• No results found

Contactpersonen, Romeinse huisbezit en verhuur

Afbeelding 21. Overzicht van alle geregistreerde schilders en verhuurders in Gephi De lichtgrijze kleur staat voor de parochie Santa Maria del Popolo (58,09%), de grijze kleur staat voor Sant’Andrea delle Fratte (20,23%) en

7.4 Contactpersonen, Romeinse huisbezit en verhuur

In deze paragraaf wordt gekeken of de Noord- en Zuid-Nederlandse schilders al wisten waar en bij wie zij in Rome gingen wonen of in de leer gingen. Een schilder kon voortbouwen op het netwerk van een leermeester. Dit kon zich verscheidene generaties achter elkaar

opvolgen. Een voorbeeld hiervan is de Antwerpse schilder Abraham Janssens die in 1601 in Rome woonde en werkte bij de leermeester Willem van Nieulandt I.222 Dit is waarschijnlijk

gebeurd op voorspraak van Janssens’ Antwerpse leermeester Jan Snellinck I, die ook zijn zoon Jan Snellinck II, één jaar later, naar Rome stuurde.223

Na zijn tijd leertijd in Rome, keerde Janssens terug naar Antwerpen. Aldaar werd Giovanni del Campo een leerling van Janssens, aldus de schilder en biograaf Joachim von Sandrart.224 Giovanni del Campo zou zelf, 20 jaar later, in Rome van 1621 tot 1637 een

23-29. De Listae Status Animarum Almae Urbis Romae (de demografische verzamelstaat van de bevolking binnen Romeinse parochies) is nageslagen op het feit of er bepaalde beroepsgroepen waren, die veelal samen leefden met de schilders, maar hier valt geen uitsluitsel over te geven. Ook heb ik niet kunnen achterhalen of de kunsthandelaren in dezelfde buurten als de schilders woonden.

221 Rasterhoff: 2012, p. 22.

222 Stati delle Anime: S. Maria del Popolo; 1601, ABRAAM JASEGNA [abraham JANSSENS], fiamengo, anni 27; RKDartist&: 2014, website. Abraham Janssens.

223Stati delle Anime: S. Maria del Popolo; 1602-1603, GIOVANNI Dl GIOVANNI SENELINC [JAN SNELLINCK], fiandrese pitore, d'anni 22; RKDartist&: 2014, website. Jan Snellinck I; RKDartist&: 2014, website. Jan Snellinck II. Jan Snellinck II ging niet zoals Abraham Janssens in de leer bij Willem van Nieulandt I, maar bij Jacob de Hase.

224 Sandrart: 2014, website, p. 539. Teutsche Academie der Bau-, Bild- und Mahlerey-Künste,

Nuremberg 1675–1680, Scholarly annotated online edition, ed. by T. Kirchner, A. Nova, C. Blüm, A. Schreurs and T. Wübbena, 2008–2012.

66

werkplaats leiden.225 Het voorbeeld laat de vervlechting van de Romereizigers zien en hoe zij

voortbouwen op de ervaringen en het oude netwerk van de leermeester. Bovendien, geeft het weer dat er een informatiestroom was van Rome naar de Lage Landen en visa versa. Alvorens ik de leermeester als contactpersoon bespreek (zie paragraaf 8.8 Zuid-Nederlandse

werkplaatsen (1600 tot en met 1609), ga ik in deze paragraaf in op het feit of de Romeinse

verhuurders eenzelfde functie vervulden.

In Gephi zijn 65 verhuurders ingevoerd die woonruimten verhuurden aan pittori

fiamminghi zoals naar voren kwam uit de Stati delle Anime. Deze variabel is ingevoerd om te

kunnen analyseren of er woningen waren die overgingen van schilder op schilder, maar waar de verhuurder dezelfde bleef. Tijdens het opzetten van mijn onderzoek had ik de indruk dat dit het geval was.

Uit Gephi komt naar voren dat Antonio Puzzi de enige verhuurder was die vijf onafgebroken jaren onderdak bood aan Noord- en Zuid-Nederlandse schilders. In totaal woonden er bij Puzzi negen verschillende schilders gedurende de periode 1620 tot en met 1624.226 Een tweede verhuurder was de Franse herbergiersster Madonna Madalena Galanti,

francese patrona. Zij verhuurde vanaf 1607 tot 1619 kamers in de Via della Croce gelegen in

de parochie van de San Lorenzo in Lucina.227 Onder de betalende gasten bevond zich één

fiammengo die schilderde.228 Een derde verhuurder was Giovanni Battista Cona die woonde

in de Via Margutta en in een steegje bij de Via del Babuino. Hij komt als verhuurder enkele kerennvoor tussen 1620 en 1626 en wellicht in 1652 en 1653. Gedurende die periodes verhuurde Cona een deel van zijn huis aan totaal zes pittori fiamminghi.229

