• No results found

Besluit inzake geschil G.61.02 tussen Tele2 en KPN Telecom Openbare versie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit inzake geschil G.61.02 tussen Tele2 en KPN Telecom Openbare versie"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OPTA/IBT/2003/201289/G.61.02

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 6.3, eerste lid, respectievelijk artikel 6.9, eerste lid van de Telecommunicatiewet, in het geschil tussen:

de besloten vennootschap Tele2 Nederland B.V. (hierna: “Tele2”), gevestigd te Amsterdam, verzoekster,

en

de besloten vennootschap KPN Telecom B.V. (hierna: “KPN Telecom”) en de naamloze vennootschap Koninklijke KPN N.V., gevestigd te Den Haag, verweerster.

A. INLEIDING

1. Tele2 heeft bij het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: “het college”) een verzoek ingediend in een geschil met KPN Telecom. Tele2 wil klanten die gebruik maken van haar Carrier (Pre) Selectie (hierna: “C(P)S”) diensten één rekening kunnen sturen, waarop niet alleen de gesprekskosten zijn opgenomen, maar ook de abonnementskosten behorende bij de aansluiting op het netwerk van KPN Telecom. Tele2 meent pas onder dergelijke voorwaarden goed te kunnen concurreren met KPN Telecom. In haar toelichting stelt Tele2 dat het kunnen wederverkopen van KPN Telecoms abonnement gezien moet worden als een onderdeel van de C(P)S dienst. Zij verwijst onder andere naar de situatie in een aantal andere landen en naar de Europese Toegangsrichtlijn van 7 maart 20021 (hierna: “de Toegangsrichtlijn”).

B. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

2. De procedure in zake dit geschil is als volgt verlopen. - Op 23 september 2002 dient Tele2 haar aanvraag in.

- Op 1 oktober 2002 verstuurt het college een ontvangstbevestiging (kenmerk: OPTA/IBT/2002/203042).

- Op 20 november 2002 verzoek het college Tele2 om binnen twee weken

aanvullende informatie te geven door een aantal vragen te beantwoorden (kenmerk: OPTA/IBT/2002/203848).

- Op 20 november 2002 stuurt het college de aanvraag van Tele2 en de vragenlijst van het college ter informatie naar KPN Telecom (kenmerk:

OPTA/IBT/2002/203850).

- Op 6 december 2002 verzoekt Tele2 per fax om tot 20 december 2002 uitstel te krijgen de vragen van het college te beantwoorden.

- Op 9 december 2002 kent het college dit verzoek toe (kenmerk OPTA/IBT/2002/204292).

(2)

- Op 23 december 2002 beantwoordt Tele2 schriftelijk de vragen van het college.

C. DE FEITELIJKE GRONDSLAG VAN HET GESCHIL

3. Tele2 is een aanbieder van een openbare telecommunicatiedienst in de zin van artikel 6.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet (hierna: “Tw”).

4. KPN Telecom is een aanbieder van een openbaar vast telecommunicatienetwerk en van openbare vaste telecommunicatiediensten in de zin van artikel 6.1, eerste lid, Tw, en is op grond van artikel 6.4, eerste lid, Tw door het college aangewezen als een partij die beschikt over aanmerkelijke marktmacht (hierna: “AMM”).

5. Voordat Tele2 onderhavig verzoek op 23 september 2002 bij het college indiende, hebben Tele2 en KPN Telecom als volgt over dit onderwerp gecorrespondeerd. - Op 31 juli 2002 doet Tele2 schriftelijk haar eerste verzoek bij KPN Telecom,

Business Unit Carrier Services (hierna: “BU CS”) om aansluitingen te kunnen wederverkopen.

