Vraag nr. 35
van 24 oktober 2002
van de heer JOHAN MALCORPS De Lijn – Doorstroming
Op 25 september werd op een druk bijgewoonde studiedag van De Lijn, "Het jaar van de doorstro-ming" afgesloten. Onder het motto "Openbaar ver-voer uit de file". Tal van hoopgevende projecten werden voorgesteld. Maar de conclusie was ook dat er nog veel moet gebeuren. Na het jaar van de d o o r s t r o m i n g, is er een eeuw van de doorstroming n o d i g, zo werd gesteld door de coördinator van de campagne "Op 1 Lijn". In het kader van het princi-pe basismobiliteit en het netmanagement moet de commerciële snelheid omhoog en moet de ver-plaatsingsfactor (de verhouding van de tijd die een bus of tram doet over een traject tot de tijd die je daarover doet met je eigen wagen) gunstiger wor-d e n . Een goewor-de wor-doorstroming voor het openbaar vervoer is dus van beslissend belang.
Om de doorstroming te bevorderen, dienen zowel De Lijn zelf, de wegbeheerder als de gebruiker ver-der gesensibiliseerd te worden. De Lijn zelf moet nog meer werk maken van interne doorstroming: de in- en uitstaptijd, de tijd om een biljet te ont-w a a r d e n , de toegankelijkheid : dit zijn factoren die De Lijn zelf in handen heeft. De wegbeheerder is verantwoordelijk voor de externe doorstroming : de aanwezigheid van vrije tram- en busbanen, v a n b u s s l u i z e n , v e r k e e r s l i c h t e n , s n e l h e i d s r e m m e r s zoals rotondes en verhoogde inrichtingen op het traject zijn beslissend. Maar het belangrijkste in de praktijk is allicht de handhaving (het vrijhouden van de reisweg voor de bus of tram). Ten slotte kunnen ook reizigers bijdragen aan een betere d o o r s t r o m i n g, wat uiteindelijk in hun eigen belang is.
De Lijn rapporteerde op de studiedag over haar in-spanningen om tot een objectieve bepaling te komen van de congestiegraad. Er worden per jaar 40 congestiemetingen per entiteit (200 in totaal) g e d a a n . De resultaten daarvan worden gerappor-teerd aan de administratie Wegen en Ve r k e e r ( AWV) en teruggekoppeld in de werkgroep Door-s t r o m i n g. 126 knelpunten, zo mochten we verne-men, werden reeds gemeld aan AWV.
1. Kan de minister vice-president een lijst bezor-gen van de knelpunten voor de doorstroming per entiteit ? Is daar effectief een rangorde in b e p a a l d , zoals de directeur van De Lijn A n t w e r-pen laat uitschijnen ?
Welke is die dan per entiteit en voor heel Vlaanderen ?
2. Voor hoeveel trajecten van het openbaar ver-voer werd in het kader van het netmanagement reeds de verplaatsingsfactor bepaald (reistijd met tram of bus ten opzichte van reistijd met de wagen) ?
Op welke plaatsen was die gunstig (kortere reis-tijd met tram of bus) ?
Op hoeveel plaatsen waren reistijden quasi ver-gelijkbaar ?
3. Welke inspanningen doet De Lijn na het jaar van de doorstroming om de "interne doorstro-ming" verder te bevorderen ?
Tegen wanneer komen er betaalautomaten op de belangrijkste knelpunten ?
Welk budget is hiervoor uitgetrokken bij De Lijn ?
4. Welke inspanningen doet AWV na het jaar van de doorstroming om de "externe doorstroming" op gewestwegen te bevorderen ?
Komt er een aparte investeringsrubriek "door-stroming" bij AWV ?
Hoe worden de conclusies van de werkgroep Doorstroming verwerkt in de meerjarenpro-grammatie van AWV ?
Hoeveel middelen worden (bij benadering) ge-reserveerd voor het verbeteren van de doorstro-ming (op bestaande lijnen langs gewestwegen) ?
Antwoord
In antwoord op de eerste vraag kan ik de V l a a m s e volksvertegenwoordiger de lijst ter beschikking stellen van de reeds gemeten knelpunten (enkel op gewestwegen) voor de doorstroming, g e r a n g s c h i k t volgens de congestiegraad.
De parameters in de berekening van die congestie-graad zijn :
– de reële (gemeten) snelheid t.o. v. een genor-meerde commerciële (wens-)snelheid ;
Hoe hoger de congestiegraad op een bepaald weg-vak, hoe belangrijker het knelpunt.
Met betrekking tot de tweede vraag kan ik toelich-ten dat de verplaatsingstijdfactor in uitvoering van het netmanagement zal onderzocht worden op een aantal onderscheiden relaties in de potentieelon-d e r z o e k e n . De Lijn zal potentieelon-de potentieelonpotentieelon-derzoeken opstarten na de goedkeuring van het netmanage-ment door de Vlaamse regering. Er zijn monetmanage-menteel nog geen gemeten verplaatsingstijdfactoren be-schikbaar.
In antwoord op de derde vraag kan ik verduidelij-ken dat de Lijn Lijnwinkels voorziet aan de be-langrijkste stations van de regionaalstedelijke en grootstedelijke gebieden. Aan de belangrijkste hal-tes in Gent en Antwerpen worden bovendien be-taalautomaten geplaatst. Er zijn 200 betaalautoma-ten besteld. De levering is gepland voor mei 2003. Het uitgetrokken budget is 1,3 miljoen euro. D a a r-naast is het initiatief van de oranje tornado's om de verkeershandhaving te versterken.
In antwoord op de vierde vraag kan ik toelichten dat er momenteel geen afzonderlijk luik voor door-stromingsprojecten is op het programma van de administratie Wegen en Ve r k e e r. De knelpunten inzake doorstroming voor het openbaar vervoer
vormen een integraal onderdeel bij de herinrich-ting van doortochten, wegvakken buiten de be-bouwde kom en gevaarlijke punten. Bij de opmaak van het programma voor het herinrichten van ge-vaarlijke punten en gege-vaarlijke wegvakken in het kader van de aangekondigde inhaalbeweging, z a l er rekening gehouden worden met een aantal crite-ria zoals de prioriteitsscore volgens de objectieve b e h o e f t e n a n a l y s e, de ligging op een fietsroutenet-w e r k , de ligging op een openbaar vervoerstraject, lopende streefbeeldstudies enz.
