Vraag nr. 22
van 24 oktober 2003
van de heer JOHAN MALCORPS
Gemengde intercommunales – Statutair personeel Over amper één maand (tegen 10 november 2003) moeten ook de gemengde intercommunales hun statuten in overeenstemming brengen met de be-palingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking.
Een van de bepalingen die in overeenstemming moet worden gebracht, ligt vervat in artikel 69, derde alinea van het decreet: "delegeren in perso-neelsaangelegenheden".
In het verleden werden de bevoegdheden op per-soneelsgebied in gemengde intercommunales toe-vertrouwd aan het managementteam behorende tot de groep van de private vennoten. Th e o r e t i s c h was een dergelijke overdracht van bevoegdheid onbestaande wegens haar onwettigheid (bv. i n z a k e tuchtrechtspraak).
Deze situatie heeft dan ook heel wat stof doen op-w a a i e n . Zeer zeker tussen de statutaire personeels-leden eigen aan de gemengde intercommunales en de managers belast met het dagelijks bestuur beho-rende tot de private vennoten (in wezen buiten-staanders).
In een democratische rechtstaat lijkt het wenselijk dat er rechtszekerheid zou bestaan, niet zoals in het verleden een hemel van verschil tussen de theorie en de praktijk. Want dit veroorzaakt onge-makken.
1. Is bovenvermelde dubbelzinnige situatie inzake bevoegdheid over het statutair personeel nu al opgelost ?
Zo ja, in welke zin ?
Zo neen, waarom niet ? Is dat niet nodig met het oog op bovenvermelde vervaldatum van 10 november ?
2. In welke mate kunnen er beperkingen bestaan voor de private vennoten belast met taken van dagelijks bestuur ten aanzien van statutaire per-soneelsleden eigen aan het samenwerkingsver-band ?
Gezien vanuit de artikelen 54 en 55 van het de-c r e e t , kan de samenstelling van het direde-ctiede-co-
directieco-mité in meerderheid bestaan uit personen beho-rende tot de groep van private vennoten ? Kan een manager van de groep behorende tot de private vennoot belast met taken van dage-lijks bestuur, de eindverantwoordelijke zijn voor statutaire personeelsleden ?
Antwoord
Graag wil ik vooraf verduidelijken welke situaties mogelijk zijn in gemengde intercommunales met betrekking tot personeelsaangelegenheden. In de meeste gevallen, met als typevoorbeeld de energie-s e c t o r, gaat het om perenergie-soneelenergie-sleden niet van de in-tercommunale zelf, maar van de aangesloten privé-maatschappij(en) of van een derde maatschappij. Op hen is enkel de wetgeving inzake arbeidsover-eenkomsten van toepassing. Andere intercommu-n a l e s, zeer beperkt iintercommu-n aaintercommu-ntal, eintercommu-n waarvaintercommu-n als voor-beeld de afvalsector kan gelden, kennen ofwel eigen personeel, ofwel eigen personeel en perso-neel van de privé-partner. Het eigen persoperso-neel valt uiteraard onder de toepassing van artikel 69 van het decreet van 6 juli 2001.
Wat de concrete vragen betreft, waarvan ik ver-moed dat zij betrekking hebben op een Oost-Vlaamse afvalintercommunale, het volgende. 1. Van dubbelzinnigheid over de bevoegdheid ten
opzichte van het eigen statutair personeel van de intercommunale zal geen sprake meer zijn. De combinatie van de artikelen 55 en 69 van het decreet van 6 juli 2001 toont aan dat uitsluitend de raad van bestuur bevoegd is voor dit perso-n e e l s b e l e i d . De delegatiemogelijkheid voor uit-voeringsmaatregelen in het kader van het indi-viduele personeelsbeheer is, luidens de memorie van toelichting, beperkt tot de organen die de raad van bestuur het meest geschikt acht. O r g a-nen met beslissingsbevoegdheid zijn uitsluitend de raad van bestuur zelf en het directiecomité. In beide organen beschikken de gemeenten steeds over de meerderheid.
op-nieuw als voorbeeld de beslissing van de Oost-Vlaamse intercommunale waar ik eerder allusie heb op gemaakt: "Doordat de bevoegdheden in-zake personeelsmateries wijzigen, dient het ge-zegd statuut en reglement te worden gewijzigd." Bedoeld zijn hier het administratief personeels-s t a t u u t , het algemeen reglement voor het con-tractueel personeel en respectieve bijlagen. D e p l a n n i n g, via het overleg met de vakbonden, loopt parallel met het dossier van de algemene s t a t u t e n w i j z i g i n g e n . Ik meen dat, na de defini-tieve goedkeuring, de bestaande problemen op-gelost zullen zijn.
2. Zoals ik heb aangestipt bij de voorgaande v r a a g, biedt de laatste alinea van artikel 69 van het decreet van 6 juli 2001 de raad van bestuur de mogelijkheid, wat het individuele personeels-beheer betreft, deze bevoegdheden te delegeren naar het directiecomité.
De raad van bestuur blijft exclusief bevoegd voor materies die een algemeenheid van perso-neelsleden betreft.
Aangezien een rechtsgeldig samengesteld direc-tiecomité samengesteld is uit een meerderheid van gemeentelijke deelnemers, kan er geen pro-bleem meer rijzen over de bevoegdheid ervan over het statutaire personeel.
De zogenaamde managementcomités, die overi-gens in meerdere intercommunales bestaan, hebben geen enkele beslissingsbevoegdheid en kunnen geen voor het personeel bindende be-slissingen nemen.
Een manager van de groep behorende tot de private vennoot die belast is met taken van da-gelijks bestuur, kan geen eindverantwoordelijke zijn voor de statutaire personeelsleden. D e eindverantwoordelijkheid berust in deze bij het aangewezen orgaan met beslissingsbevoegdheid waarvan de manager geen lid is, maar waar hij wel met raadgevende stem zitting in kan heb-b e n , voorzover hij deel uitmaakt van het perso-neel.