• No results found

Interconnectie-aanbod KPN onvoldoende 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Interconnectie-aanbod KPN onvoldoende 4"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N

IEUWS

-

EN PUBLICATIEBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

OPTA

KOMT MET RICHTSNOEREN VOOR BEKENDMAKEN TARIEVEN EN VOORWAARDEN

5

O

NDERZOEK NAAR TELEFOONGIDS EN ABONNEE

-

INFORMATIEDIENST

KPN 7 D

RUKWERK MET

CD-ROM

NIET AUTOMATISCH BRIEF

8 KPN

MOET SNEL GOED WERKEND AANMELDINGS

-SYSTEEM VOOR CARRIER PRESELECTIE LEVEREN

9 B

IJNA ALLE MOBIELE AANBIEDERS VOLDOEN AAN

OPTA-

NORMEN NUMMERPORTABILITEIT

10 V

AAK

GESTELDE VRAGEN OVER HET AANLEGGEN VAN KABELS

14

2000 nr.

4

Consumenten moeten, ook in een telecommunicatiemarkt waarin meerdere aanbieders met elkaar concurreren, pro-bleemloos met elkaar kunnen bellen. Interconnectie, de fysieke en logische koppeling van verschillende netwer-ken, is hiervoor een essentiële vereiste. Om interconnectie tot stand te brengen moeten goede afspraken worden gemaakt tussen KPN en haar concurrenten. KPN is, als partij met aanmerkelijke macht op de markt voor vaste

telefonie, verplicht een Referentie-Interconnectie-Aanbie-ding (RIA) te publiceren. KPN biedt daarmee een catalo-gus aan van de mogelijkheden, voorwaarden en tarieven voor wat zij op het gebied van interconnectie kan leveren. De beoordeling van de RIA door OPTA gebeurt op basis van de criteria die zijn neergelegd in de Telecommunica-tiewet, in de relevante Europese regelgeving (zoals de Interconnectierichtlijn), diverse Europese documenten en de daarin vervatte beginselen van transparantie, non-dis-criminatie, kostenoriëntatie en objectiviteit. De in de RIA genoemde mogelijkheden, voorwaarden en tarieven moe-ten niet-discriminerend (dat wil zeggen: voor alle gelijke partijen onder dezelfde omstandigheden hetzelfde), trans-parant en kostengeoriënteerd zijn. OPTA verwacht dat bekendmaking van een volledige RIA de transparantie in de markt zal bevorderen. Daardoor kunnen verschillende telecombedrijven beter geïnformeerd onderhandelen over de totstandkoming van (interconnectie-)overeenkomsten.

BEOORDELING

Op 27 augustus 1999 heeft KPN haar nieuwe RIA, versie 2000.1.1., bekend gemaakt. OPTA is vervolgens begonnen met de beoordeling ervan. Centraal daarbij staat of de door KPN uitgebrachte RIA niet strijdig is met wat

daar-OPTA vindt het huidige interconnectie-aanbod van KPN onvoldoende. Niet alleen moeten er wijzigingen in het aanbod worden aange-bracht en ontbreekt een aantal diensten, ook zou KPN kwaliteits-en servickwaliteits-eniveaus van haar dikwaliteits-enstverlkwaliteits-ening in het aanbod moetkwaliteits-en opnemen. Dat stelt OPTA in het eind maart genomen concept-besluit over de zogenoemde ‘Referentie-Interconnectie-Aanbieding’ (RIA) van KPN. De aanbieding is een soort catalogus waarin KPN haar volledige aanbod aan interconnectiediensten omschrijft. KPN is wettelijk verplicht een dergelijke aanbieding aan haar concurren-ten te doen. OPTA heeft de bevoegdheid de RIA te beoordelen.

OPTA in concept-besluit:

(2)

over in de Telecommunicatiewet staat. Tij-dens dit beoordelingstraject zijn KPN en andere telecombedrijven een aantal malen geconsulteerd.

Met het eind maart uitgebrachte concept-besluit geeft OPTA aan hoe zij tegen de door KPN uitgebrachte RIA aankijkt. Ook stelt OPTA KPN in de gelegenheid haar aanbieding, op de punten waar OPTA van oordeel is dat de RIA niet voldoet aan de bovengenoemde criteria, voor 1 mei aan te passen. Nadat de reactie van KPN is ont-vangen zal OPTA, naar verwachting in juli, een besluit nemen over de (aangepaste) RIA.

In het concept-besluit heeft OPTA gesigna-leerd dat de huidige aanbieding lang niet op alle punten voldoet aan de eisen. Zo constateert OPTA dat een aantal KPN-dien-sten in de huidige aanbieding moeten wor-den aangepast of zelfs ontbreken. Voor-beelden hiervan zijn collocatie voor inter-connectie (collocatie is het plaatsen van apparatuur van telecombedrijven in de centrales van KPN), interconnectie op huurlijnen en het delen van carrier-syste-men. Verder beveelt OPTA onder meer aan expliciet kwaliteits- en serviceniveaus van dienstverlening in de RIA op te nemen en deze waar mogelijk op te nemen in zoge-noemde Service Niveau Overeenkomsten (SNO).

PROCEDURES

Daarnaast is OPTA van oordeel dat de pro-cedures die worden gevolgd bij de progno-se, bestelling en levering van interconnec-tie-verbindingen de mogelijkheden van interconnectie niet mogen beperken. Dat betekent naar het oordeel van OPTA onder meer dat rekening zou moeten worden gehouden met de redelijkerwijs te verwach-ten marktgroei. OPTA heeft eerder aange-geven dat de schaarste aan interconnectie-verbindingen moet worden aangepakt door betere afspraken tussen aanbieders (zie Connecties 10, december 1999). In het kader van het oplossen van schaarste is de RIA dan ook van groot belang.

Binnen het Forum Interconnectie en Spe-ciale Toegang (FIST) – het overlegplatform voor telecombedrijven over interconnectie en bijzondere toegang – wordt momenteel gewerkt aan nieuwe procedures. OPTA hoopt dat, als overeenstemming wordt bereikt, die procedures in de aangepaste RIA van KPN worden verwerkt. Telecombe-drijven krijgen nu de gelegenheid om met vernieuwde prognose-, bestel- en leve-ringsprocedures te komen. Die moeten eveneens ter beoordeling aan OPTA worden voorgelegd.

Voor meer informatie over de RIA, onder andere voor het volledige concept-besluit met alle bijlagen, kunt u terecht op de website van OPTA: www.opta.nl.K

Colofon

Eindredacteur:

Alex van Kalken

Redactie:

Jasper van Delft Natascha Linssen Bernd de Nijs Frank van der Plas Irene Verheijen

Fotografie:

Kelle Schouten

Grafische productie:

Herbschleb & Slebos

Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 66 Telefax (070) 315 35 01

OPTA Connecties is het nieuws- en publicatieblad van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer bereiken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ont-wikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom.

Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld, maar om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raadple-gen. Aan de artikelen in Connec-ties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

OPTA stimuleert bestendige concurrentie in de telecommunicatie-en postmarkttelecommunicatie-en. Dat wil zeggtelecommunicatie-en: een duurzame situatie waarin particuliere en zakelijke eind-gebruikers een keuze kunnen maken tussen aanbieders en tussen diensten, zodanig dat het prijs- en kwaliteitsaanbod op de diverse deelmarkten tot-standkomt door effectieve markt-prikkels. Bij onvoldoende keuze beschermt OPTA eindgebruikers.

