Vraag nr. 60 van 4 mei 2001
van de heer FRANCIS VERMEIREN Europese School – Vestigingsplaats
De Europese instellingen overwegen de oprichting van een vierde Europese School tegen het jaar 2 0 0 4 . Een vestigingsplaats voor deze school is mo-menteel nog niet vastgelegd.
Wel werd aangekondigd dat in het licht daarvan de M I V B, de Maatschappij voor Intercommunaal Ve r-voer Brussel, een systeem zal uittesten voor het op-starten van een expresbus tussen de luchthaven van Zaventem en de Europese wijk.
1. Werd door de diensten van de Europese Com-missie omtrent deze plannen reeds overleg ge-pleegd met de Vlaamse regering ?
2. Is de Vlaamse regering kandidaat voor een ves-tiging van deze nieuwe Europese School op het grondgebied van het Vlaamse gewest, voor het geval in het Brusselse gewest geen geschikte vestigingsplaats wordt gevonden ?
3. Werd de Vlaamse regering reeds in kennis ge-steld van de plannen van de MIVB om een snel-busdienst in te leggen tussen de luchthaven van Zaventem en de Europese wijk in Brussel ? Maakt dit initiatief deel uit van het gewestelijk expresnet (GEN), dat blijkbaar prioritair is voor zowel de federale overheid als de betrokken ge-w e s t e n , en zo neen, hoort het daar niet veeleer in thuis ?
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Steve Stevaert, minister vice-p r e s i d e n t van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie.
Gecoördineerd antwoord
1. Er is mij niets bekend over een eventueel over-leg tussen de diensten van de Europese Com-missie en de Vlaamse regering over een vesti-gingsplaats of plannen voor een nieuwe Euro-pese School.
2. Er zijn geen redenen om de vestiging van een Europese School ongunstig genegen te zijn. Maar de vestiging zal vanzelfsprekend worden onderworpen aan de reglementaire procedures.
De Vlaamse administratie zal daardoor slechts in subsidiaire orde betrokken zijn bij de proble-matiek van de eventuele vestiging van de school op het grondgebied van het Vlaamse gewest, onder meer wat het ruimtelijk aspect van de vestiging betreft. Net als andere publiekrechte-lijke rechtspersonen, zullen de diensten van de Europese Commissie zich dienen te richten naar de voorzieningen en bepalingen van het voor de gekozen locatie vigerende gewestplan. Als aangewezen vestigingsplaatsen voor een dergelijke inrichting gelden in hoofdzaak de zones bestemd voor openbaar nut en deze be-stemd voor wonen. Eventueel kan deze gewest-planbestemming worden gewijzigd via het op-stellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan ( RU P ) . Het moet evenwel duidelijk zijn dat deze problematiek het lokale gemeentelijk be-lang overstijgt en bijgevolg niet te regelen valt via een gemeentelijk RUP.
De mogelijkheid om een provinciaal of gewes-telijk ruimgewes-telijk uitvoeringsplan op te stellen, i s gebonden aan verschillende voorwaarden, onder andere noodzaak en ruimtelijke inpas-b a a r h e i d . Zoals reeds hierinpas-boven gesteld, is deze problematiek evenwel subsidiair aan de princi-piële beslissing m.b. t . de eventuele vestiging op Vlaams grondgebied, en lijkt het derhalve voorbarig om hier thans reeds dieper op in te gaan.
3. In het kader van de werkzaamheden rond het gewestelijk expresnet en het daarover gevoerde overleg tussen de betrokken vervoermaatschap-p i j e n , de federale overheid en de gewesten, werd door de Lijn melding gemaakt van een project dat door de MIVB wordt voorgesteld. Het betreft een expreslijn tussen de luchthaven en de Europese wijk.
Alhoewel dit project formeel geen deel uit-maakt van het GEN-dossier zoals dit tot nu toe v o o r l a g, zijn het Vlaams Gewest en De Lijn principieel niet tegen een dergelijk project, a a n-gezien deze lijn past in de filosofie van het GEN en een oplossing kan bieden in afwachting van een snelle treinverbinding tussen luchthaven en Europese wijk.