- Op 31 juli 2002 antwoordt BU CS schriftelijk (kenmerk: 2002-01751-KTW) dat zij vooralsnog geen plannen heeft betreffende de wederverkoop van aansluitingen en verwijst door naar KPN Telecom, Business Unit Vaste Telefonie (hierna: “BU VT”). - Op 13 augustus 2002 antwoordt ook BU VT schriftelijk (kenmerk: 02-080/BU VT

dir) dat zij niet bereid is in te gaan op het verzoek van Tele2.

- Op 19 augustus 2002 herhaalt Tele2 schriftelijk haar verzoek bij BU CS. Hierbij wordt opgemerkt dat als BU CS niet uiterlijk op 30 augustus 2002 op het verzoek van Tele2 in zal gaan, Tele2 een geschil bij het college aanhangig zal maken. - Op 3 september 2002 antwoordt BU CS schriftelijk (kenmerk: 2002-01908-KTW)

dat zij geen wettelijke plicht ziet om te voorzien in het aanbod waar Tele2 om vraagt. - Op 5 september 2002 deelt Tele2 aan BU CS schriftelijk mee dat zij op dat moment

nog geen reactie heeft vernomen op haar brief van 19 augustus 2002. Tele2

concludeert dat BU CS niet wenst te voldoen aan een verzoek tot het doen van een aanbod, en het voor Tele2 niet mogelijk is om ter zake een overeenkomst te sluiten met KPN Telecom. Tele2 geeft aan haar voorbereidingen voor een geschil bij het college voort zal zetten.

D. HET JURIDISCH KADER

6. Volgens artikel 1.1, eerste lid, Tw gelden de volgende definities:

- bijzondere toegang: toegang tot een telecommunicatienetwerk op andere punten dan de netwerkaansluitpunten die aan de meeste gebruikers worden aangeboden - telecommunicatienetwerk: de overdrachtsapparatuur en, waar van toepassing, de

routeringsapparatuur en andere technische middelen die de overdracht mogelijk maken van signalen tussen netwerkaansluitpunten via kabels, radiogolven, optische middelen of andere elektromagnetische middelen

(3)

7. Artikel 6.9, eerste lid, Tw bepaalt dat een aanbieder, door het college aangewezen krachtens artikel 6.4, eerste lid, Tw als een partij die beschikt over aanmerkelijke marktmacht, voldoet aan alle redelijke verzoeken tot bijzondere toegang.

8. Artikel 44, eerste lid, van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: “BOHT”) bepaalt dat een aanbieder, door het college aangewezen krachtens artikel 6.4, eerste lid, Tw, ervoor zorgdraagt dat haar eindgebruikers door middel van C(P)S gebruik kunnen maken van de diensten van andere aanbieders.

9. Artikel 44, vierde lid, BOHT bepaalt dat een verzoek om bijzondere toegang in ieder geval redelijk is voor zover het betrekking heeft op de verplichting bedoeld in artikel 44, eerste lid, BOHT, tenzij voor die verplichting een ontheffing is verleend.

10. Een aanbieder, door het college aangewezen krachtens artikel 6.4, eerste lid, Tw, dient aanbieders die om bijzondere toegang verzoeken, deze te verstrekken onder gelijke voorwaarden onder gelijke omstandigheden, zoals beschreven in artikel 6.5, onder a, Tw en onder gelijke voorwaarden als die welke onder gelijke omstandigheden gelden voor haarzelf of haar dochterondernemingen, zoals beschreven in artikel 6.5, onder b, Tw.

11. In artikel 6.3 Tw is aan het college de bevoegdheid toegekend om als geschilbeslechter op te treden als het gaat om geschillen over bijzondere toegang. Het college kan op grond van artikel 6.3 Tw op verzoek van één of beide partijen tot beslechting komen van een geschil door de regels vast te stellen die zullen gelden tussen degene die

bijzondere toegang moet bieden en degene die er om vraagt.

