• No results found

Vraag nr. 7 van 10 oktober 2003 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 7 van 10 oktober 2003 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 7

van 10 oktober 2003

van de heer JOHAN MALCORPS

Overstromingsgebied Ekeren – Gepland NMBS-complex

Zie :

Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Te c h n o-logische Innovatie

Vraag nr. 6

van 10 oktober 2003

van de heer Johan Malcorps Blz. 893

Antwoord

Momenteel is een uitwijk- en onderhoudsbundel gelegen in het spoorcomplex Noord, tussen de wij-ken Schijnpoort, Seefhoek en Dam (spoorbundel S c h i j n p o o r t ) . Voor dit gebied werden afspraken ge-maakt tussen de NMBS en de stad A n t w e r p e n waarbij de NMBS haar patrimonium van het spoorcomplex Noord inbrengt in een samenwer-kingsverband met het oog op de realisatie van een groot stedelijk parkgebied, een beperkt gedeelte kantoren en een woonzone (stadsherwaarderings-project masterplan "Villages & Metropolis"). M e t het oog op de realisatie van het masterplan dient de NMBS uiteraard haar bestaande activiteiten op deze site te herlokaliseren.

Een onderzoek naar mogelijke herlokalisatieplaat-sen werd bij de administratie ter kennis gebracht in de vorm van een milieuhaalbaarheidstoets (d.d. mei 2003 ; zie ook verder), opgemaakt door de N M B S, op vraag van de administratie Milieu-, N a-t u u r- , Land- en Waa-terbeheer (Aminal), cel Milieu-effectrapportering (MER). In deze studie worden een aantal locaties onderzocht op hun mogelijk-heid om in de spoorbundel te voorzien. Het meren-deel van de locaties komt vanuit spoortechnisch oogpunt niet in aanmerking, enkel de locatie in Ekeren (spoorbundel Luchtbal) en een mogelijke uitbreiding van de bundel Schijnpoort worden on-d e r z o c h t . De bunon-del Schijnpoort woron-dt na onon-der- onder-zoek niet meer geselecteerd wegens de geluidsim-pact die de bundel zou hebben op de toekomstige ontwikkelingen via het masterplan "Villages & M e t r o p o l i s " . Daardoor blijft enkel de locatie in Ekeren over.

1. De plannen van de NMBS om op de locatie in Ekeren ten oosten van de Oude Landen uit-wijk- en onderhoudsbundels met bijbehorende

infrastructuur als onderhoudshal, parking en dies meer te bouwen, doorkruisen de plannen van de Vlaamse en de provinciale overheid voor dit gebied, en dit zelfs vanuit twee aspecten : h e t integraal waterbeleid en het natuurbehoud. In het nieuwe decreet "integraal waterbeleid" dat in juli van dit jaar werd bekrachtigd, zijn de grote krachtlijnen uitgewerkt voor het waterbe-leid in V l a a n d e r e n . Een aantal van die principes beginnen stilaan voet aan de grond te krijgen : er moet zoveel mogelijk ruimte worden gebo-den aan water ; de risico's op overstromingen die de veiligheid aantasten van woningen en be-drijfsgebouwen gelegen buiten overstromings-gebieden moeten worden teruggedrongen, e n-zovoort.

Het stroomgebied van de Schijn is in het verle-den al meermaals in het nieuws gekomen naar aanleiding van belangrijke wateroverlastproble-m e n . Het gebied waar deze vraag betrekking op h e e f t , is afgebakend op de risicokaarten en overstroomde onder meer in september 1998. Zowel door de afdeling Water als door de pro-vincie werden in dit gebied modelleringsstudies u i t g e v o e r d , respectievelijk voor de onbevaarba-re waterlopen van eerste en tweede categorie. Als een van de mogelijke oplossingen voor de berging van overtollig regenwater in het gebied werd de aanleg van een bergingsgebied van 200.000 m3precies langs de Laarse Beek tussen

de spoorlijnen 12 en 27A naar voor geschoven. Deze geplande berging vormt een van de maat-regelen om de wateroverlast in de wijk Ekeren-Donk en de wijk Het Laar te verminderen, vooral voor de gevolgen van langdurige winter-b u i e n . Op dezelfde plaats zijn zowel de twee spoorwegontsluiting als het project "Luchtbal" (NMBS-complex voor uitwijken en onderhoud van treinen) gepland. Of de tweede spoorweg-ontsluiting momenteel door de NMBS nog als prioriteit wordt beschouwd, is voor het ogenblik niet duidelijk.

