• No results found

Hoe werd Rome door de fiamminghi ervaren?

Afbeelding 10. Een detailopname van de Timeglider applicatie met de pop-up van Tyman Cracht Afbeelding 11 Een detailopname van de Timeglider applicatie met de pop-up van Stefano de Cortes.

5.4 Hoe werd Rome door de fiamminghi ervaren?

Michel Eyquem de Montaigne was een beroemde Franse filosoof en schrijver die samen met zijn secretaris in 1581 naar Rome ging.149 Trekkende door de Romeinse ommelanden

noteerde hij dat ze er arm zijn en het platteland ongecultiveerd is. Alvorens hij de stad betreedt, schrijft hij over de vele reizigers die naar Rome gaan. Herbergiers ontvangen de reizigers ver buiten de stadspoorten vechtend om de klanten.150 Eenmaal via de stadspoorten

binnengekomen, valt hem het kosmopolitische karakter op en de vele ruïnes die Rome rijk is. Hij schrijft verder: “Rome is een stad waar de culturele verschillen door afkomst niet

opvallen, doordat de stad wordt bewoond door de vele immigranten”.151

François Vinchant, was een 27-jarige priester uit het Belgische Henegouwen die eveneens enkele kronieken schreef. In zijn reisverslag schrijft hoe hij in 1609 de Tiber oversteekt en via de Via Flaminia en de noordelijk gelegen Porta del Popolo de stad Rome binnenwandelt.152 Het zal hoogstwaarschijnlijk dezelfde route zijn die De Montaigne af heeft

gelegd.

De stadspoort, de Porta del Popolo, fungeerde al eeuwen als de Romeinse

145 Sonnino: 1997, p. 56.

146 Sonnino: 1997, p. 59, 61-63. De zusters deden het seksratio flink veranderen. Voor uitgebreidere verslag aangaande de sekseongelijkheid verwijs ik naar paragraaf 4.1 Eugenio Sonnino – Romeinse geschiedschrijving.

147 Cavazzini: 2008, p. 44.

148 Vodret Adamo: 2011, p. 143-144. Gedurende de periode 1600-1630 zijn er 604 artisti stranieri, buitenlandse ambachtslieden, gevonden. Tijdens de periode 1613-1617 had Rome een gemiddeld aantal inwoners van 117.086. Ik heb gekozen om met deze periode te rekenen, omdat het aantal kwantitatief het grootste aantal is tussen 1600 en 1630. Daardoor wordt mijn argument niet onderstreept door met een lager aantal inwoners te rekenen. Tevens valt deze periode binnen de periode waar Vodret Adamo haar gegevens op heeft gebaseerd. Een kanttekening dient gemaakt te worden. De uitkomst is een indicatie, want hoe veel artisti er vande 604 daadwerkelijk gedurende de periode 1613-1617 in Rome waren is niet gepubliceerd in Vodret Adamo haar publicatie. De volgende rekensom is gemaakt: gemiddeld aantal inwoners 1613-1617 / 100 = is één procent van de Romeinse bevolking. 117.086 / 100 = 1170.86. Aantal artisti stranieri / één procent van de Romeinse bevolking = percentage buitenlandse ambachtslieden. 604 / 1170.86 = 0.515%.

149 Vautier: 2007, 233. 150 Vautier: 2007, 149.

151 Graham-Dixon: 2010, p. 65-66. Michel Eyquem de Montaigne (* 28 februari 1533 – † 13 september 1592) was in Rome in het jaar 1581.

152 Vinchant: 1897, p. 90.

43

toegangspoort.153 De poortwachters en de burgers in de stad waren er op hun hoede, want het

kon er gevaarlijk zijn. Er waren strenge controles en meegebrachte bagage werd

gecontroleerd op boeken geschreven door ketters.154 De poortwachters leidden de reiziger in

de richting van de juiste herberg. Aldaar noteerde hij zijn nationaliteit, religie, leeftijd en sociale status.155 Eenmaal in de stad aangekomen, schrijft Vinchant eveneens over het

kosmopolitische karakter van de stad wat hij tot uiting ziet komen in de talloze courtisanes die hun diensten aanbieden.156 Hij waarschuwt de lezer van zijn kronieken voor de

aanlokkelijkheid van de courtisanes.157

Er waren meerdere gevaren waar Vinchant voor had kunnen waarschuwen. Men moest te allen tijde op de hoede zijn voor bandieten.158 Om zichzelf te beschermen tegen de

10.000 bedelaars en 6.000 mensen die regelmatig in de cel zaten, mochten de Romeinse burgers een wapen dragen wanneer ze een Pauselijke vergunning hadden.159 Veel veiliger

maakte dit de stad niet, want gevechten tussen jeugdige bendes in de straten van Rome waren er veelvuldig. De in zwarte gehulde sbirri, het Romeinse equivalent van de politie, hadden moeite om de gevechten in de herberg, tussen de prostituees en klanten, de Joden en de zigeuners in bedwang te houden.160 Een bijkomende problematiserende factor waren de

hongersnoden. Ten tijde van voedseltekorten braken er vaak rellen uit.161

Eigentijdse en aandikte bronnen verhalen over de Romeinen die op de straten van Rome zwerven met het doel om de courtisanes te aanschouwen, voor ze te buigen en te groeten. De Montaigne beschrijft deze gebeurtenis uitvoerig en geeft het volgende

commentaar: “I wonder at how much more they appeared to be than they really were… .”162

De cortigiane werden op pauselijk bevel gedoogd in een aangewezen zone bij de Tiber, mits ze ’s nachts niet naar buiten gingen.163 In de gebieden waar de prostituees werkzaam waren,

vierde criminaliteit hoogtij en de politie was in constante oorlogvoering in deze buurten.164

Tijdens het dwalen door de straten zag men het groeiende aantal armen en bedelaars die op de pleinen vertoefden.165 Op de Piazze waren zo veel bedelaars dat ze in verschillende

153 Partridge: 1996, p. 24.

154 Graham-Dixon: 2010, p. 66; Vautier: 2007, p. 71. Zowel Maximilien Misson (*circa 1650 – † 12 januari 1722)en Michel Eyquem de Montaigne werden genoodzaakt om hun bagage te openen. 155 Schatborn: 2001, p. 20.

