• No results found

Waardeoordeel:evolutieinbiologischewaarde

In document Evaluatie bermbeheer Ring Brussel (pagina 50-67)

UITGEVOERD BERMBEHEER

3.2 DEELVRAAG 2:INVENTARISATIEFAUNAENFLORA

3.2.1 Flora:vegetatieͲopnamesmetPQ's

3.2.1.6 Waardeoordeel:evolutieinbiologischewaarde



Aanelkvoorkomendvegetatietypewerdin2004eenwaardeoordeelgegevenineenvijfdeligeschaalvan

1=zeerlagebiologischewaardetot5=zeerhogebiologischewaarde.Daarbijwerdendevolgendecriteria

gebruikt:

x Debetekenisvoorhetvoorkomenvanzeldzamesoorten

x De kwetsbaarheid en mate van vervangbaarheid van de vegetatie (gevoeligheid voor

eutrofiëring,verstoring,onjuistbeheer)

x Defloristischewaarde:hoehogerdebloemenrijkdom,hoehogerdewaarde

x Dematevanverruiging

x Dematevanfragmentairzijn



Ͳ Gewoneagrimonie(RodeͲLijst)

Ͳ Graslathyrus(RodeͲLijst)

Ͳ Bijenorchis(RodeͲLijst)

Ͳ Blauwwalstro

Ͳ Knoopkruid

Ͳ Gladwalstro

Ͳ Veldlathyrus

Ͳ Gewonemargriet

Ͳ Gelemorgenster

Ͳ Gewonerolklaver

Ͳ Duizendblad

Ͳ Gewonereigersbek

Ͳ Gewoneveldbies

Ͳ Gewoonbiggenkruid

Ͳ Kleinebevernel

Ͳ SintͲjanskruid



InTabel5enTabel6wordteenoverzichtgegevenvandetoename/afnamevanruigteͲindicatorenindeproefvlakkendoordenumerieke

getallenvandeopnamesvan2004en2020metelkaartevergelijken.Indienwealleindicatorsoorteninbeschouwingnemenkunnenwehet

volgendevaststellen:



Ͳ Erzijn33proefvlakkenwaarvoorhetaandeelvandepositieveindicatorsoortentoenam:A1,A3,D1ͲD7,DI1,G1,G3,GR2,K1,K3,K4,K5,

M1,M2,M3,M5,M6,M7,S1ͲS4,V1,WE1,WE2,WO1,WO2,Z1.

Ͳ Voor4proefvlakkenbleefhetaandeelindicatorsoortengelijk:A2,G4,GR1,K6

Ͳ Voor3proefvlakkennamhetaantalpositieveindicatorsoortenaf:G2,K2,M4



Tabel5Overzichtvandetoename/afnamevanpositieveindicatorsoortenindeopnamesvandeproefvlakken













Positieveindicatoren A1 A2 A3 D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 DI G1 G2 G3 G4 GR1 GR2 K1 K2 K3 K4 K5 K6

Graslathyrus Ͳ1   Ͳ1      Ͳ1     Ͳ2       3 

Bijenorchis            2  1       Ͳ1  

Blauwwalstro                   Ͳ2  2  

Knoopkruid    2 5 3 3  6   0 2 2 0   Ͳ2 Ͳ2 8 4 3 

Veldlathyrus            1 3  3  2 3 Ͳ3   Ͳ1 

Gewonemargriet 7   Ͳ1   1 3 3 Ͳ4   Ͳ7  Ͳ1      3  

Duizendblad 3 Ͳ2    4 3 3 3 Ͳ2 0 Ͳ1   2        

Gewonereigersbek                       

Gelemorgenster          Ͳ1     Ͳ1        

Kleinebevernel        3           Ͳ1 3   

Gewonerolklaver 3 Ͳ1 1 3 2 5 3 2  3 Ͳ1    Ͳ1      1 2 

Gewoneveldbies          3             

Gewoonbiggenkruid  3  3 3  3 3  3             

SintͲjanskruid     1 Ͳ1     2 2 Ͳ2     3 3  3  

Totale

toename/afname

12 0 1 6 11 11 13 14 12 1 1 4 Ͳ4 3 0 0 2 4 Ͳ5 11 12 7 0

Tabel6Overzichtvandetoename/afnamevandepositieveindicatorenindeopnamesvandeproefvlakken

Positieveindicatoren M1 M2 M3 M4 M5 M6 M7 S1 S2 S3 S4 V1 WE1 WE2 W01 W02 Z1

Gewoneagrimonie        1         

Bijenorchis                 

Blauwwalstro Ͳ1  2 Ͳ2        3     

Knoopkruid 3 3 3 1   2 3 5    Ͳ1 3   Ͳ1

Gladwalstro   Ͳ1       Ͳ1 2      

Veldlathyrus        1  3     3  

Gewonemargriet 3 2  Ͳ5   6 2 3 2 3 1 7 Ͳ1   

Duizendblad 2 3 2 1   5 Ͳ2 Ͳ2 3 Ͳ1 3 2    

Gewonereigersbek   2 1             

Gelemorgenster                 

Kleinebevernel 2   Ͳ1   3          

Gewonerolklaver 3 3 3     3 5  3  5 2 5  Ͳ7

Gewoneveldbies        2         

Gewoonbiggenkruid    1   3     3     

SintͲjanskruid 2 3 Ͳ3 1 3 3 2  Ͳ7  3 2     2

Totale

toename/afname

14 14 8 Ͳ3 3 3 21 10 4 7 10 12 13 4 8 14 14









Verruiging

Verruigingiseenbelangrijkaspectdatwerdmeegenomenindewaardebeoordeling.Hetverruigenstaat

los van eventuele verstoring door de mens. Verstoringen die veroorzaakt zijn door omwoelen van de

bodem,zijnvaneenandereordedandevormingvanruigtendoorbijvoorbeeldeenslechtbeheerofte

sterkeeutrofiëringdoorbijvoorbeeldbladval.

Plantensoorten die als indicatoren voor verruiging in de bermvegetaties langs de R0 kunnen gebruikt

worden, zijn de volgende (verruigingsindicatoren werden gebaseerd op Jalink et al. (1995) en Bax &

Schippers(1997)):



Ͳ Akkerdistel

Ͳ Avondkoekoeksbloem

Ͳ Bijvoet

Ͳ Boerenwormkruid

Ͳ Braam

Ͳ Gewoneberenklauw

Ͳ Grotebrandnetel

Ͳ Heelblaadjes

Ͳ Heermoes

Ͳ Ijledravik

Ͳ Jakobskruiskruid

Ͳ Kleefkruid

Ͳ Kropaar

Ͳ Kweek

Ͳ Ridderzuring

Ͳ Smeerwortel

Ͳ Speerdistel

Ͳ Zevenblad



In2004werdeninalleopnamesruigteͲindicatorenaangetroffen,in2020werdeninopnamesK3enD6

geenindicatorenvoorverruiginggevonden.



InTabel7enTabel8wordteenoverzichtgegevenvandetoename/afnamevanruigteͲindicatorenindeproefvlakkendoordenumerieke

getallenvandeopnamesvan2004en2020metelkaartevergelijken.Indienwealleindicatorsoorteninbeschouwingnemenkunnenwehet

volgendevaststellen:



Ͳ Voor24proefvlakkenisereentoenamevanderuigteͲindicatoren:A1,A2,A3,D2,D3,D7,DI1,G2,GR2,K1,K2,K4,K5;K6,M1,M2,M3;

M6,M7,S4,WO1,WO2,WE1,WE2.

Ͳ Voor13proefvlakkenisereenafnamevanderuigteͲinciatoren:D1,D4,D5;D6,G1,G3,G4,GR1,K3,M5,S1,S3,V1

Ͳ Voor3proefvlakkenbleefhetaandeelruigteͲindicatorengelijk:M4,S2,Z1.