Lopende geschillen

ENECO ENKPN

Eneco heeft het geschil met KPN Telecom ingetrokken. Eneco had het geschil begin dit jaar bij OPTA ingediend. Het geschil had onder meer betrekking op de levering door KPN Telecom van verbindingen ten bate van 0800-diensten. Eneco is inmiddels met KPN tot een schikking gekomen.

MCI WORLDCOM ENKPN

(3)

Respecteer het nummerplan

Wat doe je als je iemand wilt opbellen? Je toetst in de meeste gevallen een nummer in. Door dat te doen, acti-veer je de levering van een telecommunicatiedienst. Vaak bepaalt het ingetoetste nummer de inhoud van de dienst (bijvoorbeeld een mobiel nummer om de dienst van het communiceren met een mobiele gebruiker te activeren). Telecomaanbieders hebben nummers nodig om hun dien-sten te kunnen leveren. Ze bieden zelfs diendien-sten (zoals nummerweergave) aan dankzij het bestaan van nummers.

Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is verantwoorde-lijk voor het nummerbeleid. Onderdeel daarvan is het op-en vaststellop-en van nummerplannop-en. Aan eop-en nummerplan liggen veel verschillende economische en maatschappelijke belangen ten grondslag. Een paar voorbeelden:

K ordening van de nummerruimte in het belang van

her-kenbaarheid voor consumenten, bijvoorbeeld nummers voor verschillende netnummergebieden: 020 is Amster-dam, 010 RotterAmster-dam, etcetera;

K het faciliëren en zelfs stimuleren van diensteninnovatie

en dienstontwikkeling (bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van speciale nummerreeksen in de series 084 en 087 voor respectievelijk elektronische postbusdiensten en persoonlijke nummerdiensten);

K het mogelijk maken en zelfs stimuleren van

marktwer-king, zoals het beschikbaar stellen van nummers voor carrier selectie, waarmee consumenten via andere tele-comaanbieders kunnen bellen dan de aanbieder bij wie ze abonnee zijn;

K consumentenbelangen, bijvoorbeeld het gemakkelijk

kunnen kiezen van diensten met een maatschappelijk belang zoals een nummerinformatiedienst via 118.

Op basis van het nummerplan kent OPTA nummers toe aan telecombedrijven. Die bedrijven gaan met hun verkre-gen nummers naar telecomnetwerk- en dienstaanbieders. Ze vragen die aanbieders om hun nummers ‘aankiesbaar te maken’, zodat bellers door het intoetsen van de num-mers de dienst kunnen afnemen die de houder van het nummer voor ogen heeft.

Bij de stap ‘aankiesbaar maken’ gaat het regelmatig mis. Het komt herhaaldelijk voor dat netwerkaanbieders weige-ren bepaalde nummers aankiesbaar te maken of dat alleen maar willen doen op een manier waarmee de num-merhouder niet uit de voeten kan. Hij kan daarmee niet díe diensten bieden die hij voor ogen had, maar bijvoor-beeld alleen maar een vereenvoudigde vorm ervan. Dit verschijnsel zal zich eerder voordoen als de netwerkaan-bieder verticaal geïntegreerd is, dus ook zelf

telecomdien-sten aanbiedt. OPTA heeft in enkele gevallen de ergste ‘pijn’ verlicht door tijdelijk andere dan de geëigende num-mers toe te kennen. Maar dat is natuurlijk geen structure-le oplossing.

In de Telecommunicatiewet is geen mechanisme inge-bouwd om te verzekeren dat alle nummers die in het num-merplan voorkomen ook daadwerkelijk bruikbaar zijn, het zogenaamde ‘respecteren van het nummerplan’. Zo kwam op 1 januari jl. een nieuwe nummerreeks (06760) voor internettoegang beschikbaar in het nummerplan, zonder dat duidelijk was of, wanneer en hoe een netwerkaanbie-der deze nummers aankiesbaar zou maken.

Een ander effect van het ontbreken van zo’n mechanisme is dat niet verzekerd is dat de maatschappelijke doelstel-lingen (zoals ordening, innovatie, consumentenbelangen, marktwerking) die het ministerie bij de vaststelling van het nummerplan had, ook daadwerkelijk worden gereali-seerd. Is het wel verstandig, gelet op het belang van die zaken, dat het hiaat in de regelgeving blijft bestaan? Je kunt toch ook beter geen huis laten bouwen zonder dat er bestekstekeningen zijn? Je loopt dan het risico dat je een ander product krijgt dan je eigenlijk had bedoeld.

Het zou goed zijn als hierover in de komende tijd een debat ontstaat in de markt en met het ministerie. We hebben er immers allemaal belang bij als er meer duide-lijkheid in de markt komt, als partijen diensten soepeler kunnen introduceren en het telecomaanbod in Nederland en Europa verbetert. Dat laatste is inmiddels een onder-werp dat hoog op de politieke agenda staat, gezien de uitspraken van onze minister-president en van de rege-ringsleiders tijdens de recente dot.com-top in Lissabon. Het principe ‘respecteer het nummerplan’ kan aan de beoogde ontwikkelingen bijdragen. Daarom is een debat daarover op korte termijn meer dan wenselijk.

(4)

OPTA verwijst bellers met klachten over de hoogte van hun telefoonrekening vrijwel altijd door naar de aanbieder zelf of naar de Geschillencommissie telecommunicatie (Surinamestraat 24, 2585 GJ Den Haag, telefoon (070) 310 53 10. OPTA heeft namelijk geen bevoegdheden om dit soort klachten te behandelen. Overigens wijst OPTA, om dezelfde reden, ongeveer driekwart van alle klachten door naar de aanbieder of de Geschillencommissie. OPTA krijgt nog steeds veel klachten over nummerportabiliteit. Het aantal algemene klachten over mobiele telefonie daalde sterk. Gestegen in de top 10 zijn de klach-ten over hoge tarieven. Nieuw in dit

over-zicht zijn de klachten over de overeen-komst, ofwel het contract tussen telecom-aanbieder en consument.

INFORMATIEVRAGEN

Naast klachten komen ook veel informatie-vragen bij OPTA binnen. Het aantal infor-matievragen oversteeg in maart zelfs het aantal klachten. De meeste vragen gaan over mobiele telefonie in het algemeen en nummerportabiliteit in het bijzonder. Opvallend veel vragen – naast dus veel klachten – kwamen binnen over de overeenkomsten. K

Minder klachten over mobiele telefonie

Het aantal klachten dat bij OPTA binnenkomt over mobiele telefonie is sterk

gedaald. Daarentegen kreeg OPTA in maart relatief veel klachten over de overeen-komst (contract) tussen consument en telecomaanbieder. Nummer één in de klachten-top 10 staan onjuiste telefoonrekeningen.

Top 10 klachten maart 2000

Positie Positie in februari Onderwerp klacht Percentage

1 4 Onjuiste telefoonrekening 16,5 2 2 Nummerportabiliteit 12,6 3 5 Hoge tarief 9,7 4 Overeenkomst 8,7 5 Abonnement 4,9 6 3 Mobiel algemeen 3,9 7 7 Klantenservice 3,98 8 Privacy/prepaid/randapparatuur 2,9 9 Pre-paid 2,9 10 Overig 12,6

Nadat per 1 januari 2000 het Nummerplan telefonie- en ISDN-diensten is gewijzigd om nummers voor toegang tot internet uit te kunnen geven, heeft OPTA de eer-ste nummeraanvragen hiervoor ontvan-gen. Door het gebruik van deze speciale nummers, die altijd beginnen met 06760, kan KPN Telecom internetverkeer als zodanig herkennen en uitkoppelen uit het telefoonnetwerk. Deze uitkoppeling draagt bij aan een ontlasting van het telefoonnet en is op deze wijze een deel van de oplossing van de schaarste in het

telefoonnet.

