• No results found

MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI- SLIB STORA ENSO LANGERBRUGGE. Stora Enso Langerbrugge NV Aanmelding/Ontwerp-MER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI- SLIB STORA ENSO LANGERBRUGGE. Stora Enso Langerbrugge NV Aanmelding/Ontwerp-MER"

Copied!
196
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MER UITBREIDING VERBRANDINGSCAPACITEIT WZI- SLIB STORA ENSO LANGERBRUGGE

Stora Enso Langerbrugge NV

Aanmelding/Ontwerp-MER

(2)

COLOFON Opdracht:

Project-MER

Uitbreiding verbrandingscapaciteit WZI-slib Stora Enso Langerbrugge NV

Opdrachtgever:

Stora Enso Langerbrugge NV

Wondelgemkaai 200 9000 Gent

Opdrachthouder:

Antea Belgium nv Roderveldlaan 1 2600 Antwerpen

T : +32(0)3 221 55 00 F : +32 (0)3 221 55 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB

Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer:

4630303008/kda

Datum: status / revisie:

Januari 2021 Aanmelding/Ontwerp-MER V3

Vrijgave:

Gert Pauwels, accountmanager Controle:

Gert Pauwels, accountmanager Projectmedewerkers:

Katja Daems, Sr. Adviseur

Kristof Goemaere, MER-deskundige Biodiversiteit Dirk Dermaux, MER-deskundige Lucht

Chris Busschots, MER- deskundige Geluid Lise Costermans, Adviseur

© Antea Belgium nv 2021

Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

(3)

Team van deskundigen en projectmedewerkers

MER-coördinator Gert Pauwels

Deskundigen:

Gert Pauwels: Bodem (pedologie) en water (oppervlakte- en afvalwater en geohydrologie)

Dirk Dermaux: Lucht

Christian Busschots: Geluid en trillingen

Kristof Goemaere: Biodiversiteit

Projectmedewerkers:

Katja Daems Lise Costermans

(4)

INHOUD

DEEL 1 AANMELDING ... 17

1 AANMELDING ... 18

A

ANLEIDING VOOR HET

MER ... 18

H

ISTORIEK

... 18

T

OETSING AAN DE

MER-

PLICHT

... 18

P

ROCESVERLOOP

... 19

G

EGEVENS VAN DE INITIATIEFNEMER

... 25

T

EAM VAN DESKUNDIGEN

... 25

2 PROJECTBESCHRIJVING ... 27

R

UIMTELIJKE SITUERING

... 27

V

ERANTWOORDING

... 31

A

DMINISTRATIEVE VOORGESCHIEDENIS

... 32

B

ESCHRIJVING VAN HET PROJECT

... 35

B

ESCHRIJVING VAN DE AANPASSINGEN

... 51

A

FBRAAK

-

EN AANLEGFASE

... 52

I

NVESTERING EN TEWERKSTELLING

... 52

3 RELEVANTE ALTERNATIEVEN ... 53

B

ELEIDSALTERNATIEVEN

/

NULALTERNATIEF

... 53

L

OCATIEALTERNATIEVEN

... 53

U

ITVOERINGSALTERNATIEVEN

... 53

4 ALGEMENE METHODOLOGISCHE ASPECTEN ... 56

O

VERZICHT VAN TE ONDERZOEKEN MILIEUDISCIPLINES

... 56

O

PBOUW PER MILIEUDISCIPLINE

... 57

O

VERZICHT VAN DE MOGELIJKE EFFECTEN EN GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN

... 60

DEEL 2 ONTWERP-MER ... 62

5 DISCIPLINE BODEM ... 63

A

FBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED

... 63

J

URIDISCHE EN BELEIDSMATIGE CONTEXT

... 63

M

ETHODOLOGIE

... 63

B

ESCHRIJVING BESTAANDE TOESTAND

... 64

E

FFECTBESPREKING EN

BEOORDELING

... 67

C

ONCLUSIE

,

MILDERENDE MAATREGELEN EN AANBEVELINGEN

... 67

6 DISCIPLINE WATER ... 68

A

FBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED

... 68

J

URIDISCHE EN BELEIDSMATIGE CONTEXT

... 68

M

ETHODOLOGIE

... 70

B

ESCHRIJVING VAN DE REFERENTIETOESTAND

... 76

E

FFECTBESPREKING EN

BEOORDELING

... 101

C

ONCLUSIE

,

MILDERENDE MAATREGELEN EN AANBEVELINGEN

... 102

7 DISCIPLINE LUCHT/GEUR ... 103

A

FBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED

... 103

(5)

M

ETHODOLOGIE

... 108

B

ESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE TOESTAND

REFERENTIETOESTAND

... 109

E

FFECTBESPREKING EN

BEOORDELING VAN DE PROJECTTOESTAND

... 115

C

ONCLUSIE EN MILDERENDE MAATREGELEN

... 122

8 DISCIPLINE GELUID EN TRILLINGEN ... 123

A

FBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED

... 123

J

URIDISCHE EN BELEIDSMATIGE CONTEXT

... 123

M

ETHODOLOGIE

... 126

B

ESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE TOESTAND

... 128

E

FFECTENBESCHRIJVING EN BEOORDELING VAN DE TOEKOMSTIGE TOESTAND

... 133

C

ONCLUSIE

,

MILDERENDE MAATREGELEN EN AANBEVELINGEN

... 134

9 DISCIPLINE MENS ... 135

A

FBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED

... 135

J

URIDISCHE EN BELEIDSMATIG KADER

... 135

M

ETHODOLOGIE

... 136

B

ESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE TOESTAND

... 138

E

FFECTBESPREKING EN

-

BEOORDELING

... 156

C

ONCLUSIE

,

MILDERENDE MAATREGELEN EN AANBEVELINGEN

... 163

10 OVERIGE DISCIPLINES ... 165

D

ISCIPLINE

B

IODIVERSITEIT

... 165

D

ISCIPLINE

L

ANDSCHAP

,

BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE

... 170

D

ISCIPLINE

M

ENS

– R

UIMTELIJKE ASPECTEN

... 176

K

LIMAAT

... 177

11 ELEMENTEN MET BETREKKING TOT DE WATERTOETS ... 179

12 EINDBESPREKING M.I.V. SYNTHESE VAN DE MILIEUEFFECTEN EN MILDERENDE MAATREGELEN ... 181

I

NLEIDING

... 181

C

ONCLUSIE DISCIPLINE

B

ODEM

... 182

C

ONCLUSIE DISCIPLINE

W

ATER

... 182

C

ONCLUSIE DISCIPLINE

L

UCHT

/

GEUR

... 182

C

ONCLUSIE DISCIPLINE

G

ELUID

... 182

C

ONCLUSIE DISCIPLINE

M

ENS

... 183

C

ONCLUSIE OVERIGE DISCIPLINES

... 183

S

YNTHESE VAN DE EFFECTEN EN DE MILDERENDE MAATREGELEN

/

OPTIMALISATIES

... 184

13 LEEMTEN IN DE KENNIS/MONITORING ... 186

14 NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING ... 188

DEEL 2 BIJLAGEN ... 189

(6)

TABELLEN

Tabel 1-1: Team van MER-deskundigen ... 26

Tabel 2-1: Overzicht bijzondere voorwaarden ... 33

Tabel 2-2: Verwerkte hoeveelheid brandstof in ton/jaar van 2017 t.e.m. 2019 ... 36

Tabel 2-3: Aan- en afgevoerde hoeveelheden van de diverse stoffen in ton voor 2019 ... 39

Tabel 2-4: Waterbalans in m³/jaar werkjaar 2019 ... 44

Tabel 2-5: Overzicht afvalstoffen (Basis: opgehaalde afvalstoffen en hoeveelheden werkjaar 2019) . 47 Tabel 2-6: Verwerkte hoeveelheid brandstof in ton/jaar van 2017 t.e.m. 2019 ... 48

Tabel 3-1: Voorwaarden opgelegd aan de BBT (Bron: Eindrapport BBT voor de verwerking aan RWZI- en gelijkaardig industrieel afvalwaterzuiveringsslib, Vito, april 2001) ... 54

Tabel 3-2: Aanbevelingen op basis van de BBT (Bron: Eindrapport BBT voor de verwerking aan RWZI- en gelijkaardig industrieel afvalwaterzuiveringsslib, Vito, april 2001) ... 54

Tabel 4-1: Overzicht ingreep-effect relaties (mogelijke en te onderzoeken effecten) ... 61

Tabel 5-1: Overzicht methodologie-effectgroepen discipline Bodem ... 64

Tabel 6-1: Overzicht van de acties van de stroomgebiedbeheerplannen in de omgeving van het projectgebied (Bron: Geoloket stroomgebiedbeheerplannen) ... 68

Tabel 6-2: Methodologie-effectengroepen discipline ‘Water’ ... 72

Tabel 6-3: Beoordelingskader permanente impact (cfr. Richtlijnenboek Water) ... 74

Tabel 6-4: Relevante VMM-meetpunten (Bron: VMM Geoloketten) ... 83

Tabel 6-5: Fysico-chemische waterkwaliteit Kanaal Gent-Terneuzen meetpunt 34100 in 2019 (bron: VMM Geoloket) ... 84

Tabel 6-6: Fysico-chemische waterkwaliteit zijarm van het Kanaal Gent-Terneuzen meetpunt 34111 in 2017 (bron: VMM Geoloket) ... 86