Na deze analyse zijn er geen verhuurders gevonden die systematisch kamers of huizen verhuurden aan fiamminghi. Antonio Puzzi zou als contactpersoon kunnen fungeren, maar voor een vrij korte periode. Madonna Maddalena Galanti was geen contactpersoon voor de fiamminghi, want zij ontving velerlei gasten en maar een zeer geringe hoeveelheid

schilderende fiamminghi. Voor Giovanni Battista Cona zijn er te weinig schilders gedurende een te grote tijdspanne gevonden om van een contactpersoon te kunnen spreken. Het feit dat er geen regelmaat te ontdekken is in de verhuur van kamers en het feit dat de fiamminghi bij een verscheidenheid aan Romeinen inwoonden, de overige 62 verhuurders, duidt erop dat een significante groep schilders hun huisvesting pas regelden wanneer zij eenmaal in Rome

225 Stati delle Anime: S. Andrea delle Fratte; 1622, GIOVANNI DEL CAMPO [giovanni FILIPPI DEL CAMPO]. - see SMP: 1623-1637.

226 Stati delle Anime: S. Andrea delle Fratte; 1620-1624, antonio PUZZI. De plaatsaanduiding die in is opgenomen in de Stati delle Anime is casa di Antonio Puzzi. Er wordt geen straatnaam genoemd. 227 Stati delle Anime: S. Lorenzo in Lucina; 1615-1616, 1619, Madonna madalena GALANTI, francesa patrona, [camera locante].

228 Stati delle Anime: S. Lorenzo in Lucina; 1619, gasparo, pitor fiamengo.

229 Stati delle Anime: Santa Maria del Popolo; 1622-1624, 1625. Casa del Cona; Stati delle Anime: Santa Maria del Popolo: 1652-1653, giovanni DEL CONA.

67

waren gearriveerd. Resumerend, er zijn geen Romeinen geregistreerd die voor langere tijd onderdak boden aan fiamminghi. De grote verscheidenheid aan Romeinse verhuurders duidt erop dat er een relatief grote groep schilders was die op de bonnefooi naar Rome vertrok, maar zich wel sterk geconcentreerd vestigden, binnen één van de drie grote parochies. Een tweede groep zal wellicht naar Rome zijn gekomen, nadat ze contact hebben gehad met hun toekomstig leermeester of een oude medeleerling. Dit onderwerp komt in het tweede deel van mijn onderzoek naar voren over de Noord- en Zuid-Nederlandse werkplaatsen (zie

Paragraaf 8.6 tot en met 8.12). 7.5 Leeftijd

Er zijn maar enkele Stati delle Anime die informatie bevatten omtrent de leeftijden. De Santa Maria del Popolo bevat de meeste informatie. De periodes 1601 tot en met 1607, het jaar 1611, de periode 1635 tot en met 1645 en van 1649 tot en met 1660 bevat informatie over de

leeftijden. De Santa Maria in Vallicella noteerde de leeftijden gedurende de periode 1610 tot en met 1613. De Santa Spirito in Sassia deed dat alleen voor het jaar 1597, de San Celso in Monte Giordano bevat de leeftijden van de parochianen voor het jaar 1595 en de San Nicola in Arcione voor het jaar 1625. Er zijn hierdoor vele nulwaarden in de database die af zijn te lezen in Grafiek 7.

Grafiek 6. Een weergave van de gemiddelde leeftijden van de schilders die zijn geregistreerd in de Stati delle Anime.

De leeftijden zijn geanalyseerd om de vraag te beantwoorden met welk doel schilders naar Rome kwamen. De leeftijd, indien deze te relateren valt aan het Romeinse leertraject van schilders, zal inzichten verschaffen waarom de fiamminghi zo snel na de reis naar Rome de stad weer verlieten, zoals wordt betoogd in paragraaf 8.14 Verblijfsduur in Rome. Bij voldoende beschikbare gegevens over de leeftijd van de fiamminghi kan de volgende hypothese worden getoetst: wanneer de gemiddelde leeftijd van schilders blijft toenemen, dan bleven schilders langer in Rome en waren zij succesvoller op de Romeinse markt. In Grafiek 6 zijn op de x-as de jaartallen weergegeven en op de y-as de leeftijden. De

0 10 20 30 40 50 60 70 1590 1600 1610 1620 1630 1640 1650 1660 Leef ti jd Jaar gemiddelde leeftijd 68

leeftijden die uit de verscheidene Stati delle Anime zijn ingevoerd in de grafiek zijn

gemiddelden. Wat opvalt, is dat de schilders jong waren, zo tussen de 25 en 35, alhoewel de gemiddelde leeftijd 36,7 jaar bedraagt. Er zijn twee leeftijdsgroepen te onderscheiden. De oudere schilders van boven de dertig, die een werkplaats onder hun hoede hadden en de jongere schilders die in het atelier van de ervaren schilder kwamen werken.

