Reguleringsconcept inzake de tarifering van door KPN te leveren interconnectie- en
bijzondere toegangsdiensten
A. Het voorgenomen reguleringsconcept
1. Wat betreft de door KPN in de nabije toekomst te hanteren terminating access tarieven wordt overgegaan op toepassing van een onder regie van OPTA te ontwikkelen ‘bottom up’
kostentoerekeningssysteem uitgaande van ‘forward looking long run (average) incremental costs’. Omdat deze kostentoerekeningssystematiek op dit moment nog niet voorhanden is, gelden het lopende jaar, dat wil zeggen vanaf 1 juli 2000 tot 1 juli 2001, terminating access tarieven die zich voor zowel de nationale, de regionale als de lokale terminating access dienst binnen de door de Europese Commissie voor het jaar 2000 vastgestelde benchmark bevinden. Ten opzichte van de op 29 november 1999 voor de periode 1 juli 1999 tot 1 juli 2000 bepaalde tarieven vertaalt deze tariefstelling zich in een daling voor de nationale dienst van 0,5%, voor de regionale dienst van 5,5%, en voor de lokale dienst van 23%. Voor de periode 1 juli 1999 tot 1 juli 2000 worden de op 29 november 1999 bepaalde tarieven vastgesteld als zijnde definitief.
2. Ten aanzien van het in de nabije toekomst wenselijke reguleringsmodel voor originating diensten hecht het college groot belang aan de introductie van een differentiatie ten opzichte van de kostenregulering voor terminating access. Het college zal de bedoelde differentiatie als stellig beleidsvoornemen in de aanstaande consultatie naar voren brengen, waarbij de inzet is dat voor de tariefstelling van originating diensten het EDC-model (zonder efficië ntiekortingen) zou kunnen worden gehandhaafd. De feitelijke invulling van het gedifferentieerde reguleringsmodel zal na de consultatie kunnen plaatsvinden. De bedoelde differentiatie zal dan ook uiterlijk op 1 juli 2001 zijn weerslag krijgen in de tariefstelling. Tot dat moment (en vanaf 1 juli 2000) gelden voor de nationale, regionale en lokale originating diensten ten opzichte van de op 29 november 1999 bepaalde tarieven de dalingspercentages zoals die voor de terminating dienst zijn vastgesteld (-0,5%, -5,5% respectievelijk –23%).
3. Wat betreft de tariefstelling van de 06760 originating dienst acht het college een zekere differentiatie tussen originating spraakverkeer en originating internetverkeer wenselijk. Dit met het oog op het gegeven dat een ook voor KPN belangrijke doelstelling voor de uitkoppeling van internet
inbelverkeer is gelegen in het opheffen van de schaarste op KPN’s net. Opgemerkt zij dat met deze differentiatie niet is bedoeld dat voor de 06760 originating dienst een op de BULRIC-systematiek gebaseerde tariefstelling zou moeten gelden. Inzet in de consultatie is ook hier dat het EDC-model (zonder efficië ntiekortingen) zou kunnen worden gehandhaafd. De feitelijke invulling van het
terminating en het voorgestelde collecting model tot een werkelijk en reëel alternatief maakt. Daarbij zal het college specifiek aandacht geven aan de wijze waarop KPN, teneinde de beoogde differentiatie tussen originating spraakverkeer en originating internetverkeer te realiseren, de aan internet
uitkoppeling gerelateerde kostenvoordelen in haar tariefstelling voor de 06760 originating dienst heeft weten te vertalen. In de werkgroepbesprekingen is gebleken dat KPN hiervoor reeds nu de nodige mogelijkheden onderkent.
4. In het kader van het bovenbeschreven voorgenomen reguleringsconcept acht KPN geen grond meer aanwezig om de door haar gemaakte bezwaren tegen zowel EDC-I, EDC-II, als de
overbruggingstarieven nog langer voort te zetten. KPN verbindt zich dan ook aan intrekking van de betreffende bezwaren.
B. Verhouding tussen eindgebruikerstarieven en tarieven voor interconnectie en bijzondere toegang
5. Wat betreft de verhouding tussen de door KPN gehanteerde eindgebruikerstarieven en haar tarieven voor interconnectie en bijzondere toegang wordt door het college de uitvoering van een squeeze-toets beschouwd als een bestuurlijke randvoorwaarde bij elke door OPTA uit te voeren
tariefregulering. OPTA dient hierin immers te voldoen aan de haar opgelegde verplichtingen. Verwezen zij naar hetgeen hierover in de concept Europese Richtlijn voor toegang tot netten (COM(2000)384) onder andere in de overwegingen 13 en 14 is aangegeven.