12. Artikel 12, eerste lid, onder d, van de Toegangsrichtlijn bepaalt: “Een nationale regelgevende instantie kan exploitanten overeenkomstig artikel 8 de verplichting opleggen in te gaan op redelijke verzoeken om toegang tot en gebruik van bepaalde netwerkonderdelen en bijbehorende faciliteiten, onder andere wanneer de nationale regelgevende instantie van mening is dat het weigeren van toegang of het opleggen van onredelijke voorwaarden met een zelfde effect de ontwikkeling van een door duurzame concurrentie gekenmerkte detailhandelsmarkt zou belemmeren of niet in het belang van de eindgebruiker zou zijn. Van exploitanten kan onder meer worden verlangd dat zij: [...] op groothandelsbasis bepaalde diensten aanbieden voor doorverkoop door derden; [...]” E. HET STANDPUNT VAN TELE2

13. Voor het volledige standpunt van Tele2 verwijst het college naar de door Tele2 ingebrachte stukken. Het standpunt van Tele2 laat zich als volgt samenvatten.

Standpunten uit het verzoekschrift van Tele2

(4)

diensten. Tele2 is van mening dat deze wederverkoop van abonnementen moet worden gezien als een bij C(P)S horende faciliteit.

15. Het is voor Tele2 van groot belang om een directe, exclusieve relatie te kunnen onderhouden met haar klanten om een volwaardige concurrentiepositie in te kunnen nemen ten opzichte van KPN Telecom. Volgens Tele2 is gebleken dat zij belemmerd wordt in haar concurrentiepositie. Klanten van Tele2 moeten hun abonnement bij KPN Telecom afnemen, terwijl ze niet teveel administratieve lasten willen. Daarnaast kan KPN Telecom gerichte aanbiedingen doen aan klanten van Tele2, omdat zij inzicht heeft in welke eindgebruikers C(P)S diensten van Tele2 afnemen.

16. Bij haar verzoek om wederverkoop van aansluitingen van KPN Telecom beroept Tele2 zich op het non-discriminatiebeginsel dat geldt voor KPN Telecom als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht op de markt voor vaste telefonie. Dat betekent dat de retailafdeling van KPN Telecom (BU VT) de aansluitingen tegen dezelfde voorwaarden bij de wholesale-afdeling van KPN Telecom (BU CS) in dient te kopen als Tele2. Hier doet de organisatiestructuur binnen KPN Telecom niets aan af.

17. Tele2 beschouwt zich als concurrent van BU VT en kan zodoende niet ingaan op de voorwaarde van BU CS om betreffende de wederverkoop van aansluitingen contact op te nemen met BU VT. Iedere hieraan gerelateerde informatie die Tele2 zou verschaffen, zou BU VT een voorsprong verschaffen die de mededinging op de markt verstoort. 18. Tele2 meent dat KPN Telecom niet alleen nu al verplicht is om de wederverkoop van

aansluitingen mogelijk te maken, maar dat deze plicht ook in de toekomst zal blijven bestaan, zoals is verwoord in artikel 12, eerste lid, onder d, van de Toegangsrichtlijn. 19. Tele2 meent dat haar verzoek redelijk is. KPN Telecom zou het verzoek van Tele2

alleen kunnen afwijzen op grond van objectieve criteria die betrekking hebben op de technische haalbaarheid of het handhaven van de integriteit van het netwerk van KPN Telecom. De argumenten die KPN Telecom in haar correspondentie geeft ter afwijzing van het verzoek van Tele2 waren alleen van bedrijfseconomische aard en zijn daarmee volgens Tele2 niet legitiem.

20. Concluderend geldt volgens Tele2 dat KPN Telecom verplicht is in te gaan op het verzoek van Tele2 voor het wederverkopen van aansluitingen ten behoeve van klanten die gebruik maken van de C(P)S diensten van Tele2.