De uitvoering van de tweede spoorwegontslui-ting zou een reductie van het bergend vermogen met ongeveer 70.000 m3met zich brengen. D o o r

het uitzuiveren van het project Luchtbal zou het bergend vermogen van dit gebied nog met 30.000 m3 v e r m i n d e r e n , zodat in totaal maar

100.000 m3in plaats van 200.000 m3b e s c h i k b a a r

zou zijn.

(2)

2003 geeft aan dat – wanneer de aanleg van de tweede spoortoegang tot de haven en het pro-ject Luchtbal beide zouden doorgaan – er een aanzienlijke invloed zou zijn voor de wijk Eke-ren-Donk ten gevolge van deze verminderde b e r g i n g s m o g e l i j k h e d e n . Als milderende maatre-gel wordt een uitgraving van het resterende overstromingsgebied tot 2,7 m TAW (wat een totale uitgraving geeft van 150.000 m3)

voorge-steld ( TAW : Te ch n i s che Adviescommissie van de Waterkeringen – red.). Vermits men evenwel niet over grondwaterstanden beschikt, is het op heden niet te voorspellen of dit uitgegraven ge-bied zich mogelijk niet met grondwater zou vul-len.

Het stadsbestuur van Antwerpen heeft mede door de overstromingen van september '98 be-slist om de voorlopige resultaten van de studie "stadsrandbos" (in opdracht van de dienst Re-c r e a t i e, Sport en Toerisme provinRe-cie A n t w e r-pen) als kader te gebruiken voor de visie op de ontwikkeling van het projectgebied. In deze stu-die wordt aandacht besteed aan de Laarse Beek en de Oudelandse Beek en wordt een natuurge-richte inrichting met zachte recreatie en een maximale waterberging als prioriteit naar voor geschoven.

Tijdens een gezamelijke vergadering met minis-ter Van Mechelen, m e z e l f, de provincie A n t w e r-pen en de stad Antwerr-pen over de problema-tiek van de wateroverlast in het Schijnbekken, meer bepaald in de regio Merksem-Kapellen, werd door elk van de betrokkenen een aantal concrete engagementen genomen om spoedig de kans op wateroverlast te beperken :

– het Vlaams Gewest engageert zich om de ruimingswerken van de "hoofdgracht", v a n de "voorgracht" (het sluitstuk van de verleg-de Schijn) en van verleg-de wachtboezems van het pompstation Rode Weel vervroegd uit te v o e r e n , nu de ruiming van de Schijnoverwel-ving en de installatie van het pompstation Schijnpoort vrijwel afgewerkt zijn. Ik richt een brief aan de NMBS met de vraag naar de concrete plannen van de NMBS met trekking tot het projectgebied tussen de be-staande spoorlijnen ;

– de provincie lijst de noodzakelijke inrich-tingsmaatregelen op voor de provinciale wa-t e r l o p e n , en zal hieraan een wa-timing koppelen ; – de stad Antwerpen onderzoekt het

eigen-domsstatuut van het pompstation Rode

We e l , met het oog op een volledige eigen-domsoverdracht naar het Vlaams Gewest. Samenvattend kan voor de wateraspecten van dit dossier gesteld worden :

– dat de gevolgen van de aanleg van de tweede spoorontsluiting samen met het project Luchtbal al gedeeltelijk zijn onderzocht ; – dat dit onderzoek aangeeft dat er vooral een

effect zal zijn voor de wijk Ekeren-Donk ; – dat derhalve milderende maatregelen

wor-den voorgesteld, die evenwel niet in detail zijn onderzocht ;

– dat de plannen van TUC-rail de plannen van de waterloopbeheerders om in extra berging in dit gebied te voorzien, doorkruisen. Ook vanuit het oogpunt van natuurbehoud wor-den door mijn administratie ernstige vragen ge-steld bij het project.

Reeds in juni 1998 kwam het idee om in het ge-bied ten oosten van de Oude Landen een over-stromingsgebied te creëren aan bod bij de onwerpbespreking van de MER voor de HSL A n t-werpen-Nederland (HSL : hogesnelheidslijn – r e d . ). Hierbij werd gedacht aan de verbinding van de Laarse Beek met de Oudelandse Beek en de creatie van een natuurlijk overstromings-gebied met een recreatief karakter. De vallei van de Laarse Beek in Brasschaat en Schoten is trouwens aangemeld als Habitatrichtlijngebied en er komt een gezonde populatie van de rivier-donderpad (Bijlage 2-soort) voor.

In de afgeleverde stedenbouwkundige vergun-ning van 11 augustus 2000 voor de aanleg van de HSL werd dan ook de voorwaarde opgelegd dat alle mogelijkheden voor de verlegging van de Laarse Beek richting Oudelandse Beek ge-vrijwaard moesten worden.

(3)

bespre-kingen ook zo mee opgenomen. In het uiteinde-lijke MER-rapport wordt dit voorstel zelfs mee-genomen ter compensatie voor het te verwach-ten netto natuurverlies.