Zowel telecommunicatie- als internetaan-bieders (ISP’s) kunnen deze nummers aanvragen. OPTA heeft van beide catego-rieën inmiddels aanvragen ontvangen en nummers toegekend. De toegekende num-mers zijn in te zien bij het nummerregis-ter op de OPTA-website (www.opta.nl). In het uitgiftebeleid van deze nummers staan voor OPTA twee doelstellingen cen-traal. Dat zijn het voorzien van de tele-commarkt van nummers om toegang tot deze markt mogelijk te maken én een

efficiënte toewijzing om schaarste van deze nummers tegen te gaan. Zo kunnen naast ISP’s ook telecommunicatiebedrij-ven 06760-nummers aanvragen om ISP’s die klant van hen zijn aan te sluiten. Deze bedrijven vragen dus meerdere num-mers aan. K

(5)

Aanbieders van telecomdiensten moeten consumenten goed en helder voorlichten over tarieven en algemene voorwaarden. Bij voorkeur moeten zij hun klanten individueel op de hoogte stellen van tariefwijzigingen en zaken als vernieuwing van het contract. OPTA is nu bezig met het opstellen van richtsnoeren waarin staat waarover telecomaanbieders hun klanten precies moeten informeren en hoe ze dat moeten doen. OPTA heeft deze richtsnoeren ter reactie toegezonden aan de aanbieders en de Consumentenbond.

OPTA komt met richtsnoeren voor

bekendmaken tarieven en voorwaarden

De door OPTA opgestelde concept-richtsnoeren geven een concrete invulling aan de wettelijke verplichting die telecomaanbieders hebben om ‘heldere en accurate informatie’ te geven aan hun klanten. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 24 van het Besluit ONP Huurlij-nen en Telefonie (BOHT). In de concept-richtsnoeren staat onder andere dat telecomaanbieders hun klanten moeten informeren over de tarieven van hun diensten (inclusief tariefwijzigingen) en de algemene voorwaar-den, liefst inclusief de minimale contractduur en de voorwaarden voor vernieuwing van het contract. Als de aanbieder informatie over contractduur en vernieuwing van het contract niet in de algemene voorwaarden opneemt, moet de aanbieder zijn klanten hierover apart informeren.

STAATSCOURANT

Ook is wettelijk bepaald – en in de richtsnoeren opgeno-men – op welke manier de aanbieders informatie moeten verstrekken. Allereerst moet elke aanbieder in de Staats-courant publiceren op welke manier hij zijn klanten informeert. OPTA vindt dat aanbieders hun klanten indi-vidueel op de hoogte moeten stellen. Bij de individuele benadering kan bijvoorbeeld worden gekozen voor infor-matie bij de nota. Dit is echter niet altijd mogelijk. Aanbieders van pre-paiddiensten beschikken nu eenmaal niet altijd over adresgegevens van hun klanten. In dat geval kunnen zij kiezen voor een benadering via adver-tenties in dagbladen of commercials op televisie en radio.

(6)

OPTA heeft onlangs de deelnemers aan de discussie over het oorspronkelijke tarief-voorstel van KPN geïnformeerd over de recente ontwikkelingen op het gebied van MDF-access. Deze informatie is in dit arti-kel op hoofdlijnen weergegeven.

OPTA gaf, in het kader van een geschil tus-sen EnerTel en KPN, al in december 1997 aan ontbundelde toegang tot de aansluit-lijn (ook wel MDF-access genoemd) te beschouwen als een vorm van bijzondere toegang. KPN bestreed deze stellingname en maakte bezwaar bij OPTA. Omdat OPTA bij haar standpunt bleef tekende KPN bij de rechtbank in Rotterdam beroep aan tegen deze beslissing op bezwaar van OPTA. De rechter moet nog uitspraak doen in deze zaak. KPN en OPTA verschillen dus van inzicht over de voorwaarden waaraan het MDF-accessaanbod en de daarmee samenhangende diensten zoals collocatie (het plaatsen van apparatuur van andere telecomaanbieders in de centrales van

KPN) moeten voldoen.

Maart 1999 kwam OPTA met de ‘Richtsnoe-ren ontbundelde toegang tot de aansluit-lijn’. Ontbundelde toegang stelt concurren-ten van KPN in staat het deel van de tele-foonkabel dat loopt van de wijkcentrale naar de telefoonaansluiting bij de abonnee thuis van KPN te huren. In de richtsnoeren is onder andere de systematiek voor de vaststelling van het kostengeoriënteerde tarief voor het huren van de aansluitlijn omschreven. Met behulp van deze richt-snoeren wilde OPTA onder meer duidelijk-heid scheppen voor het geval dat zich geschillen tussen telecombedrijven zouden voordoen over ontbundelde toegang.

DISCUSSIES

Eind juli vorig jaar stuurde KPN OPTA ter

informatie een tariefvoorstel toe voor

ont-bundelde toegang. Dit voorstel betrof ech-ter uitsluitend de zogeheten ADSL-trans-missielijn (ATL). KPN stelde een basistarief

voor van ƒ22,45 per maand en een zoge-heten breedbandtoeslag van ƒ10,–. OPTA kwam, nadat het om een nadere onderbou-wing van dit tarief had gevraagd, eind oktober tot het voorlopige oordeel dat het basistarief redelijk is, maar de breedband-toeslag niet. Vervolgens is OPTA begonnen met een proces om het tariefvoorstel te beoordelen op kostenoriëntatie. Hiervoor hebben de afgelopen maanden discussies met KPN en andere telecombedrijven plaatsgevonden.

Halverwege februari liet OPTA de deelne-mende partijen weten dat dit proces te weinig informatie had opgeleverd om tot zorgvuldige besluitvorming te kunnen komen. Vooral over de breedbandtoeslag (inmiddels omgedoopt tot netwerkintegri-teitstoeslag) was onduidelijkheid blijven bestaan. OPTA heeft vervolgens aangekon-digd dat het een onafhankelijk onderzoek laat verrichten naar de netwerkintegriteits-toeslag. Het proces dat moet uitmonden in de beoordeling van het MDF-accesstarief zou met de duur van het onderzoek worden verlengd. Dit onderzoek loopt nog.

AANGEPAST TARIEF

KPN heeft OPTA eind maart geïnformeerd over haar overweging het tariefaanbod in aangepaste vorm opnieuw aan haar

con-KPN overweegt nieuw tariefvoorstel voor ontbu

KPN overweegt haar concurrenten een nieuw tariefvoorstel voor te leggen voor

ontbundelde toegang tot de aansluitlijn (MDF-access). Dat heeft KPN eind maart aan OPTA laten weten. KPN heeft daarbij aangegeven dat zij het oorspronkelijke tariefvoorstel dat alleen gold voor de ADSL-tranmissielijn mogelijk zal vervangen door een basistarief voor alle op MDF-access gebaseerde dienstverlening.

