• No results found

Havelte mechaniseert de productie van baby edammers

Men kan de ontwikkeling op het gebied van de techniek van de kaasbereiding nauwelijks meer bij-houden. Het ene bericht is nog niet verschenen of er komt al weer een uitnodiging om kennis te maken met iets anders. Wanneer wij daar-van in onze kolommen de beschrij-vingen geven dan moet men daarin niets anders zien dan een poging om een zo volledig mogelijke be-richtgeving te verzekeren op dit buitengewoon belangrijke gebied.

Alles is toch in beweging en nie-mand kan zeggen wat tenslotte de beste wijze van gemechaniseerde kaasbereiding zal blijken te zijn.

Wij hebben geen enkele voorkeur, noch voor het ene noch voor het andere systeem en kunnen er alleen maar onze waardering voor uitspreken dat technici en constructeurs zoveel tijd en moeite besteden aan de ontwikkeling van de apparatuur. Intussen mag worden geconstateerd, dat - dank-zij deze constructies - de problemen van de mechanisatie van de kaasbereiding duidelijker wor-den onderkend en dat men met veel ingeniositeit tracht er technisch bruikbare oplossingen voor te vinden.

J.l. dinsdag konden wij te Havelte kennismaken met de nieuwste technische verbeteringen die voor deze tak van zuivelbereiding tot stand zijn gebracht door samenwerking tussen de technische dienst van de N.C.Z. en van de Drentse Zuivel-bond en de Arbeidseconomische Dienst van de Friese Zuivelbond, vertegenwoordigd door resp.

de heren J. v. d. Pol, P. Groenhof en J. Zantema.

De inventaris van de gemechaniseerde kaasafde-ling werd geheel geleverd door de N.V. Jongia te Rotterdam-Leeuwarden, die uit een gegeven grondprincipe verschillende apparaten heeft ont-wikkeld. Met name is hier ook een idee van de

machinist van Laude, de heer Geessink, verder uitgewerkt.

Havelte is een kleine fabriek met een melkaanvoer van ruim 7 miljoen kg en wordt als gespecia-liseerd bedrijf in bijzonder gebruikt voor de bereiding van baby-edammers ten behoeve van de N.C.Z. De fabriek maakte in 1926 een uiterst bescheiden begin met de kaasmakerij, toen de

di-rekteur werd gemachtigd een bedrag van ... f 700,- te besteden voor de aanschaffing van kaas-bakken en wat daarbij behoort. Twee jaar later werd de zaak wat groter opgezet maar pas in 1948 kreeg de kaasmakerij meer betekenis. Inmiddels was het wel duidelijk, dat toch niet op die schaal en met die middelen kon worden voortgegaan, vooral toen de taakverdeling binnen de N.C.Z.

zich begon af te tekenen. In 1959 begon het overleg met de verkoopvereniging en het volgend jaar schonk de algemene vergadering haar goedkeuring aan de inmiddels ontworpen plannen tot uitbreiding, mechanisering en specialisering.

De leidende gedachte was dat door mechanisering een belangrijke arbeidsbesparing moest worden verkregen zonder zuiveltechnische moeilijkheden achter zich aan te slepen. Zowel direkteur en be-stuur van de fabriek als de deskundigen van bon-den en verkoopvereniging zijn het er over eens dat dit doel goed is gelukt.

De melk wordt bewerkt in drie kaasbakken van resp. 1 x 5000 en 2 x 4200 liter die op een afge-sloten verdieping zijn opgesteld. De bakken zijn kipbaar gemaakt door middel van een hydroliek en zijn voorzien van ruime klepkranen. Gelijk-vloers daaronder is de draineerbak opgesteld met vatenreinigingsmachine en doekenwasmachine.

Het bedrijf werkt met plastic kaasvaten en volgers, maar met de gebruikelijke doeken.

De weiwrongel stroomt uit in de draineerbak en het is deze draineerbak, die in de eerste plaats de belangstelling vraagt. Hierin bevindt zich nl. boven de bodem een geperforeerde transportband, die de wrongellaag naar buiten voert zodra met

het ledigen van de bak wordt begonnen. Automa-tisch voert de transportband de wrongelmassa zo ver naar buiten als nodig is om de gewenste af-metingen van de wrangelbrokken te verkrijgen.