Tabel 6-7: Legende Triadekwaliteitsbeoordeling (TKB) ... 89

Tabel 6-8: Samenvatting waterbodemkwaliteit ter hoogte van meetpunt 34100 in het Kanaal Gent- Terneuzen (bron: VMM Geoloket) ... 89

Tabel 6-9: Fysico-chemische waterkwaliteit effluentlozing meetput 9000020 (bron: VMM geoloket) ... 91

Tabel 6-10: Gemiddelde (permanente) impact Stora Enso Langerbrugge op Kanaal Gent-Terneuzen bij gemiddeld debiet kanaal van 16,08 m³/sec (cfr. eerdere effectenbeoordelingen) ... 94

Tabel 6-11: Gemiddelde (permanente) impact Stora Enso Langerbrugge op Kanaal Gent-Terneuzen met gemodelleerd debiet kanaal van 29,219 m³/sec (cfr. Pegase-model waterkwaliteit) ... 97

Tabel 6-12: Bepaling bijdrage lozing afvalwater tot kwaliteit ontvangend oppervlaktewater, rekening houdend met delta-principe o.b.v. meetwaarden Stora Enso ... 99

Tabel 6-13 Bepaling bijdrage lozing afvalwater tot kwaliteit ontvangend oppervlaktewater, rekening houdend met delta-principe o.b.v. meetwaarden VMM ... 100

Tabel 7-1: Overzicht verbrandingscapaciteit EC1 en EC2 ... 104

Tabel 7-2: Emissiegrenswaarden volgens Vlarem II (daggemiddelden – 100%) ... 104

(7)

Tabel 7-4: Beoordelingscriteria en significantiekader discipline Lucht ... 108

Tabel 7-5: Significantiekader lucht ... 108

Tabel 7-6: Karakteristieken voor meetstations luchtkwaliteit in de buurt van het projectgebied ... 109

Tabel 7-7: Bestaande luchtkwaliteit NO2 in meetstations in de buurt van de Stora Enso-site (uitgedrukt in µg/m³) ... 110

Tabel 7-8: Bestaande luchtkwaliteit SO2 in meetstation R731 in de buurt van de Stora Enso-site (uitgedrukt in µg/m³) ... 111

Tabel 7-9: Bestaande luchtkwaliteit PM10 in meetstations in de buurt van de Stora Enso-site (uitgedrukt in µg/m³) ... 111

Tabel 7-10: Bestaande luchtkwaliteit PM2,5 in meetstation R731 in de buurt van de Stora Enso-site (uitgedrukt in µg/m³) ... 112

Tabel 7-11: Immissie- en depositiebijdrage van alle relevante polluenten voor de bestaande installatie ... 116

Tabel 7-12: Immissie- en depositiebijdrage van alle relevante polluenten voor de geplande toestand ... 118

Tabel 7-13: Immissie- en depositiebijdrage van alle relevante polluenten voor de cumulatieve (toekomstige) toestand... 120

Tabel 8-1: Milieukwaliteitsnormen VLAREM II voor geluid in open lucht (dB(A), LA95) ... 123

Tabel 8-2: Richtwaarden fluctuerend, incidenteel, impulsachtig en intermitterend geluid in open lucht ... 125

Tabel 8-3: Methodologie – effectengroepen discipline Geluid... 126

Tabel 8-4: Significantiekader voor de beoordeling van de milieueffecten inzake geluid ... 127

Tabel 8-5: Verloop van LA95,1h en de Vlarem II gemiddelden, in meetpunt 1 ... 131

Tabel 8-6: Verloop van LAeq,1h in meetpunt 1 ... 132

Tabel 8-7: Samenvatting van meetresultaten en vergelijking met de richtwaarde uit Vlarem II (dB(A)) ... 133

Tabel 9-1: Overzicht methodologie-effectengroepen discipline mens ... 137

Tabel 9-2: Beoordelingskader chemische stressoren ... 138

Tabel 9-3: Overzichtstabel getransporteerde hoeveelheden op jaarbasis (weg/schip) ... 141

Tabel 9-4: Overzichtstabel voertuigen per dag ... 141

Tabel 9-5: Actuele jaargemiddelde luchtkwaliteit in het studiegebied ... 151

Tabel 9-6: Berekende immissiebijdrage Stora Enso en procentuele verhouding tot GAW voor fijn stof in de geplande toestand ... 157

Tabel 9-7: Berekende cumulatieve immissiebijdrage Stora Enso en procentuele verhouding tot GAW voor fijn stof in de geplande toestand ... 158

Tabel 9-8: Berekende immissiebijdrage Stora Enso en procentuele verhouding tot GAW voor NO2 in de geplande toestand ... 158

Tabel 9-9: Berekende cumulatieve immissiebijdrage Stora Enso en procentuele verhouding tot GAW voor NO2 in de geplande toestand ... 159

Tabel 9-10: Berekende immissiebijdrage Stora Enso en procentuele verhouding tot GAW voor benzeen in de geplande toestand ... 159

(8)

Tabel 9-11: Berekende cumulatieve immissiebijdrage Stora Enso en procentuele verhouding tot GAW voor benzeen in de geplande toestand ... 159 Tabel 9-12: Berekende depositiebijdrage Stora Enso en procentuele verhouding tot GAW voor dioxines in de geplande toestand (in pg TEQ/m².dag) ... 162 Tabel 9-13: Berekende cumulatieve depositiebijdrage Stora Enso en procentuele verhouding tot GAW voor dioxines in de geplande toestand (in pg TEQ/m².dag) ... 162 Tabel 12-1: Samenvatting effectbeoordeling en milderende maatregelen / maatregelen ter optimalisatie / aanbevelingen ... 184

(9)

FIGUREN

Figuur 1-1 : procedure traject 2 - ontwerp-MER als aanmelding (team Mer, 2020) ... 20

Figuur 2-1: Luchtfoto (Geopunt, 2020) met aanduiding site Stora Enso Langerbrugge ... 27

Figuur 2-2: Meest recent luchtfoto van de site Stora Enso Langerbrugge ... 28

Figuur 2-3: Situering van het projectgebied op het gewestplan (Bron: Geopunt) ... 29

Figuur 2-4: Uittreksel uit het grafisch plan van het GRUP “Zeehavengebied Gent – uitbreiding papierproducerend bedrijf” ... 30

Figuur 2-5: Erkend natuurreservaat Kiekebossen ten noordwesten van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) ... 31

Figuur 2-6: Schematische voorstelling behandeling friswater ... 43

Figuur 2-7: Schematische weergave waterzuiveringsinstallatie ... 46

Figuur 2-8: Exacte locatie specifieke lostrechter voor het lossen van RWZI-slib in de biomassa losput ... 52

Figuur 4-1: Situering algemeen studiegebied met een buffer van 200 m rondom de site van Stora Enso Langerbrugge ... 57

Figuur 4-2: Situering studiegebied discipline Lucht met een buffer van 2 km rondom de site van Stora Enso Langerbrugge ... 58

Figuur 5-1: Visuele boring ter hoogte van noordoostelijk punt op de site met aanduiding formaties (Bron: DOV, 3D-model V3) ... 65

Figuur 5-2: Visuele boring ter hoogte van centraal punt op de site met aanduiding formaties (Bron: DOV, 3D-model V3) ... 65

Figuur 5-3: Visuele boring ter hoogte van zuidwestelijk punt op de site met aanduiding formaties (Bron: DOV, 3D-model V3) ... 65

Figuur 5-4: Bodemonderzoeken (bron: geoloket OVAM, geraadpleegd 24/11/2020) ... 66

Figuur 6-1: Visuele boring ter hoogte van noordoostelijk punt op de site met aanduiding hoofdeenheden in HCOV-model V2 (Bron: DOV, 3D-model V2) ... 76

Figuur 6-2: Visuele boring ter hoogte van centraal punt op de site met aanduiding hoofdeenheden in HCOV-model V2 (Bron: DOV, 3D-model V2) ... 77

Figuur 6-3: Visuele boring ter hoogte van zuidwestelijk punt op de site met aanduiding hoofdeenheden in HCOV-model V2 (Bron: DOV, 3D-model V2) ... 77

Figuur 6-4: Visuele boring ter hoogte van noordoostelijk punt op de site met aanduiding basiseenheden in HCOV-model V2 (Bron: DOV, 3D-model V2) ... 77

Figuur 6-5: Visuele boring ter hoogte van centraal punt op de site met aanduiding basiseenheden in HCOV-model V2 (Bron: DOV, 3D-model V2) ... 78

Figuur 6-6: Visuele boring ter hoogte van zuidwestelijk punt op de site met aanduiding basiseenheden in HCOV-model V2 (Bron: DOV, 3D-model V2) ... 78

Figuur 6-7: Locatie relevante VMM-meetpunten ... 83

Figuur 7-1: Jaargemiddelde NO2 in 2019 in de omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: VMM, uitgedrukt in µg/m³) ... 110

Figuur 7-2: Jaargemiddelde PM10 in 2019 in de omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: VMM, uitgedrukt in µg/m³) ... 111

Figuur 7-3: Jaargemiddelde PM2,5 in 2019 in de omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: VMM, uitgedrukt in µg/m³) ... 112

(10)

Figuur 8-1: Geluidsbelastingskaart wegverkeer (Lden) ... 129

Figuur 8-2: Geluidsbelastingskaart wegverkeer (Lnight) ... 129

Figuur 8-3: Luchtfoto met ligging evaluatiepunten (Bron: Geopunt Vlaanderen) ... 130

Figuur 8-4: Gewestplan met ligging evaluatiepunten (Bron: Geopunt Vlaanderen) ... 130