156 Wind: 1835, p. 417-418; Vinchant: 1897, p. 2, 91; Vautier: 2007, p. 237. Wind vermeld dat Vinchant geboren is in het jaar 1580. Vautier en Hachez vermelden dat hij in 1582 geboren is. Vinchant is geboren in Mons (Bergen) dat tegenwoordig in de provincie Hainaut (Henegouwen) in Wallonië ligt. 157 Vinchant: 1897, p. 2, 91; Delumeau: 1975, p. 406.

158 Delumeau: 1975, p. 149; Langdon: 1999, p. 39. 159 Vinchant: 1897, p. 92.

160 Hoogstraten: 1969, p. 39; Langdon: 1999, p. 45-46, 136; Graham-Dixon: 2010, p. 70. 161 Nussdorfer: 1997, p. 148. 162 Langdon: 1999, p. 140; Graham-Dixon: 2010, p. 74. 163 Graham-Dixon: 2010, p. 74; Langdon: 1999, p. 143. 164 Langdon: 1999, p. 143-144. 165 Langdon: 1999, p. 45-46, 140. 44

groepen ingedeeld konden worden. Een 15-jarige jongen die op het Piazza Navona was

opgepakt, kon wel 19 verschillende groepen bedelaars opnoemen met elk hun eigen gebied en technieken. Zo waren er de Grancetti, zij sneden beurzen open, de Sbasti die ziek op de grond liggen en om aalmoezen vragen en de Brisci zij hangen naakt of halfnaakt op de pleinen.166

Op de Piazze werd ook vee verhandeld.167 Vinchant, zou hier, net als de latere reiziger

Maximilien Misson, ook de vele knechten zien die samen drommen om hun diensten als gids aan te bieden, waarvan de één betrouwbaarder is dan de andere. Misson geeft de raad om een Romein als gids te nemen.168 Het duidt erop dat het plein waarschijnlijk bevolkt werd met

door buitenlandse knechten. Het internationale karakter van de Romeinse pleinen is iets wat Vinchant op het Piazza Navona eveneens ondervond. Hij typeerde het Piazza Navona als een

promenade voor de buitenlanders.169

Ook Vinchant beschrijft de bedrieglijkheid van de inwoners van Rome.170 Hij noemt

de mensen op het Piazza Navona zelfs charlatans die komedies opvoeren. De Romeinen spelen in tragedies en bieden allerlei huismiddelen aan. Ze hebben een bel in de hand om mensen te lokken en geld in het laatje te krijgen.171 Het zal een levendig spektakel zijn

geweest op de Romeinse pleinen.172 Tevens waren er vele winkeltjes in Rome. Een schatting

wordt gemaakt van 5.635 winkels en werkplaatsen, waarvan er 1.785 zich bezig hielden met bouwwerkzaamheden.173

De Leidse hoogleraar Justus Lipsius, die tussen 1568 en 1570 in Rome verbleef, had gelijk: “Italië was een poel van verderf voor jonge borsten ontvankelijk voor vrouwelijk

schoon.”174 Van Mander, die eveneens in Rome is geweest, zegt over Rome dat het bij uitstek

de plaats is waar verkwisters en verloren zonen hun goed naar toe brengen.175 Deze adviezen

dienden niet in de wind geslagen te worden, aangezien rondom de buurt waar de pittori

fiamminghi bivakkeerden, de pugnello, oftewel de dolk, en de vuist veelvuldig werden

gebruikt.176

In het volgende hoofdstuk wordt besproken hoe het immigrantennetwerk van Noord- en Zuid-Nederlandse schilders fungeerde. Waar ging men naar toe als men als schilder net de stadspoort was gepasseerd? Bij welke schilders gingen de Noord- en Zuid-Nederlandse

166 Delumeau: 1957, p. 405-406. 167 Langdon: 1999, p. 38.

168 Vautier: 2007, p 154. Maximilien Misson (circa 1650 – 12 januari 1722) reisde door Italië in 1687- 1688 en publiceerde zijn boek Nouveau voyage d'ltalie in 1691.

169 Vinchant: 1897, p. 104-105. 170 Vinchant: 1897, p. 104. 171 Vinchant: 1897, p. 104-105, 108. 172 Langdon: 1999, p. 134. 173 Caravale: 1978, p. 381. 174 Frank-Van Westrienen: 1983, 42, 56. 175 Miedema: 1994, vol. I, 6v. 176 Graham-Dixon: 2010, p. 74. 45

schilders in de leer? Hoe ontwikkelde het netwerk van schilders zich? Hoe oud was men? Hoe lang bleef men in Rome? Tevens wordt er biografische informatie van schilders geanalyseerd.

6 Gephi 0.8.2beta als hulpmiddel bij de analyse van het PAP-