Dit gebied is de enige schakel tussen de natuur-waarden verbonden met de Schelde (via Oude L a n d e n , B o s p o l d e r-Ekers Moeras, Ku i f e e n d , Galgenschoor – Groot-Buitenschoor) en de Kempen (Peerdsbos). De ontwikkeling van deze stapsteen (parkgebied op het gewestplan), met als verbindend element de Laarse Beek, i s hiervoor essentieel, vandaar de opname in de GNBS (Gewenste Natuur- en Bosstructuur) als I VON (Integraal Verwevings- en Ondersteu-nend Netwerk), waar waterberging, b o s u i t b r e i-ding en natuurontwikkeling samengaan.

De aanleg van een NMBS-complex in het over-stromingsgebied Oude Landen Ekeren gaat dus in tegen gemaakte afspraken en zou zowel een hypotheek leggen op de beveiliging van de overstromingen in Ekeren en Merksem, als ook op de ontwikkeling van de GNBS. Het lijkt mij dus niet vanzelfsprekend dat de NMBS de spoorbundel Luchtbal op deze locatie zou reali-seren.

2. Zoals in de inleiding reeds vermeld, werd in op-dracht van de NMBS een milieuhaalbaarheids-toets uitgevoerd. Deze studie is gesitueerd op het niveau van het locatieonderzoek. H o e w e l geen MER, werd er bij de uitvoering toch naar gestreefd te voldoen aan een aantal MER-ken-merken : het onderzoek werd uitgevoerd door erkende deskundigen onder coördinatie van het studiebureau A e o l u s, de studie werd begeleid door de cel MER en de administraties die in een "normale" MER betrokken zouden wor-d e n , werwor-den eveneens geconsulteerwor-d. De wor- disci-plines die aan bod kwamen, zijn : geluid en tril-l i n g e n , water (met modetril-ltril-lering vanuit water-o v e r l a s t p r water-o b l e m a t i e k ) , mwater-onumenten en land-s c h a p p e n , fauna en flora, m e n land-s. De land-studie heeft twee locaties ten gronde op hun haalbaarheid naar milieueffecten onderzocht en afgewogen (uitbreiding bundel Luchtbal en uitbreiding bundel Stuivenberg). Overige alternatieven (onder andere Schijnpoort) werden in een voor-onderzoek gescreend op spoortechnische en spooroperationele haalbaarheid. De studie is ondertussen afgerond, maar werd tegen de af-spraken in nog niet aan de administratie ter be-schikking gesteld.

In het nieuwe decreet integraal waterbeleid is de watertoets ingevoerd. De overheid die over

een vergunning, een plan of een programma moet beslissen, moet er voortaan zorg voor dra-gen dat geen schadelijk effect ontstaat en dat ook in de gevallen van de vermindering van ruimte voor het watersysteem, deze verminde-ring wordt gecompenseerd. Op basis van de ge-gevens waarover we momenteel beschikken, kan niet worden besloten dat hieraan voor dit dossier voldaan is.

Conclusie : het project moet, als het er komt, later nog het voorwerp uitmaken van een mi-l i e u e f f e c t r a p p o r t a g e, waarin de watertoets wordt geïntegreerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1. Daarnaast werd de klemtoon vooral gelegd op de opvolging van de saneringsmaatregelen bij deze bedrijven en op de uitvoering van emissie- metingen door de exploitanten zelf, in

Bij de omzetting van de Europese richtlijn (2000/76/EG) betreffende het verbranden van af- valstoffen in Vlarem werden samenstellingsvoor- waarden vastgelegd

Behandeld hout dat niet aan de voorwaarden vol- d o e t , kan ook meeverbrand worden, maar enkel in installaties die beschikken over een vergunning voor het verbranden

Ik werd toen reeds door collega Dirk Va n Mechelen erop attent gemaakt dat er mogelijk thermisch gereinigde gronden, die in Nederland niet zouden kunnen worden aangewend, n a a

Zal de minister overleg plegen met haar collega bevoegd voor Leefmilieu om aandacht te vra- gen voor de effecten van potentieel neurotoxi- sche stoffen in het kader van

Zonder vooruit te willen lopen op de of- ficiële agenda, werd gesuggereerd maandag voor te behouden voor het Cehape, d i n s d a g voor de WGO en de partnerorganisaties (

Eventuele afspraken over minimale behoeften en diensten die gerespecteerd dienen te worden in het geval van arbeidsconflicten bij de overhe- d e n , zoals die bestaan in de

Een manager van de groep behorende tot de private vennoot die belast is met taken van da- gelijks bestuur, kan geen eindverantwoordelijke zijn voor de statutaire