Figuur 9-1: Algemeen overzicht ontsluitingswegen vrachtverkeer Stora Enso Langerbrugge (Bron: stratenplan Geopunt) ... 139

Figuur 9-2: Gedetailleerd overzicht potentiële routes woon-werkverkeer Stora Enso Langerbrugge (Bron: stratenplan Geopunt) ... 140

Figuur 9-3: Indicatieve aanduiding met rode cirkel van de woonkernen in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Open Streetmap) ... 143

Figuur 9-4: Erkend natuurreservaat Kiekebossen ten noordwesten van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) ... 143

Figuur 9-5: Gewestplan in de omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt)... 144

Figuur 9-6: Landbouwgebruikspercelen LV 2019 in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) ... 145

Figuur 9-7: Onderwijsinstellingen in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) ... 146

Figuur 9-8: Buitenschoolse opvang en gezinsopvang baby’s en peuters in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) ... 146

Figuur 9-9: Ouderenvoorzieningen in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) ... 147

Figuur 9-10: Sportaccommodatie in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) ... 147

Figuur 9-11: Terreinen van Seveso-inrichtingen in de omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) ... 148

Figuur 9-12: Jaargemiddelde NO2 in 2019 in de omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: VMM, uitgedrukt in µg/m³) ... 153

Figuur 9-13: Jaargemiddelde PM10 in 2019 in de omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: VMM, uitgedrukt in µg/m³) ... 153

Figuur 9-14: Jaargemiddelde PM2,5 in 2019 in de omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: VMM, uitgedrukt in µg/m³) ... 154

Figuur 9-15: Geluidsbelastingskaart Lden – bron industrie (2018) (Bron: Omgeving Vlaanderen) ... 155

Figuur 9-16: Geluidsbelastingskaart Lnight – bron industrie (2018) (Bron: Omgeving Vlaanderen) ... 155

Figuur 10-1: Biologische waarderingskaart versie 2 in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) ... 165

Figuur 10-2: Natura 2000 Habitatkaart met kaartlabels in de nabije omgeving van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt) ... 167

Figuur 10-3 ... 171

Figuur 10-4 ... 171

Figuur 10-5 ... 172

Figuur 10-6 ... 172

(11)

BIJLAGEN

Bijlage 1 Overzichtsplan

Bijlage 2 Evaluatie BREF Afvalverbranding (WI) 2019 Bijlage 3 Beoordeling SGBP waterlichaam VL11_165 Bijlage 4 Beoordeling SGBP waterlichaam VL05_177 Bijlage 5 Berekeningen luchtemissies

Bijlage 6 Foto ligging meetpunt 1 geluid Bijlage 7 Meetresultaten geluid

(12)

VERKLARENDE WOORDENLIJST

Autonome ontwikkeling De ontwikkeling die het studiegebied zou doormaken zonder gestuurde beïnvloeding van buitenaf.

Bodemkaart De bodemkaart geeft de verspreiding van bodemseries, die elk gekenmerkt worden door hun grondsoort, natuurlijke drainageklasse en horizontenopvolging; ze geeft in een begeleidende tekst ook de blijvende landbouwwaarde van de verschillende bodems aan.

Biologische behandeling Behandelen van afvalstoffen waarbij verontreinigingen worden omgezet door micro-organismen, in biomassa en elementaire verbindingen die onschadelijk zijn voor de ecosystemen.

dB(A)-waarde Het A-gewogen geluidsniveau (decibel A). Door deze weging toe te passen worden de lineaire niveaus aangepast aan de gevoeligheid van het menselijk oor.

Debiet Volume water of lucht dat per tijdseenheid op een bepaald punt voorkomt

Emissie Uitstoot (in lucht) of lozing (in water of de bodem) van stoffen

Effluent Gezuiverd afvalwater

Geleide emissie Een emissie afkomstig van een bron (uitlaat, schoorsteen) waarvoor welbepaalde fysische kenmerken bestaan (ligging, hoogte, diameter) en waarvan een debiet kan worden bepaald.

Grenswaarde Bovenwaarde; mag, tenzij in geval van overmacht, niet overschreden worden

Grondwaterkwetsbaarheid Aanduiding in welke mate een watervoerende laag beschermd is tegen verontreiniging vanaf het maaiveld

Hinderlijke inrichting Bedrijf waar milieubelastende activiteiten uitgevoerd worden Immissie De wijziging van de aanwezigheid van verontreinigingen in de

atmosfeer (geldt ook voor geluid), bodem of water rond één of meer bronnen van verontreiniging ten gevolge van emissie uit deze bron of bronnen, omgevingsmeetwaarden

Influent De waterstroom die een zuiverings- of behandelingseenheid binnenkomt.

Kwetsbare locatie Een gebied met kwetsbare locatie is een terrein waarop zich een school, een ziekenhuis of een rust- of verzorgingsinstelling bevindt.

Met scholen worden de basisscholen (kleuter- en lager onderwijs) en de secundaire scholen bedoeld.

LA95,T is representatief voor het achtergrondgeluidsniveau en wordt in

VLAREM II bij een evaluatie periode van 1h gebruikt als beoordelingsparameter van het omgevingsgeluid.

Lozingspunt Plaats waar het afvalwater in het oppervlaktewater/riolering terechtkomt

Milieuhinder De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definieert hinder als “a

(13)

or believed by an individual or group to be adversely affecting them”.

De WHO stelt ook dat hinder als een gezondheidseffect kan beschouwd worden, want “Gezondheid is een toestand van compleet fysiek, mentaal en sociaal welbevinden en niet alleen de afwezigheid van ziekte”. Onder milieuhinder worden in de context van het RL-boek mens-gezondheid de thema’s geluidshinder, trillingshinder, geurhinder, stofhinder, rookhinder en lichthinder begrepen. Dit zijn typisch thema’s met een lokaal, gradueel afnemend maar direct merkbaar effect. Binnen het verstoringsgebied kan de hinder leiden tot geestelijke, en bij ernstige hinder zelfs tot lichamelijke aantasting van het welzijn (stress, hartritmestoringen, braakneigingen, ...). Sommige vormen van verstoring leiden eveneens tot materiële aantasting van goederen.

Milieuhinder is een beleving met zowel een objectief als een subjectief karakter. Als objectieve factoren kunnen fysische en andere eigenschappen vermeld worden: het geluidsniveau, de geluidsscherpte, de tonaliteit, de geurconcentratie, de geurintensiteit, de geurdrempel, de lichtsterkte, de frequentie van optreden, de duur en variabiliteit in de tijd, e.d. De subjectieve beoordeling staat in functie van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, moment van de dag, emissiehistorie, betrokkenheid bij de verstoringsbron en de mate van (on)aangenaamheid.

Nuleffectniveau Gegeven belasting waarboven hinder van een bron verwacht kan worden. Is gelijk aan het achtergrondhinderniveau of het hinderniveau in een controlegroep (buiten de invloedsfeer van een hinderbron gelegen). Komt m.a.w. overeen met het niveau waaronder geen negatieve effecten te verwachten zijn. Zie ook streefwaarde.

Omgevingsgeluid Totaal geluid veroorzaakt door alle geluidsbronnen op een gegeven plaats en op een gegeven ogenblik; oorspronkelijk omgevingsgeluid

= omgevingsgeluid dat aanwezig is vóór het exploiteren of veranderen van een inrichting

Ontwikkelingsscenario Beschrijft de evolutie van het studiegebied in de toekomst, rekening houdend met de autonome evolutie van het gebied en met de evolutie o.i.v. plannen en beleidsopties

Richtwaarde Kwaliteitsniveau dat zoveel mogelijk bereikt of gehandhaafd moet worden.

Ruimtelijk structuurplan Een ruimtelijk structuurplan is een beleidsplan waarin de keuzes met betrekking tot de ruimtelijk-structurele ontwikkeling van een bepaald gebied aangegeven worden, de ruimtelijke potenties worden belicht en waarin richtlijnen en organisatieprincipes voor grond- en ruimtegebruik worden aangegeven

Streefwaarde Niveau waarbij geen nadelige effecten te verwachten zijn. Zie ook nuleffectniveau.

Studiegebied Het gebied dat bestudeerd wordt in functie van het vaststellen van de milieueffecten en afhankelijk is van de invloedssfeer van de milieueffecten

(14)

LIJST MET AFKORTINGEN

ARAB Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming

BBI Belgische Biotische Index; een systeem om via de bepaling van

de aanwezigheid van een aantal groepen macro-invertebraten in een waterloop de biologische waterkwaliteit van deze waterloop te beoordelen

BBT Best Beschikbare Techniek (ook: BAT: Best Available

Technologies)

BPA Gemeentelijk Bijzonder Plan van Aanleg beslaat een gedeelte van het grondgebied van één gemeente. Het is een zeer gedetailleerd plan dat verder gaat dan het aanduiden van een bestemming van de bodem, maar uitgebreide voorschriften inhoudt

BREF Best Available Techniques Reference Documents

In een BREF-document staat beschreven wat de meest milieuvriendelijke technieken zijn die een bedrijf kan toepassen.

Zie ook ‘BBT’

BSN Bodemsaneringsnorm

B.Vl.R. Besluit van de Vlaamse Regering

BWK Biologische Waarderingskaart. De voorkomende vegetatie

wordt, aan de hand van een uniforme lijst van karteringseenhe- den, geïnventariseerd en in kaart gebracht. Aan ieder ecotoop wordt een waarde toegekend

BZV (of BOD) Biochemisch zuurstofverbruik

CZV (of COD) Chemisch zuurstofverbruik

dB(A) Decibel (A-gewogen)

DWA De DWA of droogweerafvoer verzamelt en transporteert het afvalwater naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie of een Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater (IBA), waar het wordt gezuiverd. Dit is afvalwater zonder niet-verontreinigd regenwater.

