• No results found

Vergelijking 2004Ͳ2020storingssoorten

In document Evaluatie bermbeheer Ring Brussel (pagina 159-165)

UITGEVOERD BERMBEHEER

3.2 DEELVRAAG 2:INVENTARISATIEFAUNAENFLORA

3.3.3 Fauna:spinnen

3.3.5.2 Vergelijking 2004Ͳ2020storingssoorten

Figuur57:.EerstetweeassenvaneenPrincipalComponentAnalyse(PCA)vandemierengemeenschappeninbeide

jarenlangsdeBrusselseRingincl.desoorten(geteldopminstens3locaties).



3.3.5.2 Vergelijking2004Ͳ2020storingssoorten



Er is slechts één echte storingssoort,maar wel een heel dominante, met name Wegmier (Lasius

niger).

DeWegmieriseencultuurvolgerwatbetekentdatzijzichophoudtindebuurtvandemens–hetis

éénvandemeestalgemenemierenenhetisdiesoortdiegraagvertoeftonderdetegelsvanhet

terrasofonderdeklinkersvandeoprit…



KijkenwenaarhetpercentageWegmier,danzienwedaterweliswaareentrendistoteenalgemene

afname van het aandeel Wegmier in 2020 tov. 2004 maar deze is net niet significant (pairwise

WilcoxonsignedͲranktest,p=0,084).





Figuur58:PercentagevandestoringssoortWegmier(Lasiusniger)indemierengemeenschapopdebodemvallocaties

in2004vs.2020,perlocatie.Opdemeestelocatiesisereentrendtotafname.



3.3.5.3 Samenvattingenconclusies



WevingenbijvoorliggendonderzoekvandebermenvandeR0in2020metdebodemvallenintotaal

14.620mieren,behorendtot12soorten.Hiertoebehoortéénsoortopgelijstals‘kwetsbaar’inde

RodeLijst,deOprolmier(Myrmecinagraminicola).DeOprolmierisop4locatiesindebermenvan

deR0vastgesteld,telkensmetslechtséénexemplaar.



Bijdemierenvangtmenvooralwerksterseninminderemategeslachtsdieren.Devangstaantallen

zijn sterk gerelateerd aan de afstand tot een mierennest en dienen daarom met de nodige

voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. De vangstaantallen zijn dus niet zonder meer te

gebruikenalsmaatvoorgeschiktheidvaneenlocatievooreenmierensoort.



Deaantallenvandetweedominantesoorten,deMoerassteekmier(M.scabrinodis)endeWegmier

(L.niger),vertegenwoordigen89%vandetotalevangstaantallen.



VoorbijzonderemierensoortenzijninVlaanderenvooralheidegebieden,duinenenlichtrijkebossen

zeer waardevol. De betekenis van de bermen van de R0 voor het behoud van zeldzame

mierensoortenkanmomenteelalsbeperktbeschouwdworden,metnameslechtsvooréénsoort

(Oprolmier).

Demantelzoomvegetatiesdieher enderontwikkeldworden,zoalsin Machelen,lijkennochtans

geschikt voor de Zwartrugbosmier (Formica pratensis) en deze kan daar zeker als waardevolle

doelsoortbeschouwdworden.



Anderzijds is het zo dat bepaalde algemene mierensoorten belangrijk zijn als gastheren (voor

tientallensoortenongewervelden)ofvoedselvoortalvandiersoorten(vb.Groenespecht)ofdat

hunnesteneengunstigsubstraatvormenvoorplanten(vb.tijmopnestbultenGeleweidemier).





3.3.6 Fauna:pissebedden

In2020vingenwe6soortenpissebedden,in2004zijner5soortengevangen.



DedominantesoortisinbeideonderzoekenzeernadrukkelijkdeGewoneoproller.



Er lijkt wel een verschuiving te zijn naar droogtetolerantere soorten. Mospissebed is in 2020

namelijkveelmindergevangendanin2004.

Omgekeerd,detweedetalrijkstgevangensoortvan2020,deKleipissebed,wasnietaangetroffenin

2004.Ditiszofrappantdatweonsafvragenofzedestijdsnietherkendis...

