• No results found

Weergegeven zijn de schilders en verhuurders tussen 1590 tot 1600 Donkergrijs: schilders Afbeelding 24 Weergegeven is de afkomst van de schilders tussen 1590 tot 1600 Rood: onbekend Wit: Antwerpen.

Donkergrijs: Cambrai (Kamerrijk). Afbeelding 25. Weergegeven zijn de parochies waar de schilders woonachtig waren tussen 1590 en 1600.Wit: de Santa Cecilia in Monte Giordano. Donkergrijs: de Santo Stefano in Piscinula. De nummers in de afbeeldingen verwijzen naar Bijlage XIII.

In deze paragraaf bespreek ik de ontstaansgeschiedenis van de Zuid-Nederlandse ateliers in Rome. De focus is hierbij gelegd op de periode van 1590 tot en met 1599. Er zijn vijf schilders en vier verhuurders geregistreerd met zeer weinig onderlinge relaties. De aantallen

verhouden zich tot 2,6% van de totale aantal nodes en 1,34% van het totaal aantal edges. Wanneer het aantal gevonden schilders tussen 1590 en 1599 (zie Afbeelding 23) wordt vergeleken met het totaal aan schilders (zie Afbeelding 20) ziet men de schaarste van de gegevens.

Van de vijf schilders waren er drie woonachtig in de parochie Santa Cecilia in Monte Giordano en de overige twee woonden in de parochie van de Santo Stefano in Piscinula. Beide parochies bestaan al lang niet meer. De Santa Cecilia in Monte Giordano is opgenomen in de parochie Santa Maria in Vallicella en de wijkgemeente Santo Stefano in Piscinula valt tegenwoordig onder de jurisdictie van de San Lorenzo in Damaso.237

De eerste pittore fiamengo die in de Stati delle Anime voorkomt, is maestro Antonio. Hij was in 1590, gedurende één jaar, als schilder geregistreerd in de parochie Santa Cecilia in Monte Giordano. Maestro Antonio woonde in bij signor Pompeo Antonino.238 We stuiten hier

op het gebruik van persoonstitels, zowel bij de schilder als bij de verhuurder Pompeo Antonio. De titels kwamen bij verhuurders veelvuldig voor, omdat zij veelal een hogere sociale positie bekleedden, maar bij schilders vormden zij een grote uitzondering. Er zijn slechts 17 persoonstitels in de database geregistreerd.239 Indien een schilder een persoonstitel

237 Marangoni: 1712, p. 370.

238 Stati delle Anime: S. Cecilia e Monte Giordano: 1590, mastro ANTONIO, fiamengo pittore.

239 Google Drive, website, 2014. Spreadsheets; Groupings. Maestro, Mastro, MS. M. komen tezamen 8 keer voor. De term Signor, Signore, Sig. Sr. komt zeven keer voor. De term Signor, Signore, Sig. Sr. komt zeven keer voor. De term monsù (wellicht een afgeleide van monsigneur) komt twee keer voor. De term signore komt 1 keer voor. Er zijn geen titels geregistreerd als Cavalieri, respectievelijk Cav. en Eques.

75

had, is het een indicatie van een hogere sociale positie.240 Het is eveneens een aanwijzing dat

maestro Antonio al geruime tijd voor 1590 in Rome woonachtig was, want het kostte tijd om naam en faam te verwerven.

De fiamengo Carlo Oldrago zal eveneens al een geruime periode in het huidige Italië actief zijn geweest, voordat hij zich vestigde in de Romeinse parochie Santo Stefano in Piscinula. In de parochiale archieven valt te lezen, dat Oldrago zich daar vestigde met zijn Florentijnse vrouw.241 Hij had, in 1597, een klein atelier dat mede werd gevormd door de

leerling Luigi uit Cambrai.242 De jaren voor 1597 heeft Oldrago waarschijnlijk samengewoond

met zijn Florentijnse vrouw en schoonouders.243 Het feit dat de schoonfamilie van Carlo

Oldrago uit Florence afkomstig was, geeft aan dat hij het sociaal kapitaal bezat, dat nodig was om te kunnen trouwen met een anderstalige vrouw. Men diende voor het opbouwen van dit sociaal kapitaal al een tijdje in Italië te zijn gevestigd.

Veel schilders vestigden zich niet hun gehele leven in Rome. In de paragraaf 9.8

Verblijfsduur in Rome zal naar voren komen, dat schilders qua verblijfsduur in drie groepen

kunnen worden opgedeeld. Een goed voorbeeld van de middellange-verblijfsduur, gedurende de periode 1590 tot en met 1599, was de uit Antwerpen afkomstige Rinaldo.244 De Belg

Rinaldo, zoals hij in de Stati delle Anime werd aangeduid, was vanaf 1595 in Rome woonachtig en was in 1599 alweer uit de kerkelijke registers verdwenen.245 Naast de

Antwerpse Rinaldo was er nog één schilder afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden genaamd Gherardo.246

Concluderend, er waren 13 parochies met documentatie die de jaren ‘90 van de 16e

eeuw omvatten, maar het aantal schilders waar conclusies uit kunnen worden getrokken, is erg beperkt. Ondanks deze schaarste aan gegevens, valt op te maken dat de migratie van schilders uit de Zuidelijke Nederlanden eerder dan het jaar 1590 aanvangt. Uit de gegevens komt naar voren dat er een Zuid-Nederlandse werkplaats was waar een meester met een leerling actief waren. Of gedurende deze periode of al eerder het fundament is gelegd van werkplaatsen waar verscheidene Zuid-Nederlandse schilders in de leer konden gaan is