Tabel7Overzichtvandetoename/afnamevanderuigteͲindicatorenindeopnamesvandeproefvlakken

Verruigingsindicatoren A1 A2 A3 D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 DI G1 G2 G3 G4 GR1 GR2 K1 K2 K3 K4 K5 K6

Akkerdistel Ͳ1 Ͳ2  Ͳ3  Ͳ1 Ͳ1 Ͳ2 Ͳ1  1 Ͳ3 Ͳ2 Ͳ1  Ͳ1 2 5 7 Ͳ1 2 Ͳ1 Ͳ1

Avondkoekoeksbloem       3                

Bijvoet      Ͳ1                 

Boerenwormkruid 3    4  Ͳ4 Ͳ2    Ͳ2 Ͳ2 Ͳ5 Ͳ2      2  

Braamspec.            Ͳ1   2 2 Ͳ2      

Gewoneberenklauw 2   3    1    Ͳ1  Ͳ1  Ͳ3 3  Ͳ1 Ͳ1  1 

Gewonesmeerwortel 3  Ͳ3        2 Ͳ1 Ͳ1  Ͳ1  Ͳ1      

Grotebrandnetel   Ͳ1        3 Ͳ1           

Heelblaadjes   Ͳ2             Ͳ3 Ͳ3      

Ijledravik      2          3 Ͳ2      

Jakobskruiskruid 2 2 3 Ͳ3 Ͳ1  1 1  1  1  2 Ͳ1 Ͳ3   2 Ͳ2 3 3 

Kleefkruid   1        3            3

Kropaar 3 2 7 2 3 2  Ͳ5  1  2 6 Ͳ2 Ͳ1 3 6   Ͳ1 3  2

Kweek        Ͳ1               

Ridderzuring            Ͳ1   Ͳ1   Ͳ1     

Speerdistel    Ͳ1       Ͳ1     1 Ͳ1 Ͳ1 1 Ͳ1 Ͳ1  

Totale

toename/afname

12 2 5 Ͳ2 6 2 Ͳ1 Ͳ8 Ͳ1 2 8 Ͳ7 1 Ͳ7 Ͳ4 Ͳ1 2 3 9 Ͳ6 9 3 4



Tabel8Overzichtvandetoename/afnamevanderuigteͲindicatorenindeopnamesvandeproefvlakken

Verruigingsindicatoren M1 M2 M3 M4 M5 M6 M7 S1 S2 S3 S4 V1 WE1 WE2 W01 W02 Z1

Akkerdistel Ͳ2 Ͳ1   Ͳ3 Ͳ2 Ͳ1 Ͳ3 Ͳ2 Ͳ2 1 Ͳ1 Ͳ1 1 0 Ͳ2 Ͳ1

Avondkoekoeksbloem 2 Ͳ1 Ͳ1 Ͳ1  2    Ͳ1       

Bijvoet      1           

Boerenwormkruid 3 3    2    Ͳ3  2  Ͳ1   Ͳ1

Braamspec.     5 3  1 1    1  8 2 

Gewoneberenklauw Ͳ2 Ͳ1      1 2 Ͳ1  Ͳ5 2    Ͳ2

Gewonesmeerwortel     Ͳ1     2 3 Ͳ1     Ͳ1

Grotebrandnetel 1    Ͳ1            

Heelblaadjes               Ͳ3 7 

Ijledravik 3     3 3   3  2     

Jakobskruiskruid 1  2 Ͳ1 Ͳ2 Ͳ2 1 Ͳ3 Ͳ1 Ͳ2 3 2 1 2 Ͳ1  2

Kleefkruid     2 Ͳ1 Ͳ1     Ͳ3   2 3 3

Kropaar 5 3 3 2    1  2  3  2  3 

Ridderzuring                2 

Speerdistel Ͳ1  Ͳ1  Ͳ1            

Zevenblad      Ͳ1           

Totale

toename/afname

10 3 3 0 Ͳ1 5 2 Ͳ3 0 Ͳ2 7 Ͳ1 3 4 6 15 0





Vegetatietypesdieeenindicatieaangevenvaneenverruigdstadium,endievoorkomenindePQ’slangsdeR0,betreffendevolgendetypes:

Ͳ Type6:ZevenbladͲRidderzuringtype

Ͳ Type21:FijnekervelͲGewoneglanshaverͲtype

Ͳ Type23:KleinstreepzaadͲDuizendbladͲtype



Vegetatietypes die ook een ruderaal aspect vertonen, maar die ontstaan zijn ten gevolge van bijvoorbeeld bodemomwoelingen of andere

bodemverstoringen,ofpionierssituatiesopzandigeofstenigebodemendiedusbeideeenpionierssituatieindiceren,komeneveneenslangsde

R0voor:

Ͳ Type26:MuurpeperͲZandmuurͲtype

Ͳ Type27:GroteklaproosͲGewoneraketͲtype





Dezetypeszijninhogematevervangbaar,weinigkwetsbaar,vermitszetypischevegetatieszijndie

ontstaandoorverstoringvandebodem,zoalsbijvoorbeeldbijwegenwerken(geldtwelinminderemate

voorhetMuurpeperͲZandmuurͲtype,dateerderalseenpionierssituatieopzandigetotstenigebodem

kanbeschouwdworden).



Waardebepaling

Voordevoorkomendetypesdiein2004werdenwaargenomen,werddewaardebepalingweergegeven

inTabel9.

Tabel9:Waardebepalingvandevegetatietypes(typologievolgensZwaenepoel1998)dielangsdeR0waargenomenwerden

(vergelijkingopnames1999Ͳ2004).Waardebepaling:1=zeerlagebiologischewaarde,5=zeerhogebiologischewaarde.

Vegetatietype Waardebepaling

Type 6: Zevenblad-Ridderzuring-type 1

Type 10: Geel nagelkruid-Schaduwgras-type 3

Type 13: Kleine klaver – Smalle weegbree 4

Type 14: Scherpe boterbloem-Rode klaver-type 4

Type 16: Moerasrolklaver-Egelboterbloem-type 5

Type 19: Veldlathyrus-Gulden sleutelbloem-type 4

Type 20: Gevlekte rupsklaver-Klein hoefblad-type 2

Type21:FijnekervelͲGewoneglanshaverͲtype 2

Type22:WittehoningklaverͲHopklaver 3

Type 23: Klein streepzaad-Duizendblad-type 3

Type 25: Vlasleeuwenbek – Sint-Janskruid-type 3

Type 26: Muurpeper-Zandmuur-type 3

Type 27: Grote klaproos-Gewone raket-type 2

Type 31: Valse salie-Pluisjesmos-type 5



Debiologischewaardevanovergangstypestussentweetypeswordtberekenddoor“bestprofessional

judgement”,rekeninghoudendmetdematevanbelangrijkheidvandevernoemdecriteria.

 

Tabel10:OverzichtvandeclassificatievandevegetatieͲopnamesvolgensdebermtyperingvanZwaenepoel,debermtypering

vanhetINBO,deVegetatietypesvanNederlandendewaardeopbasisvanhetZwaenepoeltypeendebeoordelingvande

evolutievandevegetatie

PQ Type

1999

VN2004 VN2020 Waarde

2004

G3 G3ͲG4a

(R1)

16Bb01 16Bb01 4 4 0

A2 O 21_14 14 G3 G3(R1) 16 16 3 4 P

A3 O 21 14 G2 G3 16Ͳ33A 16RG01Ͳ16Bb01 2 4 P

D1 14 21 13 G2 G3ͲR1 31CA 31Ͳ16Bb01 2 4 P

D2 14 14_21 14Ͳ23 G2ͲG3 G3ͲG4a 16 Bb01 Ͳ

31Ca

16Bb01 3 4 P

D3 26 14 14Ͳ23 G3 G3ͲG4a 16Bb01 16Bb01 4 4 P

D4 14 21 22Ͳ23 G2 G3ͲR1 31CA 31CAͲ16Bb01 2 3 P

D5 14 14Ͳ21 23 G2ͲG3 G3ͲG4a 16 16Bb01 3 3 O

GR1 O 14Ͳ21 14Ͳ27 G2ͲG3 G3(R1) 16Ͳ31 16Ͳ13AAͲ31 3 3 O

GR2 14 21Ͳ6 14Ͳ21 G2ͲR2 G2ͲG3(R2) 16Ͳ33A 16RG01Ͳ33A 2 3 P

K1 31 21 14Ͳ25Ͳ

27

G2 R1ͲG3 16Bb01Ͳ31 16Bb01Ͳ31 2 3 P

K2 31 19 14Ͳ25 G4a R1ͲG3 16Bb01 31RG05 4 4 O

K3 10 14(ruig) 19 G3 G4a 16Bb01Ͳ14B 16Bb01 3 4 P

K4 10 14 14Ͳ19 G3 G3ͲG4a 16Bb01Ͳ14B 16Bb01 4 4 P

K5 10 21 19 G2 G3ͲG4 16Ͳ33A 16Bb01 2 4 P

K6 14 21Ͳ14 14Ͳ21 G2ͲG3 G2ͲG3

(R2)