HetGewoonpaarsdrieoogjeisdeenigesoortdiein2004wasaangetroffen,ennietin2020,doch

slechtsmetéénexemplaar,zodatdaarweinigconslucieskunnenuitgetrokkenworden.





 

3.4 DEELVRAAG 4:BEPALENTOEKOMSTIGSTREEFDOEL

3.4.1 Flora

Opbasisvandehuidigevegetatie(proefvlakkenencomplexen)werdhettoekomstigstreefdoel

vooreenaantalpercelenlichtaangepast.ErwerdrekeninggehoudenmetdeRodeͲLijstsoortenen

aanwezigeindicatorsoorten.Hettoekomstigbeheerenstreefdoelwordtperperceelbesprokenin

Bijlage

Tabel33geefteenoverzichtvanhetdoeltypeenhetbeheerdatvooropwerdgesteldin2004en

hetbijgesteldedoeltypeenbijhorendebeheer.Hetdoeltypeisslechtsvoor8percelenlicht

bijgesteld.Type19werdvooropgesteldopietsnatterebodemsenType13isvooréénperceelhet

doeltypevoordemeerzandigebodeminDiegem.



Voor21percelenvande40werdhetbeheervoorstelaangepast.HieronderzitookStrombeekͲ Beverwaarhetbeheeropbasisvandebotanischevondstenalwasaangepast.

VoorV1,M5enM6moetbekekenwordenofdeboomopslagwordtverwijderdomterugtekeren

naardevoormaligegraslandvegetatie.



Tabel33:OverzichtvandeDoeltypesvan2004en2020enhetdaarbijhorendebeheervoorstel.

Code

PQ

2004

Doeltype2004 Doeltype2020 Beheervoorstel2004 Beheervoorstel2020

A1 14 14 julienseptember juniͲseptember

A2 14 14 junienseptember aprilͲseptember

A3 14 14 junienseptember aprilͲseptember

D1 14 13 julienseptember aprilͲseptember

D2 14 14 julienseptember aprilͲseptember

D3 14 14 meienseptember juliͲseptember

D4 14 14 meienseptember juliͲseptember

D5 14 14 meienseptember juliͲseptember

D6 16 14 julienseptember juliͲseptember

D7 14 14 meienseptember aprilͲseptember

DI1 21 21 september September

G1 14 14 julienseptember aprilͲseptember

G2 14 14 julienseptember aprilͲseptember

G3 14 14 julienseptember aprilͲseptember

G4 14 14 julienseptember aprilͲseptember

GR1 14 Verbossing

verwijderen?

september juniͲseptember

GR2 14 14 september juniͲseptember

K1 19 19 julienseptember juliͲseptember

K2 19 19 julienseptember juliͲseptember

K3 14 19 september juliͲseptember

K4 14 19 september juliͲseptember

K5 14 19 junienseptember

eerste5jaar,nadien

julienseptember

juliͲseptember

K6 14 14 junienseptember

eerste5jaar,nadien

juliͲseptember

Code

PQ

2004

Doeltype2004 Doeltype2020 Beheervoorstel2004 Beheervoorstel2020

M1 14 14 meienseptember september

M2 14 14 meienseptember september

M3 14 14 meienseptember september

M4 14 14 meienseptember september

M5 21 Verbossing

verwijderen?

september aprilenseptember(indienverwijdering

boomopslag)ofseptember

M6 14 Verbossing

verwijderen?

meienseptember Aprilenseptember(indien

verwijderingboomopslag)of

september

M7 14 14 meienseptember juniͲseptember

S1 14 19 julienseptember Aprilenseptember

S2 14 19 julienseptember Aprilenseptember

S3 14 14 julienseptember Julienseptember

S4 14 19 julienseptember Julienseptember

V1 21 14 september aprilͲseptember

WE1 14 14 meienseptember juniͲseptember

WE2 14 14 meienseptember juniͲseptember

WO1 16 14 september juliͲseptember

WO2 16 14 september juliͲseptember

Z1 14 14 september,dichter

tegenbeplanting

maaien

aprilͲseptember



 

3.4.2 Fauna

Deresultatentonenaandateraleengoedediversiteitisaanbijensoortendielevenenfoerageren

indebermenvandeR0.Indemeestebermenwerdenookverschillendesoortenkoekoeksbijen

waargenomen.