240 Vodret Adamo: 2011, p. 126-127.

241 Stati delle Anime: S. Stefano in Piscinula, 1597, CARLO OLDRAGO [karel OLDRAGO], pittore fiammingo, genero, anni 30;

242 Stati delle Anime: S. Stefano in Piscinula, 1597, LUIGIO DA CAMBRAI, fiammingo, garzone, anni 20.

243 Achter Carlo Oldrago zijn naam staat genero (schoonzoon). In de Stati delle Anime is de naam van Fabio Landi fiorentino en zijn vrouw en dochter doorgestreept. Dit kan er op duiden dat Oldrago eerst met zijn schoonfamilie samenwoonde, maar dat die zijn vertrokken of overleden.

244 Stati delle Anime: S. Cecilia in Monte Giordano; 1595, RINALDO, d'Anversa, pittore, anni 45. - see 1599.

245 Stati delle Anime: S. Cecilia in Monte Giordano; 1599, RINALDO, belgio. - see rinaldo 1595. 246 Stati delle Anime: S. Cecilia in Monte Giordano; 1598-1599, GHERARDO, fiammingo pittore. partito.

76

onbekend. De Zuid-Nederlandse werkplaatsen kwamen in de periode 1600 tot en met 1630 veelvuldig voor en zullen in de volgende paragrafen worden geanalyseerd.

8.2 Zuid-Nederlandse werkplaatsen tussen 1600 en 1610

In de volgende twee paragrafen bespreek ik de ontwikkeling van de grotere werkplaatsen van fiamminghi in Rome. De periode is in twee decennia opgedeeld. Allereerst bespreek ik de periode van 1600 tot en met 1609. Met behulp van afbeeldingen gemaakt in Gephi analyseer ik de hoeveelheid aangegane onderlinge relaties. Dit met het doel om te zien welke schilder een grote speler op de Romeinse schildersmarkt was en wie hoog op de sociale ladder stond. De clustervorming die nog niet was opgetreden gedurende de jaren 1590 tot en met 1599, is duidelijk waarneembaar in de daaropvolgende periode (zie Afbeelding 26). Er is een grote onderlinge samenhang te constateren, die wordt gevormd door verscheidene

werkplaatsen. De twee grootste werkplaatsen staan onder leiding van Jacob de Hase (226) en Willem van Nieulandt I (231). Beide schilders zijn een belangrijke spil in deze

netwerkanalyse.

Zo verbindt De Hase vijf subgroepen.247 Elke subgroep kan opgevat worden als een

kleine werkplaats. Bovendien worden enkele kleine subgroep indirect aan het cluster van De Hase verbonden. Een voorbeeld hiervan is de schilder Giovanni VanPotelo (116). Hij ging in 1601 samen met Giacomo Francart II (93) bij Giacomo Francart I (96) in de leer. Hierdoor ontstaat er een grote hoeveelheid verbindingen die in deze paragraaf zoveel mogelijk op chronologische wijze worden behandeld.

Bij het lezen van de volgende zin: ‘Bartolomeo de Santfoort, d'Anversa, herede di

maestro ANTONIO, pitore, d'anni 35’ leren we dat Anthonie Santfoort was overleden en

Bartolomeo de Santfoort (91) uit Antwerpen de taken in de werkplaats overnam.248 Hij was

waarschijnlijk de zoon van de overleden leermeester Anthonie. Bartolomeo had vier schilders onder zijn hoedde, waaronder Jacob de Hase (226).249 De overige drie schilders waren

Bernardo Vanzumero (97), Rinaldo Mittens (94) en Valerio Aps (95).250 Opvallend is dat De

Santfoort en de laatste drie genoemde schilders niet meer zijn te traceren na dat ene jaar.

247 Groep 1: 91, 94, 95, 97, 345. Groep 2: 101, 112, 111, 4036. Groep 3: 57, 99, 100, 105, 107, 4063. Groep 4: 90, 92, 93, 96, 103, 106, 4015. Groep 5: 116, 117, 4060.

248 Stati delle Anime: S. Maria del Popolo; 1601, maestro BARTOLOMEO DE SANTFOORT [bartholomeus VAN SANTVOORT], d'Anversa, pittore, d'anni 35; RKDartists&, 2014, website. Anthonie Santvoort.

249 Stati delle Anime: S. Maria del Popolo; 1601, JACOMO DE ASE [jacob DE HASE], fiandrese pitore, d'anni 26. - see SMP: 1601-1607, SAdF: 1613-1625.

250 Stati delle Anime: S. Maria del Popolo; 1601, BERNARDO VANZUMERO [bernard SOMER], fiandrese; Stati delle Anime: S. Maria del Popolo; 1601, RINALDO MITTENS [aert MIJTENS], di Bruseles, pitore, d'anni 44; VALERIO APS [wouter or valerius ABTS], fiandrese pitore, d'anni 23.

77

Afbeelding 26. Overzicht van de nodes die de database bevat tussen 1600 en 1610.Wit: verhuurder. Lichtgrijs: