• No results found

Afbeelding 10. Een detailopname van de Timeglider applicatie met de pop-up van Tyman Cracht Afbeelding 11 Een detailopname van de Timeglider applicatie met de pop-up van Stefano de Cortes.

4.6 Lacunes van de Stati delle Anime

Het hoogtepunt van het aantal gevonden schilders in het PAP-archief ligt tussen de periode 1600 en 1630. Ik leg daarop eveneens de focus van mijn onderzoek, al loopt mijn gebruikte dataset door tot en met 1660, teneinde een completer beeld van de Fiammingi als

83 Naar Bertolotti en hadrianus.it is verwezen, omdat ik aan het begin van mijn onderzoek het idee had dat ik die twee bronnen zou gaan gebruiken voor mijn onderzoek, maar de genoemde bronnen zijn niet gehanteerd.

32

immigrantennetwerk te kunnen schetsen. Dit was noodzakelijk omdat tijdens het onderzoek de werkhypothese is opgesteld, dat het verloop van de 80-jarige oorlog invloed heeft gehad op de migratiebewegingen.

Door de focus op de Stati delle Anime valt één van de drie grootste parochies, de San Lorenzo in Damaso, buiten beschouwing aangezien de primaire bronnen voor de onderzochte periode ontbreken. De geloofsgemeente was één van de grootste parochies van Rome. Samen met de San Lorenzo in Lucina en de Santa Maria del Popolo omvatten zij 44% van het totaal aantal Romeinse inwoners.84 Doordat de San Lorenzo in Damaso kwantitatief de grootste

groep armen huisvestte, mag worden verwacht dat potentieel ook nog enkele Noord- en Zuid- Nederlandse schilders resideerden in deze parochie.85 Ondanks deze lacune blijven er nog

vele parochies over met een kleiner aantal parochianen die onderzocht zijn.86

Vanaf het opstellen van de eerste volkstelling, de Descriptio Urbis, in 1527 tot en met de persoonsregistratie van de Santa Maria del Popolo in 1660 kent elke parochie zijn eigen problematiek voor wat betreft het wetenschappelijk onderzoek van de primaire bronnen. De problemen worden hier kort uiteen gezet en geanalyseerd.

Het eerste probleem betreft het feit dat de Stati delle Anime niet altijd volledig zijn. Enkele Stati delle Anime bevatten geen jaartallen, zodat zij minder bruikbaar zijn om veranderingen in de tijd vast te stellen.87 Ten tweede heeft de priester in vele gevallen zijn

eigen zwaartepunt in de persoonsregistratie aangebracht en ontbreken veelvuldig de variabelen die genoteerd dienden te worden, zoals het beroep, leeftijd, gasten etc.88

Ten derde zijn verscheidene Stati delle Anime moeilijk leesbaar. Priesters met

verschillende handschriften, nationaliteiten en met een wisselende Italiaanse taalvaardigheid hebben aan de Stati delle Anime gewerkt, waardoor ze niet uniform zijn.89 Naar gelang de

nationaliteit van de priester werden persoonsnamen veranderd naar het Frans, Spaans of Latijn en veritalianiseerde men de Nederlandse namen naar eigen inzicht en taalgevoel.90

Het veritalianiseren van namen voor identificatieproblemen.

Ten vierde heeft niet elke persoon een tweede naam, patronymicum of achternaam. De persoonsnamen worden inconsequent toegepast en daardoor zijn er veel schilders in de documentatie met alleen een generieke voornaam zoals Andrea, Giovanni en Giacomo. Het bemoeilijkt het onderzoek om onderscheid te maken tussen eenzelfde of verschillende

84 Hoogewerff: 1942, p. X, 3-4, 79; Schulte-van Kessel: 1997, p. 242.

85 Vodret Adamo: 2011, p. 125-126, 175. In de kerkgemeente San Lorenzo in Damaso woonden veel van de 38 Spaanse schilders. 86 Schiavoni: 1997, p. 30. 87 Vodret Adamo: 2011, p. 109. 88 Lee: 1985, p. 21. 89 Vodret Adamo: 2011, p. 109. 90 Vodret Adamo: 2011, p. 109. 33

schilders, te meer wanneer er verscheidene naamgenoten tegelijkertijd in de stad verbleven. Ten vijfde zijn schilders jaarlijks inconsequent genoteerd en spellingswijze van namen verandert door de jaren heen. Soms is een schilder een jaar niet geregistreerd en duikt de schilder enkele jaren later in de Romeinse archieven weer op. Een complicerende factor is, dat via steekproeven in andere bronnen duidelijk is geworden, dat mensen die wel in Rome woonachtig waren toch niet in de parochies voorkomen.91 Zij kunnen bij prelaten of

edellieden in huis hebben ingewoond, of zijn zij in de archieven onder de namen van de patroon genoteerd. Om kort te gaan, de parochies hebben lang niet altijd de volkstellingen op een consequente manier uitgevoerd, waardoor de primaire bron niet allesomvattend is. Om met de bovenstaande problematiek de database te ontsluiten, is er gekeken naar de opgenomen variabelen zoals een gelijkend adres, co-abitanti en verhuurders van

woonruimte. Wanneer deze aanvullende gegevens in twee afzonderlijke jaartallen gelijkend of sterk gelijkend zijn dan wordt de betreffende schilder als dezelfde schilder geïdentificeerd. De identificatie vindt, naast het gebruik van aanvullende gegevens, plaats op basis van persoonsnaam, waarbij de biografische gegevens en naam van de schilder sterk

overeenkomstig dienen te zijn met de eerder aangehaalde databases van ECARTICO, RKD en de publicatie Ghiongrat.

Een laatste limiterende factor is het feit dat ik maar één bron gebruik heb. De

battesimi, matrimoni en de morti zijn niet gescand en niet gebruikt. Deze bronnen zullen nog veel kunnen toevoegen aan mijn onderzoek en vele relaties blootleggen. Deze relaties zijn van significant belang bij het interpreteren van mijn gestelde onderzoeksvraag.

Resumerend, is het gebruik van alleen de Stati delle Anime een tekortkoming aan mijn onderzoek, hebben de volkstellingen flinke lacunes, werd de informatie inconsequent opgeschreven en zijn er vele identificatieproblemen omtrent schilders, waardoor niet meer dan een voornaam van de schilder rest. Ondanks de tekortkomingen kunnen de verzamelde data wel degelijk als indicator gebruikt worden voor de veranderingen die in dit onderzoek bestudeert.

4.7 Definitieproblematiek aangaande pittori (schilders) en garzoni