G3 G3ͲG4a 16Bb01Ͳ14 16Bb01Ͳ14BͲ31 4 4 O

M5 10 21Ͳ6 23Ͳ25 G2ͲR2 G4ͲR1 31Ͳ16 31 2 3 P

M6 O 21Ͳ6 21Ͳ23 G2ͲR2 G3ͲR1 16Ͳ31 16Ͳ31 2 3 P

M7 O 21 14Ͳ27 G2 G3ͲG4a

(R1)

16 16Bb01 2 3 P

S1 14 14(ruig)

_21

13Ͳ19 G2ͲG3 G2ͲG3Ͳ G4a

16Bb01Ͳ31 16Bb01 3 4 P

S2 14 14 13Ͳ19 G3 G3ͲG4a 16Bb01 16Bb01 4 4 P

S3 14 21 11Ͳ14Ͳ

25

G2 G3ͲR1 31Ca 16Bb01Ͳ31Ca 2 3 P

S4 14 14 19Ͳ23Ͳ

27

G3 G3ͲG4aͲ

R1

16Bb01 16Bb01Ͳ31CA01 4 4 O

V1 6 6Ͳ21 22Ͳ23 G2(R2) G3(R2) 33A 16Bb01Ͳ31 2 3 P

WE1 19 14 14Ͳ19 G3(R1) G3ͲG4a 16Bb01 16Bb01 4 4 P

WE2 20 14 19 G3 G4a 16Bb01 16Bb01 4 4 P

WO1 14 21Ͳ16 14Ͳ21 G2ͲG3Ͳ

G4a

G3ͲG4a

(S4)

16Ͳ12A 16Bb01Ͳ31 3 3 O

PQ Type

VN2004 VN2020 Waarde

2004

Waarde

2020

Evaluatie

WO2 14 16 6Ͳ14 G3ͲG4 G3 16Ͳ12A 31 5 3 N

Z1 10 14(ruig)

_21

23 G2ͲG3 G3ͲR1ͲR2 16Bb01Ͳ31 16Bb01Ͳ31 3 3 0



InTabel11gevenweeenoverzichtvandetoename/afnamevanpositieveindicatorsoortendieberekend

werdenuitTabel5enTabel6.Daarnaastlegenwedetoename/afnamevandestoringsindicatorendie

berekendwerdeninTabel7enTabel8.Webeoordelendetoename/afnamevandeindicatorsoortenals

volgt:

Ͳ Positief(P):Indiendetoenamevandepositieveindicatorsoortengroterisdandetoenamevande

storingsindicatoren.

Ͳ Negatief(N):Indiendetoenamevandepositieveindicatorsoortenkleinerisdandetoenamevan

destoringsindicatoren.

Ͳ Ongewijzigd(O):Indiendetoenamevandepositieveindicatorsoortengelijkisaandetoename

vandestoringsindicatoren.

Indien we de beoordeling uit Tabel 10 vergelijken met de beoordeling uit Tabel 11 komen we tot de

conclusiedatdebeoordelingenin18gevallenafwijken:

Ͳ OpbasisvanbermtypewordenA2enA3positiefbeoordeeld,maaropbasisvanindicatorsoorten

krijgendezestukkeneennegatievebeoordeling.

Ͳ Het bermtype van D5, G1, GR1, M2, M4, WO1, Z1 is ongewijzigd maar op basis van

indicatorsoortenwordendezebermenpositiefbeoordeeld.

Ͳ HetbermtypevanK2,K6enM4isongewijzigdmaaropbasisvanindicatorsoortenwordendeze

bermennegatiefbeoordeeld.

Ͳ HetbermtypevanGR2enWe2ispositiefgewijzigd,maaropbasisvanindicatorsoortenisdeze

bermongewijzigd.

Ͳ D6 en G4 worden op basis van het bermtype negatief beoordeeld, maar op basis van de

indicatorsoortenkrijgendezeeenpositievebeoordeling.