Standpunten uit de antwoorden van Tele2 op vragen van het college

21. Tele2 beschouwt het wederverkopen van aansluitingen van KPN Telecom als een integraal onderdeel van het aanbieden van C(P)S diensten. Het product “vaste

(5)

22. Op de vraag wat de verschillen dan wel overeenkomsten zijn voor Carrier Pre Selectie (hierna: “CPS”) diensten en Carrier Selectie (hierna: “CS”) diensten betreffende de vraag of wederverkoop van aansluitingen van KPN Telecom een essentiële faciliteit is, geeft Tele2 aan dat [bedrijfsvertrouwelijk Tele2: XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX].

23. Tele2 ziet de wederverkoop van aansluitingen als een soort service provider

overeenkomst. KPN Telecom dient daarbij een kostengeoriënteerd wholesale aanbod ter beschikking te stellen voor alle abonnementsvormen die KPN Telecom ook zelf ter beschikking kan stellen aan haar eindgebruikers. Tele2 geeft een niet-limitatief overzicht van de mogelijkheden die KPN Telecom zou moeten bieden.2

24. Volgens Tele2 zou zij geen verplichtingen hebben ten aanzien van eindgebruikers om C(P)S mogelijk te maken voor andere aanbieders zodra zij de aansluiting van KPN Telecom zouden afnemen via de wederverkoop van Tele2.

25. Ter onderbouwing van haar stelling dat het niet kunnen wederverkopen van

aansluitingen de concurrentiepositie van Tele2 ten opzichte van KPN Telecom negatief beïnvloedt, geeft Tele2 aan dat [bedrijfsvertrouwelijk Tele2: XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX].

26. Volgens Tele2 zou het college reeds voorafgaand aan de implementatie in nationale wetgeving rekening moeten houden met artikel 12 van de Toegangsrichtlijn. Tele2 wijst erop dat Noorwegen, Denemarken en Oostenrijk dit ook hebben gedaan. De Noorse regelgever heeft daarbij het belang van concurrentie op de aansluiting zwaar laten wegen. Ontbundeling van de Local Loop en de Wireless Local Loop laten lang op zich wachten. Investeringen voor deze infrastructuren zijn in het huidige investeringsklimaat niet erg waarschijnlijk, zodat concurrentie op de aansluitingen langzaam op gang zou komen. Diverse aanbieders hebben aangegeven dat zij dit alleen rendabel kunnen doen voor telefonie in combinatie met dataverkeer, zodat de consumentenmarkt niet als eerste ontsloten zal worden. Door de wederverkoop van aansluitingen toe te staan, kan een begin gemaakt worden met de concurrentie. Verder geeft Tele2 aan dat ervaring leert dat tussen het moment dat het college een besluit neemt en KPN Telecom haar aanbod gereed heeft meestal geruime tijd voorbij gaat, zodat het niet onwaarschijnlijk lijkt dat tegen die tijd de nieuwe wet geïmplementeerd is.

2 Hieronder vallen onder andere: het overnemen, in werking stellen, verhuizen, up/downgraden, afsluiten van een analoge, ISDN of ADSL aansluiting; netontstoring; wisselgesprekken,

(6)

F. HET VERZOEK VAN TELE2

27. Voor het volledige verzoek van Tele2 verwijst het college naar de door Tele2 ingebrachte stukken. Het verzoek van Tele2 laat zich als volgt samenvatten.

28. Tele2 verlangt dat KPN Telecom aan Tele2 een aanbod voor de wederverkoop van aansluitingen doet, onder dezelfde voorwaarden als BU CS aan BU VT doet of zou moeten doen.

29. Aangezien KPN Telecom dit aanbod weigert te doen, verzoekt Tele2 het college om hiervoor de regels tussen Tele2 en KPN Telecom vast te stellen.

30. Per dag dat zij niet of niet volledig aan deze verplichting voldoet, wordt KPN Telecom een last onder dwangsom opgelegd ter grootte van een door het college te bepalen bedrag dat recht doet aan de belangen van Tele2.