Gedurende de periode 1601 tot en met 1607 en van 1611 tot en met 1613 waren er tussen de vier en tien schilders met leeftijd genoteerd. Voor de jaren 1637 tot 1645 is er één schilder met leeftijd genoteerd. In Grafiek 6 is het gebrek aan gegevens gedurende periode 1637 tot en met 1645 duidelijk zichtbaar, doordat de leeftijd lineair toeneemt. De jaren ’50 bevat één grote piek, doordat er in het jaar 1658 maar één schilder is geregistreerd. De pieken zijn veelal te verklaren door een schaarste aan informatie. Resumerend, de stelregel is hoe groter het aantal leeftijden dat is ingevoerd, hoe lager de daadwerkelijke leeftijd. Het is voor mij de reden om de grafiek te normaliseren en de jaartallen met minder dan twee bekende leeftijden er uit te filteren.

Grafiek 7. Een genormaliseerd overzicht van de gemiddelde leeftijden van de schilders die zijn geregistreerd in de Stati delle Anime.

Door de genormaliseerde data is de gemiddelde leeftijd afgenomen van 36,7 naar 29,5. In de genormaliseerde grafiek (Grafiek 7) valt nogmaals de schaarste van de gegevens op. Er is een grote lacune tussen 1613 en eind jaren ’40, die door het jaar 1625 en 1635 onderbroken wordt. De laatste piek, die van het jaar 1658, valt eveneens te verklaren, doordat er niet meer dan drie personen met leeftijd zijn ingevoerd. De leeftijden vallen daardoor dus hoger uit.230

De werkelijke gemiddelde leeftijd van de schilders die in Rome woonachtig waren, zal nog een flink aantal jaren lager hebben gelegen dan de gemiddelde leeftijd van 29,5 jaar. Een reden hiervoor is, dat met de gegevens waarmee de gemiddelde leeftijd is berekend, er

230 Google Drive, website, 2014. Spreadsheets.

05 1015 2025 3035 4045 1590 1600 1610 1620 1630 1640 1650 1660 Leef ti jd Jaar gemiddelde leeftijd 69

dubbeltellingen van leeftijden zijn.231 Zij verhogen de gemiddelde leeftijd, omdat de schilders

die langer blijven ouder zijn.

Een tweede reden waarom de leeftijd lager dient uit te vallen is, omdat de leerjongens, oftewel garzoni, een sociaal lage positie bekleedden.232 Mijn indruk is dat door de

hiërarchische positionering van de leerjongens in een Romeinse werkplaats, de priesters niet de meeste informatie over deze personen hebben genoteerd. Indien de leeftijden van

leerjongens waren opgenomen, zou de leeftijd flink naar beneden bijgesteld dienen te worden, omdat schilders op hun 12e aan het leertraject tot schilder begonnen en dat traject

eindigde op hun 25 of 26ste levensjaar. Het leertraject werd afgesloten wanneer de garzone de

titel mastro toebedeeld kreeg.233

De titel mastro komt in de Stati delle Anime maar heel zelden voor, namelijk zeven keer.234 De oorzaak van de weinige persoonstitels dient gevonden te worden in het feit dat de

leerjongen Rome al had verlaten, voordat de leerjongen het curriculum had voltooid. Het ontbreken van deze titels is een derde indicatie dat men jong naar Rome reisde en snel uit Rome vertrok. De meeste schilders die naar Rome kwamen, waren dus waarschijnlijk begin twintig. Ze waren nog niet volleerd schilder, maar naderden de laatste fase van het traject van leerjongen gezien de gemiddelde leeftijd van 29,5 jaar.

Concluderend, de gemiddelde gemeten leeftijd van de schilders was 29,5, maar de werkelijke leeftijd zal enkele jaren lager hebben gelegen. De genormaliseerde data scheppen een beeld dat vooral jongvolwassen schilders naar Rome reisden, die de laatste fase van het curriculum als leerjongen naderden. Door het tekort aan informatie is er niet gekeken naar het verschil in leeftijden tussen schilders afkomstig uit Noord- en Zuid-Nederland. Tevens, heb ik niet kunnen testen of de gemiddelde leeftijd fluctueerde gedurende de gemeten

periodes en of de leeftijd van schilders toenam, doordat schilders beter waren geïntegreerd in de Romeinse samenleving.

231 In de database zijn, indien er een leeftijd in de Stati delle Anime voor een specifieke schilders is opgenomen, deze doorberekend voor de jaren dat er geen leeftijd was opgeschreven.

232 Vodret Adamo: 2011, p. 133.

233 Vodret Adamo: 2011, p. 126-127, 133. Aantallen persoonstitels worden niet besproken in deze publicatie. Er worden alleen enkele exceptionele voorbeelden besproken.

234 Google Drive, website, 2014. Spreadsheets; Groupings. Naast de titel Mastro en aanverwante spellingsvormen, zijn er 9 in totaal negen andere persoonstitels geregistreerd.

70

7.6 Afkomst