk als definitief;

- de morele schade die hieruit resulteert;

- van al deze bevindingen een schriftelijk en gemotiveerd verslag op te stellen en dit neer te leggen op het secretariaat van de Commissie binnen de vier maanden na kennisgeving van de opdracht.

(7)

Verwijst de zaak inmiddels naar de bijzondere rol.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 28 november 2012.

De plv. secretaris, De voorzitter,

B. VAN BEURDEN P. DE SMET

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verzoeker vraagt om de toekenning van een hulp van € 10.167,04 meer de intresten maar laat na om dit bedrag te begroten waardoor hij zijn schade ten belope van dit bedrag

Het misdrijf dat beschouwd wordt als zijnde verkrachting met behulp van geweld gepleegd te hebben, door een daad van seksuele penetratie, van welke aard en met

“op niet nader te bepalen data, tussen 14 november 2001 en 6 december 2002, meerdere malen, met voorbedachten rade, opzettelijk verwondingen of slagen te hebben

De Commissie meent aan verzoekster een globale noodhulp te kunnen toekennen, ex aequo et bono bepaald, hetgeen haar in staat moet stellen om haar dringende medische

- het verzoekschrift, neergelegd op het secretariaat van de Commissie op 18 februari 2013 waarbij verzoekster om de toekenning heeft gevraagd van een financiële hulp

- een causaal verband tussen de gewelddaad en de opgelopen schade. Bovendien vereist artikel 31, 1°, van de wet dat verzoeker ten gevolge van deze feiten een ernstige lichamelijke

Tot slot meent de Commissie de aandacht van de verzoeker erop te moeten vestigen dat uit samenlezing van artikel 32 (in casu § 2) van de wet van 1 augustus 1985, dat de

Rekening houdende enerzijds met de ernst van de feiten, met de door de verzoeker geleden schade zoals zij blijkt het neergelegde dossier en anderzijds met de door de wet uitgesloten