Op dat moment snijdt een dwarsmes de stukken af. Wanneer nu de band zich opnieuw in bewe-ging zet en buiten de draineerbak langs een rol teru ;loopt, komen de losgesneden wrongelbrok-ken door de buiging los te staan en kunnen dan met heel welnig moeite worden opgenomen en overgebracht in de kaasvaten. Een bak van dit type, eveneens gebouwd door Jongia, is reeds in gebruik te Wouw. N. Br.

De vaatjes en volgers voor baby-edammers wor-den bij de pekelbakken op een transportband ge-zet en zij lopen via een roestvrijstalen reinigings-machine naar de draineerbak. De vaatjes worden hier voorzien van een doek, waarop het rijksmerk wordt gelegd en onmiddellijk daarna wordt het wrongelstukje in het vaatje geplaatst. De gevulde vaatjes en de volgers lopen verder met de trans-portband, waarbij de gevulde kaasvaatjes onder

een vorm-apparaat komen te staan dat met de band meeloopt. De volgers blijven meelopen op de transportband. Na een bepaalde afstand te hebben afgelegd hebben de kaasjes de gewenste vorm aangenomen, het vormapparaat laat het vaatje los en daarna kan de kaasdoek worden opgetrok-ken en de slip erover geslagen. Het aldus gevormde kaasje vervolgt zijn weg en komt dan in het perslokaal, waar twee personen de vaatjes van de band afnemen, de volgers erop zetten en het geheel onder de pers plaatsen. Door twee personen kunnen ca 17 kaasjes per minuut verwerkt worden.

Daar de fabriek slechts over één draineerbak beschikt moet het personeel gedurende de tijd dat de bak wordt gevuld voor ander werk kunnen worden ingeschakeld.

Tussen de twee eerste bakken wordt bijv. de kaas gekeerd van de produktie van de vorige dag, die ‘s nachts in de vaten blijft staan. Na de derde bak wordt in de tussentijd met vijf personen een bak kaas uitgepakt. Ook het uitpakken gebeurt op de transportbanden die een geheel gesloten cir-cuit vormen. Laat men het kaaspakhuis buiten beschouwing dan kan met deze apparatuur in ne-gen uur door zeven mensen 34.000 kg melk tot baby-edammer worden verwerkt.

Uit de pekelkelder wordt de kaas naar boven gehesen met verrijdbare stellingen, waarop latten liggen in plaats van planken. De kaas wordt eerst geplastificeerd en komt dan te liggen op kaas-planken die van drie gleuven zijn voorzien. De verzending van de kaas geschiedt in transportkist-en die 40 kaasje bevatttransportkist-en.

Na deze algemene beschrijving keren we terug naar de draineerbak. Het bijzondere daarvan is dus dat de drainplaat uit één stuk bestaat in tegenstel-ling met de elders toegepaste losse platen. Deze plaat wordt door middel van staaldraad electrisch uit de bak getrokken waarbij zij zich onder de bak terugbuigt. De gehele bediening werkt automa-tisch electrisch en daardoor snel en nauwkeurig.

De reinigingsmachine voor de kaasvaten berust op het spuitprincipe. Een nieuwe methode wordt hier-bij toegepast voor het transport van de vaatjes en de volgers. De vaatjes worden door een V-snaar gepakt en door de machine gevoerd waarbij zij de

onderliggende volger meenemen. Daar zowel vat als volger een gedwongen baan afleggen, kan met grote druk worden gespoten.

Boven de transportband langs de voorkant van de draineerbak, bevinden zich de vormers, opge-hangen aan een kettingtransporteur welke roestwerend is uitgevoerd. Deze vormers oefenen een druk uit op de zojuist in de vaatjes geplaatste wrongel doordat de transporteur zich al voortgaan-de naar benevoortgaan-den beweegt. Als even later voortgaan-de wrongelstukken er uit worvoortgaan-den gehaald, heeft het kaasje zich reeds gevormd zodat nagenoeg geen wrongelverlies optreedt. Aan het einde van het traject gaan deze drukapparaten omhoog en worden teruggevoerd. Gedurende geschiedt volko-men automatisch.

Onze illustraties zullen van het verloop van het produktieproces de lezer een voldoende duidelijk beeld geven.

Acmesa Assen 1963

Vernieuwde kaasmakerij en kaasopslag d.m.v. De „kaastrein”

Leeuwarder Courant, 1963-11-04

Zuivelhond wijst verwijten terug