• No results found

De zuiveltechnische ontwikkeling in de laatste decade

(Alleen gedeelte over kaasbereiding, volledige tekst zie elders in deze heruitgaven)

De kaasbereiding heeft in de afgelopen jaren een aanzienlijke technische vooruitgang te zien gegeven. Deze ontwikkeling is nog in volle gang en verwacht mag worden dat in de naaste toe-komst nog belangrijke vorderingen zullen worden gemaakt. De kaasbereiding vraagt veel werk, dat voor een deel als zwaar en onaangenaam moet worden gezien en het moet ons eigenlijk wonderen dat het zo lang heeft geduurd, voordat men door een doelmatige mechanisatie tot ver-betering is gekomen.

In de jaren '20 is het probleem van de machinale wrongelbereiding in een betrekkelijk zeer korte tijd tot een volkomen bevredigende oplossing gebracht, doch daarna is er gedurende vele jaren geen enkele vooruitgang geweest op het terrein van de mechanisatie van de kaasbereiding. Door de veranderde omstandigheden wordt er na de laatste oorlog algemeen een grote behoefte ge-voeld aan verdere mechanisatie en waar mogelijk van automatisering van allerlei werkzaamhe-den.

Bij het zoeken naar een oplossing voor dit probleem moet één ding worden vooropgesteld, nl. dat de mechanisatie en de daarmee bereikte besparingen niet mogen leiden tot het genoegen nemen met iets minder gunstige eigenschappen van het eindprodukt, in welk opzicht dan ook. [145]

juist het tegenovergestelde moet op de voorgrond staan, al is het vanzelfsprekend dat men bij de ontwikkeling van apparatuur niet onmiddellijk het gestelde doel zal bereiken.

Gestreefd moet worden naar het brengen van het werk naar de man en wel op een zodanige wijze dat deze in een gemakkelijke houding dit werk kan verrichten. Hierdoor wordt dit aangenamer en het zal tevens de arbeidsproduktiviteit verhogen. Naarmate werkzaamheden gemakkelijker kun-nen worden verricht zal in het algemeen een beter resultaat worden verkregen. Door mechanisa-tie van bepaalde werkzaamheden zal ook de hygiëne worden bevorderd.

Het lijkt aanbevelenswaardig bij het streven naar mechanisatie van de kaasbereiding te zoeken naar werkwijzen, die aansluiten bij de tot nu toegepaste en wel om geen veranderingen te bren-gen in het type kaas en waarbij men voor zover mogelijk de bereiding nog beter in de hand heeft, o.a. wat betreft uniformiteit van samenstelling en vorm van de kaas.

Rekening houdende met het bovengestelde komt men m.i. tot een installatie bestaande uit een hoog opgestelde bak, waarin de wrongelbewerking plaats heeft, een lager geplaatst apparaat, waarin wei en wrongel kunnen worden gescheiden en de laatste in gelijkmatige stukken wordt verdeeld om vervolgens te worden geperst en gedoekt en waarbij het gehele transport is geme-chaniseerd. Volgens deze principes is sedert het vorige jaar een installatie in gebruik aan de Coö-peratieve Zuivelfabriek te Oudeschoot voor de bereiding van edammer kaas, welke is ontwikkeld door een commissie van de Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland met behulp van gelden beschikbaar gesteld uit Marshall-fondsen.

Hierbij vloeien wei en wrongel na afloop van de wrongelbewerking in een bak met een ver-plaatsbare geperforeerde bodem, bestaande uit goed aaneensluitende platen. Nadat de wrongel in een gelijkmatig dikke laag is bezonken, laat men de wei afvloeien. Doordat het uitlekken van wei vollediger is en daardoor een vastere massa wordt verkregen, kan het keren van de wrongel (dat

8 Gedenkboek 60 jaar FNZ – 1960

nu normaal in de vormen gebeurt) komen te vervallen. De losse geperforeerde bodem wordt daarna mechanisch langzaam voortbewogen, waarbij de laag wrongel in blokken van uniforme grootte wordt gesneden welke op de meest geschikte werkhoogte worden toegevoerd aan de man die ze overbrengt in een ronddraaiend voorpers-apparaat, dat pneumatisch wordt gestuurd. Ver-volgens geschiedt het doeken van de kazen aan de lopende band, die ze ook naar de persen ver-voert.

Dit voorpers-apparaat is slechts geschikt voor één soort kaas. Aan de Coöperatieve Zuivelfabriek te Zuidwolde wordt bij een dergelijke installatie een andere wijze van voorpersen toegepast.

Hierin wordt de wrongel [146] in de eigenlijke kaasvormen (van plastic) met de volgers met be-hulp van veren voorgeperst, waarbij de kazen rechtlijnig worden voortbewogen. Daarna worden zij door middel van een stel van zeer goed functionerende transportbanden toegevoerd naar de persen en daarmede ook teruggevoerd.

Het laat zich aanzien dat in de naaste toekomst verschillende fabrieken deze installaties zullen gaan gebruiken.

De van oudsher gebruikte houten kaasvormen worden meer en meer vervangen door vormen van kunststoffen, welke belangrijke voordelen hebben. Er kan m.i. geen twijfel over bestaan dat de houten vormen, die mede door de behandeling die zij ondergaan oorzaak zijn van het veelvuldig terecht komen van houtvezels in de korst van de kaas, gedoemd zijn te verdwijnen om te worden vervangen door vormen van kunststof of metaal, hetzij niet-roestend staal of corrosiebestendig aluminium.

