Vraag nr. 203 van 14 mei 2001
van de heer FRANCIS VERMEIREN E19 Machelen – Doortrekking
Bij het aanleggen van de E19 autosnelweg tussen Brussel en Antwerpen werd afgeweken van het aanvankelijke ontwerp dat voorzag in het door-t r e k k e n , door-ten oosdoor-ten van hedoor-t NMBS-v o r m i n g s s door-t a-tion van Schaarbeek, van een verbindingsweg naar het hoofdstation van Schaarbeek. Hierdoor zou een snelle en rechtstreekse verbinding totstandko-men met de industriezone gelegen aan de voorha-ven van Brussel. Uiteindelijk werd hiervan afge-zien.
De onafgewerkte verkeerswisselaar loopt thans dood vlakbij de Woluwelaan in Machelen.
In een memorandum van enkele burgemeesters, bezorgd omtrent de plannen van de NMBS voor een nieuwe spoorontsluiting voor de luchthaven van Zaventem langs de E19, wordt gesuggereerd o m , vanaf het onafgewerkte einde, ondergronds de aansluiting richting Brussel te verwezenlijken. 1. In welk stadium bevinden zich de besprekingen
tussen de NMBS en de Vlaamse regering voor de realisatie van de verbinding vanuit het TGV-station van de luchthaven en Antwerpen ? 2. Werd de mogelijkheid onderzocht om het onaf-gewerkte einde van de E19 te gebruiken voor een ondergrondse verbinding met Brussel, v i a het vormingsstation van Schaarbeek ?
3. Kan een dergelijke verbinding worden opgeno-men in het gewestelijk expresnet, waarvan de grote lijnen reeds werden vastgelegd ?
4. De realisatie van het oorspronkelijke plan, d e verlenging van de E19 in de richting van de voorhaven van Brussel, kan wellicht bijdragen tot het ontlasten van de Ring 0 (R0) een gedeel-te van het vrachtverkeer.
Werden dienaangaande ooit studies uitgevoerd ? Vond hieromtrent reeds overleg plaats met het Brussels Gewest, waarvan de politieke verant-woordelijken zich destijds verzetten tegen de oorspronkelijk geplande verlenging van de E19 naast het vormingsstation ?
Antwoord
1. Momenteel onderzoekt een werkgroep van de Vlaamse administratie en de NMBS de verschil-lende voorgestelde tracés op hun haalbaarheid. Het doel is om een voorstel van tracékeuze aan de Vlaamse regering voor te leggen.
Na akkoord kunnen dan de volgende stappen (ruimtelijk uitvoeringsplan, m i l i e u e f f e c t r a p p o r t , bouwvergunning) worden gezet.
2. Bij de verschillende varianten voor de noorde-lijke ontsluiting van de luchthaven wordt steeds in een verbinding met Brussel voorzien, o m d a t dit essentieel is om een goede treindienst van en naar de luchthaven uit te bouwen. Eén van die varianten betreft een tracé via de middenberm van de E19.
Het is mij niet meteen duidelijk of de V l a a m s e volksvertegenwoordiger met zijn vraag doelt op de hoogte- of diepteligging van deze variant op z i c h , dan wel op de manier waarop een aantal wegen en spoorlijnen in de zone Machelen en het voormalige vormingsstation Schaarbeek moeten worden gekruist.
3. Een optimale ontsluiting van de luchthaven vanuit alle landsdelen is een belangrijke doel-stelling van het Vlaamse mobiliteitsbeleid. In de laatste voorstellen voor het GEN is ook in een specifieke GEN-verbinding vanuit Brussel voorzien (ik wijs er echter op dat er terzake nog niets is vastgesteld : over het GEN moet immers een samenwerkingsakkoord met de gewesten worden afgesloten).
Het is echter niet relevant om in dit geval een specifieke treindienst te koppelen aan een spe-cifiek tracé : alle onderzochte tracévarianten maken de gevraagde treinverbindingen moge-lijk (wat trouwens een vereiste is).
4. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat het doortrek-ken van de E19 naar de voorhaven van Brussel de RO zou ontlasten van vrachtverkeer, wel in-t e g e n d e e l . Diin-t verkeer verloopin-t nu reeds over de ring en zal dit blijven doen : enkel de invals-weg naar Brussel verandert. Meer nog: een bij-komende verbinding vanuit het noorden trekt waarschijnlijk meer verkeer aan.