In de richtsnoeren voor MDF-access staat ook dat KPN een standaardaanbod voor collocatie ter beoor-deling aan OPTA moet voorleggen. Collocatie is het plaatsen van appara-tuur van andere telecom-aanbieders in de centrales van KPN. Dat is nodig als de concurrenten van KPN ontbundelde toegang tot de aansluitlijn willen. OPTA heeft tot op heden geen aanbod van KPN voor

collocatie ter beoordeling ontvangen. OPTA beschikt daarom niet over de nood-zakelijke informatie om tot beoordeling van een collo-catie-aanbod te komen. Om desondanks duidelijk-heid voor de concurrenten van KPN te creëren over de standpunten van OPTA over collocatie, zal OPTA deze zomer met een con-sultatieprocedure beginnen die uit moet monden in ‘Richtsnoeren collocatie bij

bijzondere toegang’. Deze richtsnoeren zullen zich nadrukkelijk niet beperken tot collocatie voor MDF-access. Zij zullen ook inzicht bieden in de uit-gangspunten van OPTA bij de beoordeling van geschil-len over collocatie voor mogelijke andere vormen van bijzondere toegang.

EENMALIGE KOSTEN Ook voor de met MDF-access verbonden eenmalige

kosten (bijvoorbeeld voor het aanleggen van bepaal-de kabels) heeft OPTA nog steeds geen voorstel van KPN ter beoordeling ont-vangen. Bij de beoordeling van mogelijke geschillen over deze kosten zullen de uitgangspunten van OPTA dezelfde zijn als voor de maandelijkse vergoeding voor MDF-access, namelijk non-discriminatie, trans-parantie en kostenoriën-tatie.K

(7)

currenten voor te leggen. KPN heeft daar-bij aangegeven dat het oorspronkelijke tariefvoorstel dat alleen geldig was voor ATL mogelijk zal worden vervangen door een basistarief dat zal gelden voor alle op MDF-access gebaseerde dienstverlening, waaronder ADSL, HDSL en ISDN. OPTA zal dit tariefvoorstel toetsen aan de

richtsnoe-ren. Omdat de netwerkintegriteitstoeslag apart wordt beoordeeld, kan dit leiden tot snelheidswinst bij het beoordelen van het voorstel voor het basistarief. Daarnaast zal OPTA met de verschillende partijen over-leggen over de rol die zij kan spelen bij de afspraken die KPN en haar concurrenten willen maken over spectraalmanagement

(de controle over het breedbandgebruik van de kabel). Het uitgangspunt van OPTA over een mogelijk uit deze afspraken voortvloeiende netwerkintegriteitstoeslag blijft ongewijzigd: bij de beoordeling van een dergelijke toeslag dienen zowel de noodzaak als de kostenoriëntatie daarvan vast komen te staan. K

ndelde toegang tot de aansluitlijn

Vóór de liberalisering van de telecommuni-catiemarkt was KPN de enige aanbieder van een openbare telefoondienst in Neder-land. De telefoongids waarin KPN de gege-vens van haar abonnees publiceerde, be-streek dus het volledige abonneebestand van Nederland. Slechts abonnees die zich uitdrukkelijk tegen publicatie hadden uit-gesproken, werden niet in de gids vermeld. De gegevens uit deze telefoongids waren tevens op te vragen via de KPN abonnee-informatiedienst (8008).

Sinds de liberalisering van de markt in 1997 is deze situatie veranderd. Naast KPN bieden nu ook andere bedrijven vaste en mobiele openbare telefoondiensten aan. Een telefoongids met daarin alleen de gegevens van de abonnees van KPN is dan ook niet meer voldoende om het hele abonneebestand van Nederland te bestrij-ken. De behoefte aan een volledige gids blijft echter bestaan.

De Europese Unie verplicht de lidstaten te zorgen voor een telefoongids en een

abon-nee-informatiedienst waarin alle abonnees van dat land vermeld zijn. Beide zaken val-len onder de noemer ‘universele dienst’. Een universele dienst moet te allen tijde tegen een betaalbare prijs en een bepaalde kwaliteit worden geleverd. In Nederland heeft KPN de wettelijke verplichting tot het verzorgen van een nationale telefoon-gids en de abonnee-informatiedienst (118).

INHOUDELIJKE EISEN

Het OPTA-onderzoek richt zich in de eerste plaats op de inhoudelijke eisen waaraan de nationale telefoongids en abonnee-infor-matiedienst moeten voldoen. Eén van de vereisten betreft de verplichting om alle abonnees in Nederland te vermelden, met inbegrip van hun vaste, mobiele en per-soonlijke nummers, voorzover deze abon-nees hiertegen geen bezwaar hebben. Om er voor te zorgen dat hieraan kan worden voldaan, zijn alle telecombedrijven wette-lijk verplicht de gegevens van hun abon-nees aan KPN te verstrekken. OPTA

onder-zoekt of de voorwaarden waaronder dit gebeurt juist zijn. Verder gaat OPTA onder-zoeken of de privacybelangen van de abon-nees voldoende worden gewaarborgd. K

(8)

Het computer-servicebureau, gespeciali-seerd in direct marketing, had namens een internet serviceprovider (ISP) een mailing verzonden. De mailing bestond uit een wervend schrijven (een soort reclamebood-schap) en een CD-ROM. De zending was bedoeld om potentiële klanten een proef-abonnement op de door de ISP geleverde internetdiensten te laten nemen. Het bureau liet de zending door PTT Post bezorgen. In plaats van een drukwerktarief bracht PTT Post het hogere brieftarief in rekening. Het argument van PTT Post luid-de dat volgens luid-de algemene voorwaarluid-den van PTT Post de CD-ROM slechts tegen brieftarief kan worden bezorgd. In de huidige Postwet worden brieven gedefinieerd als ‘bescheiden en schriftelij-ke mededelingen, al dan niet verpakt, met uitzondering van die welke door toepassing van druk- en of andere vermenigvuldi-gingstechnieken in een aantal geheel over-eenstemmende exemplaren zijn vervaardigd en waarin, behoudens de adressering, geen bijvoegingen, doorhalingen of aanduidin-gen zijn aangebracht’. Drukwerk zijn die bescheiden en schriftelijke mededelingen die geen brief zijn. In het geval van de mailing van de klager is volgens OPTA sprake van drukwerk: de toevoeging van de CD-ROM aan de mailing verandert niets aan de boodschap van de mailing. OPTA con-stateert dit mede op basis van Europese regels. PTT Post heeft dus ten onrechte het brieftarief gehanteerd. OPTA heeft PTT Post de aanwijzing gegeven in het vervolg haar algemene voorwaarden in overeenstemming met de uitspraak te interpreteren.

PTT Post heeft intussen laten weten het niet eens te zijn met de aanwijzing van OPTA. Daarom heeft PTT Post een voorlopige

PTT Post mag niet zonder meer een brieftarief in rekening brengen voor drukwerk waaraan een CD-ROM is toegevoegd. Dat stelt OPTA naar aanleiding van een klacht die een computer-servicebureau bij OPTA had ingediend. PTT Post had voor een reclamepostzending met een CD-ROM van dit bureau een drukwerktarief in rekening moeten brengen.

Drukwerk met CD-ROM niet automatisch brief

(9)

1669

1634

1602

1650

KPN is sinds 1 januari jl. verplicht om haar netwerk zo in te richten dat carrier prese-lectie (CPS) overal in Nederland mogelijk is. Via CPS kunnen zowel particuliere als zakelijke telefoongebruikers hun telefoon-gesprekken standaard bellen via een andere aanbieder dan KPN. Zij hoeven dan niet meer voor elk gesprek afzonderlijk een carrier selectiecode van vier cijfers (altijd beginnend met 16) in te toetsen. KPN biedt CPS aan door middel van een zogenoemd ‘customer controlled’-model. Dit model houdt in dat de telefoongebrui-ker zich eerst moet aanmelden bij de aanbieder van wie hij CPS wil afnemen. Vervolgens kan hij door het bellen bij KPN (telefoonnummer 0800-1273) via een voice response systeem de aanbieder van zijn keuze instellen die dan standaard zijn telefoongesprekken, zowel vast als mobiel, zal afhandelen. Het blijft overigens altijd mogelijk om, via het intoetsen van een carrier selectcode, per gesprek voor een andere aanbieder te kiezen.

VEEL KLACHTEN

OPTA heeft de laatste tijd veel klachten ontvangen van telecombedrijven die CPS willen aanbieden. Door het gebrekkig func-tioneren van KPN’s aanmeldingssysteem mislukt de selectie van de concurrerende telecomaanbieder in een groot aantal gevallen. Het lijkt vooral te gaan om het aanmelden van zakelijke klanten en consu-menten met een ISDN-verbinding. Boven-dien, zo geven deze aanbieders aan, is KPN’s systeem vaak in gesprek en derhalve onbereikbaar.

Aangezien KPN zijn wettelijke verplichtin-gen niet nakomt, heeft OPTA nu besloten tot juridische maatregelen. KPN dient ervoor te zorgen dat zij een goed werkend aanmeldingssysteem aan haar klanten aan-biedt. Dat kan door een snelle verbetering van het aanmeldingssysteem voor zowel voor de zakelijke als de consumentenmarkt, dan wel door te komen met een alternatief systeem (bijvoorbeeld een call center), tijdelijk of definitief. Voor elke dag vanaf 10 mei die KPN in gebreke blijft, legt OPTA een last onder dwangsom op van ƒ100.000,– per dag met een maximum van ƒ1.000.000,–. K

OPTA legt last onder dwangsom op van ƒ100.000,– per dag

KPN moet snel goed werkend

aanmeldings-systeem voor carrier preselectie leveren

(10)

Op basis van de last onder dwangsom moe-ten de aanbieders elke maand aan OPTA rapporteren over het kwaliteitsniveau dat zij in de voorafgaande maand hebben gehaald. Als de door OPTA gestelde kwali-teitsniveaus niet worden gehaald, lopen de aanbieders het risico de dwangsommen te moeten betalen. Zo moet sinds 1 april in tenminste 95 procent van de gevallen de portering plaatsvinden op de met de con-sument overeengekomen datum. Zo niet, dan loopt de ontvangende aanbieder het risico een dwangsom van ƒ125.000,– per maand te moeten betalen.

Het merendeel van de aanbieders – zowel de vijf mobiele-telecomaanbieders als de zogeheten service providers – betwist ove-rigens de bevoegdheid van OPTA om een last onder dwangsom op te leggen. Daar-naast hebben de bezwaren betrekking op de verplichtingen die de last oplegt aan de aanbieder naar wie de consument wenst over te stappen (ontvangende aanbieder).

OPTA komt op korte termijn met een reac-tie op deze bezwaren.

OPSCHORTING

Inmiddels heeft OPTA van alle aanbieders de rapportages over de maanden februari en maart 2000 ontvangen. Hieruit blijkt dat bijna alle aanbieders voldoen aan de door OPTA bij de last gestelde normen. De aanbieders die daar niet aan voldoen, heb-ben OPTA verzocht de last tijdelijk op te schorten, dan wel de dwangsom voor een bepaalde maand niet op te leggen. OPTA heeft deze aanbieders om een nadere onderbouwing van de verzoeken gevraagd en verwacht hierover op korte termijn een oordeel te kunnen geven.

Overigens moeten alle aanbieders, om de betrouwbaarheid van de rapportages te waarborgen, een zogeheten accountants-mededeling aan OPTA verstrekken. Inmid-dels is deze mededeling, dan wel de schrif-telijke toezegging dat deze op korte

ter-mijn wordt aangeleverd, door alle aanbie-ders op twee na aan OPTA overlegd. OPTA ziet er op toe dat ook deze laatste twee aanbieders een accountantsmededeling verstrekken. K

Bijna alle mobiele aanbieders voldoen

aan OPTA-normen nummerportabiliteit

Bijna alle aanbieders van mobiele telefonie voldoen aan de normen die OPTA

heeft gesteld als het gaat om nummerportabiliteit. OPTA had deze aanbieders een last onder dwangsom opgelegd om hen te dwingen het kwaliteitsniveau van num-merportabiliteit (het meenemen van een telefoonnummer van de ene naar de andere aanbieder) te verhogen. Overigens hebben de meeste aanbieders bij OPTA bezwaar aangetekend tegen deze last.

Betaco heeft eind februari een geschil bij OPTA inge-diend gericht tegen UPC Nederland. OPTA heeft dit verzoek inmiddels in behan-deling genomen. In het

zuidoosten van Nederland exploiteert Betaco het com-merciële radioprogramma 8FM. In Eindhoven en omge-ving is UPC de aanbieder van een omroepnetwerk.

Betaco zegt dat het UPC herhaaldelijk verzocht heeft om toegang tot haar omroepnetwerk, zodat het radioprogramma ook via de kabel te horen is. UPC, zo

stelt Betaco, heeft die toe-gang geweigerd. Betaco ver-zoekt OPTA aan UPC een bindende aanwijzing te geven ‘8FM’ toe te laten op het netwerk van UPC. OPTA heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld hun standpunten mondeling nader toe te lichten. Bin-nenkort neemt OPTA een besluit over dit geschil. K

(11)

OPTA besloot al in april 1999 dat KPN de tarieven voor kerktelefonie dienden te verhogen tot kostendekkend niveau. KPN’s concurrent CAI-Westland kabeltele-visie (voorheen Kabelfoon) had namelijk bezwaar gemaakt tegen een eerdere uit-spraak van OPTA dat de tarieven voor kerktelefonie onder de kostprijs mochten blijven. Tegen het april-besluit van OPTA was de LOK in beroep gegaan bij de rechter. Omdat KPN niet van plan leek de tarieven aan te passen, gaf OPTA in december 1999 KPN de aanwijzing de tarieven te verhogen. Tegen dit

aanwij-zingsbesluit hadden LOK en PCOB een kort geding aangespannen.

Een belangrijke bezwaargrond in het kort geding was de stelling van LOK en PCOB dat kerktelefonie geen huurlijn is en dat de tarieven daarom niet kostendekkend hoeven te zijn. In de uitspraak stelde de president van de rechtbank vast dat kerktelefonie wel degelijk een huurlijn is. De president constateerde verder dat het wettelijk stelsel voor OPTA geen ruimte biedt om tot een ander besluit te komen.

In de uitspraak stelde de rechter ook dat in het nog lopende bezwaar van de LOK bij OPTA het bestreden aanwijzingsbe-sluit naar verwachting in stand zal (kun-nen) blijven en dat daarom de voorlopi-ge voorziening wordt afvoorlopi-gewezen. Inmid-dels heeft KPN de nieuwe tarieven voor kerktelefonie gepubliceerd: het abonne-ment gaat op 1 mei 2000 naar ƒ36,– (inclusief BTW) per maand.

ALTERNATIEVEN

De staatssecretaris voor Verkeer en Waterstaat heeft op 18 april over deze kwestie een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. In die brief legt zij nogmaals uit dat er geen mogelijkheden zijn om de verhoging van de tarieven voor kerk-telefonie ongedaan te maken. Wel stelt de staatssecretaris dat zij bereid is zich in te spannen om met betrokken partijen naar een bevredigende oplossing te zoe-ken. In dat kader is zij bereid een onder-zoek naar mogelijk goedkopere techni-sche alternatieven voor kerktelefonie financieel mede te ondersteunen. K

Uitspraak president rechtbank Rotterdam

Tariefverhoging kerktelefonie

per 1 mei kan doorgaan

(12)

Korte (telefoon)nummers zijn populair omdat ze gemakkelijk zijn te onthouden. Kort wil zeggen: vijf cijfers of minder. Een gevolg hiervan is wel dat er maar een beperkt aantal korte nummers beschikbaar is. Daarom ligt het voor de hand dat alleen diensten met een bepaald karakter onder een kort nummer mogen worden aangebo-den.

Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is momenteel bezig met een wijziging van het huidige nummerplan. In het gewijzigde nummerplan staat omschreven welke dien-sten voor een kort nummer in aanmerking komen. Het gaat dan om diensten met een bepaald maatschappelijk belang of

dien-sten die de telefoondienst ondersteunen. Een voorbeeld van een dienst met een maatschappelijk belang is een (kort) num-mer waarmee de plaatselijke politie kan worden gebeld in situaties die zich niet lenen voor het gebruik van het alarmnum-mer 112. Een dienst die de telefoondienst ondersteunt is bijvoorbeeld het opladen van het beltegoed.

TOEZICHTSACTIE

OPTA heeft vorig jaar, vooruit lopend op de wijziging van het nummerplan, tijdens een toezichtsactie een aantal aanbieders van mobiele telefonie aangeschreven en ver-zocht om het gebruik van bepaalde korte

nummers te staken. Het gebruik van deze nummers was al in strijd met het huidige nummerplan. De aanbieders kregen tot 1 maart jl. de tijd om één en ander te rege-len. Wel mogen zij consumenten die nog de oude nummers kiezen tot 1 september a.s. verwijzen naar de nieuwe nummers. Het gaat om het nummer dat in gebruik was bij Dutchtone voor een promotionele dienst (airmiles), de nummers die bij KPN werden gebruikt voor een nieuwslijn van SBS6 en voor onder andere de Wegenwacht en weer- en verkeersinformatie van de ANWB en het nummer dat bij Libertel werd gebruikt voor een vindservice (Scoot). De toezichtsactie van OPTA is onderdeel van een groter project, waarmee uiteinde-lijk het gebruik van alle korte nummers in lijn met het nummerplan moet worden gebracht. Uiteindelijk kunnen de diensten alleen nog worden gebeld via de nummers die in het (gewijzigde) nummerplan staan. Het grote voordeel voor consumenten is dat het dan duidelijker is welke gekozen diensten – en de bijbehorende tarieven – horen bij een bepaald kort nummer. K

Aantal mobiele aanbieders staakt

het gebruik van korte nummers

Een aantal aanbieders van mobiele telefonie heeft, op verzoek van OPTA, het gebruik van bepaalde korte nummers gestaakt. Het gaat onder meer om het num-mer van de nieuwslijn van SBS6 en een informatienumnum-mer van de ANWB. Deze nummers waren in strijd met het nummerplan. De bedoeling is dat korte num-mers in de toekomst alleen worden gebruikt voor diensten met een maatschappe-lijk belang of ter ondersteuning van de telefoondienst.

De eigenaar van een landgoed in Renkum verzocht OPTA begin maart te voorkomen dat een telecombedrijf in zijn privégrond ging graven om kabels aan te leggen. De reden van het ver-zoek was dat de eigenaar en het bedrijf een conflict hadden over de hoogte van de schadevergoeding. Omdat OPTA aangaf op dit punt niet bevoegd te zijn, heeft de grondeige-naar het geschil ingetrokken.

De eigenaar van niet-openbare (ofwel privé)grond moet in principe de aanleg, onderhoud en verwijdering van interlokale en internationale kabels van de aanbieder van een openbare telecommunicatiedienst toestaan (gedogen). Dat staat in de Tele-communicatiewet. Uitzondering vormen afgesloten tuinen en erven die één geheel vormen met een woning. De grondeigenaar heeft op grond van dezelfde wet recht op een schadevergoeding. OPTA merkt hierbij op dat deze regeling eigenaren van privé-gronden de ruimte geeft op grond van onderhandelingen met het telecombedrijf tot overeenstemming te komen. Dit in tegenstelling tot de eigenaren of

(13)

OPTA liet het onderzoek in eerste instantie uitvoeren om inzicht te krijgen in de wijze van adressering bij het gebruik van SMS. OPTA wilde onder meer weten in welke mate het gebruik van nummers voor SMS-toepas-singen samenhangt met het gebruik van nummers voor mobiele telefonie. Daarbij is ook gekeken op welke wijze SMS is geïnte-greerd in de diverse mobiele netwerken en welke kosten zijn verbonden aan het gebruik van SMS.

De belangrijkste conclusie uit het OPTA-onderzoek is dat het gebruik van nummers voor SMS in principe niet botst met het gebruik van nummers voor mobiel bellen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om iemand te bellen met het nummer 065-4321098 en onder ditzelfde nummer een SMS-bericht te versturen. Voor het gemak van de gebruiker hebben mobiele-telefoonaanbieders name-lijk onderling afgesproken dat

abonneenum-mers voor SMS zoveel mogelijk gelijk wor-den gehouwor-den aan de nummers voor mobie-le temobie-lefonie.

Deze afspraak geldt echter niet voor alle SMS-nummers. Er zijn namelijk ook korte nummers bij SMS in gebruik om diverse diensten te adresseren, bijvoorbeeld ver-keersinformatie. Deze nummers verschillen over het algemeen per telefoonaanbieder. Over het gebruik van SMS-adressen of -num-mers staat echter niets in enig nummerplan (een plan waarin staat welke nummers waarvoor worden gebruikt). Daarom zijn aanbieders strikt genomen niet verplicht deze nummers te harmoniseren. Omdat con-sumenten natuurlijk wel zijn gebaat bij een dergelijke harmonisatie, hoopt OPTA dat de aanbieders hier alsnog afspraken over maken. Een andere mogelijkheid is dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat dit alsnog regelt in een nummerplan.

KOSTEN

Verder kan uit het OPTA-onderzoek worden geconcludeerd dat de kostenstructuur van SMS erg ondoorzichtig is. Er zijn op dit moment enkele buitenlandse aanbieders die het mogelijk hebben gemaakt om via internet gratis SMS-berichten te versturen naar vrijwel elk mobiel-telefoonnetwerk in de wereld. Het versturen van SMS-berich-ten via een mobiele telefoon kost altijd ergens tussen de 25 en 60 cent. Omdat het SMS-bericht ‘meelift’ op reeds ver-stuurde signalen, is niet geheel duidelijk waar de kosten door worden veroorzaakt. Om inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor concurrentie op het gebied van SMS is onderzocht hoe zogenoemde SMS-cen-trales binnen mobiel-telefoonnetwerken zijn geïntegreerd. Uit het onderzoek bleek dat ook bedrijven zonder een eigen net-werk hun SMS-diensten kunnen aanbieden via verschillende mobiele netwerken. Het bestaan van meerdere aanbieders op meer-dere mobiele netwerken pleit, met het oog op duidelijkheid voor consumenten, overi-gens wel weer voor een zekere mate van standaardisatie van nummers van SMS-diensten.