Ͳ DI1, G2 en M6 worden op basis van het bermtype positief beoordeeld maar op basis van

indicatorsoortenkrijgendezebermeneennegatievebeoordeling.

Bijdeafwijkendebeoordelingopbasisvanbermtyperingenindicatorsoortengaathetomtwijfelgevallen

enbermenmetlokaleverruigingoftoenamevanpositieveindicatorsoorten.

Opbasisvandebermtyperingwerden26bermenalspositiefgewijzigdgeëvalueerd.

Opbasisvandeindicatorsoortenwerden27bermenalspositiefgewijzigdgeëvalueerd.

Tabel11Overzichtvandetoename/afnamevanpositieveindicatorenenstoringsindicatorsendewaardediegekoppeldis

aandebermtypesmetderespectievelijkeevaluaties.

PQ Toename/afname indicatorsoorten

Toename/afname storingssoorten

Waarde 2004

Waarde 2020

Evaluatie bermtype

Evaluatie indicatorsoorten

A1 12 12 4 4 0 0

3.2.2 Mycoflora:wegbermenengraslandpaddenstoelen

Erwerdnaarpaddenstoelengezochtindebotanischmeestinteressantebermcomplexenop3november

en23november2020.Intotaalleverdedateensoortenlijstopvan67soortenwaarvan10soortenopde

RodeLijst(Arnolds&Veerkamp,2008)vanNederlandstaan.InBijlage§5.9gevenweeenoverzichtvan

de 67 soorten die werden waargenomen in de onderzochte bermen met hun RodeͲLijststatus,

indicatorwaardeenecologie.



3.2.2.1 RodeͲLijstsoorten

HieronderbesprekenwekortdeRodeͲLijstsoortendieindebermenwerdenwaargenomenop3en23

november2020.WegebruikendeRodeLijstvanNederland(Arnolds&Veerkamp)omdatergeenvolledige

RodeLijstisvoorVlaanderenendetoestandvandeNederlandsemycofloravergelijkbaarismetdezein

Vlaanderen.InBijlage§5.9wordendeRodeͲLijstsoortendiewerdenwaargenomenindebermenopkaart

weergegeven.



Ernstig bedreigd 3.2.2.1.1 Muurtrechtertje

Muurtrechtertjeleeftsaprotroofopmosopkalkrijkemuurtjes.DesoortwerdhiergevondeninDiegem,

langsopeenmetmosbegroeidestenenafwateringsgracht.ZestaatopdeRodeLijstals“Ernstigbedreigd”

omdathetoorspronkelijkbiotoop(metmosbegroeiderotsen)zeldzaamwasinNederland.Maarintussen

blijktdesoortdoorkolonisatievanmetmosbegroeideoudemuurtjessterktoetenemen.

3.2.2.1.2 Rozeruitertje

HetRozeruitertjeiseenindicatorsoortvanoudegraslanden.Desoortis“Ernstigbedreigd”vanwegegrote

(internationale)zeldzaamheidenkwetsbaarmilieu.InhetcomplexvanStrombeekͲBeverwerddesoort

gevondenopeentalud,waardevegetatieplaatselijkwathogerwas,omdatdezwaremaaimachinesdaar

wellichtnietgemakkelijkkondenmaaien.Verderopwareneenzwaresporengemaaktinhetgraslanddoor

demachines.







Bedreigd

3.2.2.1.3 Groteaderbekerzwam

Saprotroof,opkaleofmetmosbedektebodeminloofbosopvoedselrijkelemigebodems.Desoortiseen

indicatorvankalkindebodemenwerdwaargenomeninhetcomplexvanStrombeekͲBever.

Kwetsbaar

3.2.2.1.4 Wormvormigeknotszwam

Wormvormigeknotszwamiseenindicatorvanoudegraslanden.Hetiseensoortvanwasplaatgraslanden

die te vinden zijn op voedselarme tot matig voedselrijke grond. De soort is gevoelig aan verzuring en

vermesting.



3.2.2.1.5 Gewoneruigeaardtong

Saprotroofopdegrond,ingraslandenopzandigeenlemigebodems.Dezesoortiseenindicatorvoor

oude,voedselarmegraslandenenwerdgevondenopeensteiltalud.