EFSA European Food Safety Agency

GAW Gezondheidskundige advieswaarde

GRUP Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

GRW Gezondheidskundige referentiewaarde

GW Grondwater

IFDM Immission Frequency Distribution Model

Model voor het doorrekenen van mobiliteitsscenario's naar luchtkwaliteit voor wegtransport op autosnelwegen, gewestwegen en buitenstedelijke wegen in Vlaanderen.

IMPACT Immission Prognosis Air Concentration Tool – model voor het berekenen van de immissies van punt/oppervlaktebronnen

(15)

IWB Integraal Waterbeleid

LA95,T De waarde van het achtergrondgeluidsdrukniveau volgens VLAREM II (indien waarnemingsperiode T = 1 uur)

LAeq,T A-gewogen equivalent, constant geluidsdrukniveau, dat

gedurende het tijdsinterval T dezelfde geluidsenergie zou veroorzaken als het werkelijk (veranderlijk) A-gewogen geluidsdrukniveau gedurende dezelfde periode

LAmax,T Het maximaal geluidsdrukniveau geregistreerd in de periode T Lden Het gewogen gemiddelde van de geluidsdrukniveaus voor de

dag (07.00-19.00), de avond (19.00-23.00) en de nacht (23.00- 07.00). De avond- en nachtniveaus krijgen daarbij een straffactor van +5 resp. +10 dB aangerekend.

LNE Departement Leefmilieu Natuur en Energie

Lnight Equivalent geluidsdrukniveau buiten geassocieerd met een bepaald type geluidsbron tijdens de nachtperiode (23h-07h), berekend over een jaar

LA95,T,na LA95,T na of met de uitvoering van het plan/project LA95,T,voor LA95,T vóór of zonder de uitvoering van het plan/project

m.e.r. Milieueffectrapportage

MER Milieueffectrapport

MKROS Milieuklachten Registratie- en Opvolgingssysteem

MKN Milieukwaliteitsnorm

NACE Europese activiteitennomenclatuur

NDWCT Natural draft wet cooling towers

NMVOS Niet-methaan vluchtige organische stoffen

OVAM Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij

pae Personenauto equivalent

PAK Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

pH Zuurtegraad

PIO Prati-index volgens zuurstof: deze index wordt bepaald op basis van het percentage zuurstofverzadiging en geeft een graad van zuiverheid aan het water

PM2,5 Particulate matter of fijn stof met aerodynamische diameter <

2.5 μm

PM10 Particulate matter of fijn stof met aerodynamische diameter <

10 μm

PRUP Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

RW Referentiewaarde

RWA De RWA of regenwaterafvoer voert het hemelwater af naar grachten en waterlopen. Het gaat hierbij enkel om regenwater dat niet vervuild is. Regenwater dat na huishoudelijk gebruik (bijv. toilet, wasmachine...) of door een ingedeelde activiteit (zie

(16)

Vlarem-wetgeving) is verontreinigd, wordt afgevoerd als afvalwater (DWA).

RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie

TEF Toxische equivalentfactor

TLV Treshold limit value

UFP Ultra fine particles

UPS Uninterruptible Power Supply (noodstroomvoorziening)

VLAREM Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning

VMM Vlaamse MilieuMaatschappij

WHO/WGO World Health Organisation / Wereldgezondheidsorganisatie

m.e.r. Milieueffectrapportage

MER Milieueffectrapport

pae Personenauto equivalent

pH Zuurtegraad

PIO Prati-index volgens zuurstof: deze index wordt bepaald op basis van het percentage zuurstofverzadiging en geeft een graad van zuiverheid aan het water

VMM Vlaamse MilieuMaatschappij

WHO World Health Organisation (Wereldgezondheidsorganisatie)

(17)

DEEL 1 AANMELDING

(18)

1 Aanmelding

Aanleiding voor het MER

Stora Enso produceert papier op haar site Langerbrugge te Gent. Tevens bevinden er zich op deze site ondersteunende installaties, zoals o.a. de verbrandingsinstallaties EC1 en EC2.

Stora Enso wenst de vergunde capaciteit voor de verbranding van WZI-slib in EC2 op te trekken. Er komt 40.000 ton/jaar RWZ slib bij de vergunde 76.500 ton/jaar RWZ slib, waardoor de totale vergunde hoeveelheid tot 116.500 ton/jaar stijgt.

Rubriek eenheid EC 1 EC 2 Totaal

2.3.4.2 g) Ton/jaar 35.000 81.500 116.500

In 2011 werd door Antea Group een project-MER opgesteld, in kader van de toenmalige hervergunning van de volledige site (papierproductie, verbrandingsinstallatie en overige ondersteunende functies, zoals bv. de WZI). In de voorbije jaren werden er verschillende wijzigingen en uitbreidingen aangevraagd en vergund. Deze hadden allen betrekking op de verbrandingsinstallatie (uitbreiding met C-hout, uitbreiding capaciteit verbranding WZI-slib). Er zijn geen uitbreidingen aan andere installaties aangevraagd. De nu voorliggende uitbreiding zorgt ervoor dat cumulatief (sinds het laatste goedgekeurde MER) de MER-drempelwaarde overschreden wordt, waardoor de opmaak van een nieuw MER vereist is.

Aan de overige activiteiten op de site worden geen wijzigingen of uitbreidingen voorzien.

Historiek

In het kader van de hervergunning van de volledige site werd in 2011 een MER opgemaakt.

De administratieve voorgeschiedenis van het project wordt verder toegelicht in § 2.3.

Toetsing aan de MER-plicht

De lijst van MER-plichtige activiteiten is opgenomen in het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (BS 17/02/2005). In dit besluit worden de projecten opgedeeld in Bijlage I-projecten (MER altijd vereist), Bijlage II-projecten (ontheffing van MER-plicht mogelijk na gemotiveerd verzoek) en Bijlage III-projecten (project-m.e.r.-screeningsnota; aanvullend Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013).

Volgens de bepalingen van art. 4.3.3 §3 van het decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage (B.S. 13/02/2003) en het uitvoeringsbesluit van 10 december 2004 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (B.S. 17/02/2005), gewijzigd bij art. 16 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (B.S. 29/04/2013), is volgende categorie mogelijks van toepassing:

o Bijlage I, 14° Afvalverwijderingsinstallaties voor de verbranding, zoals gedefinieerd in punt D10 van artikel 4.2.1 VLAREMA, of chemische behandeling, zoals gedefinieerd in punt D9 van artikel 4.2.1 VLAREMA, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 100 ton per dag.

Deze categorie van projecten is rechtstreeks MER-plichtig. Gezien de geplande uitbreiding de verwerkingscapaciteit van niet-gevaarlijke afvalstoffen (waterzuiveringsslib) verhoogt met meer dan

(19)

M.b.t. de te volgen procedure voor de opmaak van een MER, zal het MER deel uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag.

Conform het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, wordt de project- MER- procedure geïntegreerd in de omgevingsvergunningsprocedure. De beoordeling en goedkeuring van het project-MER zal dus deel uitmaken van de behandeling van de omgevingsvergunningsaanvraag.

Dit betekent ook dat het volledige project-MER deel zal uitmaken van het openbaar onderzoek over de vergunningsaanvraag.

De omgevingsvergunning verenigt en vervangt de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning. De aanvragen moeten worden ingediend bij één loket, het Omgevingsloket, waarna één openbaar onderzoek en één adviesronde worden georganiseerd. Dat moet de procedure efficiënter en effectiever maken.

Het decreet over de regels tot implementatie van de omgevingsvergunning is op 25 januari 2017 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage is goedgekeurd op 17 februari 2017.

In het MER worden volgende disciplines beschreven:

- Bodem

- Water (grond- en oppervlaktewater) - Lucht

- Geluid en trillingen - Biodiversiteit

- Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

- Mens (ruimtelijke aspecten, verkeer, veiligheid, hinder en gezondheid)

Het aspect energie zal ook behandeld worden, in de discipline lucht. De discipline 'Klimaat' wordt niet weerhouden als sleuteldisciplines in het kader van dit project. Deze zullen op beknopte wijze door de MER-coördinator behandeld worden.

De disciplines ‘Licht, warmte en straling’, ‘Mens – Veiligheid’ en ‘Aanspraak op grondstofvoorraden’

worden niet weerhouden als relevante disciplines in het kader van de voorgestelde projectwerken/vergunningsaanvraag en zullen dus niet behandeld worden.

Procesverloop

Combinatie Aanmelding/Ontwerp-MER

De initiatiefnemer opteert ervoor om voorafgaand aan de vergunningsaanvraag volgende procedure voor te stellen.

-

Aanmelding dossier met vraag om scopingsadvies, gecombineerd met opmaak ontwerp- MER

-

Verzoek om middels een overleg met team Mer en adviesinstanties, voorliggend ontwerp- MER te bespreken, in functie van het verlenen van het scopingsadvies

-

Finaliseren ontwerp-MER, op basis van voornoemd overleg en scopingsadvies, tot voorlopige goedkeuring bij team Mer

Het voorliggende dossier betreft een aanmelding en ontwerp-MER. Voorliggend project wordt namelijk beschouwd als een project waarvan de eigenschappen, de te onderzoeken aspecten en de te hanteren methodologie reeds voldoende gekend zijn.