Wie het onderzoeksrapport wil inzien kan telefonisch contact opnemen met ir. M. Klijn, telefoon (070) 315 92 42 of e-mail-en naar m.klijn@opta.nl. K

Het gebruik van nummers voor Short Messaging Services (SMS) botst technisch niet met het gebruik van mobiele-telefoonnummers. Wel is de kostenstructuur van SMS – het versturen en ontvangen van tekstberichten via de mobiele telefoon – erg ondoorzichtig. Dit blijkt uit een onderzoek van OPTA naar het gebruik van SMS.

ders van openbare gronden, zoals gemeen-tes. Hier schrijft de wet precies voor wat mag worden verrekend. De wet stelt verder dat een eis tot schadevergoeding kan wor-den aangemeld bij de kantonrechter in wiens ambtsgebied de grond ligt. Die stelt het recht op schadeloosstelling vast. De Telecommunicatiewet geeft de telecom-municatie-aanbieder de mogelijkheid een procedure te beginnen om in de grond te mogen graven. De aanbieder schrijft de eigenaar van de grond, met wie hij tever-geefs tot overeenstemming heeft proberen te komen, dan een brief waarin hij de werkzaamheden aankondigt. De eigenaar kan de aanleg van kabels op die datum

slechts voorkomen door OPTA om een beschikking te vragen. Dit verzoek schort de werkzaamheden automatisch op. OPTA moet binnen acht weken een besluit nemen.

In het verzoek kan de grondeigenaar bezwaar maken tegen de plaats en de uit-voering van de voorgenomen werkzaam-heden. Het geschil van de grondeigenaar in Renkum had echter hierop geen betrek-king, maar op de hoogte van de schade-vergoeding. Over schadevergoedingen heeft OPTA echter niets te zeggen. OPTA heeft de grondeigenaar daarom meege-deeld dat hij hiervoor bij de rechter moet zijn.K

edingen bij aanleg kabels

(14)

Op voorhand wil OPTA benadrukken dat de gedoogplicht naar de mening van OPTA voor eigenaren en beheerders van openba-re gronden absoluut is. Met andeopenba-re woor-den: die eigenaren en beheerders moeten in principe dus altijd het graven in hun grond voor het aanleggen of het onder-houd van kabels toestaan. De gemeente heeft wel de mogelijkheid om door middel van de haar opgedragen coördinerende rol daaraan een aantal, in de Telecommuni-catiewet beschreven, voorwaarden te stellen.

Op grond van artikel 5.1, eerste lid van de Telecommunicatiewet is iedereen verplicht de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar telecommunicatie- en van een omroepnet-werk in openbare gronden toe te staan (gedogen).

De definitie hiervan is vrij beperkt. Vol-gens artikel 1.1 van de Telecommunicatie-wet gaat het om openbare wegen en waterwegen en zaken die vaak onlosmake-lijk verbonden zijn aan dergeonlosmake-lijke

(water)wegen, zoals stoepen, bruggen, bermen, etcetera. Voor waterwegen geldt dat die voor iedereen toegankelijk zijn. Hieruit vloeit voort dat alles wat niet onder deze definitie valt geen openbare gronden zijn.

Dat ligt eraan. Op grond van artikel 5.2 van de Telecommunicatiewet stelt een gemeente onder andere per verordening regels vast over het medegebruik van voor-zieningen. OPTA wijst erop dat als een gemeente dit medegebruik in een instem-mingsbesluit opneemt, dit in redelijkheid ten opzichte van het verzoek van de aan-bieder moet gebeuren. De gemeente heeft immers een gedoogplicht. De gemeente zal hierbij bijvoorbeeld het volgende in acht moeten nemen: de kosten die de gemeente in rekening brengt voor het medegebruik ten opzichte van de kosten van de voorge-nomen werkzaamheden, technische proble-men die kunnen ontstaan bij medegebruik (storingen bijvoorbeeld), het tracé van de bestaande kabelgoot ten opzichte van het aangevraagde tracé etcetera.

Daarnaast bevat de wet een tweede artikel over het medegebruik van voorzieningen: artikel 5.10. Hierin staat dat aanbieders van openbare telecommunicatie- of omroepnetwerken over en weer verplicht zijn te voldoen aan redelijke verzoeken tot medegebruik bij aanleg en instandhouding van kabels. Artikel 5.10 betreft een ver-zoek tussen aanbieders onderling. De wet-gever heeft op geen enkele manier voor-zien in de mogelijkheid dat de gemeente een aanbieder kan dwingen een andere aanbieder in zijn voorzieningen toe te laten. OPTA concludeert daarom dat artikel 5.2 alleen kan slaan op voorzieningen die de gemeente zelf heeft aangelegd. Wellicht

kan de gemeente, voor zover dit niet in strijd is met de gedoogplicht (een gemeen-te moet immers binnen een redelijke gemeen- ter-mijn een besluit nemen), een aanbieder op de restcapaciteit van anderen wijzen.

Nee. Het ontbreken van de registratie kan voor de gemeente geen aanleiding zijn een verzoek tot toegang te weigeren. De regis-tratie staat los van het zijn van een aan-bieder zoals omschreven in artikel 5.1 van de Telecommunicatiewet. De gemeente kan een aanbieder er slechts op wijzen dat deze zich moet laten registreren bij OPTA. De registratie kan wel fungeren als intro-ductie bij een gemeente.

Mag een gemeente een aanbieder toe-gang tot haar grond weigeren als deze niet staat geregistreerd bij OPTA? Kan een gemeente een aanbieder

dwingen gebruik te maken van een kabelgoot (van een derde partij)?

Wat is openbare grond?

Wie moet wat gedogen in openbare grond?

Veel gestelde vragen over het aanleggen van

Gemeentes zijn belast met de coördinatie van werkzaamheden op hun

(15)

Ja, maar er zijn beperkingen. De wet geeft de gemeente twee gronden om een aanvraag niet te honoreren. Ten eerste als de aan-vraag wordt ingediend door een aanbieder van een niet-openbaar telecommunicatie- of omroepnetwerk, omdat die geen aanspraak kan maken op gedoogrechten. Ten tweede kan de gemeente niet akkoord gaan met de wijze, plaats of het tijdstip van de werk-zaamheden. Bij haar beslissing kan de gemeente andere belangen mee laten wegen dan waar de Telecommunicatiewet op toe-ziet. Wel moet de gemeente in dit geval met een alternatief voorstel komen, waardoor er feitelijk invulling wordt gegeven aan de ge-doogplicht. OPTA stelt vast dat er geen ande-re weigeringsgronden voor de gemeente zijn.

Nee. De wet stelt dat de aanbieder de voorgenomen werkzaamheden eerst bij de gemeente moet aanmelden en hiervoor van de gemeente instemming moet verkrijgen, voordat hij met de werkzaamheden mag beginnen. De gemeente heeft de vrijheid in haar verordening iets anders te bepalen. Er zijn voorbeelden bekend van gemeentes waar alleen een meldingsplicht geldt voor voorgenomen werkzaamheden voor de aan-leg van kabels voor een aansluiting.

Nee. De wetgever heeft dit uitgesloten. Dit geldt eveneens voor de daarbij behorende ondersteunings-, beschermings-, signaal-en verbindingswerksignaal-en. Daarbij moet wor-den gedacht aan onder meer kabelgoten en signaleringskasten.

Ja. De gemeente mag de gemaakte kosten doorberekenen in de vorm van leges, omdat de instemming als een dienst aan de aanbieder is te beschouwen. Als voor-beeld kan OPTA aangeven dat een aantal gemeentes verschillende tarieven hanteert afhankelijk van de lengte van het aange-vraagde tracé. Tegen de hoogte van de leges kunnen aanbieders desgewenst bezwaar bij de gemeente aantekenen.