Figuur10:Gewoneruigeaardtong,waargenomenopeentaludinhetcomplexvanStrombeekͲBever(Foto:Roosmarijn

Steeman)

3.2.2.1.6 Grasvlamhoed

Saprotroof(ofnecrotrofeparasiet?)opwortelsvanKropaaringraslandenopvoedselrijkebodem.Hetis

eenindicatorvoorbeginnendeverschraling.DezesoortstaatopdeRodeLijstomdatzezeldenwordt

waargenomen. Grasvlamhoed werd zowel in het complex van StrombeekͲBever als in het bloemrijke

perceelinAssewaargenomen.

3.2.2.1.7 Kortsteligesatijnzwam

Saprotroof,inhumusopmeestalwatruderale,stikstofrijkeplaatsen,zoalsingewaaidplantaardigafvalin

hetbuitenduinenopzandplaten,ookintuinenenandereverstoordeplekken,vannaturewaarschijnlijk

een soort van graslanden op iets kalkrijke, sterk doorlatende bodem. De soort is een indicator voor

schraallandeninontwikkelingenwerdwaargenomeninhetcomplexvanStrombeekͲBeverophettalud

vandeplaswaarlangsPQS3gelegenis.

Gevoelig

3.2.2.1.8 Papegaaizwammetje

HetPapegaaizwammetje is een indicatorsoort voor kruidenrijk grasland. Hij komt voor in onbemeste

kortgrazigeweilandenenwegbermen.

HetPapegaaizwammetjeisvooraltevindenopschralegrazigeplaatsenwaardebodemgedurendelange

tijdmetrustisgelaten.Hetiseenkritischesoortdiezichopnieuwegeschikteplaatsenpasna20jaar

vestigt. Bij een ingezet verschralingsbeheer van vermeste graslanden duurt het vele jaren voordat het

zwammetjezichweerlaatzien.Ishijaanwezig,danzijnervaakookanderegrasplandpaddenstoelente

vinden.





Figuur11:Papegaaizwammetje,waargenomenlangsdeafritWemmel,tussenBijenorchissen(Foto:RoosmarijnSteeman).

3.2.2.1.9 Sneeuwzwammetje

NetzoalshetPapegaaizwammetje,ishetsneeuwzwammetjeeensoortvanoude,onbemestegraslanden.

Desoortisgevoeligaanverzuringenvermesting.Sneeuwzwammetjewerdwaargenomeninhetcomplex

vanStrombeekͲBever,waarookorchideeënstaan.

 

3.2.2.2 Indicatorsoorten

HieronderbesprekenweenkeleindicatorsoortendienietopdeRodeLijststaan.Degroeiplaatsenvan

dezeindicatorsoortenstaaneveneensopdekaarteninBijlage§5.17



Voedselrijke graslanden

3.2.2.2.1 Bleekgelemycena

Saprotroofopdodegrashalmenengrasstrooiselinschraletotmatigbemestegraslanden.

3.2.2.2.2 Grijsbruinegrasmycena

Saprotoofopdegrondinschraletotmatigbemestegraslandenopallerleibodemtypen.

3.2.2.2.3 Afgeplattestuifzwam

SaprotroofopzandͲ,kleiͲenleembodems,inbermen,matigtotnietbemestegraslanden(veelinmosrijke

gazons)enopmosrijkeofkortgrazigeplaatsen.

3.2.2.2.4 Gazonvlekplaat

Saprotroof, het meest op humeuze zandgrond, in parken, plantsoenen, gazons, tuinen en bemeste

graslanden.

3.2.2.2.5 Geschubdeinktzwam

Saprotroof,liefstoppasomgewerkte,voedselrijkegrond,bijvoorbeeldinakkers,gazons,wegbermenen

parken,maarookinbosranden.

Vermesting

3.2.2.2.6 Blekeveldtrechterzwam

Saprotroof,tussengrasingraslanden,wegbermen,somsookinopenloofbos.

3.2.2.2.7 Grauwevlekplaat

Saprotroofopdebodem,vaakbijofopmest,inonbemestetotsterkbemestegraslanden,plantsoenen,

gazons,wegbermenendergelijke,zeldeninbossen;vooralopzandigebodems.