Dit betekent dat in dit document zowel

(20)

- een melding van de initiatiefnemer met het voornemen om een project-MER op te stellen aan de team Mer;

- een projectbeschrijving met inbegrip van de overwogen alternatieven;

- een voorstel van de te hanteren methodologie om de mogelijke milieueffecten te onderzoeken;

- als een uitwerking van dit milieueffecten onderzoek;

werd opgenomen.

Deze mogelijkheid wordt beschreven als ‘Traject 2’ in de handleiding “project-MER in de omgevingsvergunning” (team MER, 2020).

Figuur 1-1 : procedure traject 2 - ontwerp-MER als aanmelding (team Mer, 2020)

Op basis van het ontwerp-MER zoals opgenomen in dit document (zie deel 2), wordt een scopingsadvies gevraagd aan team Mer en de adviesinstanties.

Team Mer neemt een beslissing over de aanmelding en bezorgt haar beslissing uiterlijk binnen een termijn van 60 dagen na de datum van ontvangst van de aanmelding aan de initiatiefnemer.

De beslissing over de aanmelding bevat ten minste volgende informatie:

- Een beslissing over de opstellers van het project-MER (i.e. het team van erkende MER- deskundigen).

- Een advies over de voorgestelde methodologie van effectbeoordeling in het aanmeldingsdossier rekening houdend met de inhoud van het MER (i.e. het zogenaamde scopingsadvies). Uiteraard wordt hierbij rekening gehouden met de ontvangen adviezen en in voorkomend geval de afspraken van het overleg met alle betrokkenen of reacties uit de openbare raadpleging.

- Op verzoek van initiatiefnemer een beslissing over de vraag tot onttrekking aan bekendmaking van de aanmelding of delen ervan.

De aanmelding (in dit geval inclusief het Ontwerp-MER) wordt bekendgemaakt op de website van de team Mer.

Overleg en participatie

Afhankelijk van de inhoud van het scopingsadvies zal een overleg met team Mer en adviesinstanties (in aanwezigheid van de MER-deskundigen) gehouden worden.

De initiatiefnemer opteert ervoor om voorafgaand aan de omgevingsvergunningsaanvraag geen extra publieke participatie te organiseren. Tijdens het openbaar onderzoek in kader van de omgevingsvergunningsaanvraag zal het publiek de mogelijkheid krijgen om in te spreken op het ontwerp-MER en op het aangevraagde project.

(21)

Bestaande vergunningstoestand – aan te vragen vergunningen

Het ontwerp-MER dient gevoegd te worden bij de omgevingsvergunningsaanvraag. Gezien de geplande uitbreiding van de verwerkingscapaciteit van niet-gevaarlijke afvalstoffen (waterzuiverings- slib) is een omgevingsvergunningsaanvraag noodzakelijk.

De huidige omgevingsvergunning van Stora Enso Langerbrugge NV is geldig tot 15/11/2032. Dit MER heeft enkel betrekking op de wijziging van de verbrandingscapaciteit. Een volledige hervergunning van de site is momenteel dus geen onderwerp van het MER.

De vergunningstoestand sinds de hernieuwing van de milieuvergunning in 2012 kan als volgt samengevat worden:

Referentie Omschrijving / Exploitant vermeld in de vergunning

Vergunning- verlenende overheid

Datum Einddatum

M03/44021/1231/1/A/7/LDR/CL Milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een papierfabriek

Nv Stora Enso Langerbrugge

Bestendige Deputatie Oost-Vlaanderen

15/11/2012 15/11/2032

M03/44021/1231/1/M/4/FV Aktename mededeling kleine verandering (uitbreiding) NV Stora Enso Langerbrugge

Bestendige Deputatie Oost-Vlaanderen

28/05/2015 15/11/2032

M03/44021/1231/1/M/5 Aktename mededeling kleine verandering (uitbreiding) NV Stora Enso Langerbrugge

Bestendige Deputatie Oost-Vlaanderen

8/12/2016 15/11/2032

M03/44021/1231/1/A/8 Milieuvergunning voor het veranderen van een papierfabriek NV Stora Enso Langerbrugge

Bestendige Deputatie Oost-Vlaanderen

26/10/2017 15/11/2032

M03/44021/1231/1/A/9 Besluit tot bijstelling van de lozingsvoorwaarden

Bestendige Deputatie Oost-Vlaanderen

8/02/2018 15/11/2032

OMV_2018032831 Besluit voor het veranderen van een inrichting voor de productie van papier

Vlaamse overheid Departement Omgeving

26/06/2018 15/11/2032

OMV_2019045693 Besluit voor het veranderen van een inrichting voor de productie van papier

Vlaamse overheid Departement Omgeving

1/10/2019 15/11/2032

OMV_2020065456 Besluit voor het veranderen van een inrichting voor de productie van papier (pilootinstallatie)

Vlaamse overheid Departement Omgeving

11/09/2020 11/09/2025

OMV_2020065465 Besluit voor de uitbreiding van de opslag van 1,4-dioxaan/slopwater horende bij een pilootinstallatie voor de productie van bio gebaseerd furaandicarbonzuur (FDCA)

Vlaamse overheid Departement Omgeving

27/10/2020 27/10/2025

(22)

De installatie is op datum 27/10/2020 vergund voor volgende rubrieken (rubrieknummers conform de verleende vergunningen en niet omgezet naar de huidige rubricering):

2.2.2.f)2° Opslag en mechanische behandeling: een vermaalinstallatie 4x 55 kW+ mobiele shredder 882 kW voor het vermalen van andere niet-gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van 10.000 ton.

2.2.2.g)2° Opslag en mechanische behandeling: een mobiele vermaalinstallatie 964,5 kW voor het vermalen van verontreinigd behandeld houtafval met een opslagcapaciteit van 10.000 ton.

2.2.5.a)3° Opslag en fysisch-chemische behandeling: ontwatering van het mengsel ontinktings- en waterzuiveringsslib met een opslagcapaciteit van 15.000 ton, waarvan 1.400 ton overdekt.

2.2.5.e)3° Opslag en fysisch-chemische behandeling van oud papier met een opslagcapaciteit van 28.000 ton.

2.3.4.2.a)1°2° Opslag en meeverbranding in een biomassacentrale 63 MWth (EC1) en een multifuel WKK 139 MWth (EC2) van biomassa-afval: max. 210.000 ton/jaar plantaardig afval van land- en bosbouw, vezelachtig afval en onbehandeld houtafval (60.000 ton/jaar in EC1+150.000 ton/jaar in EC2)

2.3.4.2.a)2°2° Opslag en meeverbranding in een biomassacentrale 63 MWth (EC1) en een multifuel WKK 139 MWth (EC2) van biomassa-afval: max. 300.000 ton/jaar niet-verontreinigd behandeld houtafval( 70.000 ton/jaar in EC1+230.000 ton/jaar in EC2)

2.3.4.2.b) Opslag en meeverbranding in een biomassacentrale 63 MWth (EC1 – enkel treinbilzen) en een multifuel WKK 139 MWth (EC2) van max. 85.000 ton/jaar verontreinigd behandeld houtafval.

2.3.4.2.d) Opslag en meeverbranding in een biomassacentrale 63 MWth (EC1) en een multifuel WKK 139 MWth (EC2) van max. 565.300 ton/jaar diverse andere niet-gevaarlijke afvalstoffen (ontinktingsslib, recyclageresidu, zeefresten, PDF/RDF, enz.) (EC1 (uitgezonderd RDF) 265.300 ton/jaar + EC2 300.000 ton/jaar).

2.3.4.2.g) Opslag en meeverbranding in een biomassacentrale 63 MWth (EC1) en een multifuel WKK 139 MWth (EC2) van max. 76.500 ton/jaar waterzuiveringslib (verbranding van eigen waterzuiveringsslib en ontwaterd slib van derden) (EC1 35.000 ton/jaar + EC2 41.500 ton/jaar).

2.3.9. Verbranding in een biomassacentrale 63 MWth (EC1) en een multifuel WKK 139 MWth (EC2) van max. 2.000 ton/dag niet-gevaarlijke afvalstoffen (1.100 ton/dag in EC2 en 900 ton/dag in EC1).

2.4.2.a) De verwijdering of nuttige toepassing van niet-gevaarlijke afvalstoffen in afvalmeeverbrandingsinstallaties: een biomassacentrale 63 MWth (EC1) en een multifuel WKK 139 MWth (EC2) met een capaciteit van max. 2000 ton/dag (1.100 ton/dag in EC2 en 900 ton/dag in EC1) en max. 730.000 ton/jaar.

2.4.2.b) De verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen (verontreinigd behandeld houtafval) in afvalmeeverbrandingsinstallaties: een biomassacentrale 63 MWth

(EC1 – enkel treinbilzen) en een multifuel WKK 139 MWth (EC2) met een capaciteit van max 500 ton/dag en max. 85.000 ton/jaar.

2.4.3.a)3° de verwijdering van niet-gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van max. 2.000 ton/dag en max. 730.000 ton/jaar d.m.v. voorbehandeling van afval (verkleinen) voor verbranding of meeverbranding.

3.5.2° Lozen koelwater met een debiet van max. 100 m³/u, 2.000 m³/dag en 650.000 m³/jaar.

3.6.3.3° Lozen bedrijfsafvalwater via een fysicochemie en een biologische

waterzuiveringsinstallatie in oppervlaktewater (monding van de Kale) met een debiet van max. 1.100 m³/u, 23.000 m³/dag en 8.250.000 m³/jaar.