G. BEOORDELING VAN HET GESCHIL G.1 De bevoegdheid van het college

31. Om te kunnen beoordelen of het college in deze bevoegd is, moet vastgesteld worden of het verzoek van Tele2 gekwalificeerd kan worden als een verzoek dat gebaseerd is op de plicht voor KPN Telecom om non-discriminatoir bijzondere toegang mogelijk te maken.

Bevoegdheid op basis van de Tw

32. In de situatie dat een aanbieder van telecommunicatiediensten een netwerk heeft waarop zij gebruikers niet rechtstreeks kan aansluiten, bestaat er de mogelijkheid voor deze aanbieder om gebruik te maken van bijzondere toegang tot het netwerk van een andere aanbieder, zodat de daarop aangesloten gebruikers toegang kunnen krijgen tot haar diensten.

33. Tele2’s C(P)S diensten zijn een voorbeeld van diensten die op basis van bijzondere toegang gerealiseerd worden. Tele2 heeft in het verleden een verzoek gedaan tot bijzondere toegang tot het netwerk van KPN Telecom om C(P)S diensten te kunnen aanbieden. Op dat verzoek, waarvan de redelijkheid besloten ligt in het wettelijke kader en artikel 44 BOHT, is KPN Telecom in het verleden al ingegaan. Gebruikers die aangesloten zijn op het vaste netwerk van KPN Telecom zijn door de bijzondere

toegang die Tele2 heeft tot het netwerk van KPN Telecom in staat om gebruik te maken van de diensten van Tele2. Het is niet mogelijk voor gebruikers om aangesloten te worden op het netwerk van Tele2, omdat Tele2 geen eigen netwerkstructuur heeft met netwerkaansluitpunten voor eindgebruikers. Om gebruik te maken van de diensten van Tele2, blijven gebruikers in technische zin afhankelijk van de aansluiting die zij hebben bij KPN Telecom. Dit is onafhankelijk van het feit of ze het abonnement (voor de aansluiting) bij KPN Telecom dan wel bij Tele2 af zouden nemen.

(7)

faciliteit ter aanvulling op haar bestaande bijzondere toegang tot het netwerk van KPN Telecom. Tele2 verlangt niet alleen dat eindgebruikers via aansluitingen op het netwerk van KPN Telecom gebruik kunnen maken van haar C(P)S diensten, maar ook dat zij de betreffende aansluitingen zou kunnen wederverkopen. Dat vereist een administratieve handeling en niet een vorm van toegang tot het netwerk van KPN Telecom. Daarmee zou het voor Tele2 mogelijk worden om haar diensten anders aan te bieden en om nieuwe diensten aan te bieden, bijvoorbeeld door verschillende tariefcombinaties voor het abonnementsdeel en het verkeersdeel te hanteren.

35. Uit het verzoek van Tele2 leidt het college af dat haar C(P)S diensten niet alleen mógelijk worden door bijzondere toegang voor gebruikers die beschikken over een aansluiting op het netwerk van KPN Telecom, maar dat die aansluitingen zélf een integraal onderdeel van de C(P)S diensten zijn en dat Tele2 ze zodoende zou moeten kunnen wederverkopen.

36. Uit de memorie van toelichting3 is evenwel betreffende bijzondere toegang alleen af te

leiden het gebruik van het (fysieke) netwerk van aanbieders met aanmerkelijke marktmacht: “Bij bijzondere toegang gaat het er namelijk op de eerste plaats om dat

derden van (delen van) het netwerk van de aanbieder met een aanmerkelijke macht op de relevante markt gebruik kunnen maken op een wijze die bedoelde aanbieder uit eigener beweging niet zondermeer aan een ieder zou willen bieden.” C(P)S wordt

opgevat als een vorm van bijzondere toegang, maar niet wordt vermeld dat het

wederverkopen van aansluitingen hier ook onder zou moeten vallen: “degene die carrier

selectie wenst aan te bieden kan dit alleen doen door gebruik te maken van het aansluitnet van een andere aanbieder, veelal PTT Telecom B.V. Derhalve zal de aanbieder van carrier selectie aan PTT Telecom B.V. verzoeken om (bijzondere) toegang tot de aansluitcentrale.”