3.2.2.2.8 Dooiergelemestzwam

Saprotroof op humeuze grond, uitwerpselen, mestͲ en composthopen en rottend gras in tuinen,

graslanden,wegbermenenbosranden;opvoedselrijkebodemsofverrijkteplekjes.



Ruigtevegetaties

3.2.2.2.9 Gewonebeurszwam

Saprotroofophumeuzegrond,compostenhoutsnippers,hetmeestinparken,tuinenenopruigtes,ook

inakkers,loofbossenengraslanden,steedsopstikstofrijke,vaakverstoordebodems.

Deze soort werd op verschillende plaatsen waargenomen en profiteert wellicht van het niet altijd

nauwkeurig uitgevoerd maaibeheer waarbij maaisel wordt achtergelaten en diepe sporen worden

gemaaktdoordezwaremachines.



Verdroging

Bermen zijn onderhevigaanverdroging,door hunliggingtussengebetonneerde oppervlakken envaak

zuidgerichteoriëntatie.

3.2.2.2.10 Bruinesatijnzwam

Saprotroof,inniettotmatigbemeste,drogetotvrijvochtigegraslandenopallerleitypenbodem.

3.2.2.2.11 Bruinsnedemycena

Saprotroof op dode grashalmen en strooisel, vooral in graslanden en wegbermen op voedselarme tot

voedselrijke,alofnietbemestebodems,ookinvochtigeduinvalleien.

3.2.2.2.12 Giftigeweidetrechterzwam

Saprotroof,tussenmosengrasinvoedselarmetotͲrijkegraslanden.

3.2.2.2.13 Weidekringzwam

SaprotroofofnecrotroofͲparasitairopgras(wortels)enhumus,invoedselarmetotvoedselrijkegraslanden

opallerleitypenbodem.



Beginnende verschraling 3.2.2.2.14 Grootmosklokje

Groot mosklokje is een indicator van beginnende verschraling, het is een saprofyt op bodem tussen

mossenin(matig)schralegraslanden.

3.2.2.2.15 Grasmosklokje

Saprotroofopdebodem,vaaktussenmossen,vooralin(matig)schralegraslanden,wegbermenengrazige

plekkenindeduinen,meestalkalkhoudende,zwakzuretotbasischezandͲenkleibodems.

3.2.2.2.16 Rozepronkridder

Rozepronkridderiseenindicatorvanbeginnendeverschraling.Hetiseensoortvangrazigegraslandenen

bermen,diegevoeligisaanvermesting.





Figuur12:RozepronkriddertussenMargrieten,eenindicatorsoortvoorbeginnendeverschraling(Foto:RoosmarijnSteeman).

3.2.2.2.17 Loodgrijzebovist

Saprotroof in matig bemeste, meestal mosrijke, vaak gemaaide of gehooide graslanden en parken en

plantsoenen,inbermenlangswegenenpaden,opdijkeneninopenplekkeninbossen.



Heischrale graslanden 3.2.2.2.18 Sterspoorsatijnzwam

Saprotroof,inheischralegraslandeneninheiden.



Kalkhoudende graslanden 3.2.2.2.19 Piekhaarzwammetje

Saprotroofopgrassenengrasresteninschralegraslandenenopenstruwelen,vooralopkalkrijke,droge

bodemsopkalkrijkeleem.Hoeweldevegetatievanverschillendecomplexenaangeeftdathetomeen

kalkrijke bodem gaat, werd Piekhaarzwammetje slechts één keer waargenomen, in het complex van

Machelen.



Kruidenrijk grasland

3.2.2.2.20 Zwartwordendewasplaat

Zwartwordendewasplaatiseenvrijalgemenesoortvannietofweinigbemestegraslanden.





Figuur13:ZwartwordendewasplaatinWemmel(Foto:RoosmarijnSteeman).

Oude graslanden 3.2.2.2.21 Meligestuifzwam

Saprotroofopdrogezwakzuretotbasische,zandigebodems.Dezesoortwerdéénkeerwaargenomenin

hetcomplexvanDiegem,tussenPQD4enD5.



 

In document Evaluatie bermbeheer Ring Brussel (pagina 50-67)