6.2.2°a) Opslag steenkool op een oppervlakte max. 10 ha, meer bepaald opslag van

maximaal 1.000 ton in het brandstoffenmagazijn met een oppervlakte van 7.500 m².

(23)

7.1.1° pilootinstallatie voor de productie van FDCA/ BHMF in onderling uitwisselbare hoeveelheden met een jaarcapaciteit van max. 12ton/jaar.

12.1.1.3° Elektriciteitsproductie, totaal 62.840 kVA:

- Stoomturbinegenerator 12.000 kVA Stoomturbinegenerator 50.000 kVA

2 noodstroomgeneratoren (met dieselmotor) resp. 520 kVA en 320 kVA 12.2.1° Meerdere transformatoren (100 – 1000 kVA):

- Transformatoren lijn 3: 2x560, 2x400, 200 en 100 kVA Transformatoren waterzuivering: 160 en 2x125 kVA Transformatoren EC2: 630, 200, 160 en 100 kVA Transformator pilootinstallatie: 250 kVA 12.2.2° Meerdere transformatoren (>1000 kVA):

- Transformatoren lijn 3: 40.000, 2x24.000, 15.000, 12.000, 2x8.400, 2x 6.300, 2x5.000, 2x2.800, 3.150 en 4x2.500

kVA

Transformatoren lijn 4: 2x12.000, 10x4.000, 19x3.150 en 4x1.600 kVA Transformatoren energie & waterzuivering: 6x3.150, 2x2.500, 2x1.600 en 1.000 kVA

Transformatoren distributie 125.000, 50.000 en 16.000 kVA Transformatoren van 2 x 1600 kVA

12.3.1° Vast opgestelde batterijen, totaal 647.448 VAh:

- Stationaire batterijen Lijn 3 totaal 54.888 VAh Stationaire batterijen Lijn 4 totaal 300.960 VAh

Stationaire batterijen energie & waterzuivering 291.600 VAh 12.3.2° Laden van accumulatoren, totaal 1.131 kW:

- Accumulatoren lijn 3 totaal 161 kW Accumulatoren lijn 4 totaal 570 kW

Accumulatoren energie & waterzuivering 400 kW 15.1.2° 45 parkeerplaatsen voor vrachtwagens

13 parkeerplaatsen voor eigen bedrijfsvoertuigen:

3 wielladers, 8 heftrucks,

15.2. Werkplaats voor herstellen van motorvoertuigen

15.4.1° Wasinrichting voor het wassen van 10 en meer voertuigen en hun aanhangwagens per dag

16.2.1° 1 stikstofgasgenerator

16.3.2°b) Compressoren, Koelinstallaties en warmtepompen: Totaal 5222,34 kW

17.1.2.1.2° Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten totaal 4.000 l 17.1.2.2.3° Opslagplaats voor CO2 in een vast reservoir (32.000 l) en 1 vaste tank van 250 l voor

N2.

Totaal: 32.250 l

17.3.2.1.1.2° Opslagplaatsen voor gasolie, diesel, enz. Totaal: 25,67 ton

17.3.2.1.2.1° Opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen Totaal: 1,012 ton

17.3.2.2.1° Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 Totaal:

10,608 ton

17.3.4.3° Opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen Totaal: 1.632,632 ton 17.3.5.2°a) Opslagplaatsen voor giftige vloeistoffen en vaste stoffen Totaal: 3,05 ton

17.3.6.3° Opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen Totaal: 882,864 ton 17.3.7.1°a) Opslagplaatsen voor op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste

stoffen

Totaal: 15,022 ton

(24)

17.3.8.2° Opslagplaatsen voor voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen

Totaal: 159,52 ton

17.4. Opslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen en vaste stoffen in kleine verpakkingen Totaal: 4.500 l

19.5.1°a) Droogovens totaal 20 kW 24.4. 6 laboratoria

29.5.2.2°a) Toestellen metaalbewerking totaal 930 kW

31.1.2°a) Dieselmotoren: 3x 240 kW, 199 kW, 964,4 kW, 882 kW Dieselgeneratoren: 550 kW, 320 kW

Totaal: 3635,4 kW

33.2.b)3°a) Elektromotoren papier en kartonfabriek totaal 148.531 kW.

33.2.c)3°a) Elektromotoren papier en kartonfabriek totaal 148.531 kW.

33.2.e) Industriële installaties voor de fabricage van papier en karton met een productiecapaciteit van ca. 1.520 ton/dag, 550.000 ton/jaar waarvan 150.000 ton/jaar magazinepapier en

400.000 ton/jaar dagbladpapier.

33.4.1°c) Papieropslag 25.000 ton in lokalen.

39.1.1° Stoomgeneratoren met een waterinhoud: 3 x 460 l.

39.1.2° Stoomgeneratoren met een waterinhoud: 710 l, 2.708 l, 2800 l, 3.086 l en 3.640 l.

39.1.3° Stoomgeneratoren met een waterinhoud meer dan 5000 liter: 9.010 l, 11.100 l, 12.320 l, 15.850 l, 19.140 l, 46.150 l, 64.100 l, 2x 71.400 l, 75.000 l en 86.970 l.

39.2.1° Meerdere stoomvaten: 400, 440, 530, 3 x 600, 2 x 650, 725, 3 x 1000, 2 x 1.500, 3 x 2000, 4000 en 5000 liter.

39.2.2° Meerdere stoomvaten: 8.000, 10.000, 12.600, 27.095, 31.000, 32.500, 75.000, 95.000, 235.300 liter.

39.5.1° 2 stoomturbines, totaal 62 MW waarvan:

- Stoomturbine 12 MW Stoomturbine 50 MW

43.1.3° Verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproductie, totaal 274,45 MWth:

Verwarming thermische olie (PM3): 4,4 MWth Verwarming thermische olie (PM4): 5,4 MWth EC1:

Reserveketels: 2x 27,5 MWth + 30,4 MWth Voorverwarmer: EC1: 4 MWth

Steunbranders: 2x 8 MWth Naverbranders: 2x 16 MWth EC2:

Opstartbranders: 3x 17 MWth Laad branders: 2x 38 MWth Stookinstallatie 250 kWth

43.3.2° Meerdere stookinstallaties, TOTAAL 278.085,4 kW Verwarming thermische olie (PM3) 4,4 MWth Verwarming thermische olie (PM4) 5,4 MWth EC1:

Reserveketels: 2x 27,5 MWth + 30,4 MWth Voorverwarmer: EC1: 4 MWth

Steunbranders: 2x 8 MWth Naverbranders: 2x 16 MWth EC2:

Opstartbranders: 3x 17 MWth Laad branders: 2x 38 MWth

(25)

Dieselmotoren: 3x 240 kW, 199 kW, 964,4 kW, 882 kW Dieselgeneratoren: 550 kW, 320 kW

43.4. Verbrandingsinstallaties (BKG-inrichtingen), TOTAAL 301,09 MWth:

Verwarming thermische olie (PM3) 4,4 MWth Verwarming thermische olie (PM4) 5,4 MWth Biomassacentrale 63 MWth (EC1)

Reserveketels 2x 27,5 MWth + 30,4 MWth (EC1)

Multifuel WKK thermisch ingangsvermogen 139 MWth (EC2) Stookinstallatie 250 kWth

Dieselmotoren: 3x 240 kW, 199 kW, 964,4 kW, 882 kW Dieselgeneratoren: 550 kW, 320 kW

Gegevens van de initiatiefnemer

Naam van de inrichting ...Stora Enso Langerbrugge Maatschappelijke zetel ... Stora Enso Langerbrugge NV

Wondelgemkaai 200 9000 Gent Exploitatie-adres ... Wondelgemkaai 200 9000 Gent

Ondernemingsnummer ... 417.331.909 Naam en functie van de contactpersoon ... Kira Deryckere, milieucoördinator

Team van deskundigen

Aan het rapport werken volgende deskundigen mee:

Interne deskundigen

De interne deskundigen zijn betrokken bij de algemene uitwerking en uitvoering van het hier besproken project en bij de nodige administratieve procedures voor dit project.

Specifiek bij dit MER stonden zij in voor de aanlevering van de projectgegevens. Vervolgens werd een controlelezing uitgevoerd van het rapport.

De belangrijkste interne deskundigen voor Stora Enso Langerbrugge NV zijn:

- Kira Deryckere – milieucoördinator

- Hans Boghaert – Manager Energie & Milieu Externe deskundigen

De externe deskundigen stonden in voor de opmaak van het MER. Hiervoor werd voor een belangrijk deel gesteund op gegevens aangeleverd door de interne deskundigen. Zij werden hiervoor bijgestaan door de verschillende deskundigen. De belangrijkste externe deskundigen zijn in onderstaande tabel aangegeven. De coördinatie gebeurde door Gert Pauwels. De algemene ondersteuning bij opmaak van dit MER werd verleend door Katja Daems en Lise Costermans.

(26)

Tabel 1-1: Team van MER-deskundigen

Deskundige Disciplines Erkenningsnummer Geldig tot

Gert Pauwels Coördinatie Bodem (pedologie) Water (oppervlakte- en afvalwater, geohydrologie)

GOP/ERK/MERCO/2019/000 03

MB/MER/EDA/650/V-2 MB/MER/EDA/650-B

Onbepaalde duur Onbepaalde duur Onbepaalde duur

Dirk Dermaux Lucht MB/MER/EDA-645/V2 Onbepaalde duur

Christian Busschots Geluid en trillingen MB/MER/EDA/371/V-4 Onbepaalde duur Kristof Goemaere Biodiversiteit MB/MER/EDA/736 Onbepaalde duur

(27)

2 Projectbeschrijving

Ruimtelijke situering

Geografische ligging

In dit hoofdstuk wordt een globale situering gegeven van het projectgebied in haar ruimere omgeving.