Nee. Deze voorzieningen worden aangelegd met het oogpunt onderdeel te worden van

telecommunicatie- of kabelnetwerken. Vol-gens OPTA is het echter niet onredelijk als een gemeente in het instemmingsbesluit aangeeft wat de gemeente een redelijke termijn van leegstand acht. Als deze ter-mijn wordt overschreden, kan de gemeente in principe precario heffen over lege man-telbuizen, kabelgoten of ‘dark fibre’ (een nog ongebruikte glasvezelkabel). Hierbij brengt OPTA wel in herinnering dat deze voorzieningen worden aangelegd met het oogmerk in de toekomst graafwerkzaamhe-den te voorkomen. Met het bepalen van de redelijke termijn zal de gemeente hier rekening mee moeten houden.

Ja, artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet stelt dat dit recht zich voor eigenaren en beheerders van openbare grond beperkt tot vergoeding van de kosten van de voorzie-ningen en van de meerkosten van onder-houd. De wet stelt dat de schadenota dient te kunnen worden verantwoord. Als een aanbieder het niet eens is met de hoogte van de schade kan deze bij de kantonrech-ter in wiens ambtsgebied de gemeente zich bevindt een procedure aanspannen.

Nee. OPTA verwijst voor een overzicht van geregistreerden naar de eigen website: www.opta.nl. Een marktpartij bepaalt zelf waar en wanneer zij wil uitrollen.

Nee. OPTA heeft geen bemoeienis met vra-gen van technische aard over de aanleg van kabelgoten, of mantelbuizen, noch de kwaliteit hiervan, noch over economische haalbaarheid van de aanleg hiervan. K

Kan ik met vragen van technische en economische aard bij OPTA terecht? Kan OPTA aangeven welke aanbieders zich binnenkort in onze gemeente zullen melden?

Heeft een gemeente recht op schadevergoeding?

Mag een gemeente precario heffen over lege voorzieningen of ‘dark fibre’? Mag een gemeente gemaakte kosten voor een instemmingsbesluit door-berekenen?

Mag een gemeente precario heffen op kabels van openbare aanbieders? Mag een aanbieder met werkzaamheden beginnen voordat de gemeente een instemmingsbesluit heeft genomen? Mag een gemeente een aanvraag

weigeren?

(16)

Herziening Europese

(tele)communicatieregels

De consultatie over de nieuwe regels voor de Europese

(tele)communicatiemarkten is bijna afgerond. In de derde week van april heeft de Europese Commissie een werkdocument gepu-bliceerd waarin zij haar visie geeft over de nieuwe richtlijnen. De daadwerkelijke voorstellen voor de verschillende richtlijnen zullen in de derde week van juni worden gepresenteerd. Alvorens de Commissie met die voorstellen komt zal het Europees Parle-ment in de tweede week van juni haar visie geven. De Neder-landse Europarlementariër Wim van Velzen is rapporteur voor het Europees Parlement over de herziening van deze wetgeving.

België: analyse lokale telefonie

De Belgische toezichthouder, het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie (BIPT), wil een diepgaande analyse te maken van de ontwikkelingen op de markt voor lokale telefonie. Daar-mee beoogt het BIPT in het bijzonder te kunnen evalueren in hoeverre er sprake is van mededinging op de markt voor lokale toegang. Daaraan verbonden is de vraag over welke keuzes de (particuliere of zakelijke) consument beschikt en in de nabije toekomst zal beschikken. Deze analyse zal samen met een aantal beleidsvragen, onder meer over het op lange termijn behouden van de stimulans tot investering in nieuwe en bestaande infra-structuur, de basis vormen voor een debat over de ontbundeling van het aansluitnet.

Oostenrijk: verzoeken

om carrier preselectie

In Oostenrijk zijn begin dit jaar bij Telekom Austria meerdere verzoeken ingediend om carrierpreselectiediensten te kunnen aanbieden. De Oostenrijkse voormalige monopolist weigerde toegang tot zijn netwerk, een absolute voorwaarde voor het aanbieden van carrier (pre)selectie. Op

7 maart gebood de Oostenrijkse toezichthouder Telekom Austria om per direct carrierselectiediensten op zijn netwerk mogelijk te maken. Door deze maatregel kunnen consumenten sinds 7 maart gebruik maken van alternatieve netwerkaanbieders zoals Tele 2, Colt Telecom, Connect Austria en UTA Telekom. In Oostenrijk dient de consument eenmalig een 10xy-code te kiezen voordat hij gebruik kan maken van de carrier (pre)selectie diensten van een alternatieve aanbieder. Alleen voor de lokale gesprekken geldt om technische redenen een overgangstermijn tot 31 december.

Verenigd Koninkrijk:

ontbundeling en omnummering

De ontbundeling van de aansluitlijnen van British Telecom (de voormalig monopolist) komt goed van de grond in Engeland. Door deze ontbundeling wordt het mogelijk voor alternatieve vaste aanbieders om, gebruik makend van de vaste aansluitingen van British Telecom (BT), breedband-diensten (zoals veel snelle-re internetdiensten) te kunnen aanbieden aan consumenten die nu nog een aansluiting hebben bij de voormalig monopolist. Vanaf januari volgend jaar zullen in drie steden in Engeland dergelijke ontbundelde diensten worden aangeboden. BT heeft voldaan aan de verplichting om collocatie – het plaatsen van apparatuur van andere aanbieders in de centrales van BT – vanaf september mogelijk te maken. De collocatie is een voorwaarde voor de alternatieve vaste aanbieders om op het netwerk van de voormalig monopolist te komen en zo de consument te bereiken. Dankzij ontbundeling van de aansluitlijn krijgt de consument meer mogelijkheden om te kiezen uit verschillende aanbieders. In Engeland zullen veertien bedrijven deelnemen aan een proef voor deze ontbundeling van de aansluitlijn.

NIEUW NUMMERPLAN

OPTA herinnert de bellers die veel naar het Verenigd Koninkrijk bellen er aan dat in Groot-Brittannië op 22 april het nieuwe nummerplan in werking is getreden. Na de overgangsperiode, die loopt tot september, is het niet meer mogelijk om gebruik te maken van de oude nummers. Als u vroeger voor bijvoorbeeld Londen 171 koos, moet u nu kiezen voor 207. De nummers voor Londen, Cardiff, Coventry,

Portsmouth, Southhampton en heel Noord-Ierland zijn ver-anderd. Meer informatie is te vinden op www.number-change.org. Ook kunt u het Engelse inlich-tingennummer bellen: +44-8082242000. K

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een flink aantal marktpartijen geeft aan verbaasd te zijn over het voorstel van KPN en de resultaten van de herberekening in relatie tot de bandbreedtes voor de tariefontwikkeling

Voor zover de hogere uitgaven aan afgifte niet worden gecompenseerd door hogere inkomsten betalen vaste en mobiele eindgebruikers hogere tarieven voor het bellen van vast naar

Juist vanwege een effectieve compliance organisatie kunnen overtredingen tijdig en adequaat door KPN zelf worden ontdekt, gemeld en gecorrigeerd.. In dit handvest zijn

Als het zo zou zijn dat dat mensen die inbellen via een concurrent vaker contact moeten zoeken - en dus meer last hebben van schaarste - dan Internetters die zijn aangesloten bij

Dit voorstel is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN een aanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 35 en 36 van het Besluit ONP huurlijnen

Het onderhavige voorstel van KPN is een vervolg op de brief van 28 april 2000, waarbij het college KPN op grond van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: het BOHT)

Het zou bijvoorbeeld niet wenselijk zijn dat een OLO er voor kiest om niet te interconnecteren op een bepaalde locatie om de enkele reden dat KPN daar heeft gekozen voor een

OPTA heeft daarom besloten dat de tarieven voor MDF- collocatie worden opgelegd en dat voor de overige diensten is aangegeven wat deze zouden moeten kosten Nieuw bij de beoordeling