Weradenaanomdeinteressantstegrazigebermen(WO1Ͳ2,K1Ͳ2,M3ͲMG3enM4)opdezelfde

manierteblijvenbeherenenonderanderetevoorkomendatstruwelenenhoutigeaanplanten

teveeluitbreiden.

Beplantenvanbloemrijkebermendientzekervermedenteworden.

DegoederesultatenbijM4enM3ͲMG3inMachelentoondenhetbelangvanmaaienmetafvoer

van het maaisel aan. Zo is er steeds voldoende nestgelegenheid voor ondergronds nestelende

soorten.

Knoopkruid en Gewone rolklaver zijn erg belangrijke voedselplanten in de bermen, maar deze

kwamen pas veel ‘later dan normaal’ in bloei omdat de meeste bermen rond eind mei gemaaid

werdenin2020.Soortendieervanafhankelijkzijnvondenronddieperiodewaarschijnlijkdanook

geenvoedsel.Weradenaanomeengrootdeelvandenureedsbloemrijkebermenpastemaaien

vanafeindjuni,wanneerdezeplantengrotendeelsuitgebloeidzijn.

Nogbeterzouzijnomdebermengefaseerdtemaaien.Zokunnendebermenophetmeestgeschikte

moment gemaaid worden in functie van botanisch goede ontwikkeling (dus ifv verlaging van de

voedselrijkdom=‘verschraling’),maarblijvenbijen(envlinders)tochsteedsvoldoendenectaren

stuifmeel vinden dicht bij hun nestplaats. Dit kan gerealiseerd worden door op elke locatie een

tweetal maaibreedtes, verspreid over het terrein, te laten staan. Voor grotere stukken kan die

vertaaldwordenin20%vanhettotaaloppervlakomzosteedsvoldoendevoedselovertehouden

voorwildebijenenandereinsecten.VerderradenweaanomdebestaandemantelͲzoomvegetaties

tebehoudenofbeterteontwikkelenwaarmogelijk.

Wanneer deze beheermaatregelen toegepast worden in functie van wilde bijen, zullen andere

soortgroependaarookmeteenprofijtvanhebben.



Er is in 2020 Ͳ tov 2004 Ͳ een toename van aantal Rode Lijst spinnenͲ en loopkeversoorten

vastgesteld, en van de aantallen van bepaalde Rode Lijst soorten. Deze zijn daarenboven qua

ecotoopvoorkeursterkgeassocieerdmetderichtingwaarin(eendeelvan)debermenevolueert,

metnameinderichtingdievoorhetnatuurbehoudwenselijkis,meerbepaaldschralerbegroeide

bermenmetgemeenschappenmetdroogteͲenwarmteminnendeloopkeversoortendieopdeRode

Lijstzijnopgenomen.

Droge, schrale, bloemrijke graslanden nemen al vele decennia lang sterk af in oppervlakte in

Vlaanderen,waardoorderijkeloopkeverͲenspinnenfaunadieermeegeassocieerdis,ooksterkis

afgenomen en waardoor deze soorten dus merendeels op de respectievelijke Rode Lijsten zijn

opgenomen.

HetstreefbeeldvoordebermenvandeR0ifvdesoortenrijkediergroepenspinnenenloopkeversis

duszeernadrukkelijkinderichtingvansoortenrijke,schraleglanshavergraslandenenplaatselijknog

schraleregraslandtypes(vb.struisgrasland).Duseengoedmaaibeheermetafvoervanmaaisel.

Uiteraardiseenheidsworstnietwenselijkendusmogenerruigerezoneszijn,struwelen,overgangen

naarhoutigevegetaties,etc.…enmagerdusookvariatieinmaaidataenmaaiͲintensiteit(aantal

maaibeurten)zijn.

Ookhetgefaseerdmaaien,watzocruciaalisvoorbloembezoekendeinsectenalswildebijen,komt

metnamevegetatiebewonendespinnengemeenschappentengoede.

 

3.5 DEELVRAAG 5:SUGGESTIESVOORTOEKOMSTIGBEHEER

In document Evaluatie bermbeheer Ring Brussel (pagina 159-165)