Voor een meer gedetailleerde situering van het projectgebied wordt verwezen naar deel 2 van voorliggend MER, meer bepaald onder de hoofdstukken ‘Bestaande toestand’ bij de verschillende disciplines.

De inrichting is gelegen op een afstand van:

- 80 m van een woongebied ander dan een woongebied met landelijk karakter;

- 340 m van een woonuitbreidingsgebied;

De inrichting is gelegen aan de linkeroever van het kanaal Gent-Terneuzen.

Het bedrijfsterrein wordt omringd door het kanaal Gent-Terneuzen (ten oosten), de Ringvaart (ten zuiden), de Wondelgemkaai en een spoorweg (ten westen) en de Nieuwe Kale en een zijarm van het kanaal Gent-Terneuzen (ten noorden). Een stukje van het bedrijfsterrein bevindt zich aan de overzijde van de spoorweg (watercaptatie en het pompstation voor ruw water).

Ten noordwesten loopt de R4 op ca. 300 m afstand. Aan de overzijde van de spoorweg ligt buffergebied (met o.m. bos).

In Figuur 2-1 wordt de contour van het projectgebied rondom de site van Stora Enso Langerbrugge aangeduid op luchtfoto. Figuur 2-2 geeft de meest recente luchtfoto weer met ook een weergave van de energiecentrale EC2.

Figuur 2-1: Luchtfoto (Geopunt, 2020) met aanduiding site Stora Enso Langerbrugge

(28)

Figuur 2-2: Meest recent luchtfoto van de site Stora Enso Langerbrugge

(29)

Ruimtelijke bestemming

Het projectgebied is volgens het gewestplan “Gentse en Kanaalzone” (K.B. van 14/09/1977) gesitueerd in een gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en verder in buffergebied.

Het projectgebied is eveneens gelegen binnen het GRUP ‘Afbakening Zeehaven Gent’ (goedgekeurd 15/07/2005). Er zijn echter geen stedenbouwkundige voorschriften van toepassing op het projectgebied. Daarnaast is het projectgebied ook gelegen binnen het GRUP ‘Zeehavengebied Gent – uitbreiding papierproducerend bedrijf’ (goedgekeurd 9/05/2003). Voor het gedeelte van het projectgebied dat hierin wordt aangeduid, gelden volgende bestemmingsvoorschriften:

- Zone voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

- Zone voor havenontsluitingsweg;

- Zone voor installaties voor oppervlaktewatercaptatie en –behandeling

Voor de overige gedeeltes in het projectgebied, blijft het gewestplan van kracht en geldt het bestemmingsvoorschrift ‘gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, meer bepaald gebiedscategorie ‘bedrijvigheid’.

Figuur 2-3: Situering van het projectgebied op het gewestplan (Bron: Geopunt)

(30)

Figuur 2-4: Uittreksel uit het grafisch plan van het GRUP “Zeehavengebied Gent – uitbreiding papierproducerend bedrijf”

Ligging tegenover bijzonder beschermde gebieden

In de ruime omgeving van het bedrijf liggen geen speciale beschermingszones, VEN-gebieden, of bosreservaten. Ten noordwesten van het projectgebied aan de overzijde van de Wondelgemkaai en spoorlijn is wel het erkend natuurreservaat ‘Kiekebossen’ (res.nr. E-413) gelegen.

(31)

Figuur 2-5: Erkend natuurreservaat Kiekebossen ten noordwesten van Stora Enso Langerbrugge (Bron: Geopunt)

Ruimtebeslag en bodemgebruik

De totale oppervlakte van Stora Enso Langerbrugge bedraagt 51,56 ha. Er zijn geen wijzigingen in verharde oppervlakte voorzien. De projectsite bevindt zich volledig binnen de eigendomsgrenzen van Stora Enso Langerbrugge NV.

In de onmiddellijke omgeving liggen vooral andere bedrijven in de sector van de elektriciteitsvoorziening, houtbewerking, chemie, schrootverwerking, enz.

Woningen liggen vooral langs de Langerbrugsestraat (ten noorden) en verder langs Langerbrugge- Eiland en de Roeiersweg (ten noordoosten).

Het woongebied en het (reeds ingevulde) woonuitbreidingsgebied van Evergem liggen aan de overzijde van de R4, op ca. 400 m ten noordwesten.

Verantwoording

De belangrijkste troeven van Stora Enso Langerbrugge NV zijn:

• Goede geografische ligging met uitgebreide logistieke mogelijkheden;

• Papierproductie op basis van 100% oud papier;

• Continu streven naar energie-efficiënte en CO2-neutrale productie via biomassa-WKK centrales.

Een belangrijke meerwaarde voor de site Stora Enso Langerbrugge is haar goede geografische ligging. De site bevindt zich midden in het dichtst bevolkte gebied van West-Europa, waar dus een groot papierverbruik aanwezig is. Dit heeft als belangrijke voordelen dat het niet alleen de transportkosten vermindert, maar ook de levertijd beperkt, dit zowel in het geval van het leveren van het eindproduct als voor de toelevering van grondstoffen.

(32)

Stora Enso Langerbrugge heeft zich continu ontwikkeld op het domein van de fabricage van papier op basis van oud papier. Op heden maakt het bedrijf uitsluitend gebruik van recyclage papier voor de productie. Hiertoe is er een hoog kwalitatieve en gegarandeerde toelevering van paper for recycling beschikbaar uit België, Nederland en de UK. Dit omvat het grootste deel van de totale levering van paper for recycling papier.

De logistieke infrastructuur in de havenzone van Gent met de transportvoorzieningen zoals vrachtwagen, trein en schip is uitstekend.

Stora Enso Langerbrugge nv heeft een hoog energieverbruik ten gevolge van het energie-intensieve proces bij papierproductie. Door het gebruik van 100% oud papier is Stora Enso erin geslaagd om het energieverbruik tot ca. de helft te reduceren. Bovendien voorziet Stora Enso sinds begin 2010 volledig zelf in haar stoombehoefte. WKK-installaties staan in voor meer dan 75% van de elektriciteitsbehoefte en 100% van de warmtebehoefte van het bedrijf. Gezien er gebruik wordt gemaakt van 70-80% hernieuwbare brandstoffen levert dit een grotendeels CO2-neutrale energieproductie op.

Continue verbetering van de energie-efficiëntie en benchmarking met de sectorbedrijven is een hoofdthema bij Stora Enso. Dankzij de verbranding van biomassa in haar eigen multifuel energiecentrale heeft Stora Enso een belangrijke stap gezet in het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Sinds 2016 wordt door de aanleg van een warmtenet groene warmte geleverd aan Volvo Car. Eind 2018 werden drie windturbines in productie genomen.

In 2021 investeert Stora Enso verder in studies voor bijkomende warmtenetten.

In 2021 investeert Stora Enso in de bouw van een R&D-pilootfabriek voor de productie van bioplastics voor transparante verpakkingen. In de nieuwe pilootfabriek zullen plantaardige suikers omgezet worden in de hernieuwbare bouwsteen die nodig is om PEF (polyetheenfuranoaat) te maken. Met de investering wil Stora Enso meer mogelijkheden creëren om materialen op fossiele basis te vervangen door hernieuwbare en recycleerbare materialen.

Er zijn milieuhygiënische, procestechnische, economische en duurzame argumenten om een nog hoger aandeel rioolwaterzuiveringsslib te verwerken op WKK2 (EC2).

1. Milieuhygiënisch: Verbranding van rioolwaterzuiveringsslib is de enige en best beschikbare techniek. Wegens de samensteling van het slib is afzet naar de landbouw volledig uitgedoofd (althans in Nl, Vl en Dt). (Meerdere) decentrale verwerkingssites beperken het transport van rioolwaterzuiveringsslib.

2. Procestechnisch: De brandstofmix, inclusief het rioolwaterzuiveringsslib, geeft homogene en stabiele vuurhaardtemperaturen bij minder rookgasrecirculatie.

3. Duurzaam: Ondanks de lage calorische waarde van het slib is er een kleine energetische bijdrage in de productie van stoom. Door VEA wordt het rioolwaterzuiveringsslib gelijkgesteld met een 100 % hernieuwbare brandstof.

4. Economisch: De producent van het slib betaalt een vergoeding voor de verwerking. Een circulerend wervelbed is uitermate geschikt voor de (mee)verbranding van slib.

Administratieve voorgeschiedenis

Vergunningen

Voor de bestaande vergunningen wordt verwezen naar § 1.4.3.

Bijzondere milieuvoorwaarden

De bijzondere milieuvoorwaarden, volgend uit de verschillende vergunningen, zijn opgelijst in onderstaande tabel:

(33)

Tabel 2-1: Overzicht bijzondere voorwaarden

Aard voorwaarde Datum

einde B01 Het lozen van bedrijfsafvalwater

Emissiegrenswaarden voor BZV:25 mg/l, CZV: 266 mg/l, Ntot: 15mg/l, Cl-: 350mg/l, SO4--: 600mg/l, Cd: 0,8µg/l, CN-: 0,5mg/l, Co: 11µg/l, V: 16µg/l, AOX: 0,4mg/l, anionische oppervlakte-actieve stoffen: 1,5mg/l, nonylfenol:

0,3µg/l, nonylfenolethoxylaat: 1µg/l, pentachloorfenol: 1,5µg/l.