37. In de Tw en de memorie van toelichting op de Tw zijn geen aanknopingspunten te vinden die erop wijzen dat onder de bijzondere toegang die benodigd is voor het kunnen aanbieden van C(P)S diensten ook moet worden verstaan toegang tot bijbehorende faciliteiten. Zoals eerder duidelijk is gemaakt, zijn de bijbehorende faciliteiten die nodig zijn voor hetgeen waar Tele2 om verzoekt geen faciliteiten die vallen onder bijzondere toegang, omdat het administratieve afspraken betreffen tussen KPN Telecom en Tele2. 38. Het verzoek betreft geen bijzondere toegang tot het netwerk van KPN Telecom in de zin

van de Tw. Op basis van de bestaande, gerealiseerde bijzondere toegang die Tele2 heeft tot het netwerk van KPN Telecom, is Tele2 in staat haar C(P)S diensten aan te bieden. Het wederverkopen van de aansluitingen is niet noodzakelijk vereist om de C(P)S diensten überhaupt aan te kunnen bieden.

39. Het college concludeert dat het wederverkopen van aansluitingen geen onderdeel is van C(P)S diensten en komt niet toe aan het onderdeel van Tele2’s verzoek dat zij bij BU CS op basis van non-discriminatie onder dezelfde voorwaarden de aansluitingen zou kunnen inkopen als BU VT dat doet of zou doen, aangezien er geen sprake is van bijzondere toegang waar deze non-discriminatie op gebaseerd kan worden.

(8)

Bevoegdheid op basis van de Toegangsrichtlijn

40. Op 7 maart 2001 is een pakket richtlijnen, waaronder de toegangsrichtlijn, aangenomen inzake een gemeenschappelijk regelgevend kader voor elektronische

communicatienetwerken en diensten. Deze richtlijnen zijn op 24 april 2002 in werking getreden. Volgens deze richtlijnen dienen de lidstaten vóór 24 juli 2003 de richtlijnen te hebben omgezet in nationaal recht en vanaf 25 juli 2003 dienen de lidstaten deze bepalingen toe te passen.

41. In artikel 12 van de Toegangsrichtlijn is opgenomen dat van aanbieders met aanmerkelijke marktmacht verlangd kan worden dat bepaalde diensten worden aangeboden voor wederverkoop door derden, als dat in het belang is om duurzame concurrentie niet te belemmeren of als dat in het belang is van de eindgebruiker. Op het moment dat de Toegangsrichtlijn geïmplementeerd is in nationale wetgeving, zou er voor het college een wettelijke grondslag kunnen ontstaan, waaraan het college een bepaalde bevoegdheid zou kunnen ontlenen ten aanzien van het thans voorliggende verzoek van Tele2.

42. Zoals hiervoor uiteen werd gezet, is de implementatietermijn van het pakket nieuwe richtlijnen (nog) niet verstreken. Dit betekent dat het college bij de beoordeling van geschillen op grond van artikel 6.3 juncto 6.9 Tw in de eerste plaats de normen van het huidige geldende recht dient toe te passen. In de tweede plaats is thans niet duidelijk aan welke voorwaarden moet worden voldaan, voordat van aanbieders met

aanmerkelijke marktmacht verlangd kan worden dat zij de wederverkoop van

aansluitingen mogelijk maken en op welke wijze en onder welke voorwaarden dergelijke wederverkoop mogelijk zou moeten worden gemaakt.

Bevoegdheid op basis van besluiten in andere landen

43. Tele2 verwijst naar een aantal landen waar wederverkoop van aansluitingen mogelijk wordt gemaakt: Denemarken, Noorwegen, en Oostenrijk.

44. In Denemarken zijn AMM-aanbieders volgens de nationale wetgeving verplicht het wederverkopen van abonnementen mogelijk te maken voor service providers. Volgens de Deense wet wordt onder Service Provider Access verstaan de wholesale inkoop van telecommunicatienetwerken en -diensten die aangeboden worden aan eindgebruikers die van tevoren nog niet zijn gespecificeerd. Het wordt opgevat als een

interconnectieproduct dat in alle opzichten hetzelfde moet zijn als hetgeen de AMM-aanbieder aan zijn eindgebruikers biedt. De Deense wetgeving valt betreffende dit onderwerp buiten de scope van het concept interconnectie in de Europese richtlijnen4

waar de huidige Nederlandse Tw op is gebaseerd, zowel wat betreft de interpretatie van de inhoud van het product interconnectie als wat betreft de bijbehorende verplichtingen voor AMM-aanbieders. In de Nederlandse Tw is een dergelijke verdergaande invulling van de Europese richtlijnen niet van toepassing. Verder betreft het verzoek van Tele2, anders dan in de situatie waarin volgens de Deense wetgeving de verplichting voor de

4 Richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997, inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de

(9)

AMM-aanbieder bestaat, het wederverkopen van aansluitingen aan specifieke eindgebruikers, namelijk alleen die eindgebruikers die gebruik maken van de C(P)S diensten van Tele2.

45. In Noorwegen en Oostenrijk hebben de betreffende nationale regelgevende instanties over de wederverkoop van aansluitingen aangegeven dat een AMM-aanbieder non-discriminatoir een aanbod moet doen aan andere aanbieders dat gelijk is aan hetgeen zij aan haar eigen retailonderdeel levert. Alhoewel de wetgeving in beide landen

gebaseerd is op of een interpretatie is van de Europese richtlijnen, waar ook de Tw op is gebaseerd (waarbij Noorwegen overigens geen lid is van de EU), moeten de uitspraken gezien worden vanuit het perspectief van de mogelijkheden die desbetreffende

nationale wetgeving in deze context biedt. Verder geldt dat in beide gevallen nog geen definitieve juridische toetsing heeft plaatsgevonden.

Conclusie

46. Het college concludeert dat hij ter zake niet bevoegd is om op grond van artikel 6.3, eerste lid, Tw het geschil tussen Tele2 en KPN Telecom te beslechten. Het college ziet onvoldoende redenen om in aanvulling op de Tw bevoegdheid te ontlenen aan de Toegangsrichtlijn en interpretaties die door nationale regelgevende instanties in andere landen zijn gegeven in de betreffende beslissingen.

G.2 Inhoudelijke beoordeling

(10)

H. DICTUM

Het college besluit op grond van artikel 6.3, eerste lid, respectievelijk artikel 6.9, eerste lid, Tw als volgt:

I. Het college oordeelt dat hij in zake de aanvraag van Tele2 niet bevoegd is.

Aldus besloten te ’s-Gravenhage op 24 april 2003,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT,

namens het college,

hoofd van de afdeling Interconnectie en Bijzondere Toegang,

dr. J. Huigen

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90240

2509 LK Den Haag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dutchtone verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Tele2 zullen gelden

KPN Mobile verzoekt het college vast te stellen dat de huidige MTA-tarieven die Tele2 haar (indirect) in rekening brengt te hoog zijn en te bepalen dat vanaf 1 april 2002 de

Derhalve verzoekt O2 het college voorwaardelijk om de terminating tarieven die Tele2 KPN Telecom in rekening brengt voor het afwikkelen van verkeer dat origineert op het netwerk van

Tele2 verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en O2 zullen gelden ter zake

Tele2 verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en KPN Mobile zullen gelden

In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van Bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat MTA-tarieven, die Ben jegens Tele2

Tele2 verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Dutchtone zullen gelden

KPN Telecom verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Ben zullen gelden