Doordat de kazen in dergelijke vormen aanmerkelijk sneller de temperatuur van de omgeving aannemen, zal onvermijdelijk moeten worden overgegaan tot regeling van de temperatuur van het pers- en omlooplokaal. In zekere zin is dit evenwel een gelukkige omstandigheid omdat men dit zelfs bij gebruik van houten vaten als zeer wenselijk, om niet te zeggen noodzakelijk, moet zien. Merkwaardigerwijze is dit onderdeel van de kaasbereiding in ons land vrijwel verwaar-loosd.

In tegenstelling hiermede is het wel voortdurend meer toepassen van regeling van de temperatuur en vooral van de vochtigheid van de lucht in de kaaspakhuizen. Hierbij staat evenwel niet in de eerste plaats het streven naar kwaliteitsverbetering op de voorgrond, doch het tegengaan van ge-wichtsverlies door uitdroging. De ervaring heeft wel geleerd dat men in het algemeen eerder tot verbetering van de outillage overgaat wanneer het gaat om kwantiteit dan om kwaliteit.

Het transport van de kaas van het pekellokaal naar het pakhuis wordt steeds meer gemechani-seerd, waarbij van verschillende transportinrichtingen gebruik wordt gemaakt, zoals verplaatsba-re kaasstellingen en transportbanden.

De korstbehandeling van de kaas heeft in de laatste jaren een grote verandering ondergaan. Ten dele is dit een gevolg van het tot stand komen van het verbod van het gebruik van minerale olie.

Zeer algemeen wordt tegenwoordig de korst bedekt met emulsies van een kunststof, gewoonlijk polyvinylacetaat, die onder verschillende benamingen in de handel zijn en gewoonlijk als „plas-tic" worden aangeduid. Voor dat „plasticeren" van de kaas maakt men gebruik van machines.

1970-xx-xx Bron: Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1970 blz. 53 t/m 69

J. ANDREAE 5O jaar in de zuivel 1918 - 1968

Door J. Andreae oud-directeur van de zuivel-fabrieken te Diever en Zuidwolde Nieuw kaasmakerij in 1960

……….

Ook onze kaasmakerij was inmiddels te klein geworden en eveneens zeer verouderd. Van een economische productie met de toen bestaande apparatuur was geen sprake meer en zodoende werd besloten tot algehele verbouw van deze bedrijfsafdeling over te gaan, ook de inventaris zou grondig worden vernieuwd. Het was inmiddels bekend geworden dat een commissie van zuivel- en werktuigdeskundigen, onder voorzitterschap en leiding van Professor Hartmans, Hoogleraar in Zuivel- en Melkkunde aan de Landbouwhogeschool, te Wageningen, in een toen nog bestaan-de Friese zuivelfabriek (Oubestaan-deschoot) bezig was een nieuwe bereidingsmethobestaan-de uit te dokteren.

Deze proefnemingen werden o.a. mogelijk gemaakt door beschikbaarstelling van gelden uit het z.g. 'Marshallfonds'.

Toen echter met de verbouwing en vergroting van onze kaasmakerij reeds was begonnen, was omtrent de vorderingen in Oudeschoot nog weinig bekend geworden. Een bezoek brengende aan de Zuiveljaarbeurs - de z.g. 'Machevo', te Utrecht, werd ik aangesproken door prof. Hartmans (met wie ik vele jaren in het bestuur van de F.N.Z. had gezeten) die me zei: 'A, ik hoorde dat jij een geheel nieuwe kaasmakerij aan 't bouwen bent. Als je zin hebt kom dan eens kijken in Oude-schoot. Er is een 'proefset' klaar en deze lijkt inderdaad heel goed bruikbaar'. Kortom het bestuur van Zuidwolde verkreeg toestemming om deze nieuwe vinding in toepassing te brengen.

Ik zal de lezer besparen mede te delen hoeveel vergaderingen, technische besprekingen, etc. er nog dienden te worden gehouden, alvorens deze zaak geheel rond was, doch tenslotte was het dan zo dat we in het najaar van 1960 konden proefdraaien en op 8 december van dat jaar werd, in het bijzijn van tal van 'zuivelmensen', door de burgemeester van Zuidwolde, mr. N. Wessels Boer, onze nieuwe kaasfabriek officieel geopend. De nieuwe afdeling werd door onze burge-meester de mooiste en meest economische kaasfabriek van West-Europa genoemd, waarmede 'het levenswerk van de directeur welhaast voltooid was'; aldus de burgemeester. Het klonk alles heel mooi en ik was ook wel een weinig trots op onze, mooie kaasmakerij, doch ik voelde ook de zware verantwoordelijkheid jegens hen die de geldmiddelen voor deze bouw en inrichting had-den verstrekt. Het geheel had weinig minder dan een miljoen gulhad-dens gekost en dan is het duide-lijk dat rente en aflossing van een dergeduide-lijk bedrag, vooral de eerste jaren, heel wat hoofdbrekens kosten……….

Leeuwarder Courant 1961-02-10