15/11/2032

B02 Het lozen van bedrijfsafvalwater

Het deltaprincipe is van toepassing op de vergunde parameters (uitz.

Temperatuur, BZV en zwevende stoffen).

15/11/2032

B03 Het lozen van bedrijfsafvalwater

De parameter Co wordt 3-maandelijks bepaald. De analyse-resultaten worden overgemaakt aan VMM-AELT.

15/11/2032

B04 Het lozen van bedrijfsafvalwater

De temperatuur van het geloosde bedrijfsafvalwater mag max. 35 °C bedragen in zoverre dat de buitentemperatuur > 25 °C bedraagt en mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

- Monitoring van temperatuur oppervlaktewater;

-

Maandelijkse rapportering van de gemeten temperaturen aan VMM;

-

Daggemiddelde temperatuur max. 30°C indien voorafgaande gemeten daggemiddelde > 25°C;

15/11/2032

B05 Het lozen van bedrijfsafvalwater

Niet-nominatief in de vergunning genoemde parameters (lijst 2C) en niet aangevraagde parameters mogen slechts geloosd worden in concentraties beneden het indelingscriterium of bij ontstentenis daarvan tot maximaal 10 maal de detectielimiet.

15/11/2032

B06 Het lozen van bedrijfsafvalwater Controle-inrichting aanwezig;

Meetprogramma cf. art. 4.2.5.3.1. (Vlarem II) uitvoeren;

Niet-vermelde parameters in bijlage 4.2.5.2. (Vlarem II) 3-maandelijks bepalen.

15/11/2032

B07 Het lozen van bedrijfsafvalwater

Haalbaarheidsstudie koeling van bedrijfsafvalwater ter goedkeuring voorleggen aan VMM-AET 1 jaar na verlenen vergunning (15/11/2012).

15/11/2032

B08 Het lozen van bedrijfsafvalwater

De geloosde detergenten voldoen aan EG/648/2004. Bewijs voorleggen aan VMM 3 maand na vergunning (15/11/2012).

15/11/2032

B09 Het lozen van bedrijfsafvalwater

Deelafvalwaterstroom afkomstig van de gaswassers van de energeicentrales (EC1 en EC2) voldoet aan EGW cf. art. 5.2.3.bis.1.23 van Vlarem II. 3 maand na de vergunning (15/11/2012) analyseresultaten rapporteren aan VMM.

15/11/2032

B10 Het lozen van bedrijfsafvalwater

Haalbaarheidsstudie naar deelstroombehandeling van de CN-houdende afvalwaterstroom (oxidatietechniek UV of ozon);

Onderzoek naar de bron van kobalt, bijkomende sturing van de waterzuivering op verwijderingsefficiëntie van kobalt;

Deelstroombehandeling met fysico-chemische neerslag van kobalt;

15/11/2032

(34)

Aard voorwaarde Datum einde Studie van alternatieven voor de chlorering van het friswater, alternatieven

voor de additieven in het productieproces, invloed van oxidatietechniek (CN) op het AOX gehalte;

Binnen 1 jaar na afleveren van de vergunning (15/11/2012).

B11 Het lozen van bedrijfsafvalwater

Binnen 4 jaar na het verlenen van de vergunning (15/11/2012) een aanvullende haalbaarheidsstudie uitvoeren inzake tertiaire zuiveringstechnieken ter verwijdering van CZV en impactanalyse op het ontvangende oppervlaktewater.

15/11/2032

B12 Het lozen van koelwater

Volgende emissiegrenswaarden mogen niet overschreden worden: totaal fosfor: 2 mg/l; AOX: 0,4 mg/l.

15/11/2032

B13 Het lozen van koelwater

Er mag toepassing gemaakt worden van het delta-principe, d.w.z. de opgelegde lozingsnormen mogen vermeerderd worden met de gehalten in het opgenomen water.

15/11/2032

B14 Het lozen van koelwater

Op de koelwaterlozing is een continue debiets- en temperatuursmeting voorzien;

Controle-inrichting aanwezig;

Enkel gebruik van door de federale overheid toegestane biociden voor de behandeling van koelwater.

15/11/2032

B15 De werktijden

De inrichting mag geëxploiteerd worden 24 u/ 24u en 7d/ 7d.

15/11/2032

B16 De brandveiligheid

Noodzakelijke brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen in overleg met en volgens de richtlijnen van de plaatselijke brandweer cf. advies van 4/07/2012, advies van 21/08/2019 en advies van 12/08/2020.

15/11/2032

B17 Luchtemissies

In afwijking van art. 5.2.3bis.1.26.§2 van Vlarem II geen continue bemonstering met tenminste 2-wekelijkse analyses van dioxinen en furanen bij EC1;

De emissiegrenswaarden voor EC1 zijn dezelfde als voor EC2;

NOx-emissiegrenswaarden voor EC1 en EC2: daggemiddelde van 150 mg/Nm³, jaargemiddelde van 125 mg/Nm³.

15/11/2032

B18 Organisatorische maatregelen

De aanbevelingingen uit het aanvraagdossier en MER-rapport (PRMER- 0548-GK) en aanvullingsnota worden strikt opgevolgd, voor de plaatsing, de bouw, procesbeheersing en – beveiliging, organisatorisch beheer en interventiemaatregelen;

Het MER-rapport wordt regelmatig bijgewerkt;

Start- en stop-procedures, procedures tijdens normale werking en in noodsituaties, instructies ivm operaties door eigen personeel en derden;

Register per opslagtank of –plaats van gevaarlijke producten met naam, hoeveelheid ter inzage voor bedrijfsdirectie en plaatselijke brandweer;

15/11/2032

B19 Stationair draaien van motoren

Tijdens wachtperioden en laad- en losoperaties moeten de motoren van de bedrijfsvoertuigen stilgelegd worden om geluidshinder en

15/11/2032

(35)

Aard voorwaarde Datum einde B20 Tankbeurten

Tijdens het tanken moeten de nodige voorzieningen getroffen worden om morsen te voorkomen, waarbij de nodige absorptiemiddelen voorradig moeten zijn om gemorste vloeistoffen te neutraliseren zodat bodem- en grondwaterverontreiniging wordt vermeden.

15/11/2032

B21 Omheining en groenscherm

In afwijking van art. 5.2.1.5.§2 en art. 5.2.1.5.§5 van Vlarem II wordt de omheining en groenscherm uitgevoerd zoals op het uitvoeringsplan (bijlage H3 van de aanvraag 2012, plan 60-CO-M-M201-milieu, tekeningnummer P40145).

15/11/2032

De naleving van deze bijzondere milieuvoorwaarden wordt opgevolgd door Stora Enso.

Studies

Door Stora Enso Langerbrugge NV werden in het verleden reeds studies opgemaakt:

- MER hervergunning (2011);

- Geluidsstudie vermaalinstallatie C-hout (januari 2013);

- Verschillende bodemonderzoeken, meest recente: oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek (mei 2015);

- Haalbaarheidsstudie tertiaire zuivering afvalwater ter verwijdering van COD - 2016 - Geuremissiemetingen en evaluatie van de geurimpact van de WZI van Stora Enso in Gent –

2020 - lopende, Odoro BV

De studies zullen binnen de relevante disciplines verwerkt worden.

Beschrijving van het project

De site van Stora Enso Langerbrugge produceert grofweg twee types papier, enerzijds papier voor kranten en anderzijds voor magazines. In het geval van Stora Enso Langerbrugge gebeurt de papierproductie uitsluitend op basis van recyclagepapier.

De productie van papier is een energie-intensief proces en heeft behoefte aan stoom- en elektriciteitsvoorziening. De noodzakelijke thermische en elektrische energie wordt hoofdzakelijk op de site zelf geproduceerd in eigen energiecentrales (EC1 en EC2). In EC1 worden hoofdzakelijk hernieuwbare brandstoffen zoals slib van de waterzuiveringsinstallatie en de ontinktingsinstallatie verbrand, aangevuld met houtafval als steunbrandstof. Deze installatie wordt ook BMK (=biomassa krachtcentrale) genoemd. In EC2 kunnen verschillende brandstoffen gebruikt worden. Deze installatie wordt een multifuel WKK genoemd. De vergunde capaciteit RWZI-slib op EC2 wordt vergroot van 41.500 ton/jaar naar 81.500 ton/jaar. De totale vergunde capaciteit van RWZI-slib voor de volledige Stora Enso site wordt vergroot van 76.500 ton/jaar naar 116.500 ton/jaar. Het aanpassen van de vergunde jaarlijkse hoeveelheid waterzuiveringsslib van 41.500 ton actueel naar 81.500 ton op EC2 vormt het voorwerp van het project-MER en de omgevingsvergunningsaanvraag.

In onderstaande tabel zijn de verwerkte hoeveelheden brandstoffen weergegeven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Beoordelingskader impact luchtkwaliteit (bij kwantitatieve impactbeoordeling); score toegekend voor de berekende bijdrage ten opzichte van luchtkwaliteitsdoelstellingen en

In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie,

Tijdens bagger- en bouwactiviteiten in het havengebied en op P6 in najaar/winter/voorjaar, zullen deze vogels (telgebied Eemshaven Oostlob) elders moeten verblijven (initiatief

In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie,

In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie,

In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie,

In het eerste middel voert de nv « Stora Enso Langerbrugge » aan dat de artikelen 5, 6, 7 en 10 van het decreet van 6 mei 2011 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet

De afbakening van het studiegebied moet voldoende